Nysingh: nu snel duidelijkheid over privatisering voorlichting Thoolse veehouders bezichtigden mestopslag op Brabantse bedrijven Marktaandeel mengvoer- koöperaties groeit weer Vaststelling vleeskwaliteit wordt objektiever Groeihormonen zeer ingrijpend CLO-STUDIEDAGEN "DE SCHOTHORST Promest draait medio dit jaar "Er moet snel duidelijkheid komen over de privatisering van de voor lichting, om te voorkomen dat ervaren en bekwame voorlichters gede motiveerd vertrekken. De bereidheid van de veehouders om aan de operatie mee te werken zal nauw samenhangen met de vraag of de ge privatiseerde voorlichting aan de criteria objectiviteit, kwaliteit en doelmatigheid zal voldoen. Wij weten immers maar al te goed dat de veehouderij niet bereid zal zijn tweemaal te betalen voor dezelfde es- sistentie". Dat zei Schothorst-voorzitter J.L. Nysingh dinsdagochtend in zijn openingswoord van de algemene vergadering van het CLO in stituut, voorafgaand aan de CLO-studiedagen. "Om het risico van hoge voorlich- tingskosten te vermijden lijkt een nauwe samenwerking tussen de gepri vatiseerde en de zogenaamde particu liere voorlichting onontbeerlijk", al dus Nysingh. De voorzitter stelde vast dat de dierlijke produktie geen gemakkelijke tijd te wachten staat. "Een geforceerde aanpak en een dic taat van verboden en geboden", noemde Nysingh de politieke benade ring van het mestprobleem. "Men heeft het incasseringsvermogen van de boeren sterk overschat". Voeding Nysingh stelde dat aanpassing van de veevoeding slechts een beperkte bij drage kan leveren aan de oplossing Het eerste bedrijf dat tijdens de ex- kursie van veehouders van Tholen naar mestsilo's in N.-Brabant werd bezocht was dat van de kinderen Goossen in Nispen: een bedrijf met 45 melkkoeien en 35 stuks jongvee. Grupstal met stro, wat nogal eens in de put komt, doch dit gaf geen moei lijkheden. Mestsilo gebouwd in 1986, houten konstruktie, Selz silo, 1 x per jaar behandelen, kan met rugspuit. Buiten de grupstal kleine opslagput 60 m3, voor 14 dagen opslag. Silo van geïmpregneerd hout, in de silo 2 sproeikoppen onder en boven. Het pompen van grupstal en jongveestal gebeurt door buizen onder de grond in de silo. Bij uitrijden uit de silo 3 uur van te voren mixen. Kosten mestsilo in 1986 42.000,inklu- sief, zonder pomp. Deze silo was zon der afdekking, en dat kost 20.000,tot 25.000,Grootte silo 600 m\ bovengronds. Het tweede bedrijf werd bezocht in Bossenhoofd bij C. Herreygers. Be drijf met 45 melkkoeien en 40 stuks jongvee. Ligboxenstal met apart jong veestal. Opslag in de stal 6-8 weken. Betonnen silo waarvan 1 meter in de grond zit. Opslag in de stal 175 m3, grootte silo 680 m3. Overpompen in silo kan ondergronds en boven gronds, dit laatste is niet meer toege staan. Kan eventueel met drijfmestkar worden opgezogen en in de silo wor den gespoten. Kosten van deze silo zonder pomp enz. 38.000,pomp en verdere benodigdheden 12.000,Afdekken inklusief 26.000,—. Het derde bedrijf werd bezocht in Etten-Leur van de heer J. van Dijk: 60 melkkoeien, 45 stuk jongvee, 30 vleesstieren en 200 mestvarkens. Stal jongvee openfrontstal. Alle stallen voorzien van grote kelders onder de stallen met mixer, dus geen mestsilo. Opslag mest rundvee 600 m\ varkens 400 m3. Het vierde bedrijf werd bezocht in Galder-Nieuw-Ginneken van F. Mer- tens, 55 melkkoeien en 55 stuks jong vee. Onderlinge kavelruil toegepast. Ligboxenstal en jongveestal. Mestsi lo in de grond 2 m 15 diep, in de silo grondbekleding, speciaal kleed met groei afdekzeil en afrastering. Grootte 550 m3, 15 jaar garantie. Wordt on dergronds uit de stallen in de silo ge pompt. Kosten 32,tot 40, per m\ naar bijkomende werkzaam heden gekeken, b.v. grondwerk enz., Vrijdag 26 februari 1988 van dit "weerbarstige vraagstuk". "Wie zou denken dat één en ander voor de overheid aanleiding zou zijn om zich extra inspanningen te ge troosten door via onderzoek en voor lichting de concurrentiekracht van de zo belangrijke dierlijke produktie te verhogen, vergist zich. Het tegendeel is namelijk waar. Er is juist sprake van een terugtredende overheid op het gebied van voorlichting en onder zoek. Bovendien gebeurt dit in een tijd waarin zich vele nieuwe techni sche ontwikkelingen manifesteren. We denken hierbij aan automatische voeder systemen, melkrobots, embry otransplantatie, BST en produktver- nieuwing, waarbij vindingen op het gebied van de biotechnologie een be- plaatselijk verschillend. Deze silo kwam op 24.000,Eenvoudi ger systeem, doch dit jaar het nadeel van regenwater op het zeil, wat er af- gepompt moet worden, binnenkort voor de 2e maal dit jaar, wat ook ex tra kosten van pomp en traktor met zich meebrengt. Resumerend de vier verschillende ty pen mestsilo's: 1. houten silo bovengronds, veehou der geen moeilijkheden met inpom pen, gezien het werken met stro, mooie demonstratie; 2. betonnen silo 1 meter in de grond boven- en ondergronds inpompen, kan desnoods met de gierkan, gede- Het aantal zelfmengende veevoeder- koöperaties is blijkens mededelingen van de Stichting CLO-kontrole op veevoeder in 1987 met vijf stuks af genomen tot een aantal van zestig. Ruim 25 jaar geleden waren er nog 360 zelfmengende koöperaties. De 80 mengvoederkoöperaties die er nu nog zijn, produceerden in 1986/1987 te zamen ruim 8,5 miljoen ton mengvoe der. Dit komt overeen met ongeveer 53% van de totale Nederlandse meng- voederomzet in dat jaar. Het markt aandeel van de koöperaties heeft in langrijke rol spelen. Het bepalen van een standpunt is hier niet eenvoudig. De Nederlandse veehouderij en de overheid zullen hierbij de handen in elkaar moeten slaan om te voorko men dat wij zaken opgedrongen krij gen, waarvan de revenuen op langere duur wellicht dubieus zijn. Een nauwkeurige selectie zal hier onont- beerlijkzijn om onze gevestigde posi tie op de internationale markten te bestendigen en zo mogelijk uit te breiden". Toekomst Ook over de verzelfstandiging van het landbouwkundig onderzoek had Nysingh zijn twijfels. "De argumen tatie van overheidszijde voor de noodzaak van deze verandering komt bij ons weinig overtuigend over. Hoe het ook zij, wij zullen van de zijde van het georganiseerde bedrijfsleven bij deze reorganisatie er uiterst alert op moeten zijn dat de betrokkenheid van de veehouderij-praktijk via be leidsbepalende besturen niet afge zwakt wordt. Langs deze weg kan dan de continuïteit van het produk- tiegerichte onderzoek zo veilig moge lijk worden gesteld. Wij zullen er van monstreerd met slang bovengronds; 3. opslag in kelders onder de stalling, recentelijk vernieuwd geen silo, de monstratie met mixer, verliep zeer gunstig; 4. silo met afdekzeil, wordt uit de stallen over vrij grote lengte erin ge pompt; kosten iets minder, nadeel dit jaar regenwater. Tot slot kan gekonstateerd worden dat deze exkursie zeer geslaagd is. 4 verschillende typen en systemen heeft men in de praktijk kunnen zien en in dien nodig daarmee zijn voordeel kunnen doen. L. Istha 1981/1982 op ongeveer 53% gelegen. Deze lichte daling is vooral veroor zaakt door een teruggang bij de rund veevoeders. De omzetgegevens van de koöperaties over het tweede halfjaar van 1987 geven voor rundveevoeders een daling te zien van 2%; in varkens voeders was er een omzetstijging van 4% en in pluimveevoeders een stijging van bijna 5%. In totaal is de meng- voederomzet van de mengvoederkoö peraties in de tweede helft van 1987 met 2,5% toegenomen, hetgeen duidt op een verdere toename van het markt aandeel. J.L. Nysingh de kant van "De Schothorst" voor moeten zorgen dat ons onder zoeksprogramma, dat uiteraard sterk praktijkgericht zal blijven, een aan vullende, initiërende en zelfs even tueel corrigerende functie zal blijven vervullen". Toch zag Nysingh de toekomst met vertrouwen tegemoet. "Wij hebben thans de beschikking over een mo dern ingericht en goed functionerend voorlichtings-, onderzoek- en controle-instituut. De samenwerking van dit instituut van alle mengvoe dercoöperaties met de drie centrale landbouworganisaties verloopt zeer constructief en is in feite uniek in Europa. Dit is een solide basis om de toekomstige ontwikkelingen tege moet te treden". In Nederland worden jaarlijks zo'n 20 miljoen varkens en 2,5 miljoen run deren geslacht. Bij het DLO-Instituut voor Veeteeltkundig onderzoek 'Schoonoord' te Zeist wordt gezocht naar objektieve meetmethoden om de kwaliteit van rund en varkensvlees vast te stellen. De konsument heeft een duidelijke voorkeur voor vlees dat weinig vet be vat, mals en sappig is en een goed aro ma heeft. De vraag is hoe men die kwaliteit kan onderkennen, bij voor keur in de slachterij, dus voordat het aan de slagerijen wordt toegeleverd. Tot dusver geschiedde die beoordeling vooral op het oog. Sinds deze zomer beschikken 98% van alle slachterijen in ons land voor het bepalen van de verhouding vlees en vet in varkens vlees over automatische meetappara tuur. Daarmee wordt gewerkt volgens de instruktie van het Instituut voor Veeteeltkundig Onderzoek (IVO). Malsheid Uit onderzoek met proefpanels blijkt steeds weer dat van alle smaakfakto- ren die van de malsheid doorslagge vend is. Als vlees taai is, vindt men eigenlijk niets goed aan het vlees. Malsheid blijkt maar weinig te maken te hebben met de voeding of de huis vesting van het dier. Veel meer met het soort ras dat men gebruikt. Zo zijn er bij runderen uitgesproken vleesrassen met zeer goede vleeskwa liteit. De behandeling na de slacht, en dan vooral bij het koelen, heeft een bij zonder grote invloed op de malsheid van het vlees. Bij het koelen treedt al tijd een zekere mate van spilverkor- ting op, waardoor de malsheid achteruit gaat. Een verkeerde wijze van koelen in het slachthuis kan door onnodige verkorting evenwel het malste vlees verknoeien. Dat blijkt heel duidelijk uit laboratorium proeven. Laboratoriumproeven zijn evenwel onvoldoende om de slachterijen over tuigend te kunnen adviseren. Daar voor zijn proeven op praktijkschaal noodzakelijk. Het instituut voor Vee teeltkundig Onderzoek zal daarom de beschikking krijgen over een eigen slachthal, waarin alle processen in een Naar het oordeel van ir. J.P. Corne- lissen, algemeen-directeur van de stichting CLO-instituut voor de vee voeding "De Schothorst" grijpen groeihormonen waaronder het melkstimulerende bovine somatropi ne (BST) - veel verder in de le vensprocessen van dieren dan de groeibevorderende middelen die tot nu toe aan de voeders werden toege voegd. Tijdens de algemene vergadering van het CLC-instituut vertelde Cornelis- sen deze week dat op De Schothorst het onderzoek met groeihormonen bij melkvee (BST) en varkens (porci ne somatrotröpine-PST) nauwlet tend wordt gevolgd. Deze hormo nen moeten weliswaar per injectie, dus niet via het voer, worden toege diend, maar de gevolgen hiervan voor de voedingvan de dieren zijn volgens de Schothorst-directeur groot. "De hogere melkproduktie bij koeien en zeugen en de betere eiwit- aanzet bij groeiende dieren zullen een gewijzigd voederpatroon vra gen". Met behulp van biotechnologie kun nen groeihormonen thans in grotere hoeveelheden worden gemaakt. Door inspuiting van een groeihormoon bij een koe of varken krijgt het dier in feite een flinke dosis extra groeihor moon boven op de hoeveelheid die al door het eigen lichaam wordt gepro duceerd. Gevolgen Hormonen hebben een wezenlijke functie in het op gang brengen en in evenwicht houden van talrijke regel systemen voor de processen in het li chaam. "Maar wat zijn - eventueel op langere termijn- de gevolgen van het eenzijdig ingrijpen in deze subtie le regelsystemen voor het dierlijke or ganisme? En wat zijn de consequen ties voor bijvoorbeeld de voortplan ting, het afvoervermogen en de le vensduur? "zo vroeg Cornelissen zich af. Het onderzoek met groeihormonen gebeurt nu nog vooral door de be trokken industrieën. Deze willen daarmee zo snel mogelijk officiële toelating van deze middelen verkrij gen. Volgens ir. Cornelissen is De Schothorst niet het geëigende insti tuut voor dergelijk onderzoek. Het CLO-instituut blijft de ontwikkelin gen op dit terrein echter nauwgezet volgen. "Niet de industrie, maar de eigenaar van de dieren is hierbij de eerst belanghebbende. Alleen zorg vuldig en langere termijn onderzoek kan op de vele vragen een antwoord geven", zo zei de heer Cornelissen tijdens de algemene vergadering van De Schothorst. Overigens is het nog lang niet zeker dat het gebruik van groeihormonen in de EG ooit zal worden toegelaten. Er heerst namelijk grote maatschap pelijke weerstand tegen het gebruik ervan. De mestverwerkingsfabriek van Pro- mest te Helmond gaat medio dit jaar een begin maken met de mestverwer king. De direkteur de heer Hilberts vertelde dit op een vergadering van de Bond van Varkenshouders van de NCB. Uit berekeningen en inschat tingen van de afzetmogelijkheden re kende Helberts voor dat de kosten van de mestverwerking ca. 15gulden per ton kunnen bedragen. Bij een halve m3 mest per varken komt dat neer op 7,50 per dier. "Ik kan me niet voorstellen dat u dat de kop zal kosten", zo zei hij tot de varkens houders. moderne slachterij kunnen worden uitgevoerd onder gekonditioneerde omstandigheden. Er zijn goede ver wachtingen dat het onderzoek in de ze nieuwe faciliteit zullen leiden tot adviezen, waarvan onder meer een be tere vleeskwaliteit voor de konsument het resultaat zal zijn. (Gert Slettenhaar) 15 De houten silo van de kinderen Goossen, een Selz zilo.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1988 | | pagina 15