6^5 p fi~C
EG-besluiten en de
Nederlandse akkerbouw...
vanuit de Z.L.M. gezien
zuidelijke landbouw maatschappij
Dolksteek
Akkerbouwaktieplan
ZLM roept ledenraad in bijzondere
vergadering bijeen
Ledenraad
VRIJDAG 19 FEBRUARI 1988
76e JAARGANG NO. 3913
land- en
tuinbouwblad
De vorige week vrijdag trok een lange stoet jonge Zeeuwse akkerbouwers op naar het Landbouwcentrum
in Goes. Zij protesteerden tegen het nationaal- en EG-landbouwbeleid, dat door voortdurende prijsverla
gingen geen zicht meer geeft op een bestaan in de akkerbouwsektor. Zij willen een redelijk inkomen.
Symbolisch werd de eerste akkerbouwer hangend aan de strop voor het Landbouwcentrum gesaneerd.
De aktie van de Zeeuwse jongeren wordt gesteund door de Zeeuwse standsorganisaties.
In de bijeenkomst van regeringsleiders eind vorige week heeft
men overeenstemming bereikt over de EG-financiering en de
landbouwmaatregelen tot 1992. Enerzijds is men tot besluit
vorming gekomen betreffende een verdubbeling van de steun
aan de zuidelijke lidstaten en de daartoe noodzakelijke extra fi
nanciering door de noordelijke partnerlanden. Anderzijds heeft
men zich - voornamelijk geïnspireerd door Groot-Brittanië en
Nederland - in fanatieke bezuinigingswoede beziggehouden
met verdergaande ontmoedigingsmaatregelen voor de land
bouw, die met name gericht zijn op marktordeningsprodukten
in de akkerbouwsektor.
Voor 1988 tot 1992 heeft men voor o.a. granen, koolzaad en
eiwitgewassen zogenaamde "produktiedrempels" ingesteld
van respektievelijk 160, 4,5 en 3,5 miljoen ton. Overschrij
ding van deze drempels wordt gestraft met prijsverlaging. Een
soort collectieve contingentering van de produktie dus, waar
op de individuele telers (10 miljoen in de EG) absoluut geen in
vloed kunnen uitoefenen. Middels verdubbeling van de mede
verantwoordelijkheidsheffing van 3 naar 6% in het betreffen
de oogstjaar, plus een prijsverlaging van 3% in het daaropvol
gende jaar, alsmede een verlaging van de bewaarstaffel met
een negatief prijseffekt van 2 3%, kan een totale prijsverla
ging voor granen in '88 verwacht worden van - 5 6%, ter
wijl cumulatief tot '92 de prijsdaling op kan lopen tot - 1 5
18%! Per saldo tot beneden de grens van 40 cent/kg tarwe!
Voor voererwten en veldbonen zal de prijsval met aan zeker
heid grenzende waarschijnlijkheid al in het komende oogstjaar
7 10% gaan bedragen, terwijl soortgelijke prijsdalingen ook
in de daaropvolgende jaren niet ondenkbaar zijn. Alleen on
voorzienbare en zeer abnormale (klimaats)omstandigheden
kunnen veroorzaken dat de gestelde produktiedrempels niet
overschreden worden, en dus ook het automatische prijsverla
gingsinstrument niet in werking hoeft te treden.
In december zei premier Lubbers tegen KNLC- en Landbouw
schapsvoorzitter Varekamp: "Ik laat de Nederlandse boeren
niet in de steek". Veertien dagen geleden kwam er een niets
zeggend briefje van hem in antwoord op de vorige maand ver
zonden "brandbrief" van de landbouworganisaties. Vandaag
zegt hij: "De Nederlandse akkerbouwers moeten zware offers
brengen, maar dat is nodig voor de toekomst van Europa"
(NRC-Handelsblad 13-2-1988). Wij ervaren dat als een door
de Nederlandse overheid, politiek en samenleving gegeven
dolksteek in onze rug. Onze frustraties met betrekking tot de
Brusselse besluitvorming en de Nederlandse regeringsstand
punten te dien aangaande zijn tot verbijstering toegenomen.
We mogen en kunnen ons echter binnen de verantwoordelijk
heid van ons organisatieverband niet blijven bepalen tot alléén
het uiten van die frustraties. De politieke besluitvorming in
Brussel is door ons helaas weinig of niet te beïnvloeden, en
moet daarom noodgedwongen als realiteit beschouwd wor
den. Intussen is en komt de concurrentiepositie van de Neder
landse plantaardige produktie in acuut gevaar. De doorgaande
prijsdalingen van de marktordeningsprodukten zullen nog ster
kere verdringingseffekten naar andere gewassen veroorzaken
en dientengevolge ernstige prijs- en marktverstoringen over de
volle breedte in de totale sector tot gevolg hebben. Een ijskou
de sanerings-crisis zal het (ook) voor vele zeer goede boeren-
ondernemers in die omstandigheden onmogelijk gaan maken
om hun bedrijf te kunnen laten "overleven".
Het is daarom, dat de ZLM zich al geruime tijd inspant om in
het landelijke organisatieverband de aandacht geconcentreerd
Naar aanleiding van de zorgelijke ontwikkelingen in met
name de akkerbouw heeft het bestuur van de ZLM
besloten de ledenraad van de organisatie in bijzondere
vergadering bijeen te roepen. Deze vergadering zal
plaatsvinden op maandagmorgen 29 februari a.s. in de
'Prins van Oranje' te Goes. De ledenraad is het hoogste
(permanente) bestuurlijke orgaan van de ZLM waarin
alle afdelingen (83) zijn vertegenwoordigd.
Door de recente besluiten op de ekstra Europese topbij
eenkomst komt de akkerbouw nog verder onder druk te
staan. Door de ledenraad zal aan de hand van een desbe
treffende notitie met name gesproken worden over de
vraag hoe de (zuidwestelijke) akkerbouw op langere ter
mijn kan overleven. Een en ander zal er in moeten resul
teren dat er een breed gedragen beleidslijn wordt gefor
muleerd aan de hand waarvan de ZLM zijn verdere
opstelling zal bepalen. Voorts zal er van de gelegenheid
gebruik worden gemaakt om de aktuele situatie in de
praktijk te inventariseren. De vergadering draagt een
besloten karakter. Na afloop zal de pers nader worden
geïnformeerd.
te krijgen op de noodzaak tot het treffen van maatregelen ten
behoeve van "herstrukturering" van de Nederlandse akker
bouw. Herstructurering van de in Europees verband verhou
dingsgewijs kleinschalige Nederlandse akkerbouw in de rich
ting van meer kwaliteits-, kennis-, kapitaals-, en arbeidsinten
sieve teelten, (zie voorpagina Landbouwblad 29-1 jl.) Een aan
passing die niet tot stand gebracht kan worden zonder daad
werkelijke financiële steun van de Nederlandse overheid, die
structureel aangewend zal moeten worden in de totale akker-
bouwbedrijfskolom. Dus geen inkomenssteun die
ponds/ponds gewijs verdeeld wordt, maar stimuleringspre
mies en faciliteiten voor durvers en vernieuwers, voor onder
nemers. Steun die zich niet tot enkele miljoenen per jaar zal
mogen beperken, maar waarbij gedacht moet worden aan be
dragen in de orde van grootte van 100 200 miljoen gulden
op jaarbasis. (Ik hoor vele beleidsmakers nu schamperen, dat
dat in deze tijd van nationale bezuinigingen een onmogelijke
eis is. Toch is het dét, wat wij vragen!)
De ZLM heeft de laatste maanden nadrukkelijk haar visie op
de akkerbouwsituatie mondeling en schriftelijk landelijk inge
bracht. Een in algemene termen gestelde - doch uitdrukkelijke
- wensenlijst onzerzijds dient daarbij als leidraad. Een wensen
lijst, (zie art. Oggel vorige week) die dient ter ondersteuning,
maar meer nog ter aanscherping en aanvulling van het "akker
bouwaktieplan", dat in de maart-vergadering van het Land
bouwschap besproken zal worden en dat ons inziens nog
slechts als een aanzet en voorlopige inventarisatie van de
noodzakelijk te nemen maatregelen gezien kan worden. Onze
voorstellen strekken aanmerkelijk verder dan "zwemvestrege
lingen" en/of "sociale-saneringsmaatregelen". Onze zorg be
treft primair de blijvers, opdat er zo weinig mogelijk wijkers
hoeven te zijn.
Ter bespreking en toetsing van deze denklijn en standpuntbe
paling wordt de ZLM-ledenraad ("nieuwe stijl", dus alle afde
lingen vertegenwoordigd) maandag 29 februari a.s. bijeen ge
roepen. (zie bericht hierboven). Dat "boerenparlement" zal
onzerzijds gevraagd worden om solidair te zijn met een poging
om middels een uiterste krachtsinspanning de Nederlandse re
gering, politiek en samenleving te overtuigen van de nood
zaak, dat in de toekomst zoveel mogelijk akkerbouwbedrijven
zo hoogwaardig mogelijk produceren. Niet alleen in het belang
van de boeren zelf, maar juist ook in het belang van de totale
Nederlandse economie, dus totale samenleving.
Deze oproep aan de ZLM ledenraad, zowel als aan de landelij
ke organisaties, betekent een groot beroep op solidariteit tus
sen de sectoren onderling, juist nu de (al dan niet vermeende)
belangentegenstellingen tussen die diverse sectoren over en
weer toenemen. De recente politieke ontwikkelingen hebben
echter andermaal aangetoond, dat de afzonderlijke sectoren
maar één kans hebben om te overleven, en dat is onverkort
door "samenwerken". Zuivel, intensieve veehouderij, tuin
bouw en akkerbouw zullen niet elkaar moeten bevechten
maar sémen moeten optrekken richting Den Haag. Dat is de
enige mogelijkheid om meer "politiek gehoor" te kunnen krij
gen; én voor de mestproblemen, én voor de akkerbouwproble-
matiek!
van der Maas