nieuws
uit
brussel
Landbouwoverleg zit nog vast
Zeer bijzonder kalf geboren
Copa: 'Ondermijnen marktondersteunende
mechanismen rampzalig'
Problemen met en zonder plan
Landbouw houdt bij privatisering
voorlichting vast aan objektieve dienst
(R. Winkel, Brussel)
Er komt vóór de Europese Top in februari geen akkoord over de her-
voming van het Europese landbouwbeleid. Tijdens de Top wordt
men het hoogstens eens over enkele principes. De belangrijke details
zullen pas in de maanden daarna worden uitgewerkt. Zoveel is duide
lijk geworden na twee dagen landbouwoverleg in Brussel. Het is de
eerste raad onder het Duitse voorzitterschap.
Minister Ignaz Kiechle wil vooraf af
tasten wat de mogelijkheden zijn
voor een eventueel akkoord tijdens
de Top. Kiechle zou het liefst het he
le pakket uit elkaar trekken en per
onderwerp op zoek gaan naar een
meerderheid. Daarvoor is de mede
werking nodig van de commissie. De
afgelopen dagen is echter duidelijk
geworden dat de EG-
landbouwcommissaris Frans An-
driessen hier niets voor voelt. An-
driessen weet ook wel dat zijn colle
ga Henning Christophersen, die het
geld beheert, niet zoveel op heeft
met afzonderlijke compromissen in
de landbouwraad. De tactiek van de
commissie is duidelijk. Als er al con
cessies gedaan moeten worden, ge
beurt dat bij de Top. Dan kan er
meteen iets worden afgesproken
over de toekomstige financiering
van de EG. Iedereen weet dat
Bondskanselier Helmut Kohl onder
druk staat van "zijn" Top een suc
ces te maken.
Het enige wat de landbouwraad zou
kunnen doen is een globaal compro
mis over landbouw klaarstomen. Of
dat lukt was woensdagmorgen nog
zeer onzeker. De Raad zou woens
dag nog doorgaan, maar het wach
ten is op een Duits compromis
voorstel. Als Kiechle daarmee komt,
"is het niet uitgesloten dat de mi
nisters zondag en maandag nog een
poging doen om de standpunten te
verzoenen, zo werd van Westduitse
zijde vernomen. Van zo'n verzoe
ning was maandag en dinsdag nog
niet veel te merken. De tegenstellin
gen zijn wat fundamenteler aan het
worden, zo zei minister Braks. De
Westduitsers zijn er wel in geslaagd
De financiering van de voorlichting aan boeren en tuinders moet in
veertien jaar worden teruggebracht tot het percentage waarbij over
heid en bedrijfsleven ieder de helft betalen. Het Rijk draagt nu nog
alle kosten. In de eerste fase van privatisering van de landbouwvoor
lichting wordt uitgegaan van de bestaande ongeveer 700 formatie
plaatsen. Willen de Landbouworganisaties die samen met de over
heid het bestuur vormen van de geprivatiseerde voorlichting het aan
tal formatieplaatsen uitbreiden, dan zullen de kosten daarvan volle
dig moeten worden gedragen door het bedrijfsleven. Dit staat in een
nog niet gepubliceerde tussenrapportage van een gezamenlijke kom
missie van topambtenaren van het Ministerie van Landbouw en Vis
serij en het bedrijfsleven.
De Kommissie denkt aan een
konstruktie waarbij de overheid de
eerste vier jaar van de privatisering
nog honderd procent betaald. In de
daarop volgende tien jaar zou deze
met vijf procent per jaar moeten
worden teruggebracht. Het tussen
rapport van de kommissie wordt de
komende maanden besproken bin
nen het Ministerie en door het be
drijfsleven.
Uit een inventarisatie die zij heeft
gehouden onder ruim 200 organisa
ties die boeren en tuinders vertegen
woordigen blijkt volgens de kom
missie dat er behoefte bestaat aan
'een objektieve dienst' die 'als scha
kel funktioneert tussen onderzoek
en praktijk'. De kommissie konklu-
deert 'dat de voorlichting haar werk
zaamheden zal moeten richten op al
le aktiviteiten van de agrarische on
derneming'. Aan de basis bestaat de
behoefte volgens haar aan bedrijfs-
deskundigen die bij de voorlichting
het hele bedrijf kunnen overzien.
Uit de inventarisatie van de kommis
sie blijkt dat boeren en tuinders
vooral voorlichting willen hebben
over bedrijfsstrukturele zaken en dat
zij met vragen zitten rond teelt en
veehouderij. Tot bedrijfsstrukturele
zaken kunnen worden gerekend de
bedrijfsekonomie, financiering, in
vestering, maar ook zaken als milieu
en het welzijn van landbouwhuisdie
ren. Bij teelt en veehouderij gaat het
onder meer om gewasbescherming,
voedervoorziening en bemesting.
Andere zaken waarop de geprivati
seerde voorlichting zich zou moeten
richten zijn management, automati
sering en kwaliteit en afzet.
Aan de basis van de geprivatiseerde
voorlichting staan in de visie van de
kommissie per tak gespecialiseerde
Vrijdag 22 januari 1988
bedrijfsdeskundigen. Ongeveer tien
van deze deskundigen vormen een
voorlichtingseenheid. Daarboven
komen regionale organisaties. Het
geheel komt onder een landelijk
hoofdbestuur die de adviserende
steun zou moéten krijgen van enkele
sektorraden.
Bij de overgang van de voorlichters
van het ministerie (ambtenarensta-
tus) naar de geprivatiseerde dienst is
het uitgangspunt volgens de kom
missie dat zij er netto in salaris niet
op achteruit mogen gaan. Ook ver
schillen in sekundaire arbeidsvoor
waarden (pensioen, vervroegd uit
treden, ziektekostenverzekeringen)
zullen bij de overgang zoveel moge
lijk moeten worden beperkt. De
kommissie onderzoekt nog hoe dit
het beste kan.
Reactie KNLC
Het dagelijks bestuur van het KNLC
heeft met gemengde gevoelens ken
nis genomen van de tussenrapporta
ge van de gemengde commissie van
ministerie en agrarisch bedrijfsleven
die een plan voor de privatisering
van de agrarische rijksvoorlichting
uitwerkt. Met de ontworpen globale
organisatie van de geprivatiseerde
voorlichtingsdienst had het dagelijks
bestuur niet veel moeite. Wel echter
met het ontbreken van het zg. finan
ciële plaatje. Hoe groot is het bedrag
dat nu en straks voor 100% financie
ring (eerste vier jaar) gegarandeerd
beschikbaar is? En in hoeverre kan
daarbinnen een kwalitatief beter ap
paraat worden opgebouwd? Etc. Die
financiële uitgangspunten zullen
naar de mening van het dagelijks
bestuur snel bekend moeten worden,
wil de georganiseerde landbouw
goed kunnen beoordelen, waar het
met deze privatisering aan begint.
de door hem gewenste braaklegging
tot centraal punt in de onderhande
lingen te maken, maar de meeste an
dere lidstaten en de commissie blij
ven er op hameren dat de bevriezing
van landbouwgrond misschien nut
tig is als bijkomend instrument,
maar zeker geen alternatief kan vor
men voor andere produktie-
remmende maatregelen in de vorm
van de inmiddels beruchte land-
bou wstabilisatoren
Braaklegging
Het staat echter vast dat de braak
legging een onderdeel moet worden
van een globaal compromis. Ver
schil van mening is er nóg over het
percentage bouwland dat minimaal
moet worden ingeleverd, de mini
mum duur van de regeling, de maxi
male hoogte van de premie en het
aandeel dat de EG daarin zou moe
ten leveren. Noord en zuid staan te
genover elkaar over de vraag of de
EG-bijdrage moet komen uit het
oriëntatiefonds of uit' het garantie
fonds, In de graansector is er voorts
nog geen begin van overeenstem
ming over de vrijstellingen van de
medeverant woordelij kheidsheffing
die de commissie wil invoeren.
De commissie wil een regeling waar
bij minstens twintig procent van de
grond minimaal vijf jaar uit produk-
tie wordt genomen. Volgens Neder
land mogen deze eisen zeker niet
worden versoepeld. Braks vindt ver
der dat absoluut moet worden voor
komen dat lidstaten een hogere pre
mie mogen uitkeren dan veertien
honderd gulden per hectare, anders
zou men de deur open zetten voor
stiekeme inkomenssteun, zo zei hij.
Het EG-aandeel mag volgens Braks
niet boven de 25 procent uitkomen.
Nederland staat "sympathiek"te-
genover de Franse wens om braakge
legde grond te laten beweiden. Het
enige probleem zijn de reeds be-
Vorige week woensdag is bij de
familie Walhout in Arnemuiden
een wel heel bijzonder kalf gebo
ren. Behalve dat het dier 15 da
gen te laat geboren en zeer zwaar
is - naar schatting tegen de 70 kg
- mist het stierkalf één voorpoot.
Op de plek van de linkervoor-
poot zit bij dit kalf helemaal
niets, zelfs geen stompje. Met be
hulp van de veearts is het kalf
aan één poot van de koe getrok
ken. Het is het vierde kalf van
een volbloed FH-koe. De vader is
100% Amerikaans.
Toen wij vorige week donderdag
bijgaande foto maakten was het
kalf pas 36 uren oud en kon het
nog niet op z'n eigen drie poten
staan, al was het wel zeer monter
en vitaal. Deze week is het kalf al
zover dat het op eigen kracht
overeind komt en even kan
staan. Om tijdens het drinken
wat langer te kunnen staan be
hoeft het wel enige ondersteu
ning. De heer Walhout, hier sa
men met zijn dochter Lonneke en
de tweeling Jan en Martin, wil
het kalf voorlopig aanhouden.
staande rund- en schapevleesover-
schotten. Via een aanpassing van de
interventieprijs is daar echter wel
een mouw aan te passen, aldus
Braks, die het ook voor Nederland
een mooier beeld vindt" als de vrij
gekomen grond voor extensieve vee
teelt zou kunnen worden gebruikt.
Medeverantwoordelijksheids-
heffing granen
Bijzonder fel is de Nederlandse mi
nister van leer getrokken tegen de
voorgestelde vrijstellingen van de
medeverantwoordelijkheidsheffing
in de graansector. De commissie wil
per bedrijf twintig ton vrijgeven en
zelfs veertig ton als een graanteler
minstens dertig procent van zijn
grond uit produktie neemt. Volgens
Braks leidt dat tot afstraffing van
moderne en exporterende producen
ten. In Nederland, Engeland en
Frankrijk zou zestig tot zeventig
procent van de bedrijven blijven be
talen, in West-Duitsland slechts 35
procent. In het voor Kiechle belang
rijke Zuid-Duitsland is het percenta
ge nog lager. Veel onduidelijkheid
heerste er woensdag nog over een
Frans voorstel om de medeverant
woordelijkheidsheffing aan te pas
sen aan de gemiddelde stijging van
de produktiviteit. De Fransen willen
met ingang van het komende graan-
jaar een extra heffing inhouden van
drie procent, wat overeenkomt met
een stijging van het rendement. Als
de produktiviteit inderdaad met dat
percentage stijgt, daalt de prijs aan
het begin van de volgende campagne
automatisch met drie procent (nog
afgezien van de verdere prijsbeslui-
ten) en wordt er opnieuw een extra
heffing van drie procent inge
houden.
Als de produktiviteitsstijging kleiner
uitvalt, krijgen de boeren het verschil
uitgekeerd en zijn ook de automati
sche prijsdalingen aan het begin van
de volgende campagne en de in de
loop van dat jaar te hanteren extra
heffing navenant kleiner. Op die
manier wordt de werkelijke produk
tiviteitsstijging omgezet in een reeële
prijsdaling, maar worden de boeren
niet in de loop van het prijsjaar
lastig gevallen met onverwacht lage
interventieprijzen, aldus een Franse
diplomaat dinsdag.
'Als de EG-raad doorgaat de markt
ondersteunende mechanismen van
het Gemeenschappelijk Landbouw
beleid te ondermijnen - hetgeen in
ongekende mate het geval zal zijn in
dien budgettaire stabilisatoren wor
den toegepast - zullen de gevolgen
voor de landbouwinkomens rampza
lig zijn'. Dat is de reaktie van Copa
op de schattingen door het Sta
tistisch Buro van de EG van de ont
wikkeling van de inkomens in de
landbouw in 1987.
Deze schattingen bevestigen die van
COPA en het feit dat de koopkracht
van het netto inkomen van boeren in
de EG in 1987 gemiddeld met ca. 5%
is verminderd, al bestaan er grote
verschillen tussen de landen (Portu
gal is om statistische redenen buiten
Hooghiemstra verlaat
de SNUIF
Per 1 mei aanstaande verlaat de heer
D. Hooghiemstra de SNUIF. De
heer Hooghiemstra maakt gebruik
van de zgn. 57Zi jaarregeling en
treedt dus vervroegd uit dienst bij de
federatie. Hij zal buiten dienstver
band wel aktief blijven binnen de ui-
enteelt. De uiendeskundige blijft
deels werken voor de SNUIF terwijl
hij daarnaast part-time in dienst zal
treden bij Gebr. Mol te 's-
Gravenpolder.
beschouwing gelaten). Dit in tegen
stelling tot het feit dat de koop
kracht van inkomens in de gehele
ekonomie met gemiddeld 1,5% is
toegenomen.
De Kommissie houdt vol dat de ont
wikkeling van de landbouwinko
mens over de middellange termijn
niet zo slecht is geweest, met een stij
ging van 2,4% koopkracht sinds de
tachtiger jaren. (Dit cijfer is eksklu-
sief de twee jongste lid-staten, Span
je en Portugal). Deze cijfers zijn niet
gebaseerd op landbouwinkomens
maar op netto toegevoegde waarde
in de landbouw. De netto toegevoeg
de waarde houdt geen rekening met
ongeveer een kwart van de kosten
voor de boeren - namelijk pacht, lo
nen en betaling van rente - die bij
zonder snel zijn toegenomen.
Het netto landbouwinkomen per
boer, rekening houdende met deze
kosten, is in feite met ca. 1,5% afge
nomen sinds het begin van de jaren
'80 en met meer dan 25% sinds de
midden zeventiger jaren. Dit laat
zich vergelijken met stijgingen van
inkomens in de gehele ekonomie
over dezelfde periode van respektie-
velijk ca. 5% en 20%.
Het dagelijks bestuur van het KNLC
(voorzittersoverleg) besprak in zijn
vergadering op 19 januari jl. om te
beginnen de reactie van minister
Braks op het vorig jaar in de Tweede
Kamer door het lid P.M. Blauw ge
presenteerde sectorplan akkerbouw.
Het dagelijks bestuur betreurt het
ten zeerste dat de minister, wel de
forse en langdurige inkomensdaling
erkennende, op korte termijn geen
helpende hand biedt. En dus bewust
naar verarming van de akkerbouw
toewerkt.
Het dagelijks bestuur protesteert er
tegen om de graanprijzen en daar
mee de hele Nederlandse akkerbouw
zonder meer aan te passen aan effi
ciënte EG-produktie-
omstandigheden. Ook op een ander
punt van korte-termijnbeleid kun
nen en moeten maatregelen worden
getroffen. Overbruggingsfinancie
ring met behulp van O- en S-fonds
en Borgstellingsfonds ("zwem
vestregeling") is nodig. Wat de lan
gere termijn betreft zou ook in de
akkerbouw een doelmatige opkoop
regeling" tot stand moeten komen.
M.b.t. de nodige middelen voor zul
ke maatregelen, werd gewezen op de
compensatie die het Landbouw
schap recentelijk nogmaals heeft ge
vraagd voor het niet aanpassen van
het landbouw-forfait bij verhoging
van het lage BTW-tarief.