Verlate teelt aardbeien blijft perspektief bieden Zoetwater en zaadteelt Meest milieu-vriendelijke alternatief kolencentrale Geertruidenberg: onvoldoende uitgewerkt De gekoelde teelt van aardbeien heeft zich de laatste jaren sterk ont wikkeld. In het afgelopen jaar (1987) nam de aanvoer zelfs met 50% toe tot ongeveer 4,5 miljoen kg. Ondanks dat de prijs nogal wat lager was, blijven de vooruitzichten tamelijk goed. Mits van goede kwali teit, blijft er een markt voor dit produkt. De laatste jaren zien we de "sterkste bewegingen" bij de grotere produk- ten in de vollegrond en in het zuiden mag de aardbei daar zeker toe gere kend worden. Op de RBT-veiling bedraagt de tota le omzet aan aardbeien zo'n 30 mil joen gulden! Het duidelijkst komt naar voren dat deel van de aardbei en, dat tot de verlate, gekoelde teelt behoort. De aanvoer van deze teelt wijze loopt van begin juli tot begin oktober; juli en augustus zijn de be langrijkste maanden. Van de bijna 30 miljoen aan aardbeien is meer dan de helft afkomstig van de verla te teelt. De groei is hier ook het sterkst. In 1987 was de kg-aanvoer van deze teelt met 50% toegenomen. Dat was ook de verwachting gezien de goede prijzen van de laatste jaren, maar ook de goede stand van de Tabel 1 Jaren 1985 1986 1987 kg prijs kg pnjs kg pnjs glasaardb. 643000 6,70 677000 6,27 693000 6,24 norm. teelt 1887000 4,20 2907000 2,72 2344000 3,21 fabr.aardb. 125000 1,84 784000 1,43 239000 1,39 ver 1. teelt 2429000 5,57 2772000 5,21 4437000 3,67 Tabel 2 Jaren 1986 1987 kg prijs kg pnjs pondsdozen 2332000 5,67 3363000 4,14 2 kg bakjes 341500 1,92 800000 1,48 2 ons doosjes 98000 5,70 63000 4,98 totaal: 2771500 5,20 4226000 3,67 Tabel 3. Aanvoer in pondsdozen Jaren 1986 1987 kg prijs kg prijs kwaliteit 1 1990500 6,— 85 2725400 4,54 81 kwaliteit 2 314300 3,85 14 620200 2,42 18 kwaliteit 3 27200 2,18 1 17000 1,36 1 totaal: 5,67 100 4,14 100 Tabel 4. Rassenverloop in percentages Rassen 1983 1984 1985 1986 1987 Elsanta 16 38 52 61 Gorella 38 34 29 22 18 Elvira 7 16 15 15 14 Sivetta 33 14 2 1 doordragers 2 1 5 3 3 overige 20 19 12 7 4 wachtbedplanten. Prijsdaling Ondanks de prijsdaling, welke vorig jaar optrad, zijn we van mening, dat er nog voldoende ruimte in de markt zit. Gelukkig maar, want de aanvoer kan volgend jaar weer toenemen. Dit baseren we op de erg gunstige stand van de wachtbedplanten en op het feit dat er een aantal nieuwe telers is bij gekomen. Dat de prijs lager is ge weest, is in hoofdzaak een kwestie van kwaliteit. Door het koude en regen achtige weer in de maanden juli en augustus waren de kwaliteit en de houdbaarheid zeer slecht. De aardbei en waren niet geschikt om geëxpor teerd te worden, al was er voldoende vraag. Hoe de verlate teelt zich in West-Brabant heeft ontwikkeld in vergelijking met de andere teeltwijzen gedurende de laatste drie jaar, laat de volgende tabel zien. (zie tabel 1). Uit deze cijfers van tabel 1 blijkt nog eens duidelijk de sterke groei van de verlate, gekoelde teelt en de wat te leurstellende prijs van 3,67 per kg. Zoals hiervoor al werd vermeld, is dit niet veroorzaakt door een te grote aanvoer, maar door kwaliteitsproble men en daardoor een stagnerende export. Kwaliteit Alle aardbeien van klasse 1 moeten in een eenmalige verpakking worden aangevoerd. In hoofdzaak wordt daarvoor de pondsdoos gekozen. De aardbeien welke nog los verpakt in 2 kg-kistjes worden aangevoerd, zijn van klasse 2 en afwijkend; in hoofd zaak de uitgesorteerde. Alleen aan het eind van het seizoen worden nog wat aardbeien aangevoerd in 2 ons doosjes. Het zijn voornamelijk aard beien van doordragende rassen, wel ke als regel langer met de oogst doorgaan. Hoe de verschillende ver pakkingen ten opzichte van elkaar lig gen, geeft tabel 2 aan. Hieruit kan men opmaken, dat voor de verlate teelt de pondsverpakking de belangrijkste is. Verder blijkt dat naar verhouding meer aardbeien in de 2 kg-bakjes zijn aangevoerd: in 1986 12% en dit jaar 20%. Hiermee wordt nog eens bevestigd, dat de slechte weersomstandigheden een nadelige in vloed op de kwaliteit hebben gehad. Mits van goede kwaliteit blijven de vooruitzichten voor de markt van aard beien goed. Ook als men naar de kwaliteit in de pondsdozen kijkt komt ditzelfde ver schijnsel naar voren. Tabel 3 geeft dit aan. Gezien het grote prijsverschil tussen eerste en tweede kwaliteit is het uiter mate belangrijk bij de pluk daar vol doende aandacht aan te besteden. Rassen Bij de gekoelde teelt zien we de laat ste jaren, dat het ras Elsanta steeds meer naar voren komt. Het is een ras dat sterke vruchten geeft, een hoge produktie oplevert en gemakkelijk te plukken is. Doch er zitten ook een paar nadelen aan, namelijk het feit dat Elsanta wat gevoelig is voor Ver- ticillium en stengelbasisrot. Dit geeft tegelijkertijd aan, dat dit ras met de grootst mogelijke zorg moet worden geteeld, dus in feite door gespeciali seerde telers. Naast Elsanta zijn er nog twee rassen die worden geteeld, namelijk Gorella, dat in betekenis af neemt, en Elvira dat het in de verlate teelt ook niet gemaakt heeft; Voor noemde twee rassen worden nu nog in het begin en aan het eind van het seizoen geteeld en ook voor risiko- spreiding. Men wil nu nog niet alles op één kaart zetten. Het ras Sivetta, waarmee het plotseling in twee jaar afgelopen was, is nog niet vergeten. Voor een goed overzicht van het ras- senverloop laten we de aanvoer van de laatste vijf jaar zien. We beperken ons in tabel 4 tot de aanvoer in pondsdozen. Met deze tabel wordt aangegeven, dat er maar drie rassen voor de verlate teelt worden gebruikt. Gelukkig is de grote hoeveelheid van onbekende ras sen verdwenen. Ook heel duidelijk is te zien, dat de doordragers in het zuidwesten van het land van geen be tekenis zijn. Dure teelt Voor export moet het produkt goed houdbaar zijn. Via aangepaste ver pakkingen wordt er nu ingespeeld op nieuwe markten. In het zuiden van het land, waar de produktie ondertus sen goed van de grond is gekomen, blijven er mogelijkheden voor verde re uitbreiding. Het is wel een dure teelt, die een lange voorbereiding en een goede planning vraagt. De in vesteringen zijn hoog in de vorm van goede koelmogelijkheden voor plant- materiaal, een vaste automatische be regening met een goede kwaliteit water en het opkweken van planten. Pas beginnende bedrijven moeten dan ook rekening houden met aanloop moeilijkheden. Het duurt een paar jaar voordat men optimale op brengsten behaalt. De teelt vereist een centrale plaats binnen elk teeltplan. Ing. N. v.d. Broek CAT Tilburg Het naar willekeur kunnen be schikken over voldoende zoet wa ter moet voor de teelt van tuinbouwzaadgewassen als een be langrijke voorwaarde worden ge zien. Bij afwezigheid hiervan kunnen in veel gevallen geen op timale opbrengsten worden ver kregen terwijl de teelt van sommige andere gewassen niet of niet verantwoord mogelijk is. Het niet kunnen telen van bepaalde ge wassen betekent een beperking van de mogelijkheden. Dergelijke noodgedwongen beperkingen en produktieverliezen leidt tot renta- biliteitsverlaging van de bedrijven. Een ontwikkeling die we ons in de ze tijd niet meer kunnen veroor loven, daar dit de bestaansmogelijkheid van vooral de kleinschalige akkerbouwbedrij ven aantast. Meer en betere mogelijkheden vraagt om een breder draagvlak met betere kansen voor het voort bestaan van deze bedrijven voor nu en in de toekomst. Het bete kent ook de mogelijkheid tot het inhalen van een achterstand - t.o.v. vele andere delen van ons land - waar men altijd het voor recht heeft gehad om over zoet water te beschikken. Zaaien en planten De kiemingsperiode, dit is de tijd vanaf zaaien t/m opkomst, moet zo kort mogelijk zijn. Naarmate deze periode langer duurt, neemt de kans op aantasting door bo demschimmels, uitputting van het zaad en korstvorming van het zaaibed, toe. Een te dunne stand, dat hiervan een gevolg kan zijn, gaat vrijwel altijd samen met pro- duktieverlies. Perioden van droog te die de opkomst en of de weggroei van de jonge planten be moeilijken, kunnen zich in het voorjaar en in de zomer voordoen. In de zomer kan dit bij het zaaien en planten van meerjarige gewas sen soms zeer langdurig zijn. Hier door wordt dan niet alleen een goede opkomst of groei bedreigd, maar verlaat bovendien het gewas, hetgeen met 't oog op de winter het teeltrisiko sterk vergroot. Door, dankzij de aanwezigheid van zoetwater, op tijd en deskun dig te kunnen beregenen, kunnen deze teelten met meer kans van slagen worden uitgevoerd en wordt derhalve de teeltzekerheid aanmerkelijk vergroot. Vroege teelten Wat voor vroege groente geldt, is ook van toepassing op de zaadteelt van deze gewassen, nl. dat de teelt hiervan zonder beregening niet goed mogelijk is. Een bekend voorbeeld hiervan is de teelt van vroege bloemkool. Om goede kool te krijgen moet er eerst voldoen de blad worden gevormd, want; geen blad geen kool. Dit betekent dat de plant van be gin af aan aan de groei moet wor den gehouden. Dit kan alleen, als er naast een doelmatige be mesting, de behoefte aan water re gelmatig door beregening kan worden aangevuld. Terwille van een goed kwaliteitsprodukt mag er geen stilstand in de groei voorkomen. Met 't oog op het selekteren (bij een kruisbestuivend gewas vrijwel altijd nodig) is de mogelijkheid om een kwaliteitsprodukt te kun nen telen, heel belangrijk. De teelt van vroege bloemkool voor zaad heeft t.o.v. de latere rassen bovendien het voordeel, dat vroeg kan worden geoogst terwijl we nu nog wel eens zaadpercelen van bloemkool zien liggen, die nog in oktober/november moeten worden geoogst. Andere mogelijkheden Naast zaadteelt kan er bij toepas sing van zoetwater ook teeltver breding worden gevonden in een heleboel andere gewassen. We denken hierbij aan uitbreiding van de groenteteelt en aan bollenteelt (o.a. tulpen). Twee groepen van gewassen met elk een grote ver scheidenheid in soort en ras, waar van de teelt zonder de mogelijkheid van beregenen, niet rendabel uitvoerbaar is en derhal ve buiten Uw bereik ligt. Voorlichting Laat U zich eens, t.b.v. een bete re meningsvorming in deze mate rie, wat uitgebreider informeren. De voorlichtingsdiensten zijn er voor. D.L. Koppenhol, Zaadteeltstudieklub "Eiland Tholen" Rassenbijlage Het milieu-effektrapport (MER) van de NV Elektriciteits- Produktiemaatschappij Zuid- Nederland (EPZ) over de bouw van de kolengestookte warmte/kracht eenheid Amercentrale 9 te Geertrui denberg geeft over het algemeen een bevredigend beeld van de milieuge volgen van het voornemen. Het al ternatief dat de beste bescherming aan het milieu biedt, is echter nog onvoldoende uitgewerkt. Dit schrijft de Kommissie voor de milieu- effektrapportage in haar advies aan het provinciaal bestuur van Noord- Brabant. In het MER wordt bij de beschrij ving van het meest milieu vriendelijke alternatief alleen aange geven, dat een beperking van de emissie van stikstofoxiden (NOx) tot ca. 200 mg/m3 in de toekomst haal baar is. De Kommissie wijst in haar advies op de mogelijkheden voor verdere beperking van deze emissie door verschillende technieken te kombineren. Het advies van de Kommissie voor de MER is verkrijgbaar bij het se- kretariaat, Postbus 2345, 3500 GH Utrecht, tel. 030-331443. 23

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1988 | | pagina 47