Nieuwe ontwikkelingen in de maisteelt: kies voor een ras dat meerdere oogstrichtingen toelaat! Kwaliteit, kwantiteit en kostprijs aardappelen verdient bijzondere aandacht DRIEËENHEID Storten van Corn Cob Mix in de silo. 3% hoger drogestofgehalte, waar door meestal de inkuilverliezen ge ringer zullen zijn. De verwachting is bovendien dat de VEM-waarden per kg drogestof zo'n 30 punten hoger zal zijn dan die van normaal ge oogste snijmais. Alle hier gegeven voorbeelden van nieuwe teeltmethoden bieden het voordeel dat er vrij veel organische stof achterblijft na de oogst, zodat de maisteelt een bijdrage kan leveren aan de verbetering van de bo- demstruktuur. Toekomst Welke kant gaat het op met de maisteelt? Dit is nog moeilijk met zekerheid te zeggen, het zal afhan gen van de prijsontwikkeling van de verschillende produkten. Het is bij voorbeeld goed denkbaar dat de vraag naar snijmais een volgend sei zoen toch weer aantrekt. Krijgen we een droge zomer dan zal het weer snel gedaan zijn met het overschot aan ruwvoer. Ons advies voor de ak kerbouw is daarom om bij de teelt van mais de beslissing betreffende de oogstrichting nog uit te stellen en pas te kiezen afhankelijk van de si tuatie in het najaar, kort voor de oogst. Bij een weloverwogen rassen- keuze hoeft u geen beslissing te ne men hoe geoogst moet worden voor dat het zover is. Eisen Snijmais vraagt om een ras met een hoge opbrengst aan totale drogestof en kg VEM per ha. Korrelmais vraagt om een ras met een hoge kor relopbrengst en omdat de afrijping wat kritischer is zal bovendien de vroegrijpheid van de korrel van be lang zijn. Stevigheid, de resistentie tegen legering, is voor korrelmais nog belangrijker dan voor snijmais omdat het gewas langer op het veld moet blijven staan. Een ras dat aan de gestelde eisen voor zowel snijmais als korrelmais goed voldoet, is SCA- NA. Beproefd als snijmais is SCA- NA dit jaar nieuw op de rassenlijst geplaatst. Het ras wordt als volgt be schreven: Middenvroeg. Geeft een goede tot zeer goede voederwaarde-opbrengst. Goed tot zeer goed stevig; middel- matig tot vrij weinig vatbaar voor stengelrot. Heeft een goede tot zeer goede beginontwikkeling. Vrij wei nig gevoelig voor kou. Het gewas is vrij kort en blijft vrij lang groen. Bloeit vroeg en rijpt vrij vlot af. Het drogestofgehalte van de gehele plant is vrij hoog. Middelmatig tot vrij weinig vatbaar voor builenbrand. Zaaizaadtype: dent-achtig. Deze beschrijving mogen we als volgt nader interpreteren: SCANA is een vroegbloeiend ras, waarbij de kolfontwikkeling reeds tijdig op gang komt, zodat het kolf- gehalte bij de oogst aanzienlijk is. Het ras geeft dan ook een beduidend hogere korrelopbrengst dan de ras sen die tot nu toe specifiek voor kor relmais werden aanbevolen. Het is als snijmais ingedeeld in de midden- vroege groep. Uit eigen beproeving is ons gebleken dat SCANA als kor relmais relatief vroeger gewaardeerd kon worden. Ze werd ook in de kou de zomer van 1987 goed dorsrijp. SCANA is een Nederlands kweek- produkt, het ras is daarom bij uit stek geschikt voor ons vaak wat ru we klimaat. Het vormt een zeer ste vig gewas dat tot in november goed oogst baar blijft. Dit kan yan groot belang zijn wanneer geoogst wordt als korrelmais. Ook in de toekomst blijft mais ons inziens een interessant gewas voor de akkerbouw. Welke richting de maisteelt op zal gaan is nog niet dui delijk te voorspellen. U kunt daar op inspelen door een ras te kiezen dat meerdere oogstrichtingen toelaat. Koninklijk Kweekbedrijf en Zaad- handel D.J. VAN DER HAVE B.V. Kapelle gekuilde korrelmais, soms nog met een klein percentage van de spil er bij. CCM dient als varkensvoer en past dus alleen binnen de varkens houderij. Ook de teelt van CCM heeft zich in Nederland niet ontwik keld, om vergelijkbare redenen: zo lang mais zich zo goed liet verkopen als snijmais was CCM niet aantrek kelijk. De mate waarin CCM inte ressant kan zijn hangt onder meer af van de ontwikkeling van de kracht- voerprijzen. De overstap naar het vervoederen van CCM vraagt de no dige investeringen en het vraagt een vrij ingrijpende reorganisatie van het bedrijf. Het voeren van CCM past echter wel in de nieuwe trend naar kwaliteitsverbetering en milieu vriendelijke produktie. Kolvenschroot Diot is een produkt vergelijkbaar met CCM maar dan gericht op de rundveehouderij. Kolvenschroot wordt verkregen door de gehele korf te oogsten inklusief het schutblad. De kolven worden verhakseld en in gekuild. In het rantsoen voor rund vee kan kolvenschroot het kracht voer voor een belangrijk deel ver vangen. In het afgelopen seizoen is bij VANDERHAVE onderzoek ge daan naar de oogst van kolven schroot. Bij de oogst wordt ongeveer 60% van de totale drogestof ge oogst, 40% van de drogestof, het stro, blijft achter op het veld. Als we echter kijken naar de VEM- opbrengst, dan blijkt dat we tot bijna 70% van het totale gewas oogsten. Bo vendien zullen de inkuilverliezen voor kolvenschroot lager liggen dan voor snijmais. Kolvenschroot is een energierijk voeder met een dro gestofgehalte van omstreeks 50% en een VEM-waarde per kg drogestof van tenminste 1000. Hoog-gehakselde snijmais Nu er voldoende snijmais is, gaat het niet meer zo zeer om een maximale opbrengst maar om een zo hoog mo gelijke kwaliteit. Door een hoge stoppel op het veld achter te laten kan de kwaliteit nogal worden ver beterd. Ook hieraan doet VAN DERHAVE onderzoek. Alle gege vens zijn nog niet beschikbaar, wel hebben we gevonden dat bij een stoppelhoogte van een halve meter de bruto opbrengst ongeveer 8% la ger uitkomt. In vergelijking met nor maal hakselen hebben we echter een Het Nederlands maisareaal is tot en met het jaar 1986 §teeds toegeno men, tot tenslotte een oppervlakte van bijna 200.000 ha. werd bereikt. Nu eerst lijkt hier een kentering in te komen. In 1987 is het areaal niet ver der toegenomen en sommigen voor spellen een daling van het areaal in de eerstkomende jaren. Aantrekkelijk gewas Snijmais is een aantrekkelijk ruw voer voor de rundveehouderij. Ja renlang is er een ruime vraag geweest naar snijmais, zozeer zelfs dat het dikwijls loonde snijmais over grote afstanden uit Duitsland aan te voe ren. Nu enerzijds het snij maisareaal sterk gestegen is en anderzijds de Nederlandse rundveestapel is inge krompen, zijn we de laatste jaren plotseling in een overschotsituatie beland. Dit effekt is nog versterkt doordat 1987 een uitstekend gras jaar was, zodat de meeste veehou ders een zeer ruime ruwvoerpositie hebben op dit moment. Voor de akkerbouw biedt de maisteelt aantrekkelijke kanten, mits het ook economisch interessant blijft. Mais kan de zo gewenste ver ruiming opleveren in de vruchtwisse ling. Het gewas wordt pas vrij laat in het voorjaar uitgezaaid. Wanneer inzaai van wintertarwe niet tijdig mogelijk is, of ook bij uitvriezen, vormt mais een aantrekkelijk alter natief. De economische perspektie- ven spelen echter een belangrijke rol. Alternatieven Behalve de voor ons bekende snij mais zijn er ook andere mogelijkhe den voor het gewas. Enkele daarvan zijn: - korrelmais, - CCM (Corn Cob Mix), - kolven schroot, - hoog-gehakselde snijmais. Korrelmais De teelt van mais als graangewas is in het verleden regelmatig gepropa geerd, maar heeft zich toch geen plaats weten te verwerven binnen de Nederlandse akkerbouw. Het meest recent nog is omstreeks 1970 in Zee land geprobeerd deze teelt te intro duceren. Dat was juist in de periode dat snijmais snel populair begon te worden. Korrelmais bleek.niet te kunnen konkurreren tegen de dik wijls hoge prijzen die voor snijmais konden worden betaald. Korrelmais brengt bovendien nog al wat droog- kosten met zich mee en de eerste energiecrisis in 1973, met de stijgen de olieprijzen, was dan ook voorlo pig de genadeslag voor deze teelt. Intussen is de situatie veranderd. De prijzen voor snijmais zijn drastisch gedaald en ook de energiekosten zijn naar beneden gegaan. Het gevolg is dat het afgelopen najaar reeds enke le honderden hectaren zijn geoogst als korrelmais. Een aantal loon- werkbedrijven hebben reeds geïn vesteerd in oogst- en droogappara- tuur voor korrelmais, inspelend op de nieuwe situatie. CCM CCM (Corn Cob Mix) is vochtig in- Het inkuilen van de mais is niet de enige toepassingsmogelijkheid van dit gewas. Er zullen in de komende jaren heel wat extra inspanningen moeten worden verricht op het akkerbouwbedrijf om te kunnen "overleven". Met name bij de konsumptie-aardappel zal alle aandacht moeten wor den besteed aan de kwaliteit. Maar van die kwaliteit zal voldoende kwantiteit moeten worden geproduceerd om interessant te zijn voor de toeleveranciers aan de konsumenten. En tenslotte zal van die kon- sumptieaardappelteler worden gevraagd om te produceren tegen een uiterst lage kostprijs. Onze Nederlandse Aardappelverwer- kende industrieën verwerken thans ongeveer 50% van de Nederlandse konsumptieaardappel tot produkten zoals frites en chips. Die positie is enerzijds bereikt binnen de industrie door de opbouw van een grote tech nologische ontwikkeling, maar ander zijds door teeltoptimalisering en een grote mate van discipline bij de toe leverancier van de grondstof aard appelen. Veel hebben we daarbij te Rassenbijlage danken aan het unieke ras Bintje ge teeld in hoofdzaak op de Nederland se zeekleigronden. Aan het ras Bintje zal voorlopig nog meer aandacht moeten worden be steed, vooral vanuit de teelt bezien. Nog meer aandacht aan bemesting, chemische behandelingen, be waar- temperaturen enz. We bedoelen dan: kwaliteitgericht telen met al zijn mo gelijkheden om die aardappel verwer kende industrie zo optimaal mogelijk te blijven bedienen. Er komen naast Bintje ook vele nieu we rassen op ons af. Bij de teelt daar van zullen we de kneepjes van het vak nog moeten leren. Samen met voor lichting en onderzoek zal ook bij die nieuwe rassen aan de ene kant gezocht moeten worden naar teeltoptimalise ring en aan de andere kant naar de ge schiktheid voor de verwerkende industrie. Het zal nog een spannende race wor den tussen de nieuw aankomende ras sen en de mogelijk genetisch veranderde Bintje. Bintjes met resistentie-eigenschappen tegen de Aardappelmoeheid zouden een heel ander licht kunnen werpen op de in vulling van het rassen pakket. Kwantiteiten Of we het nu hebben over het ras Bintje en daarnaast mogelijk andere rassen zal bij het woord kwaliteit ook het woord kwantiteit zijn aandacht moeten hebben. De konsument vraagt vandaag een goede kwaliteit het ge hele jaar door. Vooral in de ketens van b.v. supermarkets is men pas in teressant als men voldoende kwanti teiten kan leveren, het gehele jaar door. Tenzij er een "andere Bintje" op de markt komt zou er wel eens een situa tie kunnen ontstaan dat er een veel heid van rassen op ons af komt. En hoewel het allemaal aardappelen zijn en misschien ook wel goede aardappe len, toch zullen er verschillen tussen die rassen blijven bestaan. Het lijkt er op dat in de komende ja ren steeds meer stroken land beteeld moeten worden met AM-resistente rassen. De hoeveelheden, de kwanti teiten per ras zullen in een overgangs fase vast en zeker te klein zijn om echt interessant te zijn voor de grote ko pers in de markt. Er ontstaat dan een soort "Acker-gold" effekt zoals de Duitsers dat hanteren. "Acker-gold" is geen ras maar een verzamelnaam van aardappelen die aan minimum kwaliteitseisen voldoen. En daar zijn tot nu toe niet zulke erg positieve ervaringen mee opgedaan. Daarom moet gepleit worden om de omvang, de kwantiteiten, van onze nieuwe rassen zoveel mogelijk te op timaliseren, zodat de industrieën daar zo goed mogelijk op kunnen inspelen. De kostprijs Het zou er in de komende jaren op aan komen wie het beste en het goed koopste aardappels kan produceren. Het zou me niet verbazen dat door een over-aanbod aan aardappelen er een ware konkurrentieslag ontstaat, gepaard gaande met lage prijzen. Kwaliteitsaardappelen, markt- en doelgericht zullen nog wel een prijs opbrengen, maar wel een lage. Dat betekent dat de "kostprijs" nog eens flink uitgekleed moet worden. Van daag gaan de meeste aardappelen nog veldgewas vanaf de boerderij via een sorteerbedrijf de markt op. Een inte ressante vraag zou kunnen worden of gericht geteelde aardappelen voor de industrie, allemaal wel een sorteersta- tion moeten passeren. Misschien komt er hier en daar weer een kleine bewerking aan te pas op de boerde rij. Uiteraard onder leiding en bege leiding van de handelshuizen. A. Vermeer 15

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1988 | | pagina 39