Heeft de akkerbouw anno 1988 nog perspektief?
Rassenbiilaae
1988
zuidelijke landbouw maatschappij
Konsulentschap voor de akkerbouw en de tuinbouw te Goes
Verreweg de meeste akkerbouwers hebben hun (bouw)plan voor komend groeiseizoen al weer getrokken.
De toenemende onzekerheid rond de financiële opbrengst van verschillende gewassen maakt het de boer
steeds moeilijker om een goede keuze te maken uit de gewassen en rassen. Nu de gewassen zo goed als zijn
ingevuld kan deze bijlage u wellicht van dienst zijn bij de rassen keuze afgestemd op uw bedrijf en uw speci
fieke omstandigheden. Een overvloedige opbrengst toegewenst!
m m VRIJDAG 15 JANUARI 1988
land- en
tuinbouwblad
geïntegreerd in het totale bedrijfsgebeuren. Dat geldt zeker
voor de opname van pootaardappelen in het bouwplan.
Waar de kennis omtrent deze teelt in het zuidwesten maar be
perkt aanwezig is zal deze eerst moeten worden verworven. Mo
gelijkheden daarvoor zijn onder andere in kursusverband aan
wezig. Al is de huidige marktprijs niet aanlokkelijk toch moet
u zich realiseren dat de pootgoedteelt elders als gevolg van pro
blemen met ziekten in het gedrang komt. Waar we, in het alge
meen, in het zuidwesten een gezonde bodem hebben zijn er mo
gelijkheden om in dit gat te springen. Voor een aantal bedrijven
zullen er mogelijkheden zijn op het gebied van de vollegronds-
groenten. Ook hierbij is oriëntatie vooraf, zeker waar het de
eisen van de afnemers betreft, gewenst. Hierbij spelen de veilin
gen een belangrijke rol.
Lage kosten per eenheid produkt
In de huidige situatie waar we te maken hebben met vaak over
voerde markten is het belangrijk dat de kosten per eenheid pro
dukt zo laag mogelijk zijn. In een aantal gevallen kan dit bete
kenen dat, hoewel het vreemd lijkt, wordt gestreefd naar een zo
hoog mogelijke produktie. Er komt echter een eind aan de
groei en in veel gevallen kunnen minder intensieve teeltmetho
den leiden tot verlaging van de produktiekosten per afgeleverd
produkt. Zo kan een verlaging van de stikstofgift bij uien lei
den tot een hogere afleverbare netto-produktie. Door regelma
tig de gewassen na te lopen op de aanwezigheid van ziekten kan
vaak worden bespaard op het gebruik van bestrijdingsmiddelen
dan wel kan door deze middelen op het juiste moment in te zet
ten, een beter rendement worden verkregen.
Een andere zaak die in 1988 in versterkte mate zal gaan spelen
is de aanvoer van dierlijke mest. Ook hierbij spelen de kosten
een belangrijke rol. Voor de akkerbouwer is dierlijke mest een
alternatief voor kunstmest maar niet tegen iedere prijs. Omdat
het aanbod van de mest zal toenemen is echter te verwachten
dat de prijs aanvaardbaar zal zijn. Belangrijk is dat u weet wat
u koopt, niet alleen wat betreft de soort maar ook wat betreft
de kwaliteit.
Positief waar het gaat om de aanwezigheid van stikstof, fosfaat
en kali en om de afwezigheid van schadelijke onkruiden, waar
u er alles aan doet om via bedrijfshygiëne uw bedrijf schoon te
houden zult u ook bij de aanvoer van mest attent moeten zijn.
Perspektief
Uit het bovenstaande mag duidelijk zijn dat er zowel op kortere
als op langere termijn perspektief is voor de akkerbouw. Er zal
echter geen perspektief zijn voor alle akkerbouwers. In het ver
leden zijn bedrijven beëindigd en/of is de toevlucht genomen
tot een bron van neveninkomsten buiten de landbouw. Dit zal
ook in de komende jaren, waarschijnlijk in versterkte mate, het
geval zijn.
Voor hen die akkerbouwer willen blijven betekent het dat zij
evenals voorheen inderdaad alert, kritisch en attent moeten zijn
bij alle ontwikkelingen. Er is niet één algemene oplossing aan
te geven. De akkerbouwer zal gelet op zijn bedrijfssituatie de
mogelijkheden moeten zoeken en tijdig en voortdurend de "ba
kens moeten verzetten. Dat betekent ook waar nodig kennis
verzamelen. U kunt dat onder andere doen door het lezen van
dit speciale rassen- en gewassennummer.
ir. M. de Boer
CAT Goes
Langere termijn
Bij dit perspektief op langere termijn moet vooral gedacht wor
den aan vergroting van de afzetmarkten. Dit is een zaak die
door de individuele ondernemer alleen niet is te realiseren.
Zelfs voor een groep van ondernemers is dit niet weggelegd.
Hiervoor zullen inspanningen worden gevraagd van de totale
bedrijfskolom, van de individuele primaire producent tot de
laatste schakel bij de afzet van de (verwerkte) produkten. Enke
le van de mogelijke perspektieven wil ik hieronder noemen:
- Nieuwe toepassingen van bestaande grondstoffen, via o.m.
biotechnologische ontwikkelingen. Hierbij kan worden gedacht
aan de produktie van biologisch afbreekbare plasticsoorten en
de produktie van bio-ethanol. Maar ook de produktie van stof
fen met een hoge toegevoegde waarde zoals enzymen, vitami
nen en aminozuren uit landbouwprodukten lijkt niet kansloos.
- Nieuwe kansrijke gewassen. Alvorens hierop grootschalig
wordt ingesprongen zullen haalbaarheidsstudies moeten wor
den verricht. Produceren zonder redelijke afzetmogelijkheden
heeft namelijk geen zin. Eerste aanzetten hiertoe zijn reeds ge
daan en het onderzoek hieromtrent wordt voortgezet. Elders in
dit nummer kunt u daarvan kennis nemen.
Kortere termijn
Voor de wat kortere termijn is er voor zowel het individuele be
drijf als voor een groep van bedrijven een aantal aandachtsge
bieden.
In de eerste plaats is daar het vergroten van de afzetkansen on
der andere door het afstemmen van teeltmaatregelen en het stu
ren van het produktieproces op de bestemming van het pro
dukt, het inspelen op signalen vanuit de markt en het bewaken
van de kwaliteit door een systeem van kwaliteitsaanduiding.
Hierbij wil ik noemen het initiatief van de graanstudieklub op
Zuid-Beveland om gezamenlijk met een afzetorganisatie te zoe
ken naar de perspektieven van een kwaliteitstarweras als Urban
en een nieuw brouwgerstras als Prisma. Sinds kort hebben we
in de tarwezetmeelfabriek van CPC te Sas van Gent een poten
tiële nieuwe afzet van tarwe. Het is daarbij belangrijk om te we
ten aan welke voorwaarden moet worden voldaan om de ge
wenste tarwe te leveren. Naast het aanbod van grote uniforme
partijen is het nodig te weten welke invloed teeltmaatregelen
hebben op de gewenste kwaliteitseisen. Dit onderzoek loopt in
middels op de proefboerderij Rusthoeve. Ook is het belangrijk
dat in het kader van de toekomstige AM-wetgeving gelet wordt
op de afzetmogelijkheden van AM-rassen. Zowel door de aard
appelafzetorganisatie op praktijkpercelen als door het onder
zoek op proefvelden zijn daartoe inmiddels initiatieven
genomen.
In de tweede plaats is er de verbreding van het bouwplan. Op
een aantal bedrijven is de vruchtwisseling te nauw waardoor er
problemen ontstaan met ziekten. Belangrijk bij deze verbreding
is dat de produktie wordt afgestemd op de vraag. Momenteel
zijn er gunstige vooruitzichten op de graszaadmarkt. Waar er
in het zuidwesten veel ervaring is met de teelt van peulvruchten
en de afzetmarkt voor zaaizaden gunstig is, valt een specialisa
tie in die richting te overwegen.
Een omschakeling naar een bepaalde teelt moet bewust worden
uitgevoerd. Dat wil zeggen niet zomaar eens even proberen op
een gedeelte van het bedrijf dat er toch wat overschiet, maar
De lagere opbrengstprijzen zijn enerzijds het gevolg van
een daling bij de gegarandeerde produkten maar ook
vooral een gevolg van de daling bij de vrije marktpro-
dukten. Het is daarom niet verwonderlijk dat de stem
ming bij de akkerbouwers somber is. Toch moeten we er
vanuit gaan dat deze situatie niet zal voortduren en dat
op de langere termijn gezien er perspektief is voor de ak-
kerbouwsektor.
Bij de uitkomst van de
LEI-prognoses van de
bedrijfsuitkomsten
1987/88 voor de akker
bouw is duidelijk naar
voren gekomen dat de
situatie in de akker
bouw allesbehalve roos
kleurig is. Zowel lagere
kg-opbrengsten als la
gere opbrengstprijzen
zorgen voor zeer slechte
bedrijfsresultaten. De
lagere kg-opbrengsten
zijn vooral een gevolg
van de slechte weersom
standigheden tijdens de
groei en de oogstperio-
de.
ir. M. de Boer