Conclusie studiedag: veehouderijsectoren
in Zeeland zullen handen ineen moeten slaan!
Nederlandse zuivel know how
voor Noord Yemen
Mellema en zijn Produktschap willen blijven
Eindhoven
heeft
scharrelvarkens
slachterij
OM PROBLEMATIEK DUNNE VEEBEZETTING HOOFD TE BIEDEN
Ook op de zeer goed bezochte 3 ZLO veehouderijdag dinsdag 12 ja
nuari in "De Vroone" te Kapelle is het gouden ei voor de veehouderij
in Zeeland niet gevonden. De inleiders ir. W.G. Ogink, konsulent
Rundveehouderij voor Zeeland, G. Blankers voorzitter van het
Zeeuws Rundveesyndikaat en ir. A.P.A.M. Wassenberg direkteur
aanvoer en afzet vee van de Veecentrale NCB poneerden weliswaar
een aantal stellingen die zeker een verdere bestudering en uitwerking
waard zijn maar echte strukturele oplossingen voor de problematiek
van de dunne veebezetting in Zeeland konden ook zij niet aandragen.
Een verwijt in die richting vanuit de
zaal werd door forumvoorzitter mr.
J. Oggel als onjuist en onterecht van
de hand gewezen. "Voor de hand
liggende oplossingen zijn er niet en
de veehouderij zal het dus zelf moe
ten doen". Misschien is duidelijk
heid daarover één van de belangrijk
ste winstpunten van deze studiedag.
Een ander winstpunt werd gesigna
leerd door de voorzitter van de 3
ZLO de heer F.A. de Waal die aan
het slot van de middag vaststelde dat
de verschillende veehouderij tak ken
in het Zeeuwse elkaar nu voor het
eerst zo indringend hebben gevon
den. "Laat men gezamenlijk en met
vereende krachten proberen de ont
wikkelingen ten goede te doen ke
ren". Een eerste aanzet daartoe
werd meteen gedaan door het vor
men van een werkgroep die de ver
schillende suggesties verder uit zal
werken, samen met de bestaande or
ganisaties. De heer Oggel kwam aan
het eind van de middag tot de vol
gende konklusies: Gezien de dunne
veebezetting -die overigens door een
verdere afkalving tot het jaar 2000
met 30 tot 40% van de bedrijven nog
dunner wordt, is een krachtenbun
deling noodzakelijk, evenals de aan
sluiting van alle veehouders bij be
staande organisaties. "Kortom daar
samenwerken waar mogelijk". Wat
de omvang van de bedrijven betreft
zal er toch sprake moeten zijn van
een zekere minimale omvang en in
tensivering wil men de konkurrentie
bijhouden. Hier komt de problema
tiek van de kleine bedrijven wel zeer
schrijnend aan de orde. Immers deze
kunnen met de huidige wetgeving
niet of nauwelijks uitbreiden. Hier
moet indringend naar gekeken wor
den, aldus de heer Oggel. De dienst
verlening moet voorts niet worden
gezien als zaligmakend en er moet
ook niet te zeer op worden geleund.
Het is vooral het ondernemerschap
wat telt. Of er kansen liggen voor
het produceren van uitgangsmateri
aal voor melk- en vleesveeproduktie
bleef onduidelijk. Hier werd althans
genuanceerd over gedacht. Mits
hieraan een serieus programma ten
grondslag ligt en er sprake is van een
bepaalde bedrijfsgrootte dan liggen
hier voor een aantal bedrijven toch
zeker kansen. Ook zijn er kansen
voor de varkenshouderij maar de
animo hiervoor valt erg tegen. Alter
natieve produktie is pas mogelijk als
de markt er om vraagt maar deze
wijze van produktie moet passen bij
de aard en struktuur van het betref
fende bedrijf.
Mentaliteit
In zijn welkomstwoord sprak voor
zitter F.A. de Waal de zaal met vee
houders moed in. "We moeten sa
men kijken wat we kunnen doen en
zeker niet doemdenken. De dunne
bezetting heeft nadelen maar zeker
ook voordelen". Hij wees bij dit
laatste op de ziektedruk en de mest
problematiek, zaken die in intensie
ve gebieden een grote kostprijsdruk-
kende rol spelen.
Konsulent Ogink stelde vast dat de
mentaliteit van de Zeeuwen heeft ge
leid tot een andere veesituatie in Zee
land dan die in andere gebieden van
ons land. Tekenend hiervoor is de
sterke ontwikkeling van de vleesvee
houderij op de akkerbouwbedrijven
die overigens net als de andere tak
ken van veehouderij in Zeeland
kleinschalig van aard is. Alle zijn de
laatste tientallen jaren steeds kleiner
in omvang geworden. Overigens is
10
de kwaliteit van het produkt in het
algemeen goed. De konsulent liet er
geen twijfel over bestaan dat men in
Zeeland van de overheid niet meer
en niet minder moet verwachten dan
zij doet voor de andere gebieden in
ons land en dus zeker niets extra's.
Hij stelde vast dat er struktureel niet
veel uitbreidingsmogelijkheden meer
zijn. Over het afhaken van 30 a 40%
van de bedrijfsgenoten moet niet te
dramatisch worden gedaan meent
hij. Vaak gaat het hier om bedrijven
die geen opvolger hebben en daar
naast geven ze ruimte aan de blij
vers. Bundeling van krachten en zo
veel mogelijk de aktiviteiten centra
liseren is volgens hem vooral gebo
den. Liever bijvoorbeeld op één
plaats goed onderwijs dan verdelen
en minder goed". Zoek elkaar in
studieclubs op en wissel informatie
uit", was zijn advies.
Techniek
De voorzitter van het Zeeuws Rund
vee Syndikaat de heer Blankers legde
de nadruk op de noodzaak van een
hoge organisatiegraad in de verschil
lende sektoren en het meedoen aan
de verschillende diensten die de vee
houder geboden worden. Volgens
hem kan via de vaktechnische orga
nisaties nog veel aan het bedrijfsma
nagement worden verbeterd. Blan
kers stelde vast dat bij de blijvers te
weinig potentiële kopers zitten en
vroeg zich af of de ontkoppeling van
grond en quotum niet een beter al
ternatief zou zijn. "Willen we nog
mee blijven tellen dan zullen we ver-
Er bestond een goede belangstelling voor de Zeeuwse Veehouderij dag.
der moeten gaan met de interprovin
ciale bundeling van krachten". Hij
zei tenslotte veel te verwachten van
de komende technische moge
lijkheden.
Uitgangsmateriaal
Ir. A.P.A.M. Wassenberg van de
Veecentrale NCB bracht in zijn inlei
ding naar voren het onjuist te vinden
dat handel en coöperaties verschil
maken in de prijzen bij aan- en af
voer van voer en vee in hun werkge
bieden. Zeeland zou wat dat betreft
geen achterstand moeten hebben.
Wat de vleesveehouderij betreft was
hij duidelijk: het extensief houden
van roodvleesstieren heeft geen toe
komst als gevolg van o.m. de hoge
vaste kosten. Specialiseren en inten
siveren is noodzakelijk. Wassen
berg zei voor een aantal melkveehou
derijbedrijven mogelijkheden te zien
om het leegstaand deel van de stal te
laten bezetten door kalveren die
kunnen dienen als bron van nieuw
In Noord Yemen wordt een begin gemaakt met de bouw van de derde
zuivelfabriek in dit land, die een oppervlakte van ruim 10.000 m2 zal
gaan beslaan. De investeringsstudies hiervoor zijn uitgevoerd door het
Tilburgse adviesburo Dairy Consulting Holland B. V., die ook de ver
antwoordelijkheid heeft voor de algehele koördinatie en supervisie.
uitgangsmateriaal nu de vrouwelijke
veestapel in ons land sterk inkrimpt
en dus ook het aantal kalveren.
Daarnaast zijn er mogelijkheden
voor het houden van vleesvaarzen,
maar de organisatie voor de produk
tie en afzet van vleesveekruislingen
moet wel goed zijn. De Veecentrale
NCB wil een Bovian (Vleesvee-
kruisrassen, MRIJ, RHF) vleesvee
programma introduceren voor de
dubbeldoelkoe. Wild inkruisen van
het dubbeldoel door de veehouders
wordt door hem sterk ontraden. Er
worden twee lijnen gekozen: de Pie-
montselijn en de Bovian lijn. De
overige vleesveerassen vallen door te
veel onzekerheden af. Voor de var
kenshouderij zijn volgens Wassen-
Nieuwe direktie Uitvoeringen
Regelingen ingesteld
Minister Braks heeft besloten tot de
instelling van de nieuwe direktie Uit
voeringen Regelingen per 1 januari
1988, om de huidige verschillen bij de
uitvoering van regelingen tegen te
gaan en een efficiënte uitvoering te
kunnen geven aan de regelingen. De
nieuwe direktie zal geautomatiseerde
uitvoeringssystemen gaan toepassen.
De direktie zal ressorteren onder het
direktoraat-generaal landbouw en
voedselvoorziening.
Bij de uitvoering van de regelingen
streeft de bewindsman naar een maxi
male deconcentratie van bevoegd
heid. Deze bevoegdheid zal zo veel
mogelijk gelegd worden bij de direk
teur Landbouw, Natuur en Openlucht-
rekreatie in de twaalf provincies.
Hoge benoeming Nederlander
bij de Europese Commissie
Drs. J. Janssen zal per 1 februari 1988
worden benoemd bij het Direktoraat-
Generaal van de Landbouw van de
Europese Commissie als hoofd van de
afdeling wetgeving op diergeneeskun
dig gebied en inzake de veehouderij.
Deze afdeling is belast met de harmo
nisatie van de wetgeving op het gebied
van de dierziektenbestrijding, de ve
terinaire volksgezondheid, het welzijn
van dieren en de veeteelt van de 12
lidstaten van de Europese Ge
meenschap.
Sinds november 1983 is de heer Jans
sen plaatsvervangend direkteur van de
veterinaire dienst. Daarvoor was hij
o.a. dierenarts in Axel.
Als heet aan ing. J.T. Mellema ligt,
zal hij aanblijven als voorzitter van
het Produktschap voor Pluimvee en
Eieren tot 1 januari 1990.
De huidige
zittingsperiode loopt af op 1 septem
ber a.s., maar Mellema heeft er be
hoefte aan een aantal zaken die aan
de orde zijn af te ronden.
Behalve dat Mellema als voorzitter
wil aanblijven, vindt hij ook dat het
Produktschap voor Pluimvee en Eie
ren moet blijven. Het kan wel.sa
menwerken met het Produktschap
voor Vee en Vlees, maar moet daar
niet mee samensmelten. In zijn op
tiek moet het Produktschap voor
Pluimvee en Eieren uitgroeien tot
'het centrum' van de pluimveehou
derij in Nederland. Dat centrum
moet betrokken worden bij alle akti
viteiten. Van daar uit moeten stimu
lansen komen. Problemen moeten
daar worden gemeld en daar moet
hulp geboden worden om ze op te
lossen.
Piet Westra
Stellingen studiedag
veehouderij
Ir. W.D. Ogink:
1Veehoudend Zeeland zal in ge
meenschappelijkheid moeten kie
zen voor een oriëntatie op het
westen of op het oosten. Dit zal
de belangenbehartiging, de
dienstverlening en de aan- en af
voer van produkten ten goede
komen.
2. Het bedrijfseconomisch ver
antwoord houden van vee zal,
met name in Zeeland, in toene
mende* mate bepaald worden
door het vakmanschap van de
ondernemer en door de bedrijfs
omvang. De dienstverlening,
aan- en afvoerproblematiek zijn
beïnvloedbaar en kunnen mede
als gevolg daarvan een onderge
schikte rol spelen.
G. Blankers:
3. In het licht van de te verwach
ten toekomstige ontwikkelingen
zal de Zeeuwse veehouderij,
meer dan in het verleden, tijdig
moeten inspelen op de verande
rende omstandigheden.
4. De dienstverlening vanuit de
vaktechnische organisatie zal zo
moeten zijn opgezet, dat men
naar de leden toe actuele on
dersteuning en informatie ver
strekt op een goed aanspreekbaar
niveau, vergezeld van een pas
send prijskaartje.
berg zeker in Zeeland nog mogelijk
heden. Het overschot aan biggen zou in
de regio ook best afgemest kunnen wor
den. De voordelen zijn een goede ge
zondheidssituatie maar de nadelen van
een dunne bezetting mogen volgens
hem niet worden onderschat. Men moet
nadenken dat de biggen onder het re
giem van de nieuwe Gezondheidswet
niet meer over grote afstanden mogen
worden vervoerd.
Met ingang van 26 januari heeft ook
Eindhoven zijn scharrelvleesslagerij.
Het is de eerste in de regio Zuidoost-
Brabant. Initiatiefnemers zijn Riet
en Harrie Biemans uit Valkens-
waard. Het scharrel varkensvlees zal
ongeveer één gulden per kilo duur
der zijn dan 'normaal' vlees.
Harrie Biemans is ervan overtuigd
dat zijn initiatief moet lukken. Een
eenvoudige rekensom leert dat: per
week is er in Nederland een aanbod
van 350 scharrelvarkens, terwijl de
vraag ernaar liefst 7000 stuks per
week bedraagt. Op hun boerderij in
Valkenswaard hebben ze nu 106 var
kens rondlopen. Het echtpaar Bie
mans doet alles in eigen beheer, van
het fokken van biggen tot het maken
van vleeswaren toe. Voor dat laatste
hebben ze een slager aangetrokken.
Dat doen ze liever dan de varkens
naar een slachthuis te sturen, waar
door de massale aanvoer eerder ver
gissingen kunnen ontstaan.
Het echtpaar Biemans is zowel uit
onvrede over de manier waarop var
kens worden gefokt als uit ekonomi-
sche overwegingen op scharrelvar
kens overgegaan. Hun produkten
worden streng bewaakt door de Inte
rimkommissie Scharrelvarkensvlees
Controle (ISC) in Utrecht. Deze or
ganisatie houdt de eisen in de gaten
die worden gesteld aan de manier
waarop varkens worden grootge
bracht.
Vrijdag 15 januari 1988
88&Ï h&uaui cl göbjhY