CLM-medewerker: extensiveren blijkt beste alternatief voor landbouw 1988 toetsjaar voor de mestwetgeving Produktiewaarde land en tuinbouw 3,1 procent lager MINDER KUNSTMEST EN BESTRIJDINGSMIDDELEN Afwijzen BESTUUR LANDBOUWSCHAP: Kwaliteit aardappelen centraal centraal op gezinsstudiedag Tholen Zeeuwse kippenhouders in aktie tegen mestoverschotheffing VOORZITTER LANDBOUWSCHAP Landbouw moet nog meer eigen verantwoordelijkheid nemen M15 In Nederland zal het accent minder op de fosfaatwetgeving en steeds meer op de stikstofwetgeving komen te liggen. Dit zal met name voor de melkveehouderij vrij ernstige konsekwenties hebben. De benut ting in deze bedrijfstak van de stikstof ligt op slechts 15% en dit bete kent een hoge milieubelasting. Een hierop aangepaste milieuwetge ving zal dwingen tot een hogere benutting van de N maar de hieruit voortvloeiende heffingen zullen door een aantal bedrijven niet meer kunnen worden opgebracht. Drs W. v.d. Weijden van het Centrum Landbouw en Milieu zei dit woensdag 6 januari jl op een studiebij eenkomst van het ZAJK in Kapelle over "Extensiveren ?in de landbouw". De heer v.d. Weijden vertelde o.m. dat het Centrum voor Landbouw en Milieu nog niet klaar is met een afge ronde visie op de nieuwe weg die de landbouw moet gaan om uit de hui dige impasse te geraken. Wel zal voor de belangrijkste knelpunten overproduktie, milieubelasting, bo demvruchtbaarheid en prijsdaling een geïntegereerde aanpak nodig zijn, dus een beleidsaanpak die voor alle genoemde problemen een posi tief effekt heeft. De nieuwe beleids alternatieven zullen volgens hem tot stand moeten komen in goed overleg tussen landbouw en milieu. Na wat plussen en minnen met de effekten van verschillende beleidsalternatie ven kwam de CLM-medewerker tot de voorlopige stelling dat extensive ring per teelt per'jaar de beste papie ren lijkt te hebben: minder kunst mest, minder bestrijdingsmiddelen helpen tegen de overproduktie, zijn positief voor het milieu en de bodem en kunnen het inkomen in positieve zin beïnvloeden. Andere beleidsal ternatieven zijn: forse prijsverla ging, alternatieve gewassen, quote ring en periodieke braak. De biologisch dynamische landbou wer P. v. IJzendoorn uit Flevoland riep de jongeren op, het huidige landbouwbeleid volstrekt af te wij zen. Dit beleid betekent volgens hem niet meer dan een koude sanering van de gezinsbedrijven met als uit eindelijk resultaat een enorme schaalvergroting waarbij enige grote beleggingsmaatschappijen alle grond in handen hebben. Volgens van IJ zendoorn is het een illusie om te den ken dat de akkerbouw het in Neder land op de huidige wijze op termijn redt voor wat betreft het telen van granen, bieten en konsumptie- aardappelen. Daarvoor zijn de vaste kosten veel te hoog. Volgens hem lig gen er alleen nog kansen bij de pro- duktie van hoogwaardig zaaizaad en pootgoed. Voorts kan de akkerbouw veel meer voer voor de veehouderij telen. Wel is het dan noodzakelijk om hoge importheffingen te leggen op het geïmporteerde veevoer. Van IJzendoorn bepleitte een be drijfsvoering zonder kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen. Daarbij is de relatie akkerbouw- veeteelt (voor bemesting e.d.) in de bedrijfsvoering van groot belang. Deze relatie kan op het zelfde bedrijf aanwezig zijn maar ook met kolle ga's in de buurt. Volgens van IJzen doorn die al 'n jaar biologisch dyna misch boer is, leidt deze wijze van produceren tot een hoger inkomen voor de boer terwijl de konsument nauwelijks meer hoeft te betalen. Het bestuur van het Landbouwschap is van mening dat een afgewogen oordeel over het praktisch funktio- neren van de mestwetgeving niet eer der dan eind 1988 mogelijk is. In de bestuursvergadering van woensdag jl. karakteriseerden verschillende bestuurders het afgelopen jaar als een aanloopperiode voor de uitvoe ring van de mestwetgeving in de praktijk. Aan de oplossing van het mestpro bleem wordt hard gewerkt. Op ter mijn zal vooral be- en verwerking van mest uitkomst moeten bieden voor het mestprobleem. Binnen een periode van drie a vier jaar van nu moet na gericht onderzoek groot schalige be- en verwerking mogelijk zijn. Voordat technische verwer kingsmethoden een praktische oplossing bieden zal stimulering van het gebruik van dierlijke mest buiten de produktiegebieden de ergste pijn moeten verzachten. Dit blijkt uit een overzicht van de stand van zaken van de mestwetgeving dat in het bestuur van het Landbouwschap wordt be-« sproken. Veehouders of akkerbouwers met een gemiddelde referentiehoeveel- De heer M.CJ. Kosten opende de goed bezochte studiedag. "Teelt, kwaliteit, bewaring en afzet van aardappelen" te Tholen die op 5 ja nuari jl plaats vond in "de Meul- vliet". Hij ging daarbij ook in op de huidige problemen in de E.E.G. met overschotten aan agrarische produk- ten en dat heeft ook voor de aardap pelteelt de nodige gevolgen. De toe name van deze teelt zorgt voor een marktverstoring, en een goede kwa liteit is dan ook vereist. De heer ir. C.D. van Loon deelde in zijn inleiding mee dat het PAGV/IBVL dit jaar starten met een onderzoek naar de latere friet geschikte A.M. rassen: Agria, Dia mant, Morene en van Gogh. De teelt en bewaringsmogelijkheden hiervan zullen onderzocht worden. Hij kon- kludeerde voorts dat Bintje voor eerst zo grof mogelijk geteeld dient te worden en dat er een gevaarlijke tendens ontstaat om bij de monopo- lirassen de teelt van zowel consump tie als van pootgoed, geheel in eigen hand te houden. De heer L.N. Bax (ingevallen voor de heer J. v. Kuyk) wees er nog eens op dat het reeds lang bekend is, dat aardappelen behandeld dienen te worden als eieren. Aan de hand van proeven toonde hij aan dat het per centage beschadiging sterk toeneemt bij hoge ketting en bandsnelheden en bij valhoogten van meer dan 40 cm. Dhr. J.H. van Nieuwenhuyzen wees er op dat een bewaarplaats goed ge- ïsoleerd dient te zijn, over een goede temperatuur meting met voldoende meetpunten en voldoende ventilatie- capaciteit dient te beschikken. Na tuurlijke trek dient voorkomen te worden. Wanneer de aardappelen afgeleverd worden, moet altijd tot min. 15° C. worden opgewarmd. Om een langdurig bewaring moge lijk te maken, dient er van kiemrem- mingsmiddelen gebruik gemaakt te worden. Het 3 maal gassen geeft bij langdurige bewaring nogal eens pro blemen, zodat het te overwegen is voor b.v. elke maand of lx per zes weken te gassen. Wel met dien ver stande dat de totale 20 p.p.m. aan middel niet wordt overschreden. De heer G. Lodewijk, voorzitter van het Bedrijfsschap voor Groothandel in aardappelen wees op het zorgvul- diggebruik van kiemremmingsmidde- len, omdat bij export naar een aan tal landen hierop gecontroleerd kan worden. Men hanteert daar een lage re residenwaarde dan in Nederland. Het verdient dan ook aanbeveling om minstens 4 weken voor het afle veren niet meer te gassen. Het zal volgens de heer Lodewijk niet gemakkelijk zijn deze consump tie en de export van verse consump tieaardappelen nog op te voeren zijn. Alleen voor een werkelijk goe de kwaliteit zijn nog wat mogelijk heden. Het gebruik van nieuwe A.M. rasen zal van de industrie gro te inspanningen vragen, maar het in passen van 17.500 ha A.M. rassen hoeft niet desestreus te zijn voor de Nederlandse aardappelteelt. Kippenhouders en varkenshou ders in gebieden met een mestte- kort gaan binnenkort minister Braks dringend vragen om vrij gesteld te worden van het betalen van de mestoverschotheffing. Het initiatief tot deze spontane aktie is op 17 augustus vorig jaar geno men door de Friese pluimveehou der H. Bouwma. Er is toen een klein aktiecomité gevormd waar in pluimveehouders uit Gronin gen, Friesland en Zeeland zitting hebben. In deze regio's zijn in middels aan de pluimvee- en var kenshouders formulieren uitge reikt waarop met het zetten van een handtekening het protest te gen het betalen van een heffing kenbaar kan maken. Deze formu lieren moeten voor 25 januari binnen zijn en zullen dan offi cieel aan de minister worden aan geboden. Mocht minister Braks geen gehoor geven aan het ver zoek dan zullen de pluimveehou ders in beroep gaan bij de kroon en zo nodig zelfs door procederen tot het Europees Hof van Justitie. In Zeeland zijn de pluimveehou ders C. Elenbaas op Schouwen- Duiveland, J. v.d. Linde uit Noord-Beveland en F. Vos van Walcheren direct bij de aktie be trokken. Zij verzamelen de hand tekeningen bij de 43 pluimvee houders in het Zeeuwse. De heer Vos uit Grijpskerke is zeer verbol gen over de te betalen overschot heffing die per jaar al gauw enige duizenden guldens per be drijf beloopt. "Het lijkt toch nergens op dat wij hier een over schotheffing moeten betalen ter wijl we de mest zo kunnen plaatsen? Bovendien betalen wij via de heffing mee aan het trans- pdrt van de mest uit de overschot- gebieden naar hier waardoor we in feite onszelf beconcurreren. Ik heb al gehoord dat hier mest gra tis is geleverd. De minster zegt: "De vervuiler betaald", laat dat dan ook zo zijn". Pluimveehou der Vos wijst ook nog op de na delige positie van pluimvee- en varkenshouders in Zeeland. Zij moeten meer betalen voor het voer terwijl de afzetkosten hoger liggen dan in de intensieve ge bieden. heid van minder dan 125 kilo fosfaat hoeven in 1988 geen boekhouding bij te houden. In tegenstelling tot 1987 hoeven zij ook geen verklaring van een beperkte mestboekhouding in te sturen. Bij de aan- en afvoer moeten wel de afleveringsbewijzen ingevuld en bewaard worden. Transportinspanning De mestnormen zoals die gelden voor de eerste fase van de mestwetge ving tot 1991 betekenen een mest overschot van 14 miljoen ton per jaar op de mestproducerende bedrijven. •Als ervan wordt uitgegaan dat de be tere mestsoorten over de langere af standen worden vervoerd zal er binnen de regio's met de hoogste mestproduktie, de zogenaamde con centratiegebieden, 10 a 12 miljoen ton mest kunnen worden geplaatst. Volgens berekeningen van het LEI is het mogelijk om het mestoverschot binnen de landbouw af te zetten. Dat gaat echter niet zonder slag of stoot. Er zal een grote transportinspanning moeten worden verricht. De operatie dreigt nu te worden bemoeilijkt door een mogelijke wijziging van de Wet autovervoer goederen. Als de wijziging doorgaat moeten vervoerders die een vergunning heb ben voor het transport van mest het hoge btw-tarief betalen van 20 pro cent. Een dergelijke situatie is fnui kend voor de aanpak van de mest overschotten en de afzet ervan. Dat geldt eveneens voor de realisatie van mestopslag De bereidheid van particulieren om hierin te investeren is aanwezig. In de praktijk blijkt het echter moeilijk te zijn om deze be reidheid om te zetten in daden. Hinderwet-verordeningen, milieu- eisen en bestemmingslannen vormen vaak obstakels voor de totstandko ming van mestopslag. Dit geldt zo wel voor individuele opslag als centrale opslagplaatsen. Nieuw weidetype Engels raaigras Van Engelen zaden zal in het najaar van 1988 een nieuw Engels raaigras weidetype op de markt brengen, ge naamd Profit. Het ras zal worden gebruikt in de Hollands Glorie wei- demengsels. Profit heeft een goede wintervastheid en standvastigheid, en bereikt een relatieve drogestof opbrengst van 105. "Het agrarisch bedrijfsleven heeft eigen verantwoordelijkheid nooit geschuwd. Het zal die in de toekomst nog meer moeten nemen." Dit zei de voorzitter van het Landbouwschap, de heer Marius Varekamp, woensdag aan het begin van de openbare bestuursvergadering. In zijn openingswoord schetste hij de hoofdlijnen van het al eerder aan gekondigde beleidsplan van het Landbouwschap, dat volgende maand in concept aan het bestuur wordt voorgelegd. Met het be leidsplan wil het Landbouwschap de basis leggen voor de belangen behartiging in de komende jaren. Daarnaast komt er een onafhanke lijke commissie die de veranderingen op het gebied van de markt, de techniek en het milieu moet bestuderen en daaruit conclusies moet trekken. Ook het rapport van deze commissie, die volgende maand met haar werk begint, zal, zo betoogde Varekamp, mede bepalend zijn voor de verdere belangenbehartiging door het Landbouwschap en de landbouworganisaties. Als de drie hoofdlijnen van het be leidsplan noemde de voorzitter van het Landbouwschap: 1Voor een aantal agrarische takken moeten nieuwe rendabele markten worden ontwikkeld. Waar dat nog niet het geval is moeten vraag, pro- duktie, toelevering, afzet en verwer king beter op elkaar worden afge stemd. Er moet meer kennis komen over de vraag van de consument. Qua organisatie, vakbekwaamheid, klimaat, bodemgesteldheid en geo grafische ligging beschikt de Neder landse land- en tuinbouw over een goede uitgangspositie om van nieu we mogelijkheden in de markt ge bruik te maken, zo betoogde Va rekamp. 2. Voor boeren, tuinders en hun werknemers moet een sociaal- structureel beleid worden ontworpen dat werkt als een buffer tegen te gro te economische veranderingen. De bijbehorende maatregelen moeten óf een verdere deelname aan het agra risch produktieproces mogelijk ma ken óf ondersteunend werken tot het moment van uittreden. Werktijden en werkomstandigheden op het agrarisch bedrijf moeten sociaal ver antwoord zijn. 3. Boeren en tuinders zullen de ko mende jaren in toenemende mate re kening moeten houden met het mi lieu. Volgens Varekamp zal dat enerzijds om aanpassing vragen, maar anderzijds de agrarische sector ook kansen en mogelijkheden bieden. Het Landbouwschap wil over het milieubeleid met de overheid over eenkomsten (convenanten) afsluiten waarin verantwoordelijkheden, fi nanciële regelingen en een fasering zijn vastgelegd. Een vermindering van het aantal be drijven noemde Varekamp welhaast onvermijdelijk. Meer eigen verant woordelijkheid voor boeren en tuin ders neemt niet weg dat het over heidsbeleid voor de land- en tuin bouw van grote betekenis blijft. Re delijke verlangens op het gebied van onder meer fiscaal beleid, ruimtelij ke ordening, milieubeleid en sociaal beleid moeten, aldus Varekamp, wel worden ingewilligd. Het Landbouw schap is echter geen voorstander van meer regelgeving voor boeren en tuinders. De produktiewaarde af boerderij en tuinderij van de agrarische sector is vorig jaar met 3,1 procent teruggelo pen tot 32,9 miljard. Dit cijfer werd woensdag bekend gemaakt door voorzitter Marius Varekamp van het Landbouwschap. De daling is voornamelijk toe te schrijven aan tegenvallende prijzen, vooral voor varkensvlees, granen en aardappe len. In volume verminderde de agra rische produktie met slechts 0,6 pro cent. Door de lage prijzen vermin derde ook de waarde van de agrari sche export. Volgens voorlopige cij fers zal deze uitkomen op plusminus 48 miljard, tegen 48,7 miljard in 1986. Het exportoverschot bleef met 17,5 miljard gelijk aan 1986, om dat ook de invoer van agrarische produkten in waarde verminderde.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1988 | | pagina 15