Waterschapskoncentratie in West Noord Brabant:
'Eind deze eeuw misschien nog 10 waterschappen'
Veel ingelanden zullen uitnodiging voor jaarlijkse poldervergadering missen
5
4 2
Begin 1900 bestonden er in Noord-Brabant ruim 250 waterschappen,
in 1950 waren dat er nog 200, begin jaren tachtig nog 50 en aan het
eind van deze eeuw zal dat aantal mogelijk gereduceerd zijn tot onge
veer 10. In 1969 besloten de provinciale staten van Noord-Brabant dat
de waterschappen maar moesten worden samengevoegd om zo tot gro
tere eenheden te komen. Dit besluit is door de toenmalige bestuur
ders niet genomen om ekonomische redenen maar als argumentatie
werd toen gesteld dat dit bestuurlijk, administratief en maatschappe
lijk voor de toekomst de juiste beslissing zou zijn.
Nadat 10 jaar niet meer over koncen-
tratie gesproken was besloten Gede
puteerde Staten in 1978 om hun
voorstel uit 1968 ten uitvoer te bren
gen. Westelijk Noord-Brabant dat 30
zelfstandig werkende waterschappen
telt, moest de voorstellen van de pro
vincie overnemen en gaan werken aan
waterschapsvergroting. De water
schappen hebben zich niet zonder slag
of stoot gewonnen gegeven en hebben
massaal, ieder voor zich of in samen
werking, bezwaren gemaakt. Zij wer
den hierin gesteund door
standsorganisaties en individuele in
gelanden.
Werkgroepen die de koncentratie in
hun gebied moesten voorbereiden
hebben naar alternatieven gezocht om
de waterschappen alsnog zó klein mo
gelijk te houden. Tijdrovende bespre
kingen tussen waterschappen,
ingelanden, ruilverkavelingskommis
sies en diverse instanties mochten niet
baten.
Het Waterschap De Mark Vlietlanden
funktioneert nu een jaar. De andere
drie waterschappen, Zoomvliet, De
Agger en De Vierlinghpolder zullen
vanaf 1 januari 1988 officieel van
start gaan, zij het nog met een voor
lopig bestuur.
Grotere afstand
Het Waterschap De Mark Vlietlanden
is een schap van 16.500 hektare, ont
staan door samenvoeging van de wa
terschappen Heerjansland, De
Hoevense Beemden, De Sint Maar-
tenspolder, De Oude en Nieuwe Lan
den en een ongereglementeerd gebied
onder de gemeenten Roosendaal,
Rucphen en Wouw. Dit ongeregle
menteerde gebied dat nooit in water-
schapsverband had gewerkt bestaat in
hoofdzaak uit zandgrond en had
voordien hoegenaamd geen water
schapslasten hoeven te betalen. Na
dat een werkgroep in 1982 rapport
had uitgebracht werden hiertegen in
het kort samengevat de volgende be
zwaren ingediend:
voor de bezwaarmakers was het on
verteerbaar dat goed funktionerende
waterschappen met jaarlijks een slui
tende begroting worden opgeheven
zonder overtuigende redenen. Het sa
menvoegen van waterschappen zorgt
ongetwijfeld voor grotere lasten en de
afstand tussen bestuurders en ingelan
den wordt te groot. Dat het nieuwe
waterschap meer taken kreeg zinde de
bestaande waterschappen ook aller
minst, omdat op deze manier eige
naren van woningen en andere
gebouwen inspraak gingen krijgen en
dat hierdoor de agrarische belangen
wel eens niet meer centraal konden
blijven staan.
Een algemeen bezwaar was verder dat
de algemene vergadering voor de in
gelanden zou komen te vervallen en
dat voortaan 25 hoofdingelanden het
laatste woord zouden krijgen. De pro
vincie had wel begrip voor deze argu
menten maar hield toch vast aan haar
visie van grotere eenheden. Bij ver
groting zou men een breder financieel
draagvlak krijgen en zou minder toe
zicht en begeleiding van hogerhand
nodig zijn vanwege een eigen admi
nistratie en technische dienst aldus de
provinciale vertegenwoordigers.
In de toekomst moet verder rekening
gehouden worden met andere belan
gen die binnen de waterstaatszorg
passen. Nieuwe wetten zoals de
grondwaterwet en de wet op de wa
terhuishouding zullen straks de nodi
ge eisen stellen aan de waterschappen.
Dat de afstand tussen bestuurders en
ingelanden groter zou worden en dat
de lasten zouden stijgen werd door de
provincie afgedaan met de woorden
dat dit taken zijn voor het nieuwe
bestuur.
Deze antwoorden van de provincie
zouden verder ook gehanteerd wor
den als antwoord op de bezwaren van
de overige drie waterschappen. Er
kwam een eind aan een eeuwenlange
vorm van zelfstandigheid. Enkele van
bovengenoemde waterschappen zijn
rond 1425 naar aanleiding van de Sint
Elisabethsvloed in 1421 opgericht.
Deze stormvloed verwoestte toen 65
dorpen.
Omslagregeling
Vanaf 1 januari 1988 gaat het water
schap Zoomvliet van start. Dit schap
ligt globaal genomen ten zuiden van
de Roosendaalse en Steenbergse Vliet
en beslaat een oppervlakte van 17.000
ha. Het nieuwe waterschap is een sa
menvoeging van negen waterschap
pen, nl. De Gewijzigde
Cruijslandpolders, De Graaf Hen
drikpolder, De Heense Polder, De
Ligne, De Polders van Halsteren, De
polders van Nieuw Vossemeer, De
Prins Hendrik Polder, Westland en
de Wouwse Gronden. Eraan toege
voegd werd een ongereglementeerd
gebied onder de gemeenten Roosen
daal en Wouw van 780 hektare. Een
voorlopig bestuur zal een en ander
voorbereiden totdat in de loop van
1988 een definitief bestuur gekozen is.
De werkgroep die in 1983 is ingesteld
om de koncentratie voor te bereiden
wilde wel wat doen aan koncentratie
omdat dit bij enkele waterschappen
geografisch gezien wat voordelen gaf
en ook omdat ze in hetzelfde stroom
gebied lagen. Zo adviseerde de werk
groep de provincie om in plaats van
een groot waterschap van 21.000 hek-
De West-Brabantse waterschappen met de bijbehorende polders, anno 1967
Uit de 'Kroniek 1944-1969 van de ZLM en de IfJBML
tare er drie te maken. Het enige re
sultaat wat in deze bereikt is, is het
feit dat van het oorspronkelijke plan
van 21.000 hektare er 4000 ha afging.
Veel problemen hebben enkele water
schappen binnen Zoomvliet gehad
met de overname van de wegen. Eind
jaren zeventig stelden Gedeputeerde
Staten nog dat wegen aan de Gemeen
tes toebehoren en water aan de wa
terschappen. Het antwoord op de
bezwaarschriften was nu het tegen
deel. De waterschappen voerden aan
dat via de onroerend goed belasting
al een gedeelte betaald wordt voor
wegen.
Omdat er binnen het nieuwe water
schap nogal wat verschillen bestaan
omtrent struktuur en hoogteligging
van de grond zal de omslagregeling
voor ongebouwde eigendommen over
twee klassen verdeeld worden in de
verhouding 5 3. Tot de eerste klasse
behoren gronden in het bemalen ge
bied met een hoogte tot 1,25 m
NAP. De overige gronden behoren
tot klasse twee.
In Waterschap De Mark Vlietlanden
werkt men met drie klassen. De alge-
Waterschap DE STRIENE
i /V
y^^oscH
31 f •lU.lMSUO
DIEP
L
rA
l.
29
l
7
/j\ 9
KlUNOERT
N/\ 27
XHIUUINOIH X.
6 C
fv 10
Ny/i]
ZCVCNBCRGCN
N l 21 Vw
1
A/u
16
11 \19/
1 J 1
H009Slrat«" ®A2«Ul
Oo*t m
7 Gor
8 Angelina-pold«'. K*art«tt*
9 Hem^«e-po»def o» Boe*eo«o*i
Waterschap 'De Striene', dat nu opgegaan is in De Vierlinghpolder. De Strie-
ne is in 1958 ontstaan door samenvoeging van een groot aantal waterschap
pen en polders.
mene vergadering bestaat uit 25
hoofdingelanden waarvan 19 hoofd
ingelanden van het ongebouwd en 6
van het gebouwd. Wat de lasten per
hektare betreft zal klasse 1 ongeveer
100 moeten gaan betalen en klasse
2/60. Een groot gedeelte van de
zandgronden zal het dubbele moeten
gaan betalen terwijl enkele polders in
de kleigronden met een verlaging te
maken zullen krijgen.
Uitstel?
Het waterschap waarin de meeste wa
terschappen in West-Brabant zijn op
gegaan is De Agger. Dit waterschap
dat globaal begrensd wordt door de
grens met België, de provincie Zee
land en het riviertje De Zoom heeft
een oppervlakte van 12.000 ha.
De volgende waterschappen zijn op
genomen in de koncentratie: water
schap De Zoom, Augusta, De
Caterspolder gemeen met Van den
Eijndenpolder, De van der Duijnspol-
Nder, Nieuw Hinkelenoord en Hoog
werf, De Vijdtpolder, De Zuidpolder,
De Zuidpokler van Woensdrecht ge
meen met Oud Hinkelenoord, De
Prins Karelpolder, De Noordkil van
Ossendrecht en als laatste De Noord
polder.
Hoewel de werkgroep klaar is met het
rapport en dit verslag alle gewenste
"molens" al is gepasseerd zal de start
op 1 januari a.s. toch moeilijk wor
den. Er heersen nog zoveel onzeker
heden binnen dit waterschap dat
eigenlijk niemand precies weet wat er
op dat moment moet gebeuren. Een
half jaar uitstel zal voor de meeste be
langhebbenden het beste uitkomen,
het is nog iets te vroeg om te conver
teren vinden sommige waterschappen.
Naast de algemene bezwaren zoals die
ook door de andere.waterschappen
zijn ingediend is door enkele schap
pen binnen De Agger bezwaar ge
maakt tegen overname van het
riviertje De Zoom. Dit landelijke ri
viertje dat ongeveer een eeuw geleden
voor die tijd is "gekanaliseerd" heeft
op dit moment een hoge waarde aan
natuurschoon. Ofschoon het nodige
water via de zoom zijn weg nog wel
De Vijdtpolder
2 De Zuidpolder
3 De Noord polder
4 Nieuw Hinkelenoord en
Hoogerwerl
5 De Van der Duijnspolder
6 De Zuidpolder van
Woensdrecht. gemeen met
Oud-Hinkelenoord
7 De Damespolder
(Interprovinciaal)
8 De Hogerwaardpoldcr
(Interprovinciaal)
9 De Caterspolder. gemeen met
Van den Eijndenpolder
10 De Prins Karelpolder
11 Augusta
12 De Geertruidapolder
13 De Zoom
14 De Wouwsche Gronden
15 De Ligne
16 De Polders van Halsteren
17 Westland
18 De Polders van
Nieuw Vosmeer
19 De Prins Hendrikpolder
(Interprovinciaal)
20 De Heensche Polder
21 De Graaf Hendrikpolder
22 De Volkerakpolders
23 De Willemspolder
24 De Oude Prinslandsehe Polder
25 De gewijzigde
Cruijslandspolders
26 Heerjansland
27 De Oude en Nieuwe Landen
28 De St. Maartenspolder
29 De Hoevense Beemden
30 De Laakse Vaart
31 De Haagse Beemden
32 Het Oudland van Zevenbergen
33 De Koekkoek en
Gecombineerde Buitcnpolders
34 De Nassaupolder.
de Arenbergpolder en de
Blokpolder
naar De Schelde vindt is het door zijn
met diverse houtsoorten begroeide ta
luds van onschatbare waarde gewor
den voor het Brabantse Landschap.
Temeer ook daar het voor een gedeel
te het parkaanzicht van Bergen op
Zoom bepaald.
Intern hadden de waterschappen
moeite met de verdeelsleutel voor de
waterschapslasten. Als verhouding is
hier genomen 6 1 omdat ongeveer
3000 ha binnen De Agger bestaat uit
zeer droogtegevoelige grond. De eige
naren van deze gronden zijn best be
reid om hogere lasten te betalen als
kunstwerken zorgen dat er waterbe
heersing gedaan wordt. Gezien de vele
bossen binnen dit waterschap moet
voorlopig niet gedacht worden aan
kapitaalswerken op de hogere
gronden.
Gelijkwaardig karakter
Het vierde waterschap in Westelijk
Noord-Brabant dat begir; 1988 aan
zijn taak begint is De Vierlinghpolder.
Dit waterschap is vernoemd naar An
dreas Vierlingh, een zestiende eeuw-
se waterschapsman. Vier
waterschappen die eèn over het alge
meen gelijkwaardig karakter vertonen
vormen het waterschap De Vierlingh
polder nl. De Striene, De Volkerak
polders, De Oude Prinslandsehe
Polder en De Willemspolder.
Dit waterschap heeft een oppervlak
te van 15.000 ha. Een van de weinige
bezwaren die binnen de waterschap
pen naar voren kwam was een be
zwaar tegen het gelijke lastenpatroon.
In vergelijking met de andere water
schappen is hier gezien de ongeveer
gelijke hoogteligging en grondsoort
gekozen voor maar één omslagklasse.
Precies 20 jaar na het besluit van G.S.
is de reorganisatie van Westelijk
Noord-Brabant verwezenlijkt. Veel
ingelanden zullen de uitnodiging voor
de jaarlijkse poldervergadering mis
sen. Een vergadering die voor de in
gelanden een kenmerkende sfeer had.
Met de koncentratie is ook een stuk
je folklore verloren gegaan.
J. v. Tilburg
Vrijdag 25 december 1987