Overige gewassen Vruchtwisseling in het Zuidwesten nr. 10 Samenwerking nodig om dreigende achterstand in veredeling te voorkomen Agrarisch Nederland kan niet zonder chemische gewasbescherming Landbouwschap wil evenwichtige afweging bij gebruik gewasbeschermingsmiddelen Beschrijvende Rassenlijst voor Landbouwgewassen 1988 verschijnt deze maand m Konklusie VB A-studiemiddag Bloemenveiling Aalsmeer G.C. van den Berg. Dit keer komen de vollegrondsgroen- teteelt en bloembollenteelt aan de or de, namelijk de gewassen knolselderij, prei, spruitkool, witlof, wortelen, gladiolen en tulpen. Van de ze gewassen is er geen overzicht van de teelt sinds 1965 zoals bij de gewas sen uit vorige artikelen. Er is niet naar de kennis van vruchtwisselingsziekten gevraagd en er wordt geen overzicht van de gebruikte onkruidbestrij dingsmiddelen gegeven. In on derstaande tabel wordt het aantal telers van deze gewassen in 1986 weer gegeven. Tabel 1. Verbouw van overige gewas sen in 1986 gewas aantal telers knolselderij 7 prei 3 spruitkool 9 witlof 14 wortelen 5 gladiolen 4 tulpen 3 Binnen het geheel aan kultuurmaatre- gelen v#n land- en tuinbouw kan ge wasbescherming niet worden gemist. De huidige uitgangspunten van het overheidsbeleid inzake chemische ge wasbescherming zijn tegenstrijdig en ongenuanceerd. Enerzijds erkent de overheid de noodzaak van chemische middelen, anderzijds worden ten aan zien van de niet-chemische alternatie ven verwachtingen gewekt die ook op langere termijn niet zijn te realiseren. Aldus Nefyto, de Nederlandse Stich ting voor Fytofarmacie, in haar de zer dagen gepubliceerde nota: "Gewasbeschermingsbeleid: een visie vanuit de industrie". Nefyto pleit voor een breed opgezet en samenhangend gewasbescher mingsbeleid dat rekening houdt met alle faktoren. Bescherming van het milieu en veiligheid moeten daarbij wel beleidsuitgangspunten zijn, maar binnen de door de wet gestelde krite- ria zullen de belangen van landbouw en volksgezondheid evenzeer moeten worden meegewogen. De aanleiding tot het publiceren van de nota is de ernstige ongerustheid die in de kring van de industrie is gere zen over de koers die het gewasbe schermingsbeleid heeft genomen onder druk van politieke diskussies. De diskussie over de chemische ge wasbescherming dient naar het oor deel van Nefyto op wetenschappelijke gronden te worden gevoerd. Gestreefd dient te worden naar ver beteringen van produkten en er zal meer onderzoek nodig zijn naar toe passingsmethoden van chemische middelen en" naar het gedrag ervan in de verschillende milieukompartimen- ten. Samenwerking tussen de agro- chemische industrie en de bestaande onderzoeksinstituten is dringend gewenst. Drinkwaterproblematiek en EG- harmonisatie In de nota wordt een lans gebroken voor een benadering van de drinkwa terproblematiek op basis van een re geling vergelijkbaar met de Residubeschikking voor voedingsmid delen. Ten aanzien van de registratie van middelen pleit Nefyto voor een harmonisatie van registratie-eisen bin nen de Europese Gemeenschap. Ne fyto is echter geen voorstander van een Europese toelating gezien speci fieke Nederlandse omstandigheden als bevolkingsdichtheid en grond- en watersituatie. Bij de teelt van prei worden weinig problemen met vruchtwisselingsziekten ondervonden. Knolselderij Bij knolselderij is sclerotiënrot de be kendste vruchtwisselingsziekte. Op enkele bedrijven wordt kalkstikstof gestrooid in plaats van kalkammon- salpeter, dit ter bestrijding van scle rotiënrot. Andere vruchtwisselings ziekten als stengelaaltjes, vrijlevende wortelaaltjes of wortellesieaaltjes wor den niet als een probleem ervaren. Prei Telers van prei noemen geen vrucht wisselingsziekten waar zij moeite mee hebben. Er zijn overigens wel vrucht wisselingsziekten bij dit gewas: Fusa- riumvlekkenziekte, graswortel-knob- belaaltje, stengelaaltje, vrij levend wor telaaltje, wortellesieaaltje. Deze ziekten kunnen bestreden worden door gron- dontsmetting van het plantbed met metam-natrium. Fusariumvlekken- ziekte wordt ook nog met'dompelen' bestreden. Spruitkool Spruitkooltelers zeggen geen schade van vruchtwisselingsziekten te onder vinden. Spruitkool kan aangetast worden door knolvoet. Naast kool soorten heeft deze vruchtwisselings ziekte ook vrijwel alle kruisbloemige onkruiden als waardplant. Een laag gehalte aan opneembaar calcium kan knolvoet in de hand werken. Sprui ten kunnen ook te lijden hebben van aaltjes, zoals bietecysteaaltjes, sten gelaaltjes, koolcysteaaltjes, en het noordelijk wortelknobbelaaltje. Witlof Bij de pennenteelt zijn de volgende vruchtwisselingsziekten van belang: sclerotiënrot, Verticillium- verwelkingsziekte, violet wortelrot, noordelijk wortelknobbelaaltje. Scle rotiënrot wordt door de telers diver se malen als schadelijk ervaren. Het is belangrijk op de vruchtwisseling te letten: geen voorvruchten die waard plant van sclerotiënrot zijn, maar gra nen als voorvrucht. In verband met Phytophthora-schimmels is aardappe len als voorvrucht niet gewenst. Wortelen Ook bij wortelen komen vruchtwis selingsziekten voor: sclerotiënrot, vi olet wortelrot, peencysteaaltje, 16 stengelaaltje, noordelijk wortelknob belaaltje, vrijlevend wortelaaltje, wortellesieaaltje. Geen van de worte lentelers zegt problemen met vrucht wisselingsziekten te hebben. Gladiolen Door de gladiolentelers worden droog- rot en Fusarium-rot als vruchtwisse lingsziekte aangemerkt. Tegen deze ziekten kan ontsmetting en warmwa terbehandeling toegepast worden. Andere vruchtwisselingsziekten bij gladiolen zijn: Culvaria-ziekte, kurkstip, destructoraaltje, vrijlevend wortelaaltje, wortellesieaaltje. Tulpen Telers van tulpen noemen Fusarium (zuur) als vruchtwisselingsziekte bij dit gewas. Deze ziekte bestrijdt men door het plantgoed te ontsmetten, laat te planten en vroeg te rooien. Behal ve Fusarium kunnen nog andere vruchtwisselingsziekten optreden zo als voetrot, zwartbenigheid, destruc toraaltje, stengelaaltje en wortellesieaaltje. r, J G.C. van de Berg Het bestuur van het Landbouwschap vindt dat bij een gebruik van gewas beschermingsmiddelen in de eerste plaats gekeken moet worden naar de invloed ervan op de volksgezondheid. Dat geldt zowel voor de konsument als degene die met het middel werkt. Bij een beperking van de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen in "Als de Nederlandse sierteelt niet op past, dan heeft Amerika binnenkort een voorsprong bij de toepassing van moderne veredelingsmethodieken". Dat onder meer zei prof. dr. R.A. Schilperoort, hoogleraar biochemie aan de Leidse Universiteit, tijdens de studiemiddag veredeling die de Ver enigde Bloemenveilingen Aalsmeer (VBA) op dinsdag 1 december orga niseerde. De studiemiddag werd door ruim 150 geïnteresseerden bezocht. Schilperoort pleitte voor meer samen werking tussen de Nederlandse vere- delingsbedrijven, de sierteeltsektor en het onderzoek. "Wij zijn niet minder knap dan de Amerikanen, maar het ontbreekt bij ons aan voldoende ka- paciteit en voldoende samenwer king". Verder waarschuwde de hoogleraar voor de nadelige gevolgen van het feit dat in Amerika planten wel kunnen worden gepatenteerd, ter wijl dat in Europa nog niet mogelijk is. Ook daardoor kan een achterstand optreden. Bovendien hield hij tegen over zijn publiek, dat bestond uit ver edelaars, kwekers en vertegenwoordigers van organisaties in de bloemisterij, een pleidooi voor meer veredeling in de opleidingen. "Naast veredeling moet ook onder wezen worden in de moleculaire ge netica en daarbij moet vooral gericht worden gewerkt aan de toepas singsmogelijkheden", aldus Schil peroort. Pessimistisch bleek Schilperoort niet te zijn, ondanks de dreigende achter stand ten opzichte van Amerikaanse bedrijven. "U zult zien dat over tien jaar al veel van deze technieken rou tinematig gebruikt zullen worden, ze ker als de Nederlandse genetici gezamenlijk optreden". Ook algemeen direkteur A.J. Mulder van de VBA onderstreepte het belang van samenwerking tussen de verede- lingsbedrijven. Daarnaast moeten de veredelingsaktiviteiten meer gericht worden op de konsument. Deze twee konklusies zijn naar voren gekomen uit een onderzoek, dat de VBA hield naar de marktgerichtheid van de ver- edelingssektor. In de binnenkort te verschijnen 63e Beschrijvende Rassenlijst voor Land bouwgewassen 1988 is een groot aan tal veranderingen te vinden in vergelijking met de vorige uitgave. Kwaliteitseigenschappen gaan een steeds belangrijker rol spelen. Er zijn 42 nieuwe rassen opgenomen, maar ook worden 26 rassen niet meer beschreven omdat zij door verbete ring van het sortiment hun betekenis hebben verloren. Volgorden en rubri ceringen ztjn gewijzigd. Opbrengst en eigenschappen-tabellen, alsmede rasbeschrijvingen zijn bijgesteld en aangevuld. Al deze veranderingen zijn gebaseerd op de nieuwste resultaten van het onderzoek. Uit het feit dat er de laatste jaren on geveer 22.000 exemplaren van de Ras senlijst zijn verkocht, blijkt dat de rassenkeuze als een zeer belangrijke zaak wordt gezien. Terecht, want ras senkeuze speelt een grote rol in de be drijfsvoering van de landbouw. Rasverschillen in opbrengst, winter- vastheid, kwaliteit, resistentie tegen ziekten enz. kunnen van grote invloed zijn op de bedrijfsresultaten. Sinds de komst van de Gemeenschap pelijke rassenlijst van de EEG mogen de daarin vermelde rassen in Neder land verhandeld worden, ook al zijn ze niet op de Nederlandse Rassenlijst geplaatst. Dit betreft meer dan 3000 rassen, een veelvoud dus van de 417 in de Nederlandse Rassenlijst beschre- de agrarische sektór zal echter ook re kening moeten worden gehouden met de ekonomische gevolgen voor de ak kerbouwbedrijven. Er moet een even wichtige afweging gemaakt worden, aldus het bestuur. Volgens de heer Vermeer, voorzitter van de kommissie Gewasbescherming van het Landbouwschap, moet de overheid zich realiseren dat ook in de toekomst een levensvatbare plantaar dige sektor overeind moet blijven. Door het op korte termijn verbieden van sommige middelen wordt de kon- kurrentiepositie van de plantaardige sektor aangetast. Bij de acceptatie van overheidsmaatregelen hangt veel af van het tempo en de manier waarop deze moeten worden uitgevoerd, al dus Vermeer. Volgens de heer Schouten drong na mens het KNBTB aan op een snelle realisatie van een Europese regeling voor het gebruik van gewasbescher mingsmiddelen. Volgens Schouten is de konkurrentiepositie van de Neder landse land- en tuinbouw gebaat bij kwalitatief hoogwaardige produkten omdat de konsument daar naar vraagt. Schouten sloot echter niet uit dat een konkurrentiepositie ook ver sterkt kan worden door in Nederland het voortouw te nemen bij het beper ken van het gebruik van gewasbe schermingsmiddelen ven rassen. Deze ruim 3000 rassen zijn toegelaten in één of meer van de an dere lidstaten van de EEG, uitsluitend op grond van hun kwaliteiten in de betreffende lidstaten. Het is daarom van belang in de Beschrijvende Ras senlijst te kunnen lezen welke rassen voor Nederlandse omstandigheden worden aanbevolen op grond van uit gebreid meerjarig officieel onderzoek hier te lande en wat de resultaten van dat onderzoek zijn. Behalve gegevens over rassen geeft de Rassenlijst uitvoerige voorlichting over mengsels zowel voor grasland (blijvend grasland en kunstweiden) als voor grasvelden (gazons, sportvelden, openbaar groen enz.), alsmede over aanleg en onderhoud van grasland en grasvelden. U kunt de Rassenlijst bestellen door storting van 12,25 op girorekening 1037754 t.n.v. Leiter-Nypels B.V., Postbus 831, 6200 AV Maastricht. Voor bestellingen van meer dan drie exemplaren gelden gereduceerde prijzen. Vrijdag 18 december 1987

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1987 | | pagina 16