Loofvernietigingsdata N.A.K. blijven bestaan, ondanks eventueel verbod Dinoseb 'Europees plan aardappelen is slecht voor onze telers' Biotoets voetziekte in erwten 1987/1988 door Peulvruchtenstudiegroep Zuid- Beveland korte wenken akkerbouw Op dit moment, 12 december 1987, is het nog niet zeker of bij het loof vernietigen van onze pootaardappelen in 1988 nog gebruik kan worden gemaakt van de Dinoseb-middelen. Wèl is het zeker dat de loovernietigingsdata zullen blijven en ook is zeker dat Dinoseb bin nen 2 jaar niet meer mag worden gebruikt! Als telers zullen we daar op tijd rekening mee moeten houden. Het is langzamerhand genoegzaam bekend dat in het Nederlandse kli maat luizen kunnen voorkomen waar van bepaalde soorten bij pootaardappelen virusziekten kunnen overbrengen! Virusziekten die volko men ongevaarlijk zijn voor de mens, maar bij de nateelt van aardappelen sterke degeneratieverschijnselen kun nen veroorzaken. Via een stelsel van waarnemingen en maatregelen kan dat goeddeels worden voorkómen wanneer het loof van de pootaardap pelen op tijd wordt vernietigd. Daar toe heeft de NAK een stelsel van verplichte data ontwikkeld. Die data zijn zodanig gesteld dat deze méébe- palend zijn of een gewas pootaardap pelen wèl of niet in een bepaalde klasse kan worden goedgekeurd. Welke methoden? Er zijn in hoofdlijnen 4 methoden om dat loof zodanig te verwijderen, dat er geen verbinding meer is tussen loof en knol. a. Het loof eraf trekken met de hand of met de machine. b. Het loof behandelen met een che misch middel waarbij Dinoseb het enige echt radikale middel is. c. Het Ioofklappen gekombineerd met het gebruik van een chemisch middel. d. Het loof eraf branden met een soort vlammenwerper. Ad a: Het beste systeem blijft het looftrek- ken. Looftrekken is het meest milieu vriendelijk en het is bovendien een systeem waarbij de aardappelen en kele dagen langer in de grond kunnen blijven om af te harden met het oog op een betere knolkwaliteit. Het blijkt namelijk dat na looftrekken er min der gauw rhizoctonia optreedt; bo vendien is looftrekken een goede bestrijdingsmethode tegen phoma. Maar Het grote bezwaar van looftrekken is dat men sterk afhankelijk js van het weer. In regenrijke zomers, zoals 1987, kan men looftrekken wel ver geten. Maar ook in meer "normale" zomers kan één flinke onweersbui in een bepaalde streek het land geduren de enkele dagen onberijdbaar maken. En dan met verplichte data? Looftrekken moet dan ook helaas worden beschouwd als weinig "oogst- zekere" methode, ondanks de vele voordelen. Hoewel er firma's zijn, die bijna levenslang aan het verbeteren zijn geweest van de technieken, is er de laatste jaren steeds minder belang stelling voor het looftrekken. Dit houdt onder andere verband met het gebruik van moncereen tegen rhizoc tonia en het beschikbaar hebben van het enige echte goede chemische mid del dinoseb. Ad b: Dinoseb is na het wegvallen van de vroeger veel gebruikte arsenietën (ook al verboden!) het enige goede middel dat een gewas in de volle groei met stengel en al radikaal aanpakt. Uiter aard met gebruikmaking van juiste gebruiksaanwijzing zoals hoeveelhe den en weersomstandigheden. De gif tigheid van het middel is echter zodanig, dat binnen een bepaalde tijd een gebruiksverbod moet volgen. Eigenlijk is het verbod er al, maar er wordt nog enige "overgangstijd" bepleit! Ad c: Vrij veel wordt ook nog gebruik ge maakt van de kombinatie Ioofklap pen aangevuld" met een chemisch middel. Loofklappen is net als loof trekken toch nogal weergebonden, maar bovendien moet nog een chemi sche behandeling worden toegepast om de stengelresten te doden. En daarom is dan weer als enige middel de dinoseb noodzakelij-k. Bij loof klappen wordt dus op mechanische wijze het loof vernietigd op de sten gelstompjes na. Het dinoseb gebruik als nabehandelingsmiddel geeft wel een belangrijke besparing op de hoe veelheid. Maar de omgang met het giftige middel blijft bestaan. Ad d: In de tijd dat de dieselolieprijzen nog op zo'n 7 a 8 cent per liter lagen, zijn er uitgebreide proeven genomen met loofbranden. Het nadeel was dat al leen de bovengrondse delen werden vernietigd (wel radikaal!), maar niet de stengeldelen die in de grond aan wezig zijn. Met het stijgen van de olie prijzen werd de methode veel te duur. Er zijn geruchten in omloop dat er opnieuw naar dit loofbranden geke ken wordt, maar dan met "gas" als brandstof. Maar toch ook hier een be langrijk stuk weersafhankelijkheid. Misschien een ontwikkeling voor de meer lichtere gronden, waar de hui dige looftrekmethoden teveel knollen boven de grond haalt (groen!). Tenslotte In het beleidskader van het terugdrin gen van het gebruik van giftige stof fen in land- en tuinbouw wordt Dinoseb binnen de kortste keren ver boden voor o.a. het loofvernietigen bij pootaardappelen. Er schijnen al ternatieve, meer vriendelijke midde len, in de "pijplijn." te zitten. Zonder het te weten zullen deze middelen vast en zeker veel duurder zijn; waarmee de kostprijs sterk verhoogd wordt. Het beste advies is om maximaal ge bruik te maken van looftrekken! Voor fabrikanten van looftrekkers biedt de a.s. R.A.I. mogelijk een goe de gelegenheid om de diverse merken te exposeren. Hopelijk kunnen de technici samen met het IMAG van onze nood voor hen een deugd maken. A. Vermeer De Europese organisaties van boeren en koöperaties, COPA en Co- geca, willen een marktordening voor konsumptieaardappelen. Wat betekent dit voor de Nederlandse aardappeltelers die fel tegen een re geling van de markt zijn? Voorlopig gebeurt er niets, zegt de Neder landse onderhandelaar, maar je weet nooit hoe een balletje kan rol len. 'Het is voor Nederland van levensbelang dat er geen marktorde ning komt'. Erg veel afwisseling in gesprekson derwerpen is er vanaf 1982 niet ge weest in de werkgroep Aardappelen van COPA en Cogeca. Steeds stond de marktordening voor konsumptie aardappelen op de agenda. 'Italië, Frankrijk en Spanje proberen al ja ren steunmaatregelen te krijgen voor de vroege aardappelen', zegt Van der Oord uit Middenmeer, die twee jaar namens de centrale landbouw organisaties zitting heeft in de werk groep. Alleen Van der Oord: 'Het afgelopen jaar heeft ook Engeland ervoor gepleit. Dat land heeft een eigen kwotering en die wil het de hele EG opleggen. De Duitsers willen onderhand overal een kwotum voor. Nederland kwam alleen te staan'. Volgens het voorstel van COPA en Cogeca komt er een basisprijsvoor aardappelen die geba seerd is op de telersprijs in de lidsta ten van de afgelopen vijf jaar. De ja ren met de beste en de slechtste prijs worden weggestreept. Uiteindelijk ontstaat er een Europees gemiddel de, uitgedrukt in de munteenheid van de Europese Gemeenschap, de ecu. Belandt de aardappelprijs op 60 pro cent van de basisprijs, dan kan inge grepen worden door producentenor ganisaties. Dit is te vergelijken met de Nederlandse garantieregeling voor pootaardappelen. Als de prijs daalt tot 40 procent van de ba sisprijs, dan kopen producentenor ganisaties overschotten op met geld uit Brussel. Dat geld kan gedeelte lijk door een medeverantwoordelijk heidsheffing zijn opgebracht. CO PA en Cogeca houden de mogelijk heid van kwotering open. 'Nederland is niet tegen een markt ordening', zegt Van der Oord. 'In bepaalde regio's mag er marktsteun zijn met een beetje geld uit Brussel. Maar interventie, het uit de markt halen van aardappelen, is voor ons taboe. Daarmee zou je de produktie stimuleren in plaats van afremmen. Een voorwaarde voor iedere regeling is een goede afspraak over de kwali teit en de kontrole hiervan. Je moet eerst vragen beantwoorden zoals: 'Wat is het verschil tussen vroege en late aardappelen? Wat is een aard appel voor de industrie?' Van der Oord is bang dat de konkur- rentiepositie van de Nederlandse aardappelteler door een zware markt ordening zal verzwakken. 'En de aardappel is een belangrijk produkt voor het inkomen van de akkerbou wer'. Vaak maakt het de helft uit van zijn inkomen. Bovendien vreest hij dat de regeling tot fraude zal leiden. Hoe groot is de kans op een markt ordening voor aardappelen? Kom- missaris Andriessen heeft meteen ge zegd: 'alles wat geld kost, daar be ginnen we nu niet aan', weet Van der Oord. 'Hij zal zelf dus geen markt ordening uitwerken. Maar de Euro pese Kommissie kan wel de opdracht daartoe krijgen via politieke kana len, bijvoorbeeld van de minister raad. Misschien wordt zo'n markt ordening in een onderhandelingspo sitie als zuurstok voorgehouden aan de heer Kiechle. Het is van levensbe lang dat die marktordening er niet komt'. KWS komt met nieuw suikerbietenras Carla De KWS Kleinwanzlebener Saat- zucht uit Duitsland bericht dat de Kommissie voor de Samenstelling van de Rassenlijst voor Landbouw gewassen heeft besloten, het nieuwe Kleinwanzleben suikerbietenras CARLA toe te laten op de Rassen- lijst 1988. CARLA is een biet met een zeer krachtige veldopkomst, een prima suikergehalte met een goede win baarheid. De wortelopbrengst is zeer goed. Hierdoor is de suikerop brengst erg hoog en zijn de financië le resultaten bijzonder aantrekke lijk, aldus KWS Nederland. De ervaringen met het nieuwe ras CARLA, dat reeds in Nederland in 1987 op beperkte schaal is geteeld, zijn zowel in de praktijk als op de proefvelden bijzonder bevredigend te noemen zegt het bedrijf. Bedrijfsovername of ingrijpende in vesteringen bezorgen U veel DENK WERK. Komt U er alleen niet uit? Dit hoeft ook niet, want een skala aan adviseurs staat tot Uw beschikking. Eén ervan is Uw bedrijfsvoorlichter, hij kan U helpen met het doorpraten van Uw plannen en fungeren als "klankbord". Hij kan problemen mee analyseren en verantwoord advi seren in Uw belang. Tips voor BOUWPLAN 1988. Teel geen bieten op door aaltjes besmette grond. Laat zonodig eerst een aaltjes- onderzoek uitvoeren. Teel geen aard appelen na bieten, dit kost gemiddeld 10% opbrengst. Goede saldobereke ningen zijn en blijven een belangrijk hulpmiddel om tot een optimaal bouwplan te kómen. "Wie schrijft, die blijft", is nu be langrijker dan ooit. Dit geldt ook voor vruchtwisseling en vruchtopvol ging, perceelsregistratie, bemesting en gewasbescherming. Houd dit goed in Uw BOUW BOEK bij. Nieuwe bouw- boeken zijn te bestellen bij het PAGV in Lelystad. Voor slechts f 25,bent U er weer bij. Vanaf 1985 is door het PAGV/NGC onderzoek gepleegd ter ontwikkeling van een biotoets voor voetziekte in erwten. Najaar 1987 was de experimentele fase van dit onderzoek vrijwel afge rond en gezien de positieve en be trouwbare resultaten lag de weg naar een georganiseerde prakti sche toepassing van deze biotoets open. Problemen van organisatori sche/financiële aard zijn er de oorzaak van dat deze praktijktoe passing, door het Bedrijfslabora- torium voor Grond- en Gewasonderzoek te Oosterbeek voor komend seizoen 1988 niet ge realiseerd gaat worden. In een tijd dat in Nederland zowel de erwten teelt als milieuvriendelijke syste men belangrijker worden is dit geen wenselijke situatie. Vandaar dit initiatief van het SLO Zuid-Beveland om een praktijk toepassing van deze toets op be perkte schaal in de Zeeuwse regio voor seizoen 1988 wellicht toch mogelijk te maken. Wat is een biotoets? Een bodem (bio)toets meet als het ware de ziektedruk in de grond. Sterk vereenvoudigd weergegeven is de werkwijze als volgt: van een te toetsen perceel of gedeelte van een perceel worden in de winter voorafgaande aan de teelt van erwten grondmonsters genomen. Op deze grondmonsters worden in de klimaatskas onder gekonditio- neerde omstandigheden (tempera tuur, vochtgehalte, enz.) erwten geteeld. Door aanwezigheid van pathogenen in de grond ontwik kelt zich voetziekte met een inten siteit die afhankelijk is van de hoeveelheid en de agressiviteit van deze schimmels. De ziektesymptomen worden in een schaal de zogenaamde "voet- ziektenindex", weergegeven waar bij 0 een gezond wortelstelsel voorstelt en 5 een zeer zwaar aan getaste of afgestorven plant bete kent. Als er van het bemonsterde perceel een ziekte index is vast gesteld, volgt er een advisering of er wel of geen erwten geteelt kun nen worden en hoeveel risiko u loopt met een teelt. Het beschik ken over gerichte informatie over het ziekteniveau van een perceel (biotoets) samen met schadebeper kende teeltmaatregelen (ontsmet ten) zullen ongetwijfeld bijdragen tot een grotere opbrengstzekerheid bij de teelt van erwten. De Peulvruchtenstudieklub Zuid- Beveland maakt het mogelijk om deze biotoets uit te laten voeren. Deze toets wordt in samenwerking met het PAGV Bedrijfslab te Oosterbeek de NAK en het CAT te Goes begeleid en door ing. Jaap Basting uitgevoerd in de klimaats kas van de NAK. Mocht u belang stelling hebben neem dan zo spoedig mogelijk kontakt op met Jaap Basting 01170-2510 of Jos de Regt 01102-1381. 10 Bestrijding valse meeldauw in erwten De laatste jaren nemen de problemen met valse meeldauw in erwten hand over hand toe. Steeds meer percelen raken besmet met deze agressieve schimmelziekte. Op sommige perce len werd afgelopen seizoen hierdoor 40% minder opbrengst gehaald. In 1985 werd het fungicide Aliette voor zaaizaadbehandeling tegen valse meeldauw toegelaten. Tot op heden wordt het zaad voor de binnenlandse markt niet altijd behan deld met dit middel. Gezien de grote problemen met valse meeldauw in 1986 en 1987, is de tijd volgens pro ducent Agriben Nederland B.V. nu rijp om ook in dergelijke gevallen een standaardontsmetting met Aliette uit te voeren. Hierdoor kan de kieming van de erwteplantjes ongestoord plaatsvinden en worden hogere op brengsten verkregen. Voor nadere in formatie Agriben Nederland B.V., Postbus 209, 4870 AE Etten-Leur, tel.: 01680-28920. Vrijdag 18 december 1987 8V f jrjd/rmab 81 gfibjhV

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1987 | | pagina 10