vervolg vergadering hoofdbestuur
Hoofdbestuur ZLM heeft grote problemen met
lokatie opslag radio-aktief afval.
Akkerbouw
"Door de regen van de laatste 2 we
ken hebben we met de werkzaamhe
den weer een behoorlijke achter
stand opgelopen, die we tol dan toe
met veel uren per dag, dus veel extra
kosten, een heel eind weggewerkt
hadden", aldus begon de voorzitter
van de akkerbouwcommissie, de
heer J.C. Geluk, zijn overzicht.
"Voor de tijd van het jaar staan nog
heel wat ha's bieten in de grond en
moeten er ook nogal wat percelen
knolselderij gerooid worden. We be
vinden ons hiermee wel in een hache
lijke situatie. Immers vorstinval bij
een weersomslag is niet ondenkbaar.
Ik krijg ook de indruk, dat nog heel
wat tarwe gezaaid moet worden, of
dat nog zal lukken is zeer de vraag.
Op de aardappelmarkt is na een klei
ne opleving half in de maand no
vember, de lucht nog steeds niet op
geklaard en blijven de prijzen op een
zeer laag niveau. Ook de uien blijven
op een laag prijsniveau hangen", al
dus de heer Geluk.
De Brabantse Milieufederatie
Met betrekking tot de aanvaring tus
sen de NCB en de Brabantse Milieu
federatie zei de heer Geluk dat"de
wolf in schaapskleren zich net op
tijd heeft aangediend". Er bestond
schoorvoetend bij de landbouworga
nisaties het idee om meer met dit
soort groeperingen te gaan samen
werken, omdat beiden voor een stuk
dezelfde doelstellingen hebben n.l.
een schoon milieu dat ook bij uitstek
een belang is van land- en tuinbouw.
Vorige week hebben ze van de BMF
een aantal stellingen en uitspraken
geponeerd die voorzitter Latijnhou
wers van de NCB in het verkeerde
keelgat geschoten zijn en het hoofd
bestuur van de NCB ziet voorlopig
geen reden om op enigerlei wijze een
samenwerking aan te gaan.
Milieubeleid
De heer Geluk waarschuwde het
hoofdbestuur voor een te afwach
tende houding ten aanzien van het
milieubeleid. We moeten het initia
tief, dat de landbouw een offensief
beleid moet voeren, met kracht on
dersteunen". Met kracht moeten we
ook blijven pleiten voor een harmo
nisatie van het gewasbeschermings-
beleid in de EEG. Vooral nu dat
door vragen van de Europarlemen
tariër mevr. Maij-Weggen aan de
Europese Commissie is opgepakt.
Privatisering voorlichting
Met betrekking tot de privatisering
van de Rijkslandbouwvoorlichting
zei de voorzitter van de akkerbouw-
commissie dat de keuze moet wor
den gemaakt of we een sektorale be
nadering of een regionale benade
ring voor deze le lijns voorlichting
wensen. Als we ons deze vraag stel
len zal de financiering van deze ope
ratie ook erg belangrijk worden.
Want laten we ons niet verkijken op
de stapjes van 5% per jaar medefi
nanciering", zo stelde de heer Ge
luk. "Als ik vanuit de akkerbouw-
hoek kijk, denk ik dat we moeten
kiezen voor een kleine bijdrage per
bedrijf gekoppeld aan het zoge
naamde profijtbeginsel om de rest te
financieren". Vervolgens ging Ge
luk nog in op de afschaffing van de
negatieve WIR. Door het steeds af
nemende inkomen in de akkerbouw-
sektor en om verpaupering te voor
komen kan de handhaving van de
negatieve WIR een positieve bijdra
ge leveren aan noodzakelijke in
vesteringen. We zullen daarom met
alle middelen die ons ten dienste
staan Den Haag moeten bewerken
om de afschaffing alsnog terug te
draaien. Wanneer men nationaal
wil, kan men best wat boervriende-
lijker worden. Overigens merkte
voorzitter de heer v.d. Maas op dat
de negatieve WIR een verloren zaak
is. Tot slot van zijn overzicht stelde
de heer Geluk de totstandkoming
van een eventuele Europese aardap
pelverordening aan de orde. "De
Nederlandse delegatie onder leiding
van de heer Schouten is noodge
dwongen meegegaan met het voorstel.
De verordening zou een nationale en
Europese financiering vergen. Voor
al wanneer er geen overeenstemming
bereikt kan worden over de kwali
teitseisen, is de uitbreiding van de
aardappelteelt niet denkbeeldig.
Gelukkig is Andriessen tegen", zo
besloot de heer Geluk zijn overzicht.
Diskussie akkerbouw
Het hoofdbestuur is zeer kontent,
dat het idee van de ZLM om een EG-
buro Gewasbescherming op te rich
ten door het Europarlement is opge
pakt. De ZLM zal nu verdere initia
tieven steunen om een dergelijk Bu-
ro te realiseren. Overigens blijkt het
nationaal milieubeleid steeds knel-
lender te werken voor de landbouw.
Het middel TCA, dat onmisbaar is
bij de teelt van graszaad, staat nu
ook op de nominatie om verboden te
worden. Voorzitter Van der Maas:
"Dan zijn we gedwongen om ook dit
middel op onze, nu wel erg lang wor
dende, lijst van middelen die we niet
kunnen missen, bij te schrijven".
De afschaffing van de negatieve
WIR is een feit.
Wat betreft de privatisering van de
landbouwvoorlichting stelde de heer
Van der Maas het hoofdbestuur op
de hoogte van de voortgang van de
gezamenlijke werkgroep, die zich
met dit vraagstuk bezighoudt. Mo
menteel is de vraag aan de orde of de
geprivatiseerde voorlichtingsdienst
sektoraal of regionaal moet worden
opgezet. Het hoofdbestuur is van
mening, dat wanneer er een indeling
in regio's komt, deze niet te groot
mogen zijn. De regio moet zoveel
mogelijk zelfstandigheid hebben bij
de verdere invulling van de voorlich
tingsdienst, zowel kwalitatief als
kwantitatief. Ook financieel zal de
inbreng op de voorlichtingsdienst in
de regio zo groot mogelijk moeten
zijn. Op de voorlichting in de regio
moeten de verschillende sektoren op
hun beurt weer inbreng kunnen heb
ben. Overigens hoeft het landbouw
bedrijfsleven pas definitief nee of ja
(evt. met amendementen) te zeggen
als de gezamenlijke werkgroep met
een totaal-concept komt.
Het hoofdbestuur werd op de hoog
te gesteld van een aantal ontwikke
lingen in de zaaizaadsektor. Lande
lijk wordt de roep om kwaliteit van
zaaizaad steeds sterker; er gaan bij
voorbeeld stemmen op om met
kiemkrachtnormen te gaan werken.
In de algemene voorwaarden voor
de teelt van in voorkoop gekochte
zaaizaden van de landbouwgewassen
(hoofdzakelijk grassen,
groenvoeder- en groenbemestingsge-
wassen) zal een aantal wijzigingen
worden doorgevoerd. Dit betreft een
aanpassing van de NAK voorschrif
ten voor de bemonstering van onge-
schoond graszaad, een betere af
stemming van voorwaarden bij afle
vering als de teler zelf het graszaad
niet kan drogen en afschaffing van
de zogenaamde gebruikswaardenor
men wat betreft toeslagen en kortin
gen. Hiervoor komt in de plaats een
toeslag-kortingsregeling op. basis
van kiemkracht. Over de hoogte van
deze toeslagen en kortingen zullen
de vertrouwenscommissies worden
gehoord. Over de droog- en scho-
ningstarieven moet nog overleg wor
den gevoerd. Ook in de vollegronds-
groentesektor wordt overleg gevoerd
door de verschillende kommissies.
Uitgangspunt hierbij is, dat het
prijsnivo van 1987 wordt ge
handhaafd.
veehouderij
Noodslachtplaatsen
De voorzitter van de veehouderij
commissie de heer W. van Veldhui
zen, begon zijn overzicht met enige
kanttekeningen over noodslacht
plaatsen. In de huidige situatie kan
alleen tijdens normale werkdagen
een levende keuring plaatsvinden,
dat wil zeggen een keuring voordat
de (nood)slachting plaatsvindt.
Noordslachtingen buiten normale
werkdagen of -tijden geschieden
echter zonder levende keuring. Om
dat pas op de eerstvolgende normale
werkdag gekeurd kan worden vallen
deze dieren niet onder de slachtver-
zekering, aldus de voorzitter van de
veehouderijcommissie. De keu
ringsprocedure wordt mede bepaald
door de oorzaak van de noodslach-
ting, zo hield hij de vergadering
voor. Dieren met breuken of won
den worden bijvoorbeeld anders be
naderd dan zieke dieren. Volgens
van Veldhuizen dienen noodslacht
plaatsen 365 dagen per jaar en vie
rentwintig uur per dag dieren te kun
nen ontvangen en direkt te worden
geslacht als deze worden aange
voerd, daar anders een noodslacht-
plaats niet aan zijn doel beant
woordt.
Mestproblematiek en verplaatsings-
besluit
Een varkens- en pluimveequotum is
niet om te zetten in een rundvee-
en/of kalkoenenmestquotum(en
omgekeerd ook niet). Omwisseling
van een varkensmestquotum tegen
een pluimveemestquotum en omge
keerd is wel mogelijk. Deze regelge
ving is er de oorzaak van dat in de
varkens-en pluimveehouderij be-
drijfsvergroting mogelijk is, doch in
de rundveehouderij bij een produk-
tie van 125 kg, P205 per ha niet, al
dus de heer Van Veldhuizen. Indien
een rundveebedrijf een referentie
hoeveelheid heeft van 2500 kg P205
en een bedrijfsgrootte van 10 ha, zal
bij aankoop van nog eens 10 ha niet
boven de mestwetgeving ook prak
tisch uitvoerbaar zijn, dan verdienen
de diverse knelpunten - zoals die in
het "zwartboek gevolgen mestregel-
geving" opgesteld door de Overijs
selse Landbouw Maatschappij naar
voren worden gebracht -aandacht en
zullen er bijstellingen moeten plaats
vinden. Deze knelpunten zijn o.a.
milieutoeslag WIR, vergunnin
genstelsel, mestafzetkontrakten, af-
leveringsbewijzen, bedrijfsbeëindi-
gers, mestboekhouding afnemers,
uitzonderingsgebieden uitrijverbod,
gezamenlijke mestopslag en losse
pacht. Volgens de heer Van Veldhui
zen nemen de problemen toe naar
mate de invoering van de mestwetge
ving dichterbij komt.
Het mestquotum is verplaatsbaar,
voor zo ver de referentiehoeveelheid
uitgaat boven 125 kg P205 per ha.
Veel discussie is er nog rondom de
vrije verplaatsing en de korting die
toegepast zal gaan worden. Moeten
in het verplaatsingsbesluit struk-
tuurbepalende voorwaarden worden
opgenomen? Moet in de korting een
differentiatie worden aangebracht?
Gaan niet-verplaatste en niet tot
waarde gebrachte mestquota een rol
spelen in de fiskale sfeer bij bedrijfs
overname (vergelijk de problemen
die zich op dit gebied bij de melk
quota voordoen). Op al deze vragen
zal zo spoedig mogelijk een ant
woord moeten komen, aldus de heer
Van Veldhuizen.
Zuivelbeleid
Onder verwijzing naar de Land
bouwschapsnota "naar een toe
komstig zuivelbeleid" legde de voor
zitter van de veehóuderijcommissie
er de nadruk op dat indien voor het
nieuwe melkprijsjaar (met ingang
van 1 april 1988) een ander melk
quotumsysteem wenselijk is, de keu
ze hiervoor op tijd kenbaar gemaakt
moet worden. Als dat niet gebeurt
zullen we naar zijn mening met het
huidige A-systeem blijven zitten.
Onder druk van de Verenigde Staten
en enige EG-lidstaten is de toegezeg
de harmonisatie in de EG betreffen
de groeibevorderende middelen weer
gedeeltelijk teruggedraaid. Voor de
Nederlandse rood- en witvleespro-
duktie is dit een slechte zaak. Verder
blijkt dat in Nederland nog steeds
niet dezelfde klassifikatie van kracht
is als in andere EG-landen.
Aan het slot van het overzicht in de
veehouderij maakte de heer Van
Veldhuizen melding van de huidige
problemen in de pluimveehouderij.
Door te grote aanvoeren ontstaat er
een sterke druk op de prijzen van het
slachtpluimvee. In de legsektor blij
ven de prijzen aan de krappe kant na
een te korte periode met vriendelijke
prijzen in het voorjaar.
Discussie veehouderij
Het hoofdbestuur onderschrijft de
mening van Van Veldhuizen, dat een
noodslachtplaats pas een
noodslachtplaats is, als deze 24 uur
per dag en 365 dagen per jaar open
is. Vanuit de landbouw mag deze eis
worden gesteld. Iets anders is het,
als het gaat om de keuring van het
aangevoerde vee. Hier ligt ook een
verantwoordelijkheid voor de indivi
duele boer, namelijk het tijdstip
waarop hij een dier laat aanvoeren.
Het hoofdbestuur benadrukte nog
eens, dat de enige oplossing voor het
mestoverschot de mestverwerking is.
In de tussentijd wordt de landbouw
gekonfronteerd met de mestwetge
ving en dus verplichte opslagcapaci
teit. Het blijkt echter, dat een uitrij
verbod van mest in de praktijk on
werkbaar is. In de maanden oktober
en november zijn de omstandighe
den vaak zeer goed, ook uit milieu
oogpunt en dan is het onverant
woord om geen mest uit te mogen
rijden.
Wat betreft de milieutoeslag in het
kader van de WIR is de situatie nog
zeer onduidelijk. De SEV krijgt hier
veel vragen over en zij adviseert zeer
dringend om de opdracht voor 31
december a.s. de deur uit te doen.
Als je op veilig wilt spelen en je wilt
voor de milieutoeslag nog in aan
merking komen, dan moet je voor
deze datum reageren", aldus de heer
J. Markusse. Hij vestigde er nog de
aandacht op, dat met de bouw van
mestopslag zeer grote bedragen zijn
gemoeid; soms wel tot 30.000,a
40.000.—.
Het hoofdbestuur vindt, dat oudere
bedrijfsgenoten, die van plan zijn
over een aantal jaren hun bedrijf te
staken, niet meer opgezadeld moe
ten worden met forse investeringen
in het kader van de mestwetgeving.
Hier is een taak voor het ministerie
van landbouw weggelegd. Ook is er
een taak voor dit ministerie wegge
legd om te bewerkstelligen dat een
mestafleveringsbewijs niet onderte
kend moet worden door de afnemer.
Dit is in de praktijk een onwerkbare
situatie. Ook werd er aandacht ge
vraagd voor de problemen in de
witvlees- en de roodvleessektor. Nu
een verbod op het hormoongebruik
is versoepeld, zal de invoer van met
hormonen geprepareerd vlees door
blijven gaan. Dit is een zeer schade
lijke en in feite onhoudbare situatie
voor de. vleesmesters. Een publici-
teitsaktie naar de konsument toe om
alleen Nederlands vlees te kopen zou
wellicht een goede zaak zijn.
Tot slot van de veehouderijdiskussie
bleek, dat de roodvleesmesters een
deel van de premie dreigen mis te lo
pen. De minister had in de zomer reeds
toegezegd, dat voor oudere dieren een
uitzondering gold voor de standaardi-
dentifikatie (blikken). De
Rijksdienst voor de Keuring van Vee
en Vlees zou dit pas 2 maanden later
hebben uitgevoerd. Er is een schat
ting gemaakt, dat het om 7 mil
joen premie gaat die nog beschik
baar is. Het hoofdbestuur is van me
ning, dat dit bedrag gereserveerd
moet blijven en overgeheveld moet
worden naar volgend jaar.
tuinbouw
De heer C. Hamelink, voorzitter van
de tuinbouwcommissie, begon zijn
overzicht met de konstatering dat
men in de meeste tuinbouwsektoren
tevreden is over de prijsvorming. Al
leen in de bloembollensektor Iaat de
ze te wensen over. De situatie binnen
de sektoren akkerbouw en veehou
derij worden echter met gemengde
gevoelens gevolgd, zo liet de heer
Hamelink weten. Hij zei het wense
lijk te vinden dat het ook in die sek
toren goed gaat, onder meer omdat
er dan geen sprake van verdringings-
effekten zal zijn.
Door het veelvuldig voorkomen van
hagelschade in het afgelopen seizoen
zal er sprake zijn van een maximale
omslag, alsdus de voorzitter van de
tuinbouwcommissie. Dit houdt in
dat de definitieve premie maximaal
zal zijn. Een hogere premie kan be
tekenen dat een aantal verzekerden
als verzekerde afvalt, waardoor de
premie nog weer hoger gaat worden
(vliegwieleffekt).
De heer Hamelink noemde voorts de
nota "niet-verzekerbare risiko's" in
de land- en tuinbouw van Minister
Braks. De minister stelt hierin dat de
overheid slechts in hoge uitzonde
ring kan bijspringen (natuurrampen
e.d.) om de landbouw bij te staan.
De heer Hamelink legde er verder de
nadruk op vanuit de tuinbouw het
milieu niet te willen veronachtza
men. Dat betekent niet dat er eenzij
dig gewasbeschermingsmiddelen
verboden moeten of mogen worden,
maar aan de andere kant moet de
aarde wel leefbaar blijven.
ZLM-manifestatie 1988
Het hoofdbestuur neemt kennis van
de voortgang van de manifestatie
kommissie. De opgestelde begroting
wordt door het hoofdbestuur goed
gekeurd.
Presentielijst hoofdbestuur
d.d. 30 11 '87
H.C. van der Maas, voorzitter; A.H.
Munters, vice-voorzitter; mr. J. Og-
gel, algemeen-sekretaris; R. Hoiting,
sekretaris; K.L. v. Langeraad, plv.
kring Schouwen-Duiveland; M.C.J.
Kosten, kring Tholen-St. Philipsland;
F.A. Dees, kring Noord-Beveland; C.
Hamelink, kring O. Zuid-Beveland;
S.J. Noteboom, kring W. Zuid-
Beveland; C.J. Bierens, kring Wal
cheren; P. Risseeuw, kring W.
Zeeuws-Vlaanderen; M. Boogerd,
kring Axel; M. Vinke, kring Hulst;
J.C. Geluk, kring West-Brabant; G.J.
de Jager, kring Altena-Biesbosch; H.
Juin, kring Oost- en Midden-Brabant;
J.H. Hartgers, kring Langstraat; G.
Sterrenburg, tuinbouw; J. Nieuwen-
huyse, grondgebruik; W. v. Veldhui
zen, veehouderij; D. Hannewijk,
veehouderij. Adviserende leden: ir.
C.A.C.J. Oomen; mw. R. Crezee;
mw. C.M. Dees. Diensten/instellin
gen: ing. J. Markusse; mw. J. Priem;
T. Elzinga; L. Kattenwinkel.
Het hoofdbestuur van de ZLM
heeft op haar vergadering maan
dag 30 november jl. uitvoerig ge
discussieerd over de COVRA, de
opslag van radio-aktief afval.
Zoals bekend is als lokatie voor
de gemeente Borsele gekozen.
Het hoofdbestuur konkludeerde,
dat de lokatie zoals deze nu is
aangegeven, grote problemen
oplevert voor de land- en tuin
bouw. Er is nogal wat landbouw
grond in het geding als de huidige
plannen doorgaan, terwijl er op
de terreinen van het havenschap
Vlissingen ruimte voldoende is.
De heer Nieuwenhuyse: "De ge
volgen zullen ingrijpend zijn
voor de landbouw in de omge
ving. Een beroerdere lokatie had
den ze niet kunnen kiezen".
Overigens blijkt, dat er van over-
heidszijde zeer verwarrende ant
woorden komen op de vraag in
hoeverre de lokatiekeuze defini
tief is. Uit het feit, dat er mo
menteel bezwaren ingediend kun
nen worden tegen de toepassing van
art. 19 (vooruitlopend op het nieu
we bestemmingsplan Borsele) kan
echter worden afgeleid, dat de
keuze nog niet vaststaat. Dit
voorbereidingsbesluit is nodig
om de opslag van het kernafval
planologisch mogelijk te maken.
Besloten werd een en ander uit te
zoeken en alles in het werk te
stellen om de nadelige gevolgen
voor de landbouw tot het mini
male te beperken.