Bodemgeschiktheid en afwatering
medebepalend voor
bedrijfsresultaat akkerbouw
Toch extra personeel
voor plantenveredeling
Nieuwe suikerbietenrassen
op rassenlijst
Suikerbietenras Lucy op de
Rassenlijst 1988
LEI-studie Zuidwestelijk Zeekleigebied:
Oorzaken
Kavelkoncentratie
Organisatie
Financiering
korte wenken
akkerbouw
Verschillen in bedrijfsresultaat op akkerbouwbedrijven kunnen voor
circa één vijfde worden verklaard uit verschillen in kultuurtechnische
omstandigheden en voor één derde uit verschillen in bedrijfsopper-
vlakte. De kultuurtechnische faktoren die van belang zijn voor het be
drijfsresultaat zijn de hoofdafwatering, de bodem, de kavel- en
perceelsgrootte en het drainonderhoud. De overige kultuurtechnische
faktoren hebben geen invloed op het behaalde bedrijfsresultaat in de
onderzochte jaren. Een en ander blijkt uit een studie van het
Landbouw-Ekonomisch Instituut naar de invloed van kultuurtechni
sche faktoren op de bedrijfsvoering en -resultaat op akkerbouwbe
drijven in het Zuidwestelijk Zeekleigebied.
Kultuurtechnische faktoren als hoofdafwatering, bodem, kavel- en perceels
grootte en ook de toestand van de drainage, bepalen voor één vijfde deel de
inkomstenver schillen op de Zuidwestelijke akkerbouwbedrijven.
Bij dit onderzoek zijn met behulp van
een enquête alle kultuurtechnische en
daarmee samenhangende produktie-
omstandigheden geïnventariseerd.
Het onderzoek had betrekking op al
le akkerbouwbedrijven in het Zuid
westelijk Zeekleigebied die in de jaren
1981/'82 en 1982/'83 in het LEI-
boekhoudnet zaten. De bedrijfsresul
taten in deze jaren komen gemiddeld
overeen met het gemiddelde bedrijfs
resultaat van de afgelopen zes jaar.
Kultuurtechnische kengetallen zijn in
het onderzoek gekoppeld aan de ge
gevens uit het LEI-boekhoudnet over
de bedrijfsvoering en resultaten van
de onderzochte bedrijven.
Verschillen in bedrijfsresultaat wer
den vooral veroorzaakt door:
- Oppervlakte kultuurgrond: Bedrij
ven met een grotere oppervlakte heb
ben doorgaans ook een iets
intensiever bouwplan, hogere kilo op
brengsten per ha en lagere arbeids- en
bewerkingskosten per ha. Het netto
overschot en de arbeidsopbrengst per
hektare dalen gemiddeld echter weer
als de bedrijven groter dan 75 ha zijn.
Gemiddeld hangen de verschillen in
bedrijfsresultaat voor 35% samen met
verschillen in bedrijfsoppervlakte.
- Hoofdafwatering: Bedrijven met
een betere hoofdafwatering en, hier
mee samenhangend, een betere detai
lafwatering en een hoger percentage
kavels met drains leveren voor een
aantal gewassen hogere kilo op
brengsten op. Ook zijn de machine
kosten op bedrijven met een betere
hoofdafwatering lager. Hieraan kan
8% van de verschillen in bedrijfsre
sultaat worden toegeschreven.
- Bodem: Op de zwaarste gronden
zijn de bedrijfsresultaten het slecht
ste. Op bedrijven met de zwaarste
gronden is het percentage suikerbie
ten en konsumptieaardappelen (die
doorgaans een hoger saldo hebben)
het laagst terwijl ook de kilo-
opbrensgen van deze gewassen op de
lichtere gronden doorgaans hoger lig
gen dan op de zwaardere gronden.
Hier kan circa 5% van de verschillen
in bedrijfsresultaat aan worden toe
geschreven.
- Intern schaalaspekt: Naarmate be
drijven van gelijke oppervlakte gro
tere percelen en minder kavels
hebben, zijn de arbeids-, werktuig- en
brandstofkosten lager en de kilo
opbrengsten per hektare hoger.
- Drainonderhoud: Naarmate men
zijn drains beter onderhoudt zijn de
produktiekosten lager.
Uit het onderzoek bleek niet dat er
nog andere kultuurtechnische aspek-
ten van belang waren voor een verde
re verklaring van de verschillen in
bedrijfsresultaat. Dit neemt niet weg
dat sommige kultuurtechnische fak
toren (regelmatige percelen, kavels
dicht bij huis, e.d.) van belang kun
nen zijn voor het werkgemak en de ar
beidsomstandigheden.
Verder kwam naai voren dat als men
bij landinrichtingsmaatregelen voor
akkerbouwbedrijven de keus moet
maken tussen kavelsamenvoeging op
afstand van het bedrijfsgebouw of
meer kavels dicht bij huis, men betet
kan kiezen voor kavelkoncentratie (de
afstand van de kavels tot het bedrijfs
gebouw blijkt van geen invloed te zijn
op de bedrijfsresultaten).
Verder kan men op grond van dit on
derzoek konkluderen dat het rende
ment van landinrichtingsmaatregelen
omhoog kan door ze te richten op be
paalde deelaspekten, zoals in akker
bouwgebieden op verbetering van de
hoofdafwatering en kavelkoncen
tratie.
"Kultuurtechnische faktoren en be
drijfsresultaat; Een studie op akker
bouwbedrijven in het Zuidwestelijk
Zeekleigebied". Bestellen door over
schrijving van f 11,op postreke
ning 412235 van het LEI te Den
Haag, onder vermelding van "Publ.
2.182".
Minister Braks is bereid voor de plantenveredeling, en met name het
resistentie-onderzoek, honderd tot honderdvijftig extra formatieplaat
sen beschikbaar te stellen. Dat zei de minister tijdens de behandeling
van het Ontwikkelingsplan Landbouwkundig Onderzoek 1987-1990,
afgelopen maandag in de Kamerkommissie voor Landbouw.
De formatieplaatsen zouden betaald
moeten worden uit een zogenaamd
"vernieuwingsfonds". Overigens
noemde Braks de extra inkrimping
van de plantaardige sektor "groten
deels optisch". De minister bedoelde
daarmee dat de onderzoeksinstituten
die zich specifiek met plantenverede
ling bezighouden weliswaar veel per
soneel moeten inleveren, maar dat
onderzoek dat aan de sektor ten goe
de komt, ook in andere, meer alge
meen gerichte instituten zal worden
voortgezet. Bij de toedeling van de ex
tra formatieplaatsen, zullen akker- en
tuinbouw "op basis van gelijkwaar
digheid-worden behandeld", zegde
Braks toe.
Het kernpunt van het Ontwikke
lingsplan is het verdwijnen van 325 ar
beidsplaatsen bij de instituten. Het
vrijkomende geld zal worden besteed
aan de verbetering van apparatuur en
gebouwen. Verder zal er een herstruk-
turering plaatsvinden, waarbij een
aantal instituten verdwijnt of fuseert.
Zo zal er één instituut overblijven
voor de verwerking van akker- en
tuinbouwprodukten, één instituut
voor plantenveredeling, en één insti
tuut voor rassenonderzoek en zaad
technologie. Nieuw is een instituut
voor onderzoek van het landelijk ge
bied, dat zich op milieu en landschap
zal richten.
De meerderheid van de Kamer kon
met deze nieuwe opzet instemmen,
hoewel er enige kanttekeningen wer
den gemaakt. De PvdA pleitte voor
één instituut waar alles wat met de
plantaardige produktie te maken
heeft wordt samengebracht. Een fu
sie dus tussen plantenveredeling en
rassenonderzoek. Het CDA wilde
"een duurzaam ekonomisch draag
vlak" als basis voor het onderzoek,
en meer aandacht voor marktgerich
te gewassen. De VVD'er Blauw vroeg
minister Braks of de plannen voor de
plantaardige sektor niet "het afschrij
ven van de nationale akkerbouw" be-
- Vrijdag 4 december 1987
tekenden. Een motie hierover slikte
hij echter weer in nadat de minister
zijn toezegging van extra formatie
plaatsen had gedaan.
Braks zei dat de besluitvorming over
de nieuwe organisatiestruktuur nog
De goede boer/vakman is intussen
weer bezig zijn machines na te kijken
en IN GOEDE STAAT te brengen.
Goed onderhoud betekent het behoud
van Uw kostbare machine- en werk
tuigenpark. Laat uw kapitaal niet
wegroesten, U heeft het broodnodig.
De TWEEDE behandeling met vloei
bare kiemremmer bij aardappelen
moet nu worden uitgevoerd. Wacht
niet tot de ogen van de aardappelen
beginnen uit te lopen. Teleurstellen
de ervaringen kunnen we niet gebrui
ken en inwendige kieming evenmin.
Bij kontraktteelten is de prijs belang
rijk, erg belangrijk zelfs. In een
GOED kontrakt worden ook schrif
telijk de zaaitijd, de rassenkeuze, de
tarrering, de staffel en het tijdstip van
betalen vastgelegd. De "Algemene
voorwaarden" van het Landbouw
schap zijn hierbij een goed hulp
middel.
Te veel regen kunnen we niet stoppen.
Wel kunnen we er voor zorgen, dat
er geen plassen op het land (blijven)
staan; NU door greppels te graven en
de volgende zomer door te egaliseren.
Wist U dat een drain per m2 5 liter wa
ter per dag moet kunnen afvoeren?
Bij een lengte van 250 meter en een
afstand van 16 meter is dit 20.000 li
ter. ELKE SEKONDE EEN BIER
GLAS VOL.
dit jaar moet worden afgerond. De
nieuwe personeelssamenstelling zal
niet voor eind 1990 voltooid zijn,
waarbij gedwongen ontslagen zoveel
mogelijk vermeden zullen worden.
Kontrakt-onderzoek mag volgens de
minister niet meer dan 20 procent van
het budget beslaan. "Ik deel de voor
keur van de Kamer voor programma
financiering. Kontrakt-onderzoek
mag geen kennisuitverkoop worden".
Braks wil in de toekomst de instellin
gen een financieel vooruitzicht voor
vier jaar geven, als er voor die perio
de relevante onderzoeksprogramma's
op tafel liggen. Voor het bepalen van
wat relevant is, blijft de minister ver-
Uienprijs valt tegen
Het aanbod van uien in oktober was
ongeveer gelijk aan dat van vorig
jaar. Ook de export bleef op een ge
lijk niveau. Ondanks dat de oogst van
zaaiuien kleiner uitgevallen is dan vo
rig jaar, was de prijs met 9 cent toch
2 cent lager dan vorig jaar. Voor een
deel werd dit veroorzaakt doordat er
de hele verslagmaand nog 2e jaars
plantuien werden verhandeld. De ex
port naar West-Duitsland bleef sterk
achter, maar de toename van de ex
port naar West-Duitsland bleef sterk
achter, maar de toename van de ex
port naar overzeese gebieden maakt
dit weer goed. Een vijfde van de uie-
nexport in oktober ging naar Midde-
nafrikaanse landen, iets minder dan
naar de Bondsrepubliek.
Nieuwe mechanische
precisiezaaimachine voor
bieten
Kongskilde Benelux B.V. te Breda in
troduceert een nieuwe, mechanische
precisiezaaimachine voor bieten, met
een nieuw systeem van diepteregeling,
de Stanhay Rallye 590. De nieuwe,
'zelfdenkende" voorwielophanging
past zichzelf perfekt aan de bodem
ligging aan, nadat het voorwiel door
zijn stand en konstruktie eerst voor-
geëgaliseerd heeft. Dit resulteert in
een regelmatige diepteligging van het
zaad. Hierdoor is de ontkieming van
alle zaadjes ook opvallend gelijk
tijdig!
Daarbij komt dat het systeem alle tril
lingen absorbeert, hetgeen de zaaipre-
cisie van de zaaiunit uiteraard ten
goede komt. De Rallye is er in een 6,
12 en 18 rijige uitvoering. Voor meer
inlichtingen tel. 076-873450.
antwoordelijk, zei Braks, maar het
bestuur van de nieuw te vormen Stich
ting zal een fors mandaat krijgen. De
ze Stichting wordt na de
verzelfstandiging de opvolger van de
huidige Direktie Landbouwkundig
Onderzoek, die echter nog wel als be
leidsbepalende en kontrolerende in
stantie naast de Stichting zal blijven
De Kommissie voor de Samenstelling
van de Rassenlijst voor Landbouwge
wassen deelt mee dat de volgende sui
kerbietenrassen voor het eerst in de
Beschrijvende Rassenlijst voor Land
bouwgewassen zullen worden opge
nomen en beschreven in de
aangegeven rubriek.
N - Gration K: Kuhn en Co. Interna
tional B.V., Vlijmen; N - Univers K:
Kon. Kweekbedrijf en Zaadhandel
D.J. van der Have B.V., Kapelle
(Zld.); N - Lucy K: SES Europese
Lucy, het nieuwe suikerbietenras
waarvoor Cebeco-Handelsraad de ex-
klusieve vertegenwoordiging voor Ne
derland heeft, is opgenomen op de
Rassenlijst voor Landbouwgewassen
1988, in de groep rassen met een hoog
winbaar suikergehalte.
De uitstekende suikeropbrengst met
een goede winbaarheid, de makkelij
ke rooibaarheid op zwaardere gron
den, de snelle grondbedekking en de
zeer goede zaadkwaliteit maken Lu
cy volgens Cebeco-Handelsraad tot
een aanwinst voor de Nederlandse
suikerbietenteelt.
Cebeco-Handelsraad omschrijft Lu-
voortbestaan.
Braks zag goede mogelijkheden om in
de toekomst meer geld voor het on
derzoek uit te trekken, mits "de over-
schottenproblematiek in de EG wordt
opgelost. Als dat lukt sta ik als mi
nister en u als parlement een stuk ste
viger in onze schoenen", aldus de
minister.
Zaadmij N.V., Tienen, België; V:
Cebeco-Handelsraad, Rotterdam; N
- Carla K: Kleinwanzlëbener Saat-
zucht A.G., vorm. Rabbethge und
Giesecke, Einbeck, Bondsrepubliek
Duitsland.
Voor beschrijving van de rassen en
verdere bijzonderheden wordt verwe
zen naar de 63e Beschrijvende Ras
senlijst voor Landbouwgewassen.
Deze verschijnt in de 2e helft van de
cember bij Drukkerij en Uitgeverij
B.V. Leiter-Nypels, Postbus 831,
6200 AV Maastricht.
cy als een nieuwe generatie biet, die
tegemoet komt aan de steeds hogere
eisen die worden gesteld ten aanzien
van suikeropbrengst, winbaarheid en
tarra: "Tijdens uitgebreide, meerja
rige beproevingen op de proefvelden
van het RIVRO, IRS, S.E.S. en
Cebeco-Handelsraad kwamen de uit
stekende kwaliteiten van dit ras dui
delijk naar voren. De gemiddelde
suikeropbrengst over de drie beproe
vingsjaren lag procenten boven de
prestaties van de gevestigde rassen.
Tevens blijkt het ras een uitstekende
winbaarheidsindex te hebben, wat ge
zien de recente ontwikkelingen rond
de uitbetaling op winbaarheid een
zeer belangrijk voordeel is. Lucy is
dan ook ingedeeld in de groep rassen
met een hoog winbaar suikergehalte.
Lucy heeft een niet te diep groeiende
biet, die zeer goed rooibaar is, ook op
de zwaardere, tarragevoelige gron
den. Het ras vertoont een vroege
grondbedekking, waardoor onkruid
weinig kans krijgt, de produktie vroeg
op gang komt en het gevaar van ster
ke uitbreiding van de vergelingsziek-
te minder groot is".
11