Hoogste punt bereikt van mestverwerkingsfabriek Promest Nieuwe celgetalnormen vastgesteld door COM LEI-onderzoek: beperkte mogelijkheden voor afzet geitekaas Landbouw en milieu: mest dicht boven de grond schijnoplossing Vakbeurs Nationale Rundvee Manifestatie krijgt gestalte korte wenken veehouderij Kommissie Veredelingslandbouw KNLC: 'Alert blijven op varkenspest' Onlangs is het hoogste punt bereikt van de proeffabriek voor de mest verwerking van Promest in Hel mond. In deze proeffabriek, die een kapaciteit heeft van 100.000 ton per jaar, zal varkensdrijfmest verwerkt worden tot een korrelvormige orga nische mest met zodanig milieu vriendelijke technieken, dat geen hinder voor mens en milieu onstaat. Een drietal vergisters resp. twee van 1100 en één van 2000 m3 inhoud met een gemiddelde verblijftijd van ca. 20 dagen leveren ca. 5500 m3 biogas per dag. Van een gedeelte hiervan wordt m.b.v. een warmte-kracht-installatie elektriciteit en warm water voor het eigen bedrijf gemaakt. Van het andere gedeelte wordt stoom gemaakt, beno digd voor de indamper en het drogen van het eindprodukt. Het filtraat, dat na de ontwatering van de vergiste mest ontstaat wordt d.m.v. een bio logische waterzuivering en indampers zodanig gereinigd, dat dit effluent in principe geloosd kan worden op het oppervlaktewater. Door het drogen en vormgeven van de ontwaterde koek ontstaat ca. 11.000 ton stank- vrije organische korrelmest per jaar. Hiermee worden uitvoerige gewasopbrengst-proeven in binnen- en buitenland uitgevoerd. Voor het uitvoeren van deze aktivitei- ten werkt Promest samen met DSM en NSM, die op bovengenoemd ter rein een uitvoerige expertise hebben opgebouwd. De eerste mest zal in maart/april in de vergisters kunnen worden gebracht, waarna de proeffa briek in fasen in bedrijf komt en me dio 1988 op volle kapaciteit zal draaien. In de centrale verwerkingshal zal Pro mest B.V. samen met de PNEM een proefinstallatie bouwen voor het dro gen van pluimveemest m.b.v. rest warmte. In dit geval kan daar de restwarmte van de W.K.C. Helmond voor gebruikt worden. Promest B.V. zal een aansluiting krijgen op de "warmtepijp" die naar Asten loopt. Tevens zullen in dit projekt verschil lende luchtbehandelings-technieken ter voorkoming van ammoniak wor den onderzocht. Nadat in 1989 in de proeffabriek de definitieve proceslijn is bepaald en d.m.v. uitgebreide proeven inzicht in de marktwaarde van het eindprodukt is verkregen, kan begonnen worden met de bouw van een vijftal mestver werkingsfabrieken met een kapaciteit van elk 1 miljoen ton per jaar. Op 17 en 18 juni 1988 zal voor de eerste maal de voor Nederland unie ke Nationale Rundvee Manifestatie (NRM) plaatsvinden. Doel van deze njanifestatie, die een initiatief is van het Koninklijk Nederlands Rundvee Syndikaat, is aan alle Nederlandse Rundveehouders de resultaten te la ten zien van de inspanningen op het gebied van de rundveeverbetering. Plaats van handeling zal het Vee- marktkomplex te Utrecht zijn, dat geheel ter beschikking is voor de NRM. Deelname aan de rundveeshows op 17 en 18 juni zal slechts weggelegd zijn voor scherp geselekteerd hoog waardig fokmateriaal. Een projekt- groep, bestaande uit deskundige NRS- en KI-funktionarissen, is be last met de selektie van de dieren. Tevens is tijdens de manifestatie een doorlopende show van vleesvee rassen. Een professionele vakbeurs, welke zo'n 5.000 m2 zal beslaan, maakt eveneens deel uit van de manifesta tie. Op deze vakbeurs is plaats voor bedrijven en instellingen op het vak gebied van de melkveehouderij. Daarbij kan gedacht worden aan dienstverlenende bedrijven, leveran ciers van komputers, management- sapparatuur, geneesmiddelen en bestrijdingsmiddelen, veevoeder en voederwinningsapparatuur, aan spermaleveranciers en KI- verenigingen, enz. Aldus zijn er di verse mogelijkheden voor de naar verwachting ruim 20.000 rundvee houders die de NRM zullen bezoe ken om zich te laten informeren en aldus hun vakkennis te vergroten. Informatie over de vakbeurs kan verkregen worden onder telefoon nummer 013 - 378600. De geitenhouderij heeft in Neder land de afgelopen jaren een storm achtige ontwikkeling doorge maakt. De afzetmogelijkheden voor geitemelkprodukten hebben met de ze ontwikkeling geen gelijke trend kunnen houden. De binnenlandse markt is klein, en ook in het buiten land zijn maar weinig mogelijkhe den tot vergroting van de afzet van geitekaas. De konkurrentie uit lan den als Frankrijk en Spanje neemt toe. Het gevolg is een forse verlaging van de prijs van geitemelk, en een zwakke financiële positie van de sek- tor. Dat blijkt uit een studie van het Landbouw-Ekonomisch Instituut, uitgevoerd op verzoek van de direk- tie Verwerking en Afzet Agrarische Produkten van het Ministerie van Landbouw. Op korte termijn zijn er weinig ekstra afzetmogelijkheden voor Ne derlandse geitekaas ten opzichte van 1986. De produktie van geitemelk zal dan ook moeten worden terugge IpV a Nederland dient zeer alert te blijven op varkenspest, ook al is ons land al geruime tijd niet meer getroffen door een uitbraak hiervan. Dit stelde de kommissie Veredelingslandbouw van het KNLC in haar vergadering van 5 november jl., waar uitgebreid over deze materie is gesproken. In andere EG-lidstaten, ook in de ons omringende landen, doen zich in tegenstelling tot Nederland wel uit braken voor, reden waarom we zeer alert moeten blijven, aldus de KNLC-kommissie. Gezien de var kensdichtheid en de eksport kan een uitbraak in Nederland desastreuze gevolgen hebben. Mede door een ge bracht wil een rendabele prijsvor ming optreden. Daarnaast zal de gei- tensektor zich moeten verenigen om produktie en afzet op elkaar af te stemmen. Omdat de Nederlandse primaire sek- tor tegen relatief lage kosten kan produceren, zijn er op langere ter mijn perspektieven, vooral voor af zet van harde en halfharde geitekaas in West- en Zuid-Europa, en van zachte kaas in Zuid-Europese lan den. Verder zal produktontwikke- ling een hoge prioriteit dienen te hebben. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de ervaring die bij koeiekaas is opgedaan bij de ontwik keling van nieuwe soorten en bij het gebruik van distributiekanalen. 'Afzetperspektieven voor Neder landse geitekaas op middellange ter mijn'. Bestellen door overschrijving van ƒ23,75 op postbankrekening 412235 van het LEI te Den Haag, onder vermelding van 'Med. 378'. wijzigde EG-regelgeving is een goede gezondheidszorg belangrijker dan ooit. De kommissie Verede lingslandbouw onderstreept het be lang van een goede, sluitende en uni forme identifikatie- en registratiere geling van varkens. Wat betreft de (vergaande) regels - waaraan de overheid denkt - om met name het aantal (fokkerij-)bedrijven waarvan de varkens van een bepaald (mest-) bedrijf afkomstig zijn te beperken, meent de kommissie dat niet voorbij gegaan mag worden aan de praktijk situatie. Gedacht zou kunnen wor den om deze beperking niet per be drijf, maar per afdeling te laten gelden. Het bestuur van het Centraal Orgaan Melkhygiëne heeft een definitief besluit genomen over nieuwe celgetal normen. De heer L. Krijgsman, direk- teur van het regionaal orgaan voor Melkhygiëne West-Nederland te Go- rinchem, bericht dat de EG-richtlijn inzake hygiënische en veterinairrech telijke problemen bij het handelsver keer tussen EG landen in warmtebehandelde melk van o.a. een gemiddeld celgetal van 500.000 per ml. spreekt, gekonstateerd over een periode van drie maanden. Zo'n EG- richtlijn is bindend voor alle lidstaten en heeft als zodanig kracht van wet. Zo'n richtlijn komt moeizaam tot stand en is uiteindelijk een compro mis. Als het aan Denemarken had ge legen, zou bijv. de norm ten aanzien van het gemiddeld celgetal geen 500.000 zijn geweest, maar 300.000! De lidstaten mogen wel zelf bepalen welk gemiddelde zal worden gehan teerd: rekenkundig of geometrisch. Het werken met een rekenkundig ge middelde is uiteraard eenvoudiger dan met een geometrisch gemiddelde. Maar mede omdat het rekenkundig Op bouwland moeten boeren vanaf 1 januari 1988 uitgereden mest uiterlijk een dag na het uitrijden onderwerken. Landbouw en milieu tilt niet erg zwaar aan bedenkingen uit milieu kringen dat deze periode te lang is. Veel boeren zullen de mest sneller on derwerken om zoveel mogelijk am moniak als meststof te gebruiken. De overheid kan dit verder stimuleren door voorlichting. Aanscherping van de onderwerkplicht is daarom volgens het centrum niet nodig. Op lange termijn zou kunnen worden gedacht aan een verplichting de mest direkt tijdens het uitrijden on der te werken. De apparatuur is daar voor beschikbaar, maar voor veel bedrijven nog te duur. Daarom be veelt het centrum aan deze methode de komende jaren te stimuleren door investeringspremies en voorlichting. gemiddelde altijd hoger uitvalt dan het geometrisch gemiddelde, en de nieuwe eisen toch al vrij wat zwaar der zijn dan de huidige, heeft het COM-bestuur gekozen voor het gun stige systeem voor de veehouders: het geometrisch (meetkundig) gemiddel de. Daarover zal nog ruim een jaar voorlichting worden gegeven, voordat op 1 januari 1989 het nieuwe kor tingssysteem ingaat. Het volledige COM-besluit is als volgt: Bij enkelvoudige overschrijding van de grens van 500.000 cellen per ml, ontvangt de veehouder een waar schuwing; dat is al geruime tijd het ge val, en dat blijft ook in 1988 zo. Tevens zal de veehouder in 1988 een waarschuwing ontvangen wan neer het geometrisch gemiddeld cel getal (van 3 uitslagen, in 3 vier-weekse perioden) hoger is dan 500.000. Met ingang van 1989 volgt bij overschrijding van 500.000 (geome trisch gemiddelde van 3 uitslagen), een korting van 1 cent per kg melk, geleverd in de periode waarin de laat ste van de 3 celgetalwaarden is vast gesteld. Mestinjektie Het centrum noemt verwachtingen over mestinjektie op grasland te hoog gespannen. Deze methode kan vaak tot beschadiging van de graszode lei den. De grond moet tevens voldoen de vochtig zijn, ook nog enkele dagen na de injektie. Dat is niet altijd het geval, aldus het centrum. Zelf ziet het meer in het scheiden van de mest in een vaste en waterige fraktie. Daar door zou de ammoniak-uitstoot met 60 procent kunnen worden vermin derd. Op den duur lijkt een plicht de mest op grasland in de grond te wer ken onontkoombaar, meent land bouw en milieu, maar dan zullen voor die tijd eerst nieuwe technieken moe ten worden ontwikkeld en in de prak tijk worden beproefd. Ook hier kan de overheid naar zijn oordeel stimu lerend optreden met investeringspre mies en voorlichting. Er is dus een jaar ruimte gelaten voor voorlichting en tevens om ervaring met het nieuwe systeem op te doen. Enkele detail-aspekten zullen nog na der worden geanalyseerd. Aan de hand van de bevindingen zou dus nog enige bijstelling kunnen plaatshebben. Maar het bovenvermelde is thans het definitieve besluit van het COM, dat na een lange tijd van gedegen voor bereiding, na onderzoek van diverse ingediende alternatieven, en met in achtneming van de bindende EG- richtlijn, vorige week werd genomen. Het zal duidelijk zijn, dat het in het belang is van onze zuivelexportposi- tie, dat aan deze nieuwe norm wordt voldaan. In goede samenwerking tus sen de diverse voorlichtende instan ties (COM en ROM's, zuivelbedrijfsleven, melkwinnings- kommissies enz.) en de veehouders (bijv. ook met behulp van periodiek koecelgetalonderzoek), moet dat ech ter mogelijk zijn. Dat zijn we met z'n allen aan onze goede naam op het ge bied van melkkwaliteit verplicht! Al dus de heer Krijgsman. Grond is duur, een hoge opbrengst is noodzakelijk. Vooral dit jaar met zijn overvloedige regen is gebleken dat veel grasland te nat is. Verbete ring van de ONTWA TERING werkt opbrengstverhogend. Drainage is in vele gevallen de beste methode om de ontwatering te verbeteren. De kosten van drainage worden meestal in enkele jaren terugverdiend door hogere opbrengsten. Er is momenteel veel vraag naar KUIL VOER- UITHAALMACHINES. Er is veel aanbod met grote prijsverschillen. Er is ook groot verschil in werking en levensduur van de machines. Koop niet in de wilde weg, ga vooraf kijken bij kollega's. Aanschaf van dure machines is op de meeste be drijven niet rendabel. Vraag zonodig advies. Vooral op bedrijven met een lage veebezetting is het aantrekkelijk om het 'ondereind' van de melkveesta pel te insemineren met een VLEESSTIER. Door de superhef fing mag niet meer melk worden ge produceerd. Een hogere opbrengst door een betere omzet en aanwas is dan gunstig voor het bedrijfsresul taat. Kies een stier die weinig ge boorteproblemen geeft. Voor een rendabele prijsvorming moet de produktie van geitemelk worden teruggebracht. Apparatuur waarmee mest dicht boven de grond wordt toegediend in plaats van breedwerpig op het land wordt verspreid, biedt niet meer dan een schijnoplossing voor de mestproblematiek. Een beter voor uitzicht biedt het snel in de grond werken van mest. Dit stelt het cen trum landbouw en milieu in een rapport voor het ministerie van landbouw en visserij over de uitstoot van ammoniak en geurstoffen bij het uitrijden van mest. In 1986 werd in ons land 200.000 ton am moniak uitgestoten, dertig procent daarvan kwam vrij bij het uitrij den van mest. Vrijdag 20 november 1987 17

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1987 | | pagina 17