Pacht en 65 jaar (I)
Prof. H. van Arkel ziet onderzoek naar
hennepteelt als noodzakelijk kwaad
SE V EKSTRA
Inkuilen
Oogsten
Alles of niets
Snelle veranderingen in melkveehouderij
Milieuregels steeds meer structuurbepalend
"Een noodzakelijk kwaad", noemt prof. dr. ir. H. (Bert) van Arkel
zijn onderzoek naar de mogelijkheden van hennepteelt op Nederlandse
akkerbouwbedrijven, voor levering aan de papierindustrie. De Wa-
geningse hoogleraar verwacht dat de tarweprijs in de toekomst nog
verder zal dalen en dat dit gewas dan alleen nog op de grotere bedrij
ven lonend verbouwd zal kunnen worden. Misschien in het noorden
van Groningen, voegt hij er veelbetekenend aan toe. Desgevraagd zegt
Vap Arkel niet te verwachten dat bij een tarweprijs van vijfenveertig
gulden hennep zal kunnen konkurreren met papierpulp van overzee.
Daarmee is de smalle weg aangegeven voor een mogelijke plaats van
hennep in de vaderlandse akkerbouw. Het onderzoek behelst niet al
leen teelt- en oogsttechnische aspekten, maar ook bewaring en ver
werking.,
Eind september werd op de ir. A.P.
Minderhouthoeve in Flevoland hen
nep geoogst. Het gewas stond ruim
twee meter hoog, maar bleek flink
aangetast door botrytis cinerea en
sclerotinia sclerotorium (rattekeutel-
ziekte). De opbrengst viel tegen. "Ik
had verwacht dat wij zestien, zeven
tien ton droge stof per hektare zou
den oogsten, maar de realiteit is vijf
ton minder", zegt Van Arkel. Toch
stapt hij zeer tevreden door het hoge
gewas, onderwijl wijzend op de ver
schillende onderzoekingen door de
landbouwuniversiteit. "Door de natte
zomer zijn wij met veel problemen ge-
konfronteerd, waardoor wij in korte
tijd veel ervaring met hennep hebben
kunnen opdoen. Wanneer je het ge
was een paar jaar achtereen onder
ideale omstandigheden kunt verbou
wen, denk je al gauw dat je de teelt
onder de knie hebt. Des te harder
komt dan de klap aan in een slechte
zomer", zegt Van Arkel, zelf prak
tisch akkerbouwer in de Haarlemmer
meer en bovendien direkteur van het
Nederlands Instituut Afzetbevorde
ring Akkerbouwprodukten te Den
Haag.
Een heel belangrijk onderdeel van het
onderzoek op de Minderhouthoeve
betreft het inkuilen van hennep. "Het
past niet meer in deze tijd het gewas
na het maaien op het veld te laten lig
gen. Wij denken dat inkuilen een heel
goede volgende stap is", zegt Van Ar
kel en hij hoopt zo meerdere vliegen
in één klap te vangen. De grote vraag
is of hennep na een periode van in
kuilen nog geschikt is voor de papier-
verwerkende industrie. In het
laboratorium zijn goede resultaten
geboekt.
"Mijn gevoel zegt dat het duidelijk
ook in de praktijk moet lukken. Een
moeilijkheid is het luchtdicht afslui
ten, want het spul is ontzettend
veerkrachtig en poreus vanwege de
vezelstruktuur".
Het inkuilen heeft in eerste instantie
tot doel de hennep te bewaren over
een lange periode. De papierindustrie
moet het gehele jaar door zeker zijn
van grondstoflevering. Het gaat dus
helemaal niet om de voederwaarde.
Vervolgens wil Van Arkel onderzoe
ken of het mogelijk is zodanig met het
inkuilen te manipuleren dat de bast
vezels helemaal los komen van de
houtvezels. Van bastvezels is een su-
De speciaal geconstrueerde horizontale en vertikale maaibalken snijden
door de stevige hennepplanten, als was het reeds papier.
Braks ziet niets in meer
onderzoek naar hennepteelt
"Ik heb niet veel verwachtingen"
en "Ik ben niet onder de indruk".
Dat is de reaktie van landbouwmi
nister Braks, als wij hem konfron-
teren met Van Arkel's wens om
meer geld voor onderzoek naar de
mogelijkheden van hennepteelt
voor de papierindustrie. "Wat de
hennepteelt betreft is er nauwelijks
iets wat wij nog niet weten. Het
enige probleem is het ekonomische
kaartje, de toepassing in de prak
tijk", zegt de minister. "Ik denk
dat wij er alles van weten. Nog
meer onderzoek zal de oplpssing
niet brengen. Afgezien van het
specifieke hennep-onderzoek, vind
ik wel dat voor akkerbouw en vol-
legrondtuinbouw de diversiteit in
het bouwplan hoge prioriteit moet
hebben in het landbouwkundig
onderzoek".
Van Arkel zegt een miljoen gulden
extra nodig te hebben voor een zo
kompleet mogelijk onderzoek de
komende drie jaar. Dat onderzoek
moet zowel de teelt, de oogst als
ook bewaring en verwerking van
hennep omvatten.
Voor de oogst heeft men op de Min
derhouthoeve zelf de machines ge-
konstrueerd. Eerst worden de
bladrijke en zaadbevattende topein-
den gemaaid. "Vooral het zaad kun
nen wij niet gebruiken in het
eindprodukt. Dat veroorzaakt zwar
te puntjes in de papierpulp. Als wij
er in zouden kunnen slagen via gene
tische manipulatie alleen mannelijke
planten te verbouwen zou het pro
bleem van het zaad opgelost zijn. Bo
vendien houden de planten dan meer
energie over voor de produktie van
vezels. En daar is het ons uiteindelijk
om begonnen", aldus de hoogleraar.
Na het toppen wordt de hennep zo
wel horizontaal als vertikaal gemaaid
en in zwad gelegd. De zware dubbele
messenbalken snijden de harde sten
gels als was het reeds papier. Van Ar
kel en zijn mensen zijn tevreden over
het werk. Een maishakselaar neemt
de hennep op uit het zwad. Alle draai
ende delen moeten goed afgeschermd
worden, want de taaie vezels zorgen
er in een mum van tijd voor dat de
zaak vastloopt.
"Het is een pracht gewas", meent
Van Arkel. "De planten groeien ra
zendsnel. Drie weken na het zaaien is
het bladerdek gesloten en komt er
geen licht meer op de grond. On-
kruidbestrijding is derhalve niet no
dig. Het nadeel is de vochtigheid
onder, zeker dit jaar. Wij hebben dit
voorjaar op 15 centimeter breedte ge
zaaid, misschien gaan wij volgend
jaar wel op 50 centimeter breedte
zaaien. Het spuiten bleek ook moei
lijk te zijn. Wij beheersen het mikro-
klimaat nog onvoldoende. Er zal nog
veel onderzoek gepleegd moeten wor
den, vooral wat betreft gewasbescher
mingsmiddelen, chemische
stuurstoffen en manipulatie van de
gewasstruktuur". Toch verwacht Van
Arkel dat men binnen drie jaar de
teelt onder de knie heeft, mits.... de
landbouwuniversiteit niet gedwongen
wordt nog verder op personeel te be
zuinigen.
Belangrijk punt van onderzoek is hoe
de plant tijdens de groei zoveel mo
gelijk bast (vezels) kan produceren en
zomin mogelijk houtpijp.
Steeds weer bereiken ons als
SEV-ers vragen omtrent het recht
van een pachter om zijn pacht te
behouden als hij 65 jaar wordt.
Enkele jaren geleden (m.i.v. 1
november 1984) is de Pachtwet
terzake van het verlengingsrecht
van 65-jarige pachters inderdaad
nogal gewijzigd. Allereerst dient
te worden opgemerkt dat de au
tomatische verlenging nog geheel
intakt is, zolang de verpachter
niets doet.
Wat kan de verpachter doen?
Als de verpachter een pachtverhou-
ding met een pachter die reeds 65
jaar is of dat over niet al te lange tijd
wordt, niet meer wil verlengen, zal
hij zelf aktie moet ondernemen.
Zolang hij niets onderneemt blijft de
pachtverhouding in stand en wordt
steeds weer van rechtswege verlengd.
Als de pachter reeds 65 jaar is of
vóór het einde van de lopende pacht-
periode 65 jaar wordt, kan de ver
pachter de pacht opzeggen tegen het
einde van deze lopende periode. De
verpachter deelt dit per aangetekende
brief of deurwaarderseksploit mee
aan de pachter. Deze opzegging
moet gebeuren minstens 1 jaar en
maksimaal 3 jaar vóór het einde van
de lopende pachtperiode. Als de
pachter deze mededeling voor ken
nisgeving aanneemt en niet reageert
zal de pacht het verstrijken van die
pachtperiode dus niet verlengd
worden.
Wanneer de verpachter persé wil dat
de pacht afloopt op het einde van
het pachtjaar waarin de pachter 65
jaar wordt, moet hij er eerder bij
zijn om op te zeggen. Of beter, hij
moet dan eigenlijk niet opzeggen,
maar een kortere verlenging aan
zeggen.
De verpachter moet dan in de pacht
periode (meestal 6 jaar) die vooraf
gaat aan de periode waarin de pach
ter 65 jaar wordt, stappen onderne
men. Dat dient wéér te gebeuren
minstens 1 jaar en maks. 3 jaar voor
het einde van de lopende periode. De
verpachter moet dan bij aangete
kend schrijven mededelen aan de
pachter dat hij géén verlenging van
rechtswege (de automatische verlen
ging met 6 jaar) wenst, doch slechts
zoveel jaar (b.v. 4 jaar) als nodig is
om de pachter tot het einde van het
pachtjaar waarin hij 65 jaar wordt te
laten pachten.
Protest van de pachter?
In beide gevallen, dus bij opzegging
of de mededeling van een kortere
verlenging, kan de pachter bezwaar
aantekenen. Hij moet zich dan bin
nen één maand na ontvangst van de
opzegging of kortere verlenging tot
de Pachtkamer wenden met het ver
zoek de normale 6-jarige verlenging
vast te stellen. Als, zoals in dit arti
kel is aangenomen, deze opzegging
c.q. kortere verlenging is aangezegd
of gevraagd i.v.m. het 65 jaar wor
den van de pachter, zal het verlen-
gingsverzoek van deze pachter aan
de Pachtkamer niet gehonoreerd
kunnen worden.
Soms toch verlenging bij 65-jarige
pachters
De pachtkamer is gedwongen een
verlengingsverzoek van een pachter,
die voor het einde van de pachtperi
ode 65 jaar zal zijn, af te wijzen. Dit
zou echter in enkele gevallen tot gro
te onbillijkheden kunnen leiden. Als
de (omstreeks 65 jaar zijnde) pachter
wel een toekomstige opvolger heeft,
maar die op dit moment nog te jong
is om de pacht over te nemen, zou de
normale overgang van pacht van
ouder naar kind verstoord worden.
Daarom is ook hier de pachtwet aan
gepast.
Een verlengingsverzoek van een
(omstreeks) 65-jarige pachter, die de
pacht is opgezegd, kan weer wel toe
gewezen worden als op het moment
dat de pachtkamer daarover moet
beslissen, door die pachter een in de
plaatsstellingsverzoek is gedaan
perieur kwaliteit papier te maken, zo
als bankbiljetten, sigarettenpapier en
houtvrij schrijfpapier.
Voorlopig gaat Van Arkel ervan uit
dat met de ingekuilde hennep een
grondstof voor een middelmatig soort
papier wordt verkregen. De vezelpulp
moet kunnen konkurreren met een
"produkt van roofbouw, wat het
kappen van de huidige bossen in we
zen is", zoals Van Arkel zegt. De si
tuatie zou kunnen veranderen als de
EG een tolmuur voor papierpulp zou
opwerpen. Maar of dat politiek haal
baar is...
Het is met de hennep alles of niets.
Om een papierfabriek rendabel te
kunnen laten draaien zal jaarlijks mi
nimaal 30.000 ha hennep geteeld moe
ten worden. Desgevraagd zegt Van
Arkel dat hennep goed verbouwd zou
kunnen worden op de Veenkoloniale
gronden.
Het alles of niets wordt ook helemaal
bepaald door de afzetmogelijkheden.
"Het marketing-verhaal hoort na
drukkelijk bij het gehele onderzoek",
voor een eigen-, stief- of pleegkind
van 15 jaar of ouder.
Hetzelfde geldt voor een pachter die
een kortere verlenging i.v.m. het 65
jaar worden heeft aangezegd gekre
gen. Het komt er dus op neer dat een
(omstreeks) 65-jarige pachter die de
pacht is opgezegd, of die een kortere
termijn is aangezegd, als volgt moet
handelen:
1Een in de plaatsstellingsvordering
Zowel de quotaregeling zelf als de
begeleidende verschijnselen als
quota-overdracht en opkoopregeling
hebben de structurele ontwikkeling
van de melkveehouderij in de afgelo
pen jaren sterk beïnvloed. Uit het
Landbouw-Economisch Bericht
1987 blijkt dat het aantal melkkoei
en door quotering en produktiever-
hoging tussen 1984 en 1986 met tien
procent verminderde. Het aantal
kwam op het niveau van 1987.
Tussen 1984 en 1986 daalde het aan
tal melkveebedrijven met acht pro
cent. Over de overdracht van quota
Milieuregels gaan steeds meer de
structurele ontwikkeling van de
agrarische sector beïnvloeden. In het
Landbouw-Economisch Bericht
1987 wordt een aantal voorbeelden
genoemd: mestwetgeving ecologi
sche richtlijn, het bestrijdingsmidde-
lenbeleid, beperkingen aan de ont
trekking van grondwater en beper
king van de amoniak-emissie.
Welke gevolgen milieumaatregels op
de structuur van de bedrijven zal
hebben is niet altijd voorspelbaar.
De aankondiging van de strengere
mestwetgeving heeft in eerste instan
tie stimulerend gewerkt op de uit
breiding van met name de varkens
houderij. Momenteel is er sprake
van een zekere bevriezing van de be
drijfsstructuur terwijl de uitbrei
dingsmogelijkheden door de mest-
vindt Van Arkel. Hij denkt dat de pa
pierfabrikanten op dit moment geen
serieuze belangstelling hebben voor
hennep als grondstof. Het aanbod
van vezelpulp door de houtlanden is
voldoende. Men beschikt dus reeds
over een goedkope grondstof.
De agrarische sektor zal derhalve zelf
een fabriek moeten opzetten. "Daar
voor zijn enkele honderden miljoenen
guldens nodig, Maar die fabriek komt
er nooit als niet duidelijk is dat er vol
doende aanbod van grondstof is. En
de boeren gaan niet eerder hennep
verbouwen als zij zeker zijn van af
zet", aldus Van Arkel, die hier een
taak ziet voor landbouworganisaties,
grote koöperaties en centrale banken.
"Anders lukt het niet", zegt hij na
drukkelijk. Trouwens, ook de over
heid heeft zijns inziens een taak: Het
ontbreekt aan aanzetten geven voor
nieuwe mogelijkheden. Waarom zou
den de opbrengsten uit de medeve
rantwoordelijkheidsheffing niet
gebruikt kunnen worden voor dit
soort zaken?
Bartele A. Bokma
doen voor een 15 jaar (of ouder) oud
eigen-, pleeg- of stiefkind (als hij die
heeft).
2. (Direkt daarna) een verlengings
verzoek indienen.
Beide zaken moeten binnen 30 dagen
na ontvangst van het aangetekende
schrijven (of deurwaarderseksploit)
bij de pachtkamer worden gedaan en
wel in de hierboven gemelde
volgorde. A. Lindenbergh
zijn nog weinig gegevens bekend.
Naar schatting werd in 1986/87 één
procent van de totale melkproduktie
met de bijbehorende grond aan een
andere ondernemer overgedragen.
Ongeveer 0,8 procent van de melk
produktie werd in die periode aan de
overheid overgedragen in het kader
van een opkoopregeling. Vooral
kleinere bedrijven namen in totaal af
maar ook het aantal bedrijven met
meer dan vijftig koeien nam af. Al
leen de categorie met dertig tot vijf
tig melkkoeien nam tussen 1984 en
1986 in aantal toe.
wetgeving en de melkquotering in de
veehouderij zeer gering zijn.
De versoepeling van het "Verplaat-
singsbesluit" zal de totale mestpro-
duktie niet doen toenemen, wel is te
verwachten dat de structurele ont
wikkeling van de individuele bedrij
ven meer mogelijkheden krijgt. De
vrijere overdracht van mestquota zal
de vergroting en de verkleining van
de bedrijfsomvang weer mogelijk
maken. Door het verhandelen van
mestquota zal mogelijk in de verede-
lingslandbouw, net als thans in de
melkveehouderij, een versnelde
structuurverandering plaatsvinden
Het al dan niet uitbreiden, respectie
velijk het verkleinen of beïnvloeden
van het bedrijf vereist goed door
dachte beslissingen van de individue
le ondernemer.
12
Vrijdag 16 oktober 1987