De toepassing van
kiemremmingsmiddelen
bij aardappelen
Moeilijke omstandigheden oogst
pootaardappelen
Om aardappelen voldoende lang kiemvrij te kunnen bewaren, is be
handelen met een kiemremmingsmiddel nodig. In Nederland worden
alleen middelen op basis van I.P.C. en/of C.I.P.C. gebruikt (ook
wel profam resp. chloorprofam genoemd).
Op dit moment mag het residugehalte 5 mg (=5 ppm 5 parts pro-
million) per kg gewassen, niet geschilde aardappelen bedragen. Het
is niet toegestaan om aardappelen enkele weken na behandeling in de
handel te brengen.
Poedervormige middelen
Pm aan de residu-eis te kunnen vol
doen, mag voor bewaring in bewaar
plaatsen 1 kg middel per ton aard
appelen gebruikt worden 10
ppm). De laatste jaren wordt ook
een poedervormig kiemrem
mingsmiddel gebruikt (Germotect),
waaraan een fungicide is toege
voegd. De dosering daarvan be
draagt \Vi kg per ton aardappelen.
Dit middel bevatm 2% thiabendazole
(T.B.Z.) tegen fusariumrot. Volgens
het IBVL is de kans op het optreden
van poederbrand bij dit middel niet
kleiner dan bij gebruik van een 'zui
ver' kiemremmingsmiddel. Germo
tect komt vooral in aanmerking voor
bedrijven waar regelmatig proble
men zijn met fusariumrot en de
aardappelen lang worden bewaard.
De poedervormige middelen worden
bij het inschuren op de transport
band over de aardappelen verdeeld.
De resultaten zijn over het algemeen
zeer goed. De nadelen zijn bekend:
- Toepassing op onvoldoende afge
harde en beschadigde aardappelen
geeft grote kans op poederbrand
- Veel stofvorming bij het verwerken
van de aardappelen
Als aanvulling op Germotectpoeder
is er nu Germotect Flowable. Dit
kiemremmings- en bestrijdingsmid
del wordt met verfijnde spuitappara
tuur tijdens het inschuren in nevel-
vorm aan de aardappelen toege
diend. Stuifproblemen worden met
dit middel voorkomen. De aard
appelen moeten wel afgehard en niet
bekleed zijn met grond. Bij lange be
waring zal bij voorkeur nog moeten
worden gegast.
Vloeibare middelen
Vloeibare kiemremmingsmiddelen
worden tijdens het bewaarseizoen
met speciale apparaten (Swingfog,
Pulsfog, Dynafog) verneveld en
door intern ventileren door de aard
appelen verdeeld.
Van de vloeibare middelen mag to
taal 20 gram werkzame stof 20
ppm) per ton aardappelen worden
gebruikt, d.w.z. 80 ml van een 25%
middel, 67 ml van een 30% middel
of 40*nl van een 50% middel. Voor
erg kiemlustige aardappelen is het
beter de eerste dosering wat groter
en de volgende wat kleiner te kiezen.
De eerste behandeling moet twee a
drie weken na het inschuren plaats
vinden. Het produkt heeft dan de
heelperiode achter de rug en is beter
afgehard. De verdere behandelingen
moeten geschieden voor de ogen
gaan werken. Na het gassen moet in-
tern worden geventileerd tot de nevel
is verdwenen en mag de eerste 3 da
gen niet worden geventileerd met
buitenlucht en moet de bewaarplaats
gesloten worden gehouden.
Op een aantal bedrijven heeft men
bij het gassen bovenin de partij bete
re resultaten door eerst een dosering
door de partij te persen en vervol
gens wat middel door de partij te
zuigen. Hierdoor moeten de ventila
toren worden voorzien van een om-
keerschakelaar.
Let op: Breng de aardappelen alvo
rens de eerste keer te gassen eerst op
een lagere temperatuur (koelen
drogen). Begin bij de volgende dose
ringen een halve dag vóór het gassen
met intern of op een gezond produkt
Vrijdag 2 oktober 1987
zuigend te ventileren, zodat de bo
venste aardappelen droog worden.
Poederen of gassen?
Uit oogpunt van een goede werking
verdient poederen de voorkeur maar
de verwerkende industrie wordt wat
betreft poederbrand steeds kriti
scher. Goede ervaringen zijn er met
een halve dosering poeder en de rest
dan later gassen. In 1986 gaf ook een
halve dosering poeder soms al poe
derbrand, wat veroorzaakt zal zijn
door de vele niet afgeharde en door
was knollen.
Let op: Overleg over wel of niet poe
deren zo mogelijk met de afnemer
van uw aardappelen.
Fouten bij het gassen
Vooral bij lange bewaring zijn er
met gassen veel teleurstellingen.
Voor een deel wordt dit vrij zeker
veroorzaakt doordat bij het gassen
een groot deel van het middel verlo
ren gaat! Gedacht wordt aan het ten
dele ontleden van het middel door de
hoge temperaturen in de pijp van het
apparaat. Het IBVL zal dit nader
Bij de pootaardappelen is sprake
van een goede oogst. De op
brengsten per hektare zijn in een
aantal gevallen zelfs hoog te noe
men. Een gunstige luizensituatie
maakte opnieuw, nu al vier jaar in
suksessie, late rooidata mogelijk.
'Laat de NAK de data maar wat
vroeger stellen', hoort men nog wei
eens zeggen in de praktijk. Maar de
NAK kan niet anders dan uit techni
sche overwegingen, volgens techni
sche kriteria, rooidata vaststellen.
En die vielen ook dit jaar weer aan
de late kant. Ondanks het feit dat
het areaal niet verhoogd is en daar
door opnieuw sprake is van een goe
de pootaardappeloogst in kilogram
men gemeten. Of het huidige lage
prijspeil gerechtvaardigd is zal in de
loop van het komende halfjaar wel
blijken.
Moeilijke
oogstomstandigheden
Zelden zijn de oogstomstandigheden
door het slechte weer zo moeilijk ge
weest, met name voor de wat zwaar
dere gronden, als in 1987, het nu lo
pende jaar. Daar waar geoogst is lig
gen de aardappelen vaak zwaar 'be
hangen' in de bewaarplaatsen. Het
kost weken achtereen ventileren om
de partijen droog te krijgen. En dat
Gassen 30 cm onder de ventilator
m.b.v. een kleine centrifugaalven-
tilator
onderzoeken. Bij het gassen kunnen
veel fouten worden gemaakt:
te laat toedienen van de eerste dose
ring; te late herhaling van de volgen
de doseringen; tijdens gassen de (bo
venste) aardappelen te nat; beluch
tingskanalen te lang (langer dan 20
meter) en of te ver van elkaar liggen
(verder dan 350 cm hart op hart);
water in de kanalen; bewaarplaats
niet goed dicht; door temperatuurs
verschillen in de partij (plaatselijk)
een te hoge bewaartemperatuur en
De gevolgen van de regenrijke zomer
bestaan o.a. uit een moeilijke oogst
van de pootaardappelen.
is nodig, aan de ene kant vanwege de
houdbaarheid, maar aan de andere
kant om de pootaardappelen straks
'praktisch vrij van grond' in de baal
te krijgen om aan de NAK- en PD-
eisen te voldoen. En klein aantal
boeren was vindingrijk en paste het
zgn. tweefasen-systeem toe en deed
daar vooral toekomstgericht veel er
varingen mee op. En met toekomst
gericht bedoel ik vooral met het oog
kondens; te hoge en of onregelmati
ge storthoogte; door stortkegels; na
eerste dosering veel ventileren om in
te koelen; het middel door de venti
latoren) niet evenredig over de ka
nalen wordt verdeeld; het apparaat
niet goed werk (bij koud weer) en of
te grove sproeidop (maks. 0.8 mm);
tijdens een vorstperiode te lang
wachten met de volgende dosering.
Inwendige kieming
Inwendige kieming treedt voorna
melijk op bij gassen. Dit kan worden
bevorderd door: een te late toepas
sing van de eerste behandeling (dient
2 a 3 weken na de oogst te zijn); een
te late herhaling (moet herhaald
worden voordat een duidelijke kie
ming optreedt); een te lage dosering;
een te hoge bewaartemperatuur.
De bewaartemperatuur is erg be
langrijk. Door de geringere residu
gehalten kunnen begaste knollen een
wat hogere bewaartemperatuur min
der goed 'verdragen'. Uit een door
het IBVL uitgevoerd onderzoek met
eksakt dezelfde doseringen en
tijdstippen van gassen bleek in april
na een bewaring bij ca. 5-8°C ca.
2% van de knollen een inwendige
kiem te hebben en na bewaring bij
7-10°C 16%.
Wanneer gassen?
Zoals gezegd moet de eerste behan
deling 2 a 3 weken na het rooien
plaatsvinden en de volgende behan
delingen vóór de eerste kiemen zicht
baar worden. Om dit te bereiken kan
de behandeling het beste iedere
maand worden herhaald met b.v. 1
litger per 100 ton aardappelen.
Opstelling apparatuur
In de meeste bewaarplaatsen wordt
het middel nog boven of voor de
ventilatoren van buiten ingebracht.
Een bezwaar van deze methode is
dat een deel van het middel zich op
de ventilatoren afzet. Op een aantal
bedrijven wordt het middel nu onder
of achter de ventilatoren ingebracht.
Hiervoor worden in een buitenwand
geïsoleerde dubbelwandige buizen
aangebracht. De buitenste buis is
op het bestrijden van knolziekten en
een beperkt gebruik van chemische
middelen. Aardappelen eerst op
voorraad rooien met twee of vier rij
en als eerste fase; laten drogen gedu
rende een korte tijd op het veld en
dan de aardappelen in gedroogde
toestand weer machinaal opnemen
in de tweede fase. In de komende
winter zal dit, nu in nood toegepaste
systeem, stellig een verder evaluatie
verdienen.
Nog in de grond
Een aantal percelen pootaardappe
len is nog helemaal niet gerooid. En
dat wordt toch wel een spannende
zaak. Wat twijfelachtige marktvoo-
ruitzichten aan de ene kant mede
door de goede opbrengsten van de
tot nu toe gerooide percelen aan de
andere kant (80 a 90%) roept in de
praktijk allerlei vragen op. Zo ko
men bij het Landbouwschap (zeg
Stopa) vragen binnen of er niet een
regeling getroffen kan worden voor
dié percelen die nog niet gerooid zijn
en waarschijnlijk uiterst moeilijk ge
rooid kunnen worden of dat hele
maal niet kunnen. Bestuurderen
hebben zich daarover gebogen en
moeten daarop helaas toch negatief
reageren. De gedachte is namelijk
ontstaan om voor niet gerooide per
celen een toeslag te betalen van en
kele duizenden guldens per hektare.
Onder voorwaarde dat dan de 'kulti-
vator erin gezet wordt'. Met alle be
grip voor de gedachtenvorming, kan
dit bij nader inzien toch niet.
- De Stopa heeft geen rampenfonds,
maar een fonds dat een bodem in de
markt legt voor NAK-gekeurd (in de
baal goedgekeurde) pootaardappe
len. Dus voor geoogste aardappelen.
- Voorts zijn we al 'midden in het
seizoen'. Vele pootgoedtelers heb-
b.v. van staal doorsnee 12 cm en de
binnenste buis van staal doorsnee 6
cm. Om brandgevaar te voorkomen
moet de ruimte tussen de buizen met
glas- of steenwol worden geïsoleerd
(geen PU schuim).
Bij interne kokers wordt de buis on
geveer 30 cm onder de ventilator
aangebracht. Of de buis onder de
ventilator wel of geen bocht moet
hebben is niet duidelijk. Eventuele
problemen met overdruk zijn op te
lossen door tevens een kleine centri-
fugaalventilator op de buis te
plaatsen.
Bij een centrale ventilatiekamer kan
het middel (vanaf de eerder genoem
de buis in de buitenmuur) via een
flexibele geïsoleerde slang naar de
ventilatiekanalen worden geleid. Het
is ook mogelijk om onder de ventila
toren een p.v.c.-leiding van b.v. 150
mm doorsnee aan te brengen met
onder iedere ventilator een afsluitba
re opening. Buiten de bewaarplaats
kan dan het apparaat voor het ver
lengde van deze leiding worden op
gesteld. Deze buitenleiding moet in
metaal worden uitgevoerd en om
kondensatie van het vernevelde mid
del hierin te beperken, worden ge
ïsoleerd.
Voor het transport van het vernevel
de middel naar de centrale ventilatie
kamer zorgt een kleine centrifugaal-
ventilator. Deze staat bij het gasne-
velapparaat en brengt het middel on
der de ventilatoren en kan de in de
ventilatiekamer aanwezige overdruk
overwinnen.
Gassen onder de ventilator betekent
niet dat er geen middel meer op de
ventilatoren worden afgezet! De
aanslag kan b.v. met een haarföhn
eenvoudig worden verwijderd.
Tot slot wordt verwezen naar een ar
tikel in Boerderij Akkerbouw no. 41
van 7 juli 1987. Hierin wordt be
schreven hoe op het bedrijf van de
heer J. Veraart in De Heen (N.Br.)
met behulp van een luchtverhitter en
een kompressor het gas zuigend
door de aardappelen wordt
verdeeld.
CAT Goes
De specialist Kwaliteit en Bewaring,
J.H. van Nieuwenhuizen
ben reeds onder zeer moeilijke om
standigheden hun oogst proberen
veilig te stellen. En die moeilijke om
standigheden golden niet alleen voor
het noorden des lands, maar voor
geheel Nederland.
- Een aantal telers heeft partijen al
weer naar buiten moeten rijden van
wege rot of te grote hoeveelheden
grond in de binnengebrachte
partijen.
- Door veel telers zijn reeds zeer ho
ge kosten gemaakt tijdens het rooien
en daarna.
- Hoe hard het ook klinkt, maar de
oogstrisiko's moeten bij de teler
blijven.
Met begrip en sympathie voor de
kollega's moest de pootgoedkom-
missie van het Landbouwschap tot
deze harde uitspraak komen.
Heffingen
De areaalheffingen worden opgelegd
over door de NAK definitief goedge
keurde hektares. Mocht nu blijken
dat bepaalde hektares helemaal niet
gerooid worden, dan kan men via
een bewijs van de NAK daarvoor
ontheffing krijgen. Het is zelfs zó
dat een partij die reeds geoogst is en
in de bewaarplaats geheel verrot,
dan is het aanspraakbaar om zelfs
dan nog een ontheffing van de area
alheffingen te bepleiten. Maar dan
zijn we wel op een zeer discutabel
terrein aangeland.
De Stopa mag en kan als 'verzeke
ringsmaatschappij' voor NAK-
goedgekeurde pootaardappelen niet
de taak van een soort rampenfonds
op zich nemen. De kreet van: 'er zijn
toch genoeg pootaardappelen' en "t
zou de markt ontlasten' is nog veel
te vroeg. We hopen dat daar begrip
voor op te brengen is, hoe moeilijk
dat in sommige gevallen ook is. Be
denk verder wel dat de konsumptie-
aardappelen ook nog lang niet alle
maal geoogst zijn. Over markt
gesproken. Veel partijen pootaar
dappelen zijn vrij grof.
A. Vermeer
7
Het is nu, eind september, wel duidelijk dat de omstandigheden in
praktisch geheel Nederland, waaronder de pootaardappeloogst 1987
verkeert, erg moeilijk zijn. Een klein deel, meest gekonsentreerd in
Noord-Nederland op de wat zwaardere gronden, is nog helemaal niet
geoogst. Een ander deel is zwaar behangen en beladen met grond in
de bewaarplaatsen gebracht. Weer een ander deel moest weer uit de
boxen worden gehaald wegens rot of om overtollige grond te verwij
deren vanwege een beter droogproces. Op veel plaatsen zijn kosten
noch moeite gespaard te oogsten of de oogst leverbaar te maken. En
dat terwijl de prijsvooruitzichten er op zijn minst somber uitzien.