de rasechte winnaar
op klei, löss, zand
en dalgronden
uitzonderlijk
produktievermogen
Verbitterende stemming
lijkt Braks te ontgaan
ongevoelig voor metoxuron en chloortoluron
Hoofdbestuur KNLC:
Plattelandsvrouwen blij met advies
Landbouwschap n.a.v. rapport "Loon
naar werken"
tombola
tombola
Het Hoofdbestuur van het Konink
lijk Nederlands Landbouw-Comité
was op 29 september jl. bijeen en
vanzelfsprekend besteedde het veel
aandacht aan de rijksbegroting
1988, in het bijzonder dan aan de be
leidsvoornemens voor land- en tuin
bouw. Afstandelijk, zonder visie en
schadelijk voor de Nederlandse con
currentiepositie, daartoe waren de
vele kritische en misnoegde com
mentaren uit het hoofdbestuur wel
terug te brengen.
De verbitterde stemming in de land
en tuinbouw, die in augustus jl. e
centrale landbouworganisaties tot
gerichte actie deed besluiten, lijkt de
minister van landbouw te ontgaan.
De concurrentiekracht van boeren
en tuinders wordt regelrecht ver
zwakt door de bezuinigingen op
landinrichting, O- en S-fonds, ex
portbevordering, de gezondheids
zorg, keuringskostenbijdragen en
voorlichting (de sociaal-
economische voorlichting zou meer
dan 10worden gekort). Het
hoofdbestuur vond het onaanvaard
baar,dat Landbouw, nu en ook is de
toekomst, meer dan gemiddeld moet
inleveren.
Zodoende worden allesbehalve de
goede voorwaarden geschapen,
waaronder de land- en tuinbouw
zich moet kunnen aanpassen, nu de
afzetmogelijkheden stagneren. Ook
andere ministeries laten zich niet on
betuigd als het gaat om lastenver
zwaring voor het agrarische be
drijfsleven. Vanuit de milieu-hoek in
brede zin komt veel op ons af en uit
gerekend dan gaat de WIR-
milieutoeslag vervallen en worden,
meer emotioneel dan zakelijk, be
paalde gewasbeschermingsmiddelen
"zonder meer" verboden. Bezuini
ging op de gezinszorg treft t>ok agra
rische gezinnen.
In het algemeen stond dat "zonder
meer" het hoofdbestuur slecht aan,
alternatieven worden niet genoemd
bij de vele beperkende maatregelen.
Laat staan dat stimulansen worden
gegeven. Ook b.v. ten aanzien van
het EG-landbouwbeleid wordt vol
staan met een beschrijving van de
moeilijke situatie. De politiek zal nu
blijk moeten geven wat voor land
en tuinbouw te willen doen, meende
het hoofdbestuur. Het drong er,
voor een goede beoordeling van de
situatie op aan, dat het LEI snel met
zijn z.g. geactualiseerde prognose
van de bedrijfsresultaten van dit jaar
komt.
Probleemgebieden
Het hoofdbestuur stond nader stil
bij de moeilijke positie van twee sec
toren van de Nederlandse landbouw.
De akkerbouw is niet alleen in het
Noorden, maar ook wel elders, in
grote problemen geraakt mede door
het slechte weer van de afgelopen
maanden. Evenzeer echter door de
praktische gevolgen van de officiële
Brusselse prijsverlaging. De vlees-
kalverhouderij is eveneens in de ge
varenzone beland. De produktie van
kalfsvlees, toch geen onbelangrijke
rol spelend op het agrarische toneel,
dreigt uit Nederland te verdwijnen.
Onze concurrentiepositie wordt on
dergraven, vooral door de gemakke
lijker wijze waarop in het buitenland
met (natuurlijke) hormonen kan
worden omgesprongen; ook de
roodvleesproduktie kent dit pro
bleem.
Herhaald werd, wat al eerder werd
geconcludeerd in het dagelijks
bestuur: Er moet op korte termijn
tegemoet worden gekomen in de (II-
qiditeits)problemen van de betrok
ken bedrijfsgenoten.Dat kan b.v.
door uitstel van allerlei aanslagen en
versoepeling van de R.Z.-procedure.
Belastingen
De moeilijkheden die er nu zijn in
sectoren als de bovengenoemde to
nen naar de mening van het hoofd
bestuur nog eens duidelijk aan dat
het Nederlandse belasting-regime
onvoldoende toegesneden is op de si
tuatie in land- en tuinbouw waar
veelal sterk wisselende, in elk geval
onverwacht sterke inkomensdalin
gen kunnen voorkomen. In aanslui
ting op de middelingsmogelijkheid
moet een belastingvrije reserve voor
af kunnen worden gevormd. Hier
kan duidelijk iets worden gedaan
voor de zelfstandige ondernemers in
land- en tuinbouw. Met name de
agrarische sector is onevenredig en
onterecht getroffen door het verval
len van de negatieve WIR-aansla-
gen.
KONINKLIJK KWEEKBEDRIJF EN ZAADHANDEL D. J. VAN DER HAVE B.V.
POSTBUS 1 - 4420 AA KAPELLE - TEL. 01102-7911
Praktijkschool Horst van groot belang
voor toekomstige veehouders
De voorzitter van de veehoude
rijcommissie, de heer W. van
Veldhuizen, heeft tijdens de ver
gadering van het hoofdbestuur
maandag 28 september jl. in "De
Nobelaer" te Etten-Leur van de
gelegenheid gebruik gemaakt om
het hoofdbestuur te wijzen op
het grote belang van de praktijk
school Horst voor ons werkge
bied. De veehouderijcommissie
heeft onlangs een werkbezoek ge
bracht aan dit instituut dat prak
tij konderricht geeft in zowel de
varkens-, de kippen- als de rund
veehouderij. Volgens de heer
Van Veldhuizen is deze school
voor de toekomstige onderne
mers van groot belang omdat ze
er een stuk praktijkervaring op
kunnen doen met name óók,
v.w.b. management en dat is on
misbaar voor het huidige land
bouwbedrijf. Hij zei tot zijn ge
noegen vernomen te hebben dat
de belangstelling voor de school
ook vanuit het Zeeuwse is toe
genomen.
Mevrouw C.M. Dees heeft zich als
lid van de Agrarische Commissie
van de Bond van Plattelandsvrou
wen in de vergadering van het
hoofdbestuur van de ZLM instem
mend uitgelaten over het conceptad
vies dat het Landbouwschap heeft
opgesteld naar aanleiding van het
rapport "Loon naar werken". In dit
rapport wordt een groot aantal knel
punten gesignaleerd bij het meewer
ken van de boerin op het bedrijf.
Mevrouw Dees zei tot haar vreugde
te hebben geconstateerd dat het
Landbouwschap een groot aantal
aanpassingen en verbeteringen op
juridisch en fiscaal gebied heeft
overgenomen en dat een aantal aan
bevelingen door de overheid zal wor
den overgenomen.
In het advies van het Landbouw
schap blijkt o.m. dat het zichtbaar
maken van door de vrouw meege
werkte uren van groot belang is. Te
vens is gebleken dat weinig vrouwen
lid zijn van een bedrijfsverzorgings-
dienst. Ook het cursusonderwijs zou
in een grotere belangstelling moeten
staan, vooral van vrouwen die van
origine niet uit het agrarisch milieu
komen. Het Landbouwschap stemt
in met het doen uitgeven van een al
gemene voorlichtingsbrochure t.b.v.
de meewerkende vrouw maar ook
voor hun echtgenoten. Tenslotte
dient het werken van de vrouw sta
tistisch zichtbaar te worden. Een
aparte categorie zou de erkenning
van de meewerkende vrouw kunnen
bevorderen.
21