Voederwaarde graskuilen negatief
beïnvloed door natte zomer
Zwarte wol
Mengelingen
NCB wil
Vertrouwensdierenarts
Aankopen vlees stijgen licht
Saldobegrotingen
van PR herzien
korte wenken
veehouderij
De gemiddelde voederwaarde van de zomerkuilen, oogst 1987, ligt iets
onder het niveau van de tachtiger jaren. Dit blijkt uit een overzicht
van het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek te
Oosterbeek waarbij de resultaten van bijna 10.000 zomerkuilen wa
ren betrokken.
De gemiddeld nog steeds zeer goede voorjaarskuilen behielden welis
waar hun toppositie, doch moesten een flinke veer laten door de aan
zienlijk lagere voederwaarde van de begin juni-kuilen. Het aantal
duizend plus VEM'mers liep bij de mei-kuilen op tot 250. Daarna
kwam dit verschijnsel nog sporadisch voor.
Dank zij het gunstige weer in de
maand april is de grasgroei op de ho
ge gronden vroeg op gang gekomen
en konden in die regio veel kuilen met
ongekend hoge gehalten worden ge
maakt in de eerste weken van mei.
Daarna lieten de weersomstandighe
den te wensen over, wat duidelijk
door de gevonden gehalten van de
juni-kuilen wordt weergegeven.
Het gunstige weer van begin juli
werkte duidelijk positief door in de
gehalten, doch daarna daalden de
voederwaarde-cijfers opnieuw.
Ondanks het veelvuldig regenachtige
weer is er vlot gewerkt, want de veld-
periode bedroeg gemiddeld niet meer
dan 2 a 3 dagen. Er waren weken dat
het slecht (voor)droogde en dat komt
duidelijk in het gemiddelde droge
stofgehalte tot uiting. Bij de kuilen
van begin juni en die na half juni wa
ren deze aan de lage kant in het bij
zonder die van de kuilen met
toevoeging.
Er is opvallend veel gebruik gemaakt
van toevoegmiddelen. Gemiddeld lag
dit tegen de 40 procent bij de onder
zochte kuilen. In de regenrijke perio
den (begin juni en in augustus) liep
het gebruik van toevoegmiddelen zelfs
op tot boven de 65 procent.
Grote variatie
Het vlotte afwerken alsook het veel
vuldig gebruik van toevoegmiddelen
hebben er toe bijgedragen dat de am-
moniakfrakties gemiddeld op een re
delijk aanvaardbaar niveau zijn
gebleven, ondanks de vaak abomina
bele weersomstandigheden. Het be
ruchte boterzuur"luchtje" dat in de
vijftiger en zestiger jaren na vochtige
zomers alom aanwezig was op "Ma-
riëndaal" liet ook dit jaar (gelukkig)
verstek gaan.
Samenvattend kan worden gesteld dat
de variatie in voederwaarde tussen de
diverse partijen dit seizoen bijzonder
groot is. Ook per bedrijf zullen veel
al zeer grote verschillen voorkomen.
Ruwvoederonderzoek maakt zich dit
seizoen dubbel betaald, namelijk
enerzijds om de volgorde voeren zo
goed mogelijk af te stemmen op het
afkalfpatroon en anderzijds om de
krachtvoedergift zo goed mogelijk af
te stemmen op de produktie van het
vee en de gehalten van het ruwvoer.
Dit seizoen, met zijn grote verschillen in voerder waarde per kuil, is ruw
voederonderzoek voor een juiste bedrijfsvoering onmisbaar.
Zomergraskuil met/zonder toevoeging (maaidatum 16 juni t/m 31 augustus,
peildatum 18 september 1987).
zonder
met
Aantal monsters
6025
3420
Droge stof
451
295
VEM-waarde
803
784
Vre in g/kg
127
116
Ruwe celstof in g/kg
256
253
Ruw as in g/kg
141
153
Ammoniakfraktie
9
12
Veldperiode
3
3
Gemiddelde voederwaarde per halve maand
ZONDER
toevoeging
Aantal
VEM
Vre
Rc
Ra
NH-fr.
Veldp.
ds
eerste helft mei
1470
919
165
212
135
6
2
454
tweede helft mei
10201
880
136
227
131
7
3
448
eerste helft juni
2163
780
116
255
148
12
3
360
tweede helft juni
3175
786
124
259
145
11
3
426
eerste helft juli
2192
832
133
252
133
8
2
489
tweede helft juli
87
800
127
252
138
10
3
429
eerste helft aug.
70
792
122
244
150
9
2
400
MET toevoeging
eerste helft mei
574
893
154
212
147
8
3
354
tweede helft mei
4078
854
129
228
143
9
3
335
eerste helft juni
4825
783
112
251
155
13
3
251
tweede helft juni
2506
782
114
254
153
12
3
282
eerste helft juli
402
810
124
251
142
10
3
377
tweede helft juli
110
773
115
249
155
13
3
269
eerste helft aug.
135
785
116
240
160
11
2
287
Konsumptie lams- en
schapevlees in de lift
De konsumptie van lams- en
schapevlees zit in de lift bij de
konsument. Over de laatste an
derhalf jaar vertonen zowel het
aantal kopende huishoudingen
als de gemiddeld gekochte hoe
veelheid per koper een licht stij
gende tendens. Deze gegevens
blijken uit een analyse van de
konsumentenmarkt voor lams-
en schapenvlees (kontinu pane
londerzoek). Deze analyse werd
gemaakt door een onderzoekbu-
ro, onlangs aangeboden aan het
Produktschap voor Vee en Vlees.
De typische lams- en schapevlees-
konsument is relatief vaak te vin
den onder de jongere, kleinere en
iets meer welgestelde huishoudin
gen, vooral in de grote steden en
in het westen van het land. Lams-
en schapevlees wordt voor meer
dan de helft (61%) bij de slager
gekocht, terwijl dit voor vlees
soorten in het algemeen maar
voor ruim een derde van het to
taal geldt. Andere vleessoorten
worden echter in veel grotere ma
te bij het grootwinkelbedrijf ge
kocht. Uit het onderzoek bleek
ook dat slechts 5% van de konsu-
menten van lams- en schapevlees
zorgt voor bijna de helft van het
totale gebruik.
De Contactgroep Roodvleesprodu-
centen en de Contactgroep Veehou
derij van de NCB hebben zich voor
stander getoond om vertrouwensdie-
renartsen aan te stellen. Deze dieren
artsen zouden kunnen worden in
geschakeld bij vermoedens van niet
toelaatbare activiteiten of handelin
gen door veehouders zoals bijvoor
beeld hormoongebruik. Het NCB-
bestuur vindt het een goede zaak om
dit idee voor te leggen aan de
KNBTB.
Topform voor
toplaagbehandeling van
maiskuilen
Met de nieuwe vloeibare schimmel
remmer Topform van Barenbrug
kunnen maiskuilen beschermd wor
den tegen schimmels, bederf en broei.
De voederwaarde van een met Top
form behandelde kuiltoplaag is ge
middeld 50 VEM hoger dan van een
onbehandelde, terwijl de drogestof-
en VEM-verliezen in die laag respek-
tievelijk 27 en 31 procent kleiner zijn,
aldus producent Barenbrug. Toplaag
behandeling met Topform kost onge
veer 3,per vierkante meter
kuiloppervlak en levert 5,25 op, zo
dat er volgens Barenbrug per m2
2,25 mee wordt verdiend.
Het aantal huishoudens dat vlees
koopt steeg de afgelopen twee ja
ren. Ook de totaal gekochte hoe
veelheid vlees, vleeswaren en
pluimveevlees vertoont een stij
gende lijn. Van deze groei profi
teert het levensmiddelenbedrijf.
Dit zijn enkele konklusies uit de
nieuwe marktverkenning "Huis
houdelijke aankopen van vers
vlees en vleeswaren 1985-1987"
van het Voorlichtingsbureau
Vlees. De marktverkenning geeft
in grote lijnen de belangrijkste re
sultaten weer van een panelonder
zoek naar het huishoudelijke
aankoopgedrag van de Nederland
se konsument. Het onderzoek
wordt sinds 1980 kontinu uitge
voerd in opdracht van het Pro
duktschap voor Vee en Vlees en
het Voorlichtingsbureau Vlees.
De marktverkenning is, op aan
vraag, gratis verkrijgbaar bij de
afdeling Marktinformatie van het
Voorlichtingsbureau Vlees, tele
foonnummer 070 - 991155.
Begin 1985 is publikatie nr. 33 van
het Proefstation voor de Rundvee
houderij (PR) verschenen met saldo
begrotingen voor grondgebruik als
alternatief voor melkproduktie.
Naast de uitgangspunten was een
groot aantal saldoberekeningen voor
onder andere vleesstieren, schapen,
zoogkoeien en melkgeiten opgeno
men. Deze saldoberekeningen zijn
nu geaktualiseerd en als publikatie
nr. 33A verschenen bij het
Proefstation.
Belangstellenden kunnen de publi
katie bestellen door overmaking van
ƒ10,op postbanknr. 23 07 421 ten
name van Proefstation PR Lelystad
meet vermelding van: Publikatie
33A.
Stuurgroep Projekt Goede
Voeding geïnstalleerd
Minister Braks (landbouw) en
Staatssekretaris Dees (volksgezond
heid) hebben op 24 september jl. de
Stuurgroep Projekt Goede Voeding
geïnstalleerd.
De stuurgroep heeft als taak om zo
wel bestaande als nieuwe aktiviteiten
ter vermindering van de vetkon-
sumptie te stimuleren.
Op dit ogenblik komt 40% van de
dagelijkse energie in voeding uit vet.
Dit is beduidend meer dan de 30-35
procenten die de Voedingsraad voor
personen vanaf 4 jaar adviseert.
De stuurgroep heeft derhalve tot
doel de vetkonsumptie zo mogelijk
versneld op het gewenste lagere nivo
te brengen.
De stuurgroep zal worden voorgeze
ten door dr.ir. M.P.M. Vos, voor
zitter van het Hoofdproduktschap
Akkerbouwprodukten.
Nagenoeg algemeen zijn de scha
pen in ons land wit van wol en
haar. Bij onze inlandse rassen
komen vanouds dieren voor met
een zwarte vacht. Omstreeks 20 a
30 jaar geleden was van de Ne
derlandse wolproduktie rond 1%
van de zwarte kleur. Voor de fa
briekmatige verwerking heeft de
zwarte wol minder waarde dan
de witte scheerwol. De witte wol
kan in verschillende kleuren wor
den geverfd; de mogelijke varia
ties zijn dus groot. De zwarte wol
kan alleen maar in de zwarte
kleur worden geverfd. Voor de
fabriekmatige verwerking is de
zwarte wol dan ook van minder
waarde dan de witte scheerwol.
Onder zwarte wol wordt ook de
bruine wol begrepen.
In vroegere tijden is het percenta
ge zwarte schapen vrij omvang
rijk geweest. Naar gegevens in
het boek 'De Inlandse
Schaapsteelt' door dr. A. Nu-
man, uitgekomen in 1836 is dit af
te leiden. In dit werk komt naar
voren dat toen door invloed van
de mode de zwarte wol minder
gevraagd werd. Op het platteland
droeg men toen nog veelvuldig
zelfgesponnen en gebreide kle
dingstukken.
Door de vraag naar kleding van
verschillende kleuren kwam de
witte wol meer in trek. Naar Nu-
man is het meer algemeen gewor-
den om wit bewolde schapen te
houden, het gevolg van een toene
mende vraag naar witte wol. Vrij
zeker zal er toen ook wel enig
prijsverschil geweest zijn. Vanaf
omstreeks een 15 jaren geleden is
het aantal zwarte schapen in ons
land sterk toegenomen. Dit is ge
komen mede onder invloed van
de vraag door partikulieren naar
zwarte wol voor huisvlijt. Het
zelf spinnen van wol en verwer
ken tot breigoederen kwam van
af die tijd nogal in de belangstel
ling. Ook het zelf verven van wol
kwam naar voren bij deze huis
vlijt. Vooral het ongeverfd ver
werken van zwarte en bruine wol
was toen in trek. Door de parti-
kuliere toenemende vraag naar
zwarte wol steeg de prijs. Het
had tot gevolg dat de partikulie
ren voor deze wol toen belangrijk
meer betaalden dan de handels
waarde van witte wol. Vraag en
aanbod beïnvloeden de prijs.
Voor de industriële verwerking
bleef zwarte wol per kg lager in
prijs dan de witte wol.
Inmiddels is de mode van het zelf
spinnen en verwerken tot brei
goederen al weer grotendeels uit
de tijd. Daardoor is de vraag
naar zwarte wol via dit kanaal in
middels zeer klein geworden.
J.H. Lantinga
In de meeste percelen grasland staan
nog te veel bossen, zonder maatrege
len gaan dergelijke percelen te ruig de
winter in met een behoorlijk RISIKO
OP HET UITWINTEREN. Na het
opstallen van de koeien kan men het
grasland op laten knappen door een
kudde schapen. Als deze mogelijkheid
niet bestaat is het nu de tijd om bos
sen te maaien. De beste maaihoogte
is 6 - 7 cm. Dit kan met een in maai
hoogte verstelbare cirkelmaaier of
met een bossenmaaier.
Ieder jaar blijkt dat er aan de ONT
WATERING VAN HET GRAS
LAND nog veel mankeert. Grasgroei
en grasbenutting blijven daardoor
achter. Bovendien gaat het gras
bestand sneller achteruit waardoor
meer herinzaai nodig is. Een eerste
vereiste is dat het overtollige water
snel wordt afgevoerd. Greppels, drai
nage en sloten moeten hiervoor goed
onderhouden worden.
PEIL VERLAGING van de kavelslo-
ten is afhankelijk van het polderpeil.
Verlaging van het polderpeil is een
zaak van het Waterschap. Verlaging
van het polderpeil is vaak niet op kor
te termijn te realiseren. Onderbema
ling kan dan eventueel uitkomst
bieden. Hiervoor is echter een goede
samenwerking met de buren noodza
kelijk.
Plaats OP ROOSTER VLOEREN zo
veel mogelijk kalveren en pinken van
gelijke leeftijd bij elkaar. Als grote en
kleinere dieren bij elkaar lopen ko
men de kleine tekort. Ook meer dan
6 stuks in één hok is niet aan te beve
len. Kalveren moeten tenminste een
halfjaar oud zijn voordat ze op een
volledig roostervloer gehuisvest kun
nen worden omdat er anders groei-
remmingen optreden.
De RUIMTE VOOR WERKTUI
GEN is op veel bedrijven een pro
bleem. Werktuigen aan de
hefinrichting kunt U vanaf de trekker
plaatsen op een pallet met daaronder
zwenkwielen van 20 cm hoogte. De
vloer moet wel vlak en hard zijn. Op
deze manier kunU de ruimte beter
benutten.
Vrijdag 2 oktober 1987
15
