Veel belangstelling voor nationale fokdag NTS Bij maisteelt wordt een hoog kolfaandeel steeds belangrijker Loonwerker gaat maïs drogen voor kippevoer Landbouwschapsvoorzitter Varekamp: Zuivelkoöperaties moeten nieuwe wegen inslaan Nieuwe aanwending vermindert maïsoverschot Op zaterdag 12 september werd voor de tweede keer een nationale zwoegervrije fokdag georganiseerd door het Nederlands Texels Scha penstamboek. Aan deze fokdag, die eens in de drie jaar plaats vindt, nemen, met uitzondering van N. Holland, alle provincies deel. De schapen die op deze fokdag verschijnen zijn per provincie door een kommissie geselekteerd om zodoende alleen de beste dieren in te zen den. Uiteindelijk brachten de NTS-leden 580 Texelaars bijeen in de veemarkthallen in Utrecht. Het NTS had enkele nieuwe aspekten aan de keuring toegevoegd. Ten eer ste kon men in de katalogus zien wat de vruchtbaarheidsindexen en de eventuele groei-indexen waren van de ingezonden dieren. Ook werden er voor het eerst kampioenen be noemd onder de 1-jarige gezoogde ooien. De meest in het oog springen de toevoeging was de karkas wedstrijd. Hiervan hadden 38 fok kers tesamen 43 ramlammeren inge zonden. Deze lammeren zijn twee dagen van tevoren geslacht en be oordeeld volgens het EUROP systeem. In een grote koelwagen werden al deze karkassen tentoongesteld. Ge tuige de vele E's en U's voor de be- vleesdheid, kon gezegd worden dat de karkassen van zeer goede kwali teit waren. Het karkas, ingezonden door Th. Berentsen uit Pannerden (Gld.) werd kampioen. Een best evenredig karkas met een goed bespierde voorhand-middenhand aansluiting en een best gevuld ach terstel. Het reservekampioenschap was voor een karkas van J. Rijnsber- gen uit Zaltbommel. Al bij de aanvang van de keuring was de publieke belangstelling zeer groot. Tijdens het keuren van de ru brieken bleek al snel dat menig jury lid moeite heeft met het fokbeleid van het NTS dat streeft naar een be ter ontwikkeld gebruiksschaap met behoud van de spieren. Zo kon het gebeuren dat in de ene rubriek kleine en luxe schapen voorop kwamen en in de volgende rubriek het beter ont wikkelde schaap voorop gezet werd. Hierdoor werd op deze fokdag maar al te duidelijk onderstreept dat het NTS in een overgangsfase zit. Gezien het grote aantal le prijzen, 200 van de 210 weg te geven prijzen, kan gezegd worden dat de kwaliteit van de schapen best was. Middagprogramma Het middagprogramma werd gestart met het kampioenschap 3- en 4-tallen gezoogde 1-jarige ooien. Het was N. v.d. Wey uit Wijtgaarde die deze nieuwe titel met een 4-tal knappe ooien mee naar huis mocht nemen. De kampioenstitel 3- en 4-tallen 1-jarige niet gezoogde ooien was voor een 4-tal ooien van L. Brank uit Eist (Gld.). J. Oosten uit Blankenham (Ov.) mocht het kam pioenslint voor 3- en 4- tal oude ooi en in ontvangst nemen voor z'n 4-tal 'oude' ooien. Doordat er voor de individuele Ooi 3700-0690 van F. Goethals te Westdorpe werd reserve kampioene bij de oudere ooien kampioenschappen veel dieren waren aangewezen zag de jury zich soms voor de zeer moeilijke taak geplaatst om uit veel beste schapen de allerbeste te kiezen. Bij de 1-jarige ooien (ge zoogd) werd dat uiteindelijk een ooi van J. Oosten uit Blankenham (Ov.), bij de 1-jarige niet gezoogde ooien werd het een ooi van G. Roor- da te Wijtgaard (Fr.). Deze ooi werd aan het einde van de keuring door de voltallige jury uitgeroepen tot dag kampioen. Bij de oude ooien ging de kampi oenstitel naar een ooi van G. Har- sink uit Enter (Ov.). J. Zandman uit Den Ham nam met z'n zeer evenre dig gebouwde, vlot bespierde 1-jarige ram de 3e individuele kam pioenstitel mee naar Overijssel. De nationale keuring werd zeer waardig besloten door ram 0234-0300 van N. v.d. Wey uit Wijt gaard (Fr.). Deze ram werd 3 jaar geleden kampioen op de le nationale bij de jonge rammen. Vorig jaar werd hij op basis van z'n nakomelin gen preferent en dit jaar werd hij kampioen bij de oude rammen. Marjo Schothorst Tot nu toe was de vroegrijpheid een van de beoordelingspunten bij het kiezen van het te zaaien ras snijmais. Een vroegrijp ras wordt ge kozen als wat later wordt gezaaid, als een vroege oogst belangrijk is en voor snijmaisteelt in het Noorden van ons land. In de Rassenlijst worden de rassen dan ook ingedeeld in drie groepen: vroege, midden- vroege en middenlate rassen. Die vroegrijpheid slaat op het drogestof gehalte van de gehele maisplant op een bepaalde dag tijdens de oogst. Later rijpende rassen moeten wat langer op het land blijven staan zo dat toch mais met voldoende droge stof in de kuil komt. Het drogestof gehalte hangt af van drie faktoren: het bloeitijdstip, de snelheid van afrijping en het kolfaandeel. Bij gelijktijdige zaai verschijnt de vrouwelijke bloei van de maisrassen op verschillende dagen. Dit is een nieuw facet, waarover in de rassenlijst voor Landbouwgewassen 1987 het volgende zinnetje te vinden is: "On der gunstige omstandigheden kan een vrij laat bloeiend maar snel afrijpend ras toch een relatief hoog drogestof gehalte bereiken". In de nieuwe ras senlijst 1988 zal bijna zeker een waarderingscijfer voor die vroegheid van bloei worden opgenomen uiteen lopend van vijfeneenhalf tot acht. Vroegbloeiende rassen hebben minder tijd nodig tussen zaai en vrouwelijke bloei. Dat betekent dat een vroeg bloeiend ras meer dagen beschikbaar heeft om de korrels te vullen. Zo'n vroegbloeiend ras is dus beter aange past aan het Nederlandse klimaat. Vooral in een jaar als 1987 met wei nig zon komt het verschil in vroegheid van bloei meer tot uiting. Een en ander werd uitgelegd tijdens een rassendemonstratie in Ouden bosch. Van der Meij, verkoopleider bij Van der Have: "Die vroegheid van bloei wordt een van de kenmerken waarnaar de teler zich gaat richten bij zijn rassenkeuze". "Enkele jaren ge leden was de lengte bepalend, maar de rassen van de toekomst zijn vroeg bloeiende en korte typen, stevig en met een hoog kolfaandeel". "Het nieuwe ras Scana is zo'n type". Dit ras heeft drie jaar goed gepresteerd in de rassenproeven en komt dan ook in aanmerking om in 1988 op de Rassen lijst te worden geplaatst. Snijmais met meer dan 1000 VEM Sommige boeren oogsten alleen de kolf van de mais (kolf en een deel van de spil). Gemalen en ingekuild is dit een prima varkensvoer met meer dan 1200 VEM in de droge stof. Men noemt dat C.C.M. of Corn Cob Mix. Van der Meij: "Een variant op de CCM teelt is ook voor het melkvee in teressant". "Door snijmais juist on der de kolf af te maaien en alleen het bovenste deel inklusief de kolf te hak- selen, wordt wintervoer gewonnen met een veel hogere VEM waarde dan normale snijmaiskuil". "Dat zal in de buurt van 1000 of 1100 VEM liggen". "Ook voor dit doel zijn de nieuwe korte vroegbloeiende typen zoals Sca na in het voordeel", aldus Van der MeijNu we minder koeien hoeven te voeren, wordt kwaliteit belangrijker dan hoeveelheid. Bovendien wordt het steeds belangrijker om veel VEM in de koe te brengen. Dan is ruwvoer met veel VEM bijna noodzakelijk. Ruwvoer met een hoge VEM waarde van eigen land werkt kostprijsverla gend op de melk. Het wordt tijd dat zuivelkoöperaties bij hun marketingbeleid nieuwe we gen inslaan. Dit is nodig om ook in de toekomst een marktgerichte en groter wordende zuivelsektor te rea liseren. Dit zei de voorzitter van het Landbouwschap, Marius Vare kamp, op de landbouwdag van Del ta Lloyd. Volgens Varekamp is het positief voor het imago van de Ne derlandse melkveehouderij dat de Nederlandse landbouworganisaties en de Nederlandse overheid de in voering van het melkstimulerend ei wit BST op dit moment afwijzen. Voor de hele agrarische sektor zag Varekamp het als noodzakelijk dat er op korte termijn onderzoekspro- jekten worden gestart. Dit om te voorkomen dat de uitgangspositie van agrarisch Nederland verslech terd. Het is daarom nodig dat de Ne- Vrijdag 25 september 1987 derlandse agrarische sektor en de Nederlandse overheid risikodragend kapitaal investeren in ontwikkelin gen op dit terrein. Als gevolg van aanpassingen van het Europees be leid is een zoekproces op gang ge bracht bij de Nederlandse boeren en tuinders, aldus Varekamp die erop wees dat het niet de taak is van de Nederlandse land- en tuinbouworga nisaties om in te grijpen bij dit zoek proces. De opdracht voor de land bouworganisaties richt zich met na me op het scheppen van goede rand voorwaarden die het ondernemer schap in de land- en tuinbouw niet frustreren maar juist aanmoedigen. De Landbouwschapvoorzitter toon de zich optimistisch over het toe- komstperspektief voor agrarisch Ne derland. Ook in de toekomst zal de land- en tuinbouw afstand moeten houden van produkten waarvoor ga rantieprijzen en eksportrestituties gelden en zich daar niet massaal op richten. Het beleid van zowel de overheid als van de landbouworga nisaties zal hierop afgestemd moeten zijn, zo was Varekamp van mening. Nieuwe toepassingstechniek Round-Up in mais tegen kweek In de praktijk en tot nu toe wordt Roundup tegen kweek in mais toege past volgens twee systemen. Het systeem 'Late stoppel' (15 november tot begin december). Het systeem 'voor-zaai' (eind april tot begin mei). Deze methoden zijn toepas baar als de weersomstandigheden een voldoende hergroei van de kweek toelaten. Onafhankelijk van de hergroei is er een derde systeem mogelijk: het systeem 'vroege stoppel'. De basis van deze toepassing in mais is de door het hakselen beschadigde kweek te behandelen. Maïs in Nederland als een puur akkerbouwgewas, de heer W. Ruessink uit het Gelderse Dinx- perlo ziet dat helemaal zitten. Als waarschijnlijk de eerste loonwer ker in ons land beschikt hij over een mobiele maïsdroger. Daar mee komt hij op verzoek bij de maïstelers om maïskorrels in te drogen tot ca. 14% vocht. Voor deze harde korrels - we kunnen hier spreken over graan - bestaat bij de maalindustrie een goede belangstelling, zo is Ruesink ge bleken. Het produkt wordt voor al verwerkt in kippevoer. Vol gens loonwerker Ruesink kan een te verwachten maïsoverschot zo toch nog een goede bestemming worden gegeven. Aardig is, zo zegt hij, dat deze maïs in feite de uit Frankrijk geïmporteerde gaat vervangen. Je zou hier dus eigen lijk kunnen spreken van een nieuwe akkerbouwgewas". Goedkoper Ruesink's speciale maïsdroger kan in een tijdsbestek van 5 uur ca. 17 ton natte maïskorrels terug drogen tot 14%. De machine kan onbemand werken en dat is, al dus de loonwerker, één van de verklaringen voor het feit dat hij aanzienlijk goedkoper kan wer ken bij het drogen van de maïs dan de coöperaties. Voorts zijn zijn verzekeringspremies aan zienlijk lager omdat met een mo biele installatie wordt gewerkt in de buitenlucht. De heer Ruesink verwacht dat zijn nieuwe methode van maïs- aanwending een extra dimensie aan de maisteelt kan geven. "Er is een overschot aan maïs met ge volg matige prijzen. Daardoor is het interessant geworden om goe de percelen maïs alleen te dorsen voor de korrel en deze te drogen voor de veevoederindustrie. Kolf en stro kunnen dan worden ver- hakseld en ondergeploegd. Vol gens Ruesink zal deze wijze van maisteelt zeker een plaats krijgen naast die t.b.v. hakselen en Corn Cob Mix. J. Wierenga De drooginstallatie voor de maïs. De toepassing hiervan kan de maisteelt in ons land een extra dimensie geven. 15

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1987 | | pagina 15