Voor oogst 1988 strengere regels
Knolcyperus: ontheffing teelt-verbod
voor oktober aanvragen
Bakterieziekten in opmars;
Nieuwe M-F 100 serie
Kwaliteitsmerk voor Duitse uien
Bodemdichtheid in relatie tot
wortelgroei en opbrengst
Positief resultaat
Meneba
Resultaten CSM
overeenkomstig
verwachtingen
Aanbevelingen
In het gewas aardappelen hebben we
in toenemende mate te maken met het
optreden van bakterieziekten. Aan
gespoord door strenge NAK-normen
probeert de pootgoedteler het uiter
ste om deze bakterieziekten (zwartbe-
nigheid en stengelnatrot) de baas te
blijven. Helaas moeten we konstate
ren dat de opmars van bakterieziek
ten nog niet te stuiten is.
Veldkeuring
Het veldkeuringsseizoen 1987 is prak
tisch ten einde. Hier en daar nog een
perceeltje pootaardappelen van late
Meneba n.v. te Rijswijk heeft over het
eerste halfjaar 1987 (24 weken) een
positief resultaat behaald van 0,8
miljoen tegenover een verlies van
2,9 miljoen over de vergelijkbare
periode in 1986, derhalve een verbe
tering van 3,7 miljoen.
Inmiddels zijn de besluiten in uitvoe
ring genomen tot koncentratie van de
produktie van de meeldivisie in Rot
terdam en van de bakkerijen te Rijs
wijk en Rotterdam in laatstgenoemde
plaats.
Voor het gehele jaar 1987 blijft de
verwachting, zoals uitgesproken op de
algemene vergadering van aandeel
houders op 26 juni j.l., - dat een be
scheiden positief resultaat wordt
behaald - gehandhaafd.
Bij de n.v. .Centrale Suiker Maat
schappij te Amsterdam wordt ir. H.
Bodt benoemd tot kommissaris van
de vennootschap na afloop van een
buitengewone algemene vergadering
van aandeelhouders, die op woensdag
18 november a.s. om 15.00 uur zal
worden gehouden. De heer Bodt is
voorzitter van de raad van bestuur
van Océ-van der Grinten n.v. in
Venlo.
Voorts delen direktie en kommissaris-
sen mede dat de resultaten over het
lopende boekjaar, dat eindigt op 30/9
a.s., zich ontwikkelen overeen
komstig de verwachtingen. De in het
halfjaarbericht uitgesproken ver
wachting, dat de winst over het twee
de halfjaar minstens gelijk zal zijn
aan die over het eerste halfjaar 31,2
min), zal zeker gerealiseerd worden.
rassen die vanwege hoge mate van vi
rusresistentie mogen uitgroeien. Maar
in grote lijnen kunnen we stellen dat
de veldkeuring is afgelopen! Op het
kontroleveld van de Oortwijn-Botjes-
hoeve van de NAK te Emmeloord
hadden we al gezien dat er nogal wat
bakterieziekten voorkwamen en dat
beeld vonden we tijdens de veldkeu
ring in de praktijkpercelen terug. De
normen zijn streng! Als er één bak-
teriezieke plant in een perceel ba-
sispootgoed door de
NAK-keurmeester wordt aangetrof
fen dan vindt deklassering plaats naar
de klasse A! Worden meer dan 15
planten per ha aangetroffen, dan
vindt finale afkeuring plaats. Deklas
sering en afkeuring hebben in verge
lijking tot andere jaren een hoger
niveau bereikt. We moeten gewoon
weg stellen dat er deze zomer meer
bakterieziekte voorkwam in het veld
dan de laatste jaren het geval was.
Grote teleurstelling voor degenen die
verwachtingsvol het keuringsseizoen
zijn ingegaan. Weinig virus; eigenlijk
abnormaal weinig viruszieke planten!
Wat dat betreft konden de meeste te
lers, die niet met bakterieziekte te ma
ken hebben gehad, praktisch zonder
selekteren het veldkeuringsseizoen
doorkomen. Die percelen, waar wel
een enkele bakteriezieke plant voor
kwam zijn wel veelvuldig geselekteerd
om toch vooral te zorgen dat de klasse
A behouden bleef. Het was om zo te
zeggen voor velen de kunst om de
keurmeester voor te blijven! En dat
is voor een aantal onder de telers erg
moeilijk gebleken. Door het natte sei
zoen zijn er veel dagen geweest dat het
gewas nat bleef. En selekteren in een
nat gewas waar bakterieziekte in voor
komt is "levensgevaarlijk" voor ver
dere uitbreiding. Hoewel we nog
steeds te maken hebben met een laag
niveau van het optreden van bakterie
zieke planten, is de situatie voor de
komende jaren op zijn minst vol zor
gen! Hoe en waar koopt men ba-
sispootgoed wat werkelijk vrij is van
bakterieziekten?En hoe zorg ik dat
dat schone uitgangsmateriaal schoon
blijft? Wie heeft zich tijdens het ui
termate lastige rooiseizoen met veel
slecht weer strikt gehouden aan de be
kende bedrijfshygiëne? Wie is op zijn
bedrijf werkelijk begonnen met scho
ne machines in de pootgoedoogstlijn?
Geen verwijten, maar open vragen.
De toekomst
Bestuurderen in NAK-verband bera
den zich alweer over de toekomst. De
kwaliteit van Nederlands pootgoed
kan nog steeds wedijveren met dat
van de buitenlandse konkurrentie.
Sinds 1 januari 1987 heeft Motrac de
nieuwe M-F 100 serie smalspoor-
trekkers op de Nederlandse markt
geïntroduceerd. Eerst was het alleen
een t wee wielaangedr even versie,
maar sinds kort uitgebreid met vier-
wielaangedreven trekkers.
De serie bestaat uit: M-F 154 V - 37
kW (50 Din PK); M-F 164 V - 42,5
kW (58 Din PK) en M-F 174 V - 65
kW (65 Din PK).
De M-F 154 V en M-F 164 V hebben
als krachtbron een 3-cilinder Perkins
motor, terwijl de 164 V tevens is uit
gerust met een 'Turbo' waardoor het
vermogen verhoogd is naar 42,5 kW
(58 Din PK). Deze 3-cilinder Turbo
motor munt tevens uit in een zeer
laag brandstofverbruik en een stille
en rustige loop. De M-F 174 V heeft
een 4-cilinder Perkins motor welke
47,5 kW (65 Din PK) levert.
De trekkers kunnen met of zonder
kabine worden geleverd. Als men
kiest voor een kabineversie, dan is
de trekker uitgevoerd met een royale
luxe geluidsarme kabine, speciaal
ontwikkeld voor de Massey-
Ferguson smalspoorserie. Deze ka
bine heeft 2 portieren, geluiddem-
pingsset met dikke vloermatten,
hangende pedalen, verwarming en
ventilatie met koolstoffilter in het
dak alsmede een ruitenwisser
Maar we zakken wel wat af! We zul
len echter de opmars van de bakterie
ziekten wel moeten stuiten en verder
terugdringen! Moet er voor de toe
komst een selektieverbod komen?
Met al zijn problemen! Moeten er ex
tra keurmeesters komen voor bedrij
ven en percelen waar het niet helemaal
"pluis" is!? Of moet men ook voor
de klasse A de "nulvorm" invoeren,
zoals voor basispootgoed. Dan zou
dus alleen maar een enkele plant voor
mogen komen in de klassen B en C!
Een ieder weet dat voor de meeste ras
sen de klassen B en C onverkoopbaar
zijn. Dat wil zeggen dat de "nul
norm" voor de klasse A zo goed als
afkeuren betekent. Dat er met ingang
van oogst 1988 strengere regels komen
voor bakterieziekten staat als een paal
boven water.
Tenslotte
Het gaat niet goed in de pootgoedsek-
tor met de ontwikkeling van het op
treden van bakterieziekten. Strengere
regelgeving wordt in de komende win
ter overwogen èn verder doorgevoerd.
Aktueel is om uit te gaan van "nul
materiaal" dat ook via bedrijfshygië-
nische maatregelen op "nul" gehou
den wordt. Als men niet zeker is van
zichzelf moet men gewoonweg niet
aan de pootgoedteelt beginnen of er
mee doorgaan! Zo simpel ligt dat!
Ik ben er zeker van dat in de komen
de jaren voor veel bedrijven wat poot
goed betreft "het uur van de
waarheid" is aangebroken. Poot
goedteelt in de mechanische lijn wordt
zodanig moeilijk dat weldra een "na
tuurlijk" evenwicht zal ontstaan tus
sen vraag en aanbod van
pootaardappelen. Ziekten en plagen
in het algemeen blijven ons als een
spook in de nek springen. Het is maar
dat men het weet!
A. Vermeer
Na het kwaliteitsmerk voor Duitse
aardappelen 'Ackergold', komt er
nu ook een dergelijke merk voor
kwaliteitsuien. Het grafische uien-
teken wordt begeleid door de slogan
'Feine Deutsche Zwiebeln' en zal te-
samen met het merk van de centrale
promotieorganisatie, de 'Centrale
Marketinggesellschaft der Deut-
schen Agrarwirtschaft' (CMA),
worden gebruikt. Het promotiepro
gramma van de CMA zal in het afzet-
seizoen 1988 worden gestart. Voor
alsnog zijn er alleen uien uit de regio
van de Boven-Rijn bij betrokken.
Deze uien zijn van uitstekende kwa
liteit. Door het kwaliteitsmerk zal de
handel voor de eerste keer de moge
lijkheid hebben Duitse uien doeltref
fend te promoten. Tot dusver kon de
konsument het Duitse produkt
meestal niet herkennen.
Detlef Stachetzki, Agra-Europe,
Bonn
Teeltbeschrijving Suikermaïs
verschenen
Zojuist is in de reeks "korte teeltbe
schrijvingen" van het PAGV/CAD-
AGV de teeltbeschrijving voor Sui
kermaïs verschenen.
In tegenstelling tot de zeer snelle ont
wikkelingen die snijmaïs doormaak
te, is de teelt van suikermaïs na de
eerste aanzet in de zestiger jaren niet
van de grond gekomen. In het begin
van de tachtiger jaren is suikermaïs
opnieuw in onderzoek genomen. Met
name het gebruik van nieuwe "extra
zoete" hybriden biedt nieuwe
perspektieven.
Deze nieuwe ontwikkelingen waren
voor het CAD-AGV en het PAGV
aanleiding om een teeltbeschrijving
voor suikermaïs samen te stellen. In
deze nieuwste korte teeltbeschrijving
vindt u algemene gegevens over dit ge
was, informatie over grond, be
mesting, rassen, zaaien en planten,
onkruid, ziekten en plagen, oogst, af
leveren, opbrengsten en kosten. U
kunt deze korte teeltbeschrijving Sui
kermaïs (28 blz.) bestellen door ƒ5,
over te maken op girorekening
2249700 van het PAGV te Lelystad,
met vermelding van "Suikermaïs".
In 1985 werden zeer ingrijpende maatregelen ingesteld op met knol
cyperus besmette grond, namelijk teeltverboden voor rooigewassen.
Reeds eerder werd een verplichte reiniging van kracht voor machines
en werktuigen die worden ingezet op besmette percelen. Deze maatre
gelen waren noodzakelijk om de verspreiding van dit onkruid een halt
toe te roepen. Nu al kan worden gesteld, dat genoemde aanpak effek-
tief blijkt te zijn. Het aantal besmettingen met knolcyperus lijkt zich
te stabiliseren. Uitroeiing van het onkruid blijft echter een moeilijke
zaak maar is mogelijk. De bestrijding moet dan wel konsequent en
herhaaldelijk gedurende een aantal jaren worden uitgevoerd.
sproeier vóór en achter.
De transmissie heeft 20 versnellingen
vóóruit en 8 achteruit met snelheden
vanaf 300 m/uur tot ca. 35 km/uur
en een semi-omkeerschakeling (ge
makkelijk bij hefmast werkzaam
heden).
Een onafhankelijke aftakas met
540/1000 om w/min rij-
afhankelijke aftakas geeft ruim
schoots voldoende mogelijkheden
voor de aanbouwwerktuigen.
Deze nieuwe M-F smalspoorserie
heeft ook veel goede aanbouwmoge-
lijkheden voor verschillende werk
tuigen. Een fronthefinrichting met
aftakas voor bv. een cirkelmaaier
voor op de trekker kan ook worden
geleverd.
In bepaalde gevallen kan op zeer lich
te gronden en bij zeer lichte besmet
tingen op verzoek van een teler
worden overwogen voor een beperkt
aantal gewassen een ontheffing van
het teeltverbod te verlenen. Dit geldt
voor gewassen die goed inspekteer-
baar zijn op de aanwezigheid van
knolcyperus en - met in achtname van
de bij de ontheffing opgelegde voor
schriften - geen risiko opleveren voor
verspreiding ervan. De voorschriften
die aan een ontheffing zijn verbonden
hebben onder andere betrekking op
de behandeling en de eindbestemming
van het vrijkomend afval bij de oogst.
Voor een ontheffing kan men zich
wenden tot het distriktskantoor van
de Plantenziektenkundige Dienst. In
dien een teelt is voorzien, die in de pe
riode tussen 1 oktober 1987 en 21 juni
1988 begint moet men zich vóór 1 ok
tober 1987 wenden tot genoemd dis
triktskantoor.
Duur teeltverbod
Regelmatig wordt de vraag gesteld
hoelang de opgelegde teeltverboden
blijven gehandhaafd. Knolcyperus
kan via in kiemrust verkerende knol
letjes immers meerdere jaren overblij
ven in de grond. Op basis van een
afweging van risiko's kan worden vol
staan met een beperkte duur van een
teelt verbod, nadat géén knolcyperus
wordt gekonstateerd op het perceel.
Een teeltverbod (voor alle gewassen
die met ondergrondse delen worden
geoogst) kan worden opgeheven, na
een periode van minimaal drie jaren,
mits de Plantenziektenkundige Dienst
in de gelegenheid is geweest onder
zoek te verrichten en het betreffende
terrein op grond daarvan vrij is be
vonden van knolcyperus. In die perio
de moet dus een inspektie op het
terrein mogelijk zijn. Zo zijn bijvoor
beeld percelen ingezaaid met gras niet
inspekteerbaar. Een teler van wie een
perceel voor de eerste keer vrij wordt
bevonden van knolcyperus, ontvangt
een schrijven, waarin wordt gevraagd
bepaalde handelingen (opbrengsten
van drijfmest, grondbewerkingen di-
rekt na de oogst) te melden. Het niet
melden van die handelingen kan be
tekenen dat de periode tot het ophef
fen van het teeltverbod met een jaar
moet worden verlengd.
Intensieve bestrijding loont
Een intensieve aanpak van de knol
cyperus kan dus na drie jaren al een
opheffing van het teeltverbod tot ge
volg hebben. Voor de bedrijfsvoering
betekent dat een enorme verlichting.
Een grondige aanpak loont dus. Dit
jaar is gebleken dat het besmettings
niveau op vele besmette percelen is af
genomen. Voor adviezen over de
bestrijding van knolcyperus kan men
zich wenden tot de landbouwvoor-
lichtingsdienst.
Ir. A. Oldenkamp
Plantenziektenkundige Dienst
Wageningen
Door de verregaande mechanisatie
en het toenemende gewicht van de
machines wordt de bodem sterk ver
dicht. Dat dit nadelig is voor een
goede gewasgroei is duidelijk te zien
in spuitsporen en op de kopakker.
Door een te dichte bodem kan het
gewas niet goed wortelen en heeft
het tekort aan voedingsstoffen en
water. Om dan toch een goede op
brengst te krijgen zal beregend moe
ten worden en zal men ekstra kunst
mest moeten geven. Dit zijn weer
ekstra kosten.
Het is de bedoeling met zo weinig
mogelijk kosten een zo hoog moge
lijke opbrengst te halen. Om een
goede opbrengst te krijgen, moet een
gewas nergens gebrek aan hebben.
Dit is te bereiken door te zorgen
voor een goede doorworteling van
de grond, zodat een gewas de voe
dingsstoffen en water in voldoende
mate kan opnemen.
De beworteling kan door verschil
lende zaken belemmerd worden.
Door te hoge dichtheid en slechte
struktuur van de grond wordt de
wortelgroei belemmerd. Door alleen
onder gunstige omstandigheden
(droge grond, lichte machines, lage
bandenspanning) op het land te ko
men, kan de struktuur goed gehou
den worden. Bij een indringings-
weerstand van meer dan 15 kg/cm2
wordt de groei al belemmerd, bij een
grotere weerstand dan 30 kg/cm2 is
praktisch geen wortelgroei meer mo
gelijk. Deze waarde komt vaak voor
in humusarme zandgrond. Als deze
grond wordt losgemaakt, is de grond
na een paar jaar meestal nog vaster
geworden dan in de oorspronkelijke
situatie. Diep los maken heeft hier
dus geen effekt. Bij gronden met een
storende laag of plaatgronden kan
wel een blijvend effekt verkregen
worden door te mengwoelen, of een
andere mengende diepe grondbewer
king. Hierbij moet wel rekening ge
houden worden met kans op ver-
slemping of verstuiving en verschra
ling van de bouwvoor.
Bij gronden die toch voldoende
draagkracht hebben, kan eventueel
de grondwaterstand verhoogd wor
den, om verdroging te voorkomen.
Soms kan beregening een goed alter
natief vormen om op gronden met
een slechte struktuur toch een goede
opbrengst te krijgen.
In dit artikel is alleen het effekt van
vocht op de worteldiepte bekeken.
Bij een ondiepe beworteling zijn er
meer voedingsstoffen (kunstmest)
die tot onder de bewortelde zone
spoelen en daar dan onbereikbaar
zijn voor de plant. Dit kost ook weer
ekstra geld en is verder ook nog
ekstra milieubelastend.
Vrijdag 28 augustus 1987
9