over geld en goed Gerechtelijke procedure van een echtscheiding l\log meer over levende have melkquota en Ir. P.J. Lardinois overleden Flinke schades in land- en tuinbouw gemeld bij Hagelunie ingezonden Zeeland Wormencultures levert bijdrage Onderlinge verzekeringsmaatschappijen behalen goede resultaten Individuele melkquota heffingsjaar 1987/1988 bekend Het gebeurt steeds meer dat een huwelijk wat was bedoeld voor het leven voortijdig eindigt. Van het aantal huwelijken dat jaarlijks in ons land wordt ontbonden is meer dan een kwart het gevolg van echtschei ding. Ontbinding van een huwelijk door echtscheiding is niet zonder gevolgen. Het is niet alleen het beëindigen van een band tussen twee echtgenoten. Belangrijke zaken bij echtscheiding zijn: wanneer is een echtscheiding mogelijk; hoe verloopt de procedure, wat gebeurt er met de kinderen en wat zijn de financiële gevolgen. Voor een echtscheiding is een vonnis van de rechter nodig. Als wettelijke grond voor de echtscheiding geldt de zogenaamde duurzame ontwrichting van het huwelijk. Of daarvan sprake is hangt af van de "feiten en omstan digheden" overspel of al enige tijd ge scheiden leven kan op ontwrichting duiden. Zijn beide echtgenoten van mening dat hun huwelijk duurzaam is ontwricht, dan zal de rechter zich bij dit oordeel neerleggen. Is slechts één partner deze mening toegedaan, dan zal deze daarvoor redenen moe ten aanvoeren. De enkele wens te scheiden is natuurlijk wel een belang rijke aanwijzing dat het huwelijk niet meer gezond is; de partner die niet wil scheiden zal dan toch alle zeilen moe ten bijzetten om de rechter van het te gendeel te overtuigen. Als de duurzame ontwrichting in overwegende mate te wijten is aan de partner die wil scheiden, dan kan de ander de echtscheiding tegenhouden. De rechter kan dan scheiding van ta fel en bed uitspreken, waarna na drie jaar op vordering van één der echt genoten de echtscheiding wordt uit gesproken. Bij scheiding van tafel en bed is het huwelijk niet ontbonden. De procedure Het huwelijk is niet eerder door echt scheiding ontbonden nadat het door de rechter uit te spreken echtschei- dingsvonnis is ingeschreven bij de burgelijke stand. Het vonnis van de rechter is op twee manieren te krijgen. Dit kan op gemeenschappelijk ver zoek van beide echtgenoten bij de (ar rondissementsrechtbank van de woonplaats van één van hen of op vordering van één van de echtgeno ten bij de rechtbank van de woon plaats van de ander. Het gemeenschappelijk verzoek vergt ingeval er kinderen zijn enige zelf werkzaamheid .(met behulp van advokaten) omdat de echtgenoten op deze manier pas kunnen scheiden als zij gezamenlijk of ieder apart de rech ter een voorstel hebben gedaan over de voogdij van de kinderen en over de voor hen te betalen alimentatie. Een gezamenlijk voorstel van de echt genoten heet "een echtscheidingscon venant". In zo'n convenant is natuurlijk ook plaats voor allerlei an dere onderwerpen, zoals de regeling van de alimentatiebetaling van de ene echtgenoot aan de andere en de ver deling van de boedel. De rechter is niet verplicht de voor stellen klakkeloos over te nemen, ook niet als de echtgenoten het helemaal eens zijn. Hoe groter echter de eens gezindheid van de partners, des te kleiner de kans dat de rechter met een "eigen" regeling komt. Als de echt scheiding wordt gevorderd door één van de partners, is deze zelf werkzaamheid niet vereist, maar ook hier geldt, dat het vonnis met een echtscheidingsconvenant meer op maat kan worden gesneden dan wan neer de rechter naar eigen inzicht moet handelen. Voordat de procedure echt van start gaat krijgen de echtgenoten een oproep om, eventueel met hun advo katen, te verschijnen voor de rechter. De bedoeling is dat de rechter een po ging tot verzoening doet, en met hen meteen enkele voorlopige voorzienin gen bespreekt. Ook later in de proce dure kan hij de echtgenoten oproepen. Tenslotte komt de rechter met zijn vonnis. Hierin spreekt hij al dan niet de echtscheiding uit, terwijl hij er te vens een beslissing in kan nemen over de nevenvorderingen, zoals toeken ning van alimentatie en voorzieningen in de voogdij. Deze nevenvorderingen kunnen ook in een latere uitspraak aan de orde komen. De scheiding is pas helemaal rond als het vonnis "in kracht van gewijsde" is gegaan, dat wil zeggen als er tegen het vonnis geen hoger beroep meer mogelijk is. Daarna moet het vonnis nog worden ingeschreven bij de bur- gelijke stand en pas dan is de echt scheiding definitief. Inschakeling van advokaten Bij een echtscheiding zijn twee advo katen betrokken, voor iedere echtge noot één. Dit is nodig omdat scheiden via de rechtbank moet gebeuren en dat een rechtbankprocedure alleen met behulp van een advokaat kan worden gevoerd. Daarnaast geldt voor de advokatuur ook de regel dat één advokaat in echtscheidingsgeval- len nooit voor de man én de vrouw mag optreden omdat deze tegenstrij dige belangen kunnen hebben. De ad vokaten mogen zelfs niet op hetzelfde kantoor werkzaam zijn. Tj. Scheeper Op 16 juli is na een bewonderens waardig gedragen ziekte op 62-jarige leeftijd overleden ir. P.J. Lardinois. De heer Lardinois trad op 1 septem ber van het vorig jaar terug als voor zitter van de Hoofddirektie van Rabobank Nederland. Sindsdien was hij aan de bank verbonden als alge meen adviseur van de Hoofddirektie. De heer Lardinois begon zijn loop baan na een studie aan de Landbouw hogeschool te Wageningen. Hij ging in 1951 werken bij de Rijkslandbouw- voorlichtingsdienst, achtereenvolgens in Noord-Holland en Oost-Brabant. Van 1960 tot 1963 was hij landbouw- attachéin Londen. Van 1963 tot 1967 bekleedde hij het lidmaatschap van de Tweede Kamer en het Europese Parlement, dat hij vanaf 1965 kombineerde met het voorzitterschap van de Noordbra bantse Christelijke Boerenbond (NCB). Van 1967 tot 1973 was hij minister van Landbouw en Visserij in het kabinet-De Jong en het kabinet- Biesheuvel. En van 1973 tot zijn in diensttreding in 1977 bij Rabobank Nederland was hij Europees Land- bouwkommissaris in Brussel. De heer Lardinois was onder meer lid van de Raad van Commissarissen van Gist-Brocades, DSM en Merck Sharp Dohme en voorzitter van de Nederlands-Duitse Kamer van Koop handel. De heer Lardinois was Grootofficier in de Orde van Oranje Nassau en dra ger van diverse hoge buitenlandse on derscheidingen. Vrijdag 17 en zaterdag 18 juli jl. is door het geweld van een aantal wind hozen schade ontstaan aan kassen en de daarin geteelde gewassen. In de landbouw waren hagel en storm er de oorzaak van dat in het Zuiden en Zuidwesten van het land akkerbouw gewassen zwaar zijn beschadigd. Bij Hagelunie kwamen verspreid over geheel Nederland en België ongeveer 65 meldingen binnen van induktie- schade en blikseminslag. Het gevolg hiervan was dat de tuinbouwcompu- ters, klimaat- en voedingsbesturings- regelingen volledig werden ontregeld. Tientallen windhoosschades werden gemeld vanuit de omgeving Zwolle en vanuit het gebied Hoorn-Blokker- Zwaag. De schade varieert van enke le vierkante meters tot duizenden vier kante meters glas per bedrijf. De energieschermen moesten het ontgel den door het vallende glas. In de omgeving van Veldhoven en Bergeijk (N.Br.) is door hagel en de met de buien gepaard gaande storm veel schade aangericht in met name percelen mais. Uit de Hoekse Waard en nabije omgeving zijn meldingen bij Hagelunie binnengekomen van door hagel getroffen aardappelen en veld- bonen. In vele gevallen gaat het hier bij om zware hagelschade. Ook andere akkerbouwgewassen zijn, hoe wel in lichtere mate, door hagel be schadigd. In totaal zijn bij Hagelunie op maandag reeds 245 landbouwscha- des gemeld. Regematig verschijnen er in dit blad artikelen die betrekking hebben op hygiëne in de landbouw, overschot ten, bodemvruchtbaarheid en orga nische stof in de grond: Ook op ra dio en tv en in de landelijke pers ko men deze onderwerpen regelmatig terug. De problemen zitten ons ken nelijk erg hoog. Dreigen zij ons de baas te worden? Het antwoord ja of nee kan nog niet gegeven worden. Er wordt hard gewerkt om "nee" te kunnen zeggen. Hoe hard? Hoe lang duurt het voor het antwoord komt? Wanneer we kijken hoe we andere problemen, zowel technische als or ganisatorische, de baas zijn gewor den dat valt het op dat we er lang mee hebben geworsteld en dat de oplossing nimmer in z'n totaliteit in eens gevonden werd. Stap voor stap steeds verder, en eindelijk kwamen we er. Elk van die stappen bleek ach teraf van positieve waarde en onmis baar in het geheel. Zeeland Wor mencultures heeft na studie, en thans, na twee jaren praktijk erva ring, kunnen vaststellen: 1dat zijn huidige wormenbestand dagelijks 1000 kg. organisch afval omzet. 2. dat zijn wormenmest, waarvan de kwaliteitscontrole geschiedt door het Bedrijfslaboratorium voor Grond en Gewasonderzoek te Oosterbeek, uitnemende resultaten geeft. Elk van de beide, hiervoor genoemde, gege vens hebben een positieve invloed op de in de aanhef van dit artikel ver melde problemen. Het is het daarom waard nader te onderzoeken hoe wormen en hun wormenmest prac- tisch bruikbaar gemaakt kunnen worden. Dit onderzoek moet plaats vinden in samenwerking met de akker- en tuinbouw en berusten op wetenschappelijke grondslag. Zee land Wormencultures is bereid en in staat hieraan mee te werken. Voor haar staat vast dat de worm een be langrijke bijdrage kan leveren. Niet groots, niet spectaculair, maar klein schalig, economisch haalbaar en door zijn veelvoudige inzet een machtig wapen. P.A. Blussé van Oud-Alblas Koudekerke Naar aanleiding van de wijziging beschikking superheffing 1985 met ingang van 6 september 1986, waarbij de band tussen landbouw grond en melkquotum aanzienlijk losser is geworden alsook het ar rest van de Hoge Raad van 26 no vember 1986 inzake vangstquota zijn een aantal zaken veranderd. Het belangrijkste daarbij is dat melkquota als zelfstandige be drijfsmiddelen zijn aan te merken. In een vergelijking tussen verzekerings instellingen blijken de Onderlingen hogere winsten te behalen dan de Naamloze Vennootschappen. Dit blijkt uit het jaarverslag over 1986 van de FOV, de Federatie van Onder linge Verzekeringsmaatschappijen in Nederland, de representatieve organi satie van het onderlinge verzekerings bedrijf in ons land. De winst na belasting, uitgedrukt in procenten van de premie, blijkt voor de onderlingen de laatste jaren telkens hoger geweest te zijn dan die van de N.V.s. In 1985 was dit zelfs resp. 5,06% en 1,33%, bij een gemiddelde van 2,35%. De buitenlandse verzeke raars zijn hierbij buiten beschouwing gelaten. Uit het overzicht van de laatste vijf jaar (tot 1985) blijkt tevens dat de winst elk jaar kleiner is gewor den, van 5,59% van de premies in 1981 tot 2,35% van de premies in 1985 (gemiddelde cijfers onderlingen en N.V.'s). De FOV had in 1985 een marktaandeel van ruim 25%, een lichte groei ten opzichte van voor gaande jaren. Ook het marktaandeel van de N.V.'s steeg licht tot ruim 67%. Het aandeel van de buitenland se verzekeraars is dalende en bedroeg in 1985 bijna 8%. Het premie-inko men van de Onderlingen bedroeg in 1985 bijna 3,7 miljard gulden (bijna 3,5 miljard in 1984). De gegevens over de individuele melk quota voor het heffingsjaar 1987/'88 zijn begin deze week aan de melkvee houders medegedeeld. Deze mededeling heeft betrekking op ruim 50.000 melkveehouders. Melk veehouders, wier quotum voor 1987/'88 nog niet kon worden mede gedeeld, omdat nog nadere informa tie is vereist, zullen zo spoedig mogelijk door het produktschap wor den geïnformeerd. Dit heeft gevolgen voor de landbouw- vrijstelling en de W.I.R. De land- bouwvrijstelling, voor zover deze van toepassing is op de meerwaarde van landbouwkultuurgrond, is met ingang van 1 mei 1987 niet meer (deels) te ge bruiken voor winst behaald bij over dracht van melkquota. Ómdat melkquota vanaf 6 september 1986 als zelfstandige bedrijfsmiddelen worden beschouwd, kan vanaf deze datum W.I.R.-premie worden gevraagd voor vanaf dat tijdstip verworven quota. Echter heeft de minister een wets voorstel aangekondigd waarbij hij de W.I.R.-premie voor melkquota in gaande 1 mei 1987 weer wil laten ver vallen. Het verworven recht is derhalve slechts van korte duur. De inkomstenbelasting die zal worden ge heven over de winst terzake van over gedragen melkquota kan op verzoek zonodig worden berekend met toepas sing van het bijzondere tarief mits be langhebbende afstand heeft gedaan van zijn totale melkquota en hij de winst nagenoeg geheel als winst van één boekjaar verantwoordt. Onder de zelfde gunstregeling kan ook gebracht worden de boekwinst die wordt be haald bij de vervreemding van de ge hele melkveestapel in het kader van de overdracht van de melkquota. Indien bij de overgang van een melk quotum dat betrekking heeft op de produktie van melk op verpachte grond de eigenaar/verpachter een deel der vergoeding ontvangt, moet er vol gens de minister mee worden gere kend dat deze vergoeding onder de belastingheffing valt, ook al is deze eigenaar een privé-persoon. De ver goeding wordt in dat geval aange merkt als opbrengst van vermogen. Zonodig kan in dit geval eveneens het bijzonder tarief worden gevraagd in dien ook overigens aan de wettelijke voorwaarden is voldaan. Boekwaarde Het Tweede Kamerlid Blauw heeft nadien in vragen aan het ministerie geprobeerd duidelijkheid te brengen omtrent de belastbaarheid van melk quota voor de vermogensbelasting. De staatssekretaris heeft daarop geantwoord dat quota zaken zijn waaraan in het ekonomisch verkeer waarde kan worden toegekend. Ergo dus belast voor de vermogensbe lasting. Echter gelet op de bijzonde re positie die het door de overheid toegewezen melkquotum in de be drijfsvoering van de melkveehouders inneemt, is de staatssekretaris voor nemens de belastingdienst te instrue ren die quotum voor de heffing van vermogensbelasting te waarderen op de boekwaarde. Dit zal betekenen dat de aan veehouders door de overheid toegewezen quota op nihil gesteld kunnen worden en eventuele aange kochte quota op de boekwaarde. De boekwaarde is in dit geval de betaal de prijs minus de afschrijving. Tot slot heeft de minister bekend ge maakt dat hij ingaande 15 mei 1987 de W.I.R.-premie op levende have (dieren die in het kader van een land bouwbedrijf worden gefokt, gemest of gehouden) op nihil heeft gesteld. Tegen deze maatregel heeft het Land bouwschap bezwaar aangetekend. Zulks omdat het mede wordt gedaan in het kader van budgettaire overwe gingen, terwijl hiervoor een enkele be drijfstak wordt uitgezocht. Een en ander lijkt op een zekere willekeur. Alsof de landbouwondernemer een andere ondernemer zou zijn dan die uit het midden- en klein bedrijf. Ho pelijk wordt deze maatregel ongedaan gemaakt. B. Veerbeek Vrijdag 24 juli 1987 3

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1987 | | pagina 3