Meeste veehouders geen voorstander
van melkgiftstimulerende middelen
De bieten halen met Steenbergsche
kermis weer "bierkruikje"
Stand van de
mais is erg slecht
Landschapsbouw samen met bosbouw
in nieuwe directie
Eerst te nat, nu te warm,
oplossing overschottenproblematiek
Stichting CLO-pers opgericht
Het is loofstil op deze warme maan
dagvoormiddag in de WESTHOEK.
Een beetje lomerig onweersachtig
weer. Terwijl heel Nederland in een
vakantiesfeer wordt gehuld beginnen
voor de akkerbouwers de eerste
oogstwerkzaamheden. De afgelopen
nachten en vroege morgens is er
gemaaid.
Nadat de messen van de maaibalk
vlijmscherp waren geslepen werden de
eerste graszaadblokken in lange zwa
den neergelegd. Het roodzwenk,
maar ook de vroege veldbeemd. De
verwachtingen zijn niet hoog gespan
nen. Het was te regenachtig in de
bloeitijd. Wel zal er een vracht met
hooi afkomen, maar daar komt nog
geen handelaar op af. Alles neemt
zo'n beetje een afwachtende houding
aan. Hoeveel vraag is er bij de vee
houderij en wat gaat de mais doen?
De latere soorten gras, die nog bloei
en hebben wel geprofiteerd van de ve
le zonuren die we gekregen hebben en
beloven in ieder geval meer kilo's
zaad.
's Morgensvroeg zien we het vlas
bloeien. Blauwbloemig en van een
mooie lengte. Het staat er prima voor
en 't is te hopen dat er voor deze
mooie teelt een markt komt en blijft,
zodat deze teelt terug van weggeweest,
weer z'n eigen gezicht in onze polders
zal krijgen. Laten we wel wezen er zit
toch altijd nogal wat handwerk aan
dit gewas en met een eenmansbedrijf
sta je machteloos. Blij kunnen we zijn
met boeren die op de één of andere
manier toch kans zien deze teelt op
nieuw op te pakken. Er moet wel een
voordelig saldo op overschieten an
ders gaat de lol eraf van veel ploete
ren en sjouwen. Wat ook een vrolijk
gezicht geeft aan onze polders is het
blauwmaanzaad. Hoewel niet rijk
vertegenwoordigd zie je hier en daar
de papaverachtige bloemen, die met
recht ééndagsbloemen zijn. Al snel
komen de zaaddozen te voorschijn en
daar gaat het om.
Het doek is gevallen over de aard
appelen van oogst '86. Het drama is
kompleet, de prijs van de tonnen die
nog in de schuren zitten is nul, nul.
Nu kijken we naar de velden waar een
nieuwe oogst ligt te wachten. Ze staan
er best voor. Wat vocht zou geen
kwaad doen. We weten niet wat te
wensen. Blijft het droog, dan zal de
markt daar zeker op reageren, maar
dan wel graag te weinig nattigheid in
heel Europa. Zo Europees denken en
weten we al.
De bieten halen met Steenbergsche
kermis ook dit jaar weer het bier
kruikje. De maat die ons voorgeslacht
al aanhield.
Verder houdt het distelprobleem ons
bezig. Nu het aan het Zoommeer nog
niet te laat is denk ik dat de koppen
bij elkaar moeten. Er moe toch iets
ontwikkeld kunnen worden dat deze
distels gemaaid kunnen worden voor
dat ze in knop schieten. Chemisch is
niet haalbaar want op een dood
Zoommeer zitten we niet te wachten.
Ze kunnen dit probleem niet alleen op
de boeren verhalen. Eerlijkheidshal
ve moet vermeld worden dat onze lan
derijen ook nu niet helemaal distelvrij
zijn.
Het gezegde van eerst in je eigen tuin
tje en dan bij een ander gaat niet op.
De vele ha's rondom het Zoomiqper
hebben nog geen echte eigenaar dus
ben ik bang dat de problemen over en
weer geschoven zullen worden.
Ook in LAND VAN HEUSDEN EN
ALTENA en de BIESBOSCH waren
we blij toen er een einde kwam aan
een erg natte periode. Maar ook bij
ons kunnen de meeste gewassen nu,
na ruim 14 dagen droog weer best al
weer wat water gebruiken.
De veehouders die beschikken over
een regeninstallatie zijn met berege
nen begonnen. De produktie van het
grasland is tot dusver overigens
enorm geweest. De melkproduktie
viel vaak wat tegen: eerst door de re
gen, later door de zeer warme dagen.
De koeien hadden duidelijk last van
de plotselinge hitte. Op dit moment,
droog weer en niet te warm, kan de
melkproduktie zich herstellen. Wat
ook aan herstel toe is, is het maïsge-
was. De maïs heeft een grote achter
stand opgelopen en hoewel de natuur
zich soms wonderbaarlijk kan herstel
len hebben velen over de produktie
van de maïs hun zorg.
Een gewas wat zich niet meer kan her
stellen is de konservenerwten. De per
celen die tot nu toe geoogst zijn
brachten, voorzover mijn informatie
strekt, een slechte opbrengst. De
aardappelen hebben een te oppervlak
kig wortelstelsel. De aardappeltelers
die hiervoor de mogelijkheid hebben,
zijn met beregenen begonnen. On
danks het natte voorjaar en ondanks
de negatieve ontwikkelingen die ik zo
juist naar voren heb gebracht, heb ik
de indruk dat in zijn algemeenheid de
stand van de akkerbouwgewassen niet
slecht is.
"Hoewel de landschapsbouw en de
landinrichting aanverwante terrei
nen zijn en uit dien hoofde een kop
peling van beide terreinen voor de
hand ligt, ben ik bij nader inzien
toch van mening dat de taken met
betrekking tot de landschapsbouw
en de bosbouw in één directie gecon
centreerd dienen te worden". Dit
onder meer schrijft ir. G. Braks in
een brief aan de Tweede Kamer op
10 juli jl. over de voorgenomen reor
ganisatie van Staatsbosbeheer.
De bewindsman was in eerste instan
tie van plan de taken ten aanzien van
landschapsbouw onder te brengen
bij de landinrichtingsdienst. Na na
dere overwegingen is hij echter tot de
conclusie gekomen dat één directie
Ongelofelijk wat een gewas als snij-
mais per dag kan groeien na een
groeistilstand van vier weken. Perce
len in WEST-BRABANT-ZUID die
haast afgeschreven waren hebben zich
zo goed hersteld dat bij normale
weersomstandigheden een redelijke
opbrengst nog mogelijk is. Op diver
se bedrijven is toch een voorraadje ex
tra ruwvoer aangelegd om zich in te
dekken tegen een eventueel zwaar te
genvallende snijmaisoogst.
Qua prijs was het nog interessant ook
om een extra kuil te maken van een
aardappelprodukt of bierbostel. In
snijmais nieuwe oogst is even wat
handel geweest tegen dezelfde kon-
traktprijzen als vorig jaar, maar bij
iets meer aanbod naar aanleiding van
het warmere weer verdween de vraag.
Zoals het er nu naar uitziet zal op de
meeste veebedrijven voor de aan
staande stalperiode voldoende ruw
voer in de sleufsilo's komen. Het
meeste voordrooggras is prima de kuil
ingegaan met naar verwachting een
goede voederwaarde. Voor hergroei
van het grasland zou het op veel
plaatsen eens moeten regenen. Een
droge periode kan er nog voor zorgen
dat op diverse veebedrijven ruwvoer
aangekocht moet worden.
Afgelopen week is er via de media
weer aandacht besteed aan het pro-
duktieverhogende eiwit hormoon
BST. Dit op een eenvoudige manier
door de veearts toe te dienen eiwithor
moon zorgt voor een melkopbrengst-
verhoging van ongeveer 20®7oPer dag
4 a 5 kilogram melk meer. Zoals het
er nu naar uitziet zijn er geen nadeli
ge gevolgen te verwachten voor mens
en dier. Wel is men nog zeer terug
houdend met het gebruik ervan om
dat het voor het hele
landbouwgebeuren een grote verande
ring zal geven. Veel zal afhangen van
wat andere landen doen om hun kon-
kurrentiepositie te versterken met be
hulp van BST. Vooral voor bedrijven
met weinig grond en een sterke vee
bezetting zou het een uitkomst zijn.
Maar zoals zo vaak gebeurt met vin
dingen in de biotechnologie zal dit ge
paard gaan met bedrijfssluitingen.
Het klinkt te mooi om te stellen dat
een melkveebedrijf over enkele jaren
met 30 stuks melkvee royaal de kost
kan verdienen terwijl 5 jaar geleden
op hetzelfde bedrijf nog 60 koeiep ge
molken moesten worden. Toch een
ontwikkeling die niet alleen door de
veehouderij maar ook door de akker
bouw kritisch bekeken moet worden.
Specifieke akkerbouwprodukten zo
als suikerbieten en aardappelen zijn
in niet onbelangrijke mate afhanke
lijk van de veehouderij om een rede
lijk rendement op te brengen. De
superheffing heeft in de akkerbouw
al gezorgd voor een inkomensverla
ging, maar door toepassing van bio-
technologische vindingen in de
veewereld naast de nog verdere ver
laging van het melkquotum kan deze
tak zijn afzetkanaal voor ruwvoer wel
eens kwijtraken.
Voorlopig staan de meeste melkvee
houders nog achter het besluit van de
regering om geen groen licht te geven
voor melkgiftstimulerende middelen.
Aansluitend op de bijdrage van onze
kollega schrijver in deze rubriek van
THOLEN EN ST. PHILIPSLAND
kan gesteld worden dat het inderdaad
niet meer heeft geregend in ons ge
bied, maar dat de temperatuurs-
omslag wat al te groot is geweest.
Daardoor is de schade aan de gewas
sen toch groter geworden dan wij
veertien dagen geleden hoopten.
Doordat de wortelontwikkeling van
vele gewassen achter is gebleven tij
dens de natte moesson, kunnen vele
planten de hoge referentieverdamping
die nu optreedt niet verwerken en zien
we verwelkingsverschijnselen die zon
der twijfel zullen leiden tot opbrengst-
verliezen. Dit manifesteert zich het
duidelijkst bij erwten, bonen, suiker
bieten en mais, maar ook wel bij ui
en. Overigens konstateren wij bij dit
gewas ook veel spuitschade als gevolg
van de onkruidbestrijding. Vooral
Stomp blijkt in zo'n nat jaar een ge
vaarlijk onkruidbestrijdingsmiddel te
zijn.
Dat geldt echter niet alleen voor
Stomp, ook andere onkruidbestrij
dingsmiddelen (bodemherbiciden)
hebben dit jaar nogal agressief ge
werkt en dat komt vanzelfsprekend
ook de ontwikkeling van de gewassen
niet ten goede. Een geluk bij dit on
geluk is dan wel dat de onkruidbestrij
ding doorgaans erg goed is geweest en
wij konstateren dan ook dat het over
het algemeen met de onkruidbezetting
op de velden wel mee valt, behalve
dan natuurlijk die percelen waar men
door de weersomstandigheden niet op
tijd heeft kunnen spuiten.
De oogst van vroege aardappelen is
sterk achtergeraakt. De verplichte
rooidatum is terecht een week ver
schoven, de ontwikkeling van de aard-
appelmoeheidscysten was beduidend
later dan normaal. Voor vele vroege
aardappeltelers was dit een uitkomst,
zodat men in de laatste week voor de
rooidatum nog heel wat vroege aard
appels heeft kunnen rooien. De gro
te aanvoeren die daarvan het gevolg
waren hebben echter de prijs geen
goed gedaan en momenteel is de prijs
tot een eigenlijk onverantwoord laag
niveau gezakt.
Gelukkig voor de vroege aardappel
telers valt de kilogramopbrengst
doorgaans niet tegen. De kosten ech
ter om met een zgn. kistenrooier de
aardappels veilingklaar te rooien lie
gen er niet om, zodat het onderste re
geltje toch tegen valt.
De oogst van de konservenerwten is
eveneens op gang gekomen. Ook hier
geldt dat er geen optimistische gelui
den vernomen worden. Vooral de
vroege konservenerwten hebben veel
geleden van het slechte weer, zeker
ook tijdens de bloeitijd, terwijl we in
heel veel percelen een ongelijke afrij
ping aantreffen.
De verwachtingen voor de vroege
graszaadpercelen zijn zo eveneens niet
hoog gespannen, vanwege de slechte
bloeiperiode en verder liggen veel per
celen graszaad er nogal "verward" bij
hetgeen gauw aanleiding kan geven
tot maai verliezen.
Onze bijdrage is nogal in mineur
gesteld, dat realiseren wij ons terde
ge. Helaas is dat voor onze agrarische
sektor vandaag de dag een algemeen
voorkomend geluid. De boer doet zijn
best om zoveel mogelijk produkt te
telen van zo goed mogelijke kwaliteit.
Kijk en als dat dan ook werkelijk lukt
dan levert dit meestal weer een bijdra
ge aan de overschottenproblematiek
en komt dit weer als een boemerang
over ons heen, zodat het niet meer
meevalt om optimistische bijdragen te
schrijven. Toch verliezen wij de moed
niet en hopen maar dat het weer
droog blijft in heel Europa. Mogelijk
levert dat een positieve bijdrage aan
de overschottenproblematiek!
zojuist verschenen
Onlangs is verschenen als losbladige
uitgave de Meststoffenwet c.a.
Van de onlangs in werking getreden
wet van 27 november 1986 (Stb. 598),
houdende regelen inzake het verhan
delen van meststoffen en de afvoer
van mestoverschotten is kennis onont-
ve omgaat met mest en landbouw
gronden; boeren, vervoerders, hande
laren, opslagbedrijven, mestbanken,
accountants, notarissen en opspo
ringsambtenaren,
en opsporingsambtenaren.
De Wet en de daarop gebaseerdé uit
voeringsvoorschriften geven regels
met betrekking tot verhandelen, ver
voeren, mestboekhouding, mestban
ken, overschotheffing en uitbreiding
van veeteeltbedrijven.
Daarnaast zullen in deze uitgave wor
den opgenomen relevante regelingen
m.b.t. het gebruik van dierlijke
meststoffen op basis van o.a. de Wet
bodembescherming
Prijs: ƒ35,(tot september 1987);
Omvang: ca. 150 blz.Verschijnings
datum: juli 1987.
Te bestellen via de boekhandel of
rechtstreeks bij de uitgever. Zie bij
gaande antwoordkaart. Losbladige
uitgaven worden, tot wederopzeg
ging, geleverd met een abonnement
op de aanvullingen.
Bos- en Landschapsbouw de voor
keur verdient, omdat:
-een aparte directie bosbouw een te
smalle basis vormt zowel voor wat
betreft het takenpakket als de om
vang van de directie;
-de organisatorische ingreep minder
diep zal zijn bij het in één hand hou
den van de taken met betrekking tot
landschapsbouw en bosbouw, het
geen te verkiezen is na een aantal
opeenvolgende reorganisaties,
-daarmee tegemoet gekomen kan
worden aan bezwaren van een aantal
betrokken organisaties.
Het definitieve besluit zal worden
genomen na overleg met de vaste
Commissie voor Landbouw op 10
september a.s.
De samenwerking tussen de bladen
van de standsorganisaties heeft een
stevig fundament gekregen. Woens
dag 8 juli jl. hebben de voorzitters
van de drie Centrale Landbouwor
ganisaties hun handtekening gezet
onder de oprichtingsakte van de
"Stichting CLO-pers". Doel van de
stichting is, zoals in de akte om
schreven: Het stimuleren en ont
plooien van activiteiten gericht op de
bevordering van de samenwerking
van landbouwbladen, die door de
agrarische standsorganisaties en met
hen gelieerde organen, worden uit
gegeven en voorts al hetgeen met één
en ander rechtstreeks of zijdelings
verband houdt, of daartoe bevorder
lijk kan zijn, alles in de ruimste zin
des woords.
De Stichting CLO-pers biedt juri
disch onderdak aan de reeds tot
stand gekomen samenwerking wat
betreft markt- en beursberichten,
vakgerichte informatie en buiten
landse berichtgeving. De Stichting
kan personeel in dienst nemen.
De samenwerkende bladen zijn Boer
en Tuinder, Ons Platteland, Ons
Friese Platteland, De Landbode,
Marius Varekamp zet namens de KNLC-pers zijn handtekening onder de
oprichtingsakte. Naast hem notaris Van Nierop, Joris Schouten (KNBTB)
en Piet Blokland (NCBTB). (foto John Thuring)
Fries Landbouwblad, ZLM-Land-
en Tuinbouwblad en Landbouwcou
rant voor de Veenkoloniën. De
laatst genoemde vier bladen maken
deel uit van de Stichting KNLC-
pers, welke naast KNBTB en
NCBTB participeert in de stichting
CLO-pers.
Vrijdag 17 juli 1987
7