7/jX) I 8q^
Defensief
vanuit de Z.L.M. gezien
zuidelijke landbouw maatschappij
Kritiek op boeren en tuinders zorgt
voor barstje in goede imago
Doos van Pandora
Phoma
Tenslotte
DtTD
land- en
tuinbouwblad
VRIJDAG 17 JULI 1987
75e JAARGANG NO. 3885
De afgelopen weken hebben de veehouders welhaast ideaal weer gehad voor zowel de groei van het gras als de
winning ervan hetzij in de vorm van vers produkt dan wel van hooi. Menige kuil kon worden gemaakt en in veel
schuren liggen de hooipakjes al weer hoog opgetast. De kwaliteit is in het algemeen goed te noemen.
De boer kan geen goed meer doen, zo klagen sommige
werkers in de landbouw. Als vervuiler van lucht, bodem
en grondwater en als producent van overschotten wordt
de agrarische sektor steeds vaker in een negatief daglicht
gesteld. Volgens Joris Schouten, voorzitter van het over
legorgaan van de drie CLO's, is het beeld dat media en
publiek hebben van de agrarische wereld zeer gemengd.
Sommigen hebben een onverholen bewondering voor de
agrarische sektor. Anderen zeggen: "We produceren te
veel en het kost te veel.
Jaap Nieuwenhuize van de voedingsbond FNV meent dat
alle artikelen over mestoverschot en financiële problemen
van de EG slechts een barstje in het goed gestroomlijnde
imago van de agrarische sektor veroorzaken.
Het oordeel over agrariërs valt mee, meent Jans Leeuw-
ma, voorzitter van de Groninger Mij. van Landbouw. We
zouden eens een enquête onder de bevolking moeten
houden, dan zouden de resultaten erg meevallen".
Enquête
De kans bestaat dat binnenkort zo'n enquête wordt ge
houden, vertelt direkteur Bert Stoutmeijer van de Stich
ting PR land- en tuinbouw in Den Haag. Volgens hem
zullen daarin mestproblemen en overschotten veel ge
noemd worden, maar aan de andere kant zal er ook veel
positiefs uitkomen. Hij vindt bovendien dat de berichten
in de kranten en op radio en tv helemaal niet zo negatief
zijn. "Van elke kilo knipsels die ik hier krijg is één ons
negatief. Dan konkludeer ik: negen ons is positief. Dat
de boer toch denkt dat hij in het verdomhoekje zit, komt
doordat slecht nieuws dat je emotioneel raakt, extra op
valt. Er is genoeg goed nieuws over de sektor maar je
moet het wel willen zien".
"Het imago is altijd goed geweest", is de opinie van
voorzitter Marius Varekamp van het Landbouwschap.
De bijverschijnselen van dertig jaar succesvol landbouw
beleid hebben mensen aan het denken gezet. Dat die ne-
veneffekten zijn niet helemaal goed zijn gevallen bij de
samenleving is niet helemaal terecht, want zij is daarvoor
mede verantwoordelijk".
Met veel gejeremieer, en voor de landbouw negatieve
publiciteit, zijn uiteindelijk de Brusselse prijs- en
marktbesluiten voor de in '87 te oogsten akkerbouw-
produkten tot stand gekomen. Per saldo een te ver
wachten nadelig effect op de boerenmarktprijs van
ongeveer -10% voor granen (voorstel: -12 a 1 5%), -6
a 7% voor bieten (voorstel: -10 a 12%) en -10 a 1 2%
voor erwten en veldbonen (conform voorstel). De al-
lerscherpste kantjes zijn eraf, maar de slag lijkt onte
genzeggelijk gewonnen door Andriessen - daarbij gre
tig geholpen door Lubbers en Braks. Het eenzijdig op
de akkerbouwsector gerichte prijsverlagingsoffensief
heeft onze - door gebrek aan solidariteit - rammelende
defensie gemakkelijk doorbroken. Het zou onnozel
zijn te beweren dat we totaal verrast zijn door deze
feitelijke bekrachtiging van een radicale koers
wijziging van het Europese landbouwbeleid. Ook
wisten en weten wij dat de invloed van Nederland in
het krachtenveld van de 12 EG-lidstaten gering is.
Toch blijven onze teleurstelling en kritiek recht over
eind staan. We zullen die - voor en namens de ZLM -
ook blijven uiten. U kent onze argumentatie. De een
zijdige en te rigoureuze hantering van het prijsverla
gingsinstrument alléén voor de akkerbouwmarktorde-
nings-produkten zal leiden tot een onevenredig - en
onnodige zware crisis over de volle breedte van de to
tale plantaardige produktiesector, dus akker- én tuin
bouw! De zogenaamde "spil-functie" van granen in
het bouwplan, alsmede het zogeheten "verdringings
effect" tengevolge van de zuivelquotering zullen een
rendabele produktie van niet- marktordeningsproduk-
ten eveneens onmogelijk maken. U kent ook onze
slotsom: wél aanpassen aan veranderende markten
en omstandigheden, maar dan niet plotsklaps als ge
volg van een politiek dictaat, doch 'geleidelijk, in even
redige en evenwichtige verhouding met de andere
sectoren, en met reëel zicht op structurele "handva
ten" die de concurrentiepositie kunnen versterken.
Met name op het verkrijgen en behouden van die
handvaten (positiever overheidsbeleid, minder strin
gente wetgeving, lastenverlichting e.d.) moet al onze
aandacht gericht zijn. Extra instrumenten ter on
dersteuning van onze concurrentiepositie ontbreken
ons niet alleen, ook het bestaande instrumentarium
wordt ons in een toenemend tempo door onze natio
nale overheid ontnomen. Het boeronvriendelijke of
fensief in ons eigen land dringt ons in het defensief.
Welhaast dagelijks wordt de onafzienbare reeks van
lastenverzwaringen, onderzoeks- en voorlichtingsbe
zuinigingen, milieuvoorschriften en overspannen re
gelgeving, langer; terwijl het weken en maanden kost
om betrekkelijke kleinigheden als het "blikken" van
stieren, vermogensbelasting op melkquota, en het
BTW-tarief voor landbouwwerktuigen geheel of ge
deeltelijk in ons "voordeel" te beslechten. Er moet
zelfs aktie gevoerd worden om een meer praktische
mestboekhouding te bewerkstelligen!
Alle zaken moeten onze aandacht hebben. We doen
dat noodgedwongen vanuit een defensieve houding
omdat die rol ons opgedrongen wordt. Om het "on
aanvaardbaar" te vermijden wordt veelal gestreefd
naar een compromis binnen te smalle marges, met als
resultaat slechts een afzwakking van de aanval, en
geen tegenaanval. Minstens twee onlangs losgelaten
"monsters" uit de Haagse doos van Pandora vereisen
wél, en in ieder geval, de tegenaanval; ze moeten te
rug in de doos! Ik doel op het voornemen om land
bouwgronden onder het regime van de onroerend
goed belasting te brengen (de laatste ons nog reste
rende slagader waaruit ons bloed weggezogen kan
worden); en ik refereer aan de politiek opportunisti
sche en goedkope (maar daarom niet minder
gevaarlijke-) kretologie van milieu-minister Nijpels,
met betrekking tot door hem gewenste nog strengere
mestwetgeving in verband met het "zure regen
spook". (Een spook dat door minstens evenveel we
tenschappers ontkend als erkend wordt).
Voor wat betreft de fiscale lastenverzwaring en de
milieu regelgeving is de maat vol. Vanuit het defensief
zeggen we "onaanvaardbaar"; dat betekent dat we
in het offensief moeten. Offensief, direct en politiek
gericht. Recente uitingen in het Landbouwschaps-
bestuur, alsmede van de voorzitter van de KNBTB,
geven hoop dat het offensief met gesloten gelederen
ingezet kan worden.
Onverhoeds zijn vorige week met name de
consumptie-aardappeltelers zowel offensief als de
fensief verslagen tengevolge van de eenzijdige aan
kondiging door het ministerie van landbouw tot in
trekking van het Phoma-besluit. Wegvallen van het
besluit betekent dat de besmettelijke aardappel
schimmelziekte Phoma gedegradeerd wordt van qua
rantaineziekte tot kwaliteitsziekte. Er wordt niet meer
verplicht onderzoek verricht naar latent zieke poot-
goed knollen. Slechts een bepaald aantal zichtbaar
rotte knollen zal als norm door de NAK gehanteerd
worden voor klassificatie en verhandelbaarheid. Een
onbegrijpelijke manoeuvre van het ministerie om op
een dergelijke brute manier een onmisbaar instrument
voor de zo broodnodige bedrijfshygiëne in de aardap
pelteelt uit handen te slaan. Ons rest momenteel niets
anders dan gebruikers van pootgoed in ons werkge
bied ten stelligste te adviseren individueel in het of
fensief te gaan, door bij de aankoop van pootgoed
(tot en met klasse Aü) alsnog onderzoek op latente
Phomabesmetting (7 weken quarantaine) te eisen; en
in ieder geval als conditie stellen, dat de rot-norm 0
dient te zijn. Vanuit de ZLM zullen we ons inspannen
om deze voorwaarden zoveel mogelijk regulier te
maken.
Als gevolg van de tegen onze sector gerichte agres
sie, opereren en ageren wij in onze landbouwpolitieke
belangenbehartiging noodgedwongen vanuit de ver
dediging. Desalniettemin blijft ons streven er niet afla
tend op gericht om die verdediging te doen keren in de
aanval. Doelbewuste P.R., eerlijke en begrijpelijke in
formatie, en (misschien) directe reclame, zijn in dit
verband wellicht ook wapens die vernieuwd ingezet
zullen moeten worden. Parallel met deze externe en
gedelegeerde belangenbehartiging zal het eveneens
onontbeerlijk zijn dat de individuele boer en tuinder in
ons werkgebied zelf in het offensief gaat en blijft, als
het gaat om zijn eigen bedrijfsvoering, nu en in de toe
komst. Hij zal o.a. gebruik moeten maken van de
technische en commerciële "speerpunten" in zijn
omgeving. Op die speerpunten wil ik een volgende
keer nader ingaan.
Van der Maas