Landbouwcommissie acht regionale melkbanken gewenst
Veel sterpredikaten op
Centrale Keuring W.P.N.
afd. Zeeland
Mengelingen
Evaluatierapport superheffing
korte wenken
veehouderij
zojuist verschenen
Nieuwe methode
bestrijden kweek in
maïsstoppel
Groene
schapekaas
De vrije verkoop van melkquota moet beter onder controle worden
gebracht. Dat stelt de landbouwcommissie van het Europees Parle
ment voor in een evaluatierapport over drie jaar superheffing in de
EG. Tevens wordt er in benadrukt dat de melkproduktie nog te hoog
is. Een extra korting van één procent op de referentie-hoeveelheden
zal Brussel zonodig in moeten voeren om de afgesproken 9,5%
produktie-vermindering daadwerkelijk te realiseren.
Dit bracht Europarlementariër en lid
van de Landbouwcommissie Eisso
Woltjer vorige week tijdens een
persconferentie in Den Haag naar
voren. Hij vindt het absurd te den
ken dat er na 1989 geen quotering
meer zou gelden voor de melkpro
duktie in de EG. Dat is dan ook met
een het uitgangspunt geweest bij het
opstellen van het evaluatierapport
dat nu op plenaire behandeling
wacht in het Europees Parlement.
Woltjer ziet niet in dat het anders zal
kunnen gaan. Werkbezoeken aan
landen met een eigen quoterings
systeem zoals Zwitserland, Zweden
en Canada brengen hem tot de over
tuiging dat er ook bij een superhef
fing plaats is voor het voeren van
een verantwoord structuurbeleid.
Het LEI steunt hem in die visie. Vol
ledig loslaten van de superheffing na
1989 wordt volgens Woltjer overi
gens in andere lidstaten (Engeland,
Ierland, Denemarken) als irreëel be
schouwd. Een twee-prijzen systeem
verdient in zijn ogen op wat langere
termijn de voorkeur. Wanneer een
maal sprake is van een markteven
wicht ("over twee jaar zijn we zo
ver", zegt Eisso Woltjer) kan daar
geleidelijk aan naar toegewerkt wor
den. De medeverantwoordelijkheids
heffing zou dan definitief van het to
neel mogen verdwijnen. Met deze
manoevre verwacht Woltjer de
melkprijs voldoende te kunnen on
dersteunen. Om de zuivelindustrie
nog meer aan te sporen tot een
marktgerichte benadering zou naast
de aanpassing van het interventie
systeem een instrument ontwikkeld
moeten worden om ondernemingen
die veel melk in de interventie-markt
afzetten, te dwingen nieuwe com
merciële markten aan te boren. Op
de onlangs gehouden Economen-dag
te Ede sprak Woltjer eveneens over
de rol van de zuivelcoöperaties in re
latie tot de EG-landbouwproblema-
tiek. Marktgericht opereren is
consument-oriënterend onderne
men, zo werd op deze studiedag na
drukkelijk door iedereen on
derstreept.
Regionale melkbanken
Wat betreft de uitvoering van struc
tuurbeleid, acht Woltjer het Cana
dese systeem van een beperkte ver
handelbaarheid van melkquota's de
meest aangewezen weg. Via regiona
le melkbanken zou aan de hand van
duidelijk geschreven bepalingen de
vraag naar melkkunnen worden
gestuurd. "Je moet vooraf heel goed
afwegen wie in aanmerking komen
voor een extra quotum", beseft
Woltjer. Boeren kunnen in dit voor
stel melk aan de melkbank verko
pen, zonder grond daarbij te hoeven
inleveren. Via eenvoudige regels
kunnen dan, volgens Woltjer, alleen
de kapitaalkrachtigsten profiteren
van vrije verhandelbaarheid. Boven
dien verhuist er zo geen grote hoe
veelheid melk van de ene regio naar
de andere. Woltjer ontleent dit idee
min of meer aan de Canadese situa
tie. De banken hebben daar een cen
trale rol in de handel met quota.
Jan Landeweer
Op zaterdag 4 juli organiseerde de
afdeling Zeeland van het Warm
bloed Paardenstamboek Neder
land voor de tiende keer haar
Centrale Keuring. Traditiegetrouw
op de eerste zaterdag van juli en
bijna even traditiegetrouw ook dit
keer weer begunstigd door fraai,
zonnig zomerweer. Het was dan
ook goed toeven op de terreinen
van manege "De Eendracht" te
Serooskerke. Er werden veel paar
den voorgebracht, nl. 150 in
schrijvingen. Vergelijken we dat
met het aantal van de eerste cen
trale keuringen waar ongeveer 65
a 70 paarden voorgeleid werden,
dan is er in die 10 jaar van haar
bestaan toch wel een enorme voor
uitgang te zien. Zeker ook, als we
daarbij zien, dat de kwaliteit nog
steeds vooruit gaat. We zien nu
veel paarden met hard been werk,
goede bewegingen, voldoende
maat en massa en met veel door
gefokte bloedprodukten. Door
merriën van drie jaar en ouder
werden ruim twintig sterpredika
ten in de wacht gesleept, met daar
bij nog een enkel voorlopig of
definitief keurpredikaat, wat de
hoogte van de kwaliteit duidelijk
weergeeft. De jury vond, dat de
kwaliteit in de afdeling Zeeland
zeker niet minder is dan elders in
het land. Speciaal in het kader van
het 10-jarig bestaan van de afde
ling Zeeland werd in het middag
programma een carrousel
verreden met 16 W.P.N. paarden
uit Zeeuws-Vlaanderen, waarvan
de deelnemers lid zijn van vier ver
schillende Landelijke Rij vereni
gingen. Dit gebeuren stond onder
leiding van de heer Riemens en
mevrouw De Feyter. Rijtechnisch
werd de proef goed uitgevoerd en
was ze van hoog niveau.
Ook in het kader van deze 10e cen
trale keuring was in samenwerking
met de Gewestelijke Bond voor
Landelijke Rijverenigingen in Zee
land een afdelingsdressuur-
wedstrijd georganiseerd. Acht- en
viertallen van zowel pony's als
paarden bonden met elkaar de
strijd aan in een lx in het jaar
plaatsvindende wedstrijd speciaal
op afdelingsgebied. Beide provin
ciale organisaties vinden deze
kombinatie van keuring en wed
strijd een goede zaak voor fokkers
en gebruikers, en streven dan ook
naar kontinuering.
Menkombinaties uit heel Zeeland
konden onderling hun krachten
meten in de georganiseerde men
wedstrijd in de klassen B en L (in
handicap) en M en Z (in
handicap).
Bij dit 10 jarig gebeuren met zijn
ruimere opzet dan voorgaande ja
ren was de publieke belangstelling
zeker dubbel zo groot als voor
gaande jaren. Ook van buiten de
provincie was er vrij veel belang
stelling,
Divette "R" van F.E.A. Thijs uit Hulst, kampioene bij de Jonge
Merries.
Bij een NORMAAL VERVAN-
GINGSBELEID zijn er 6 a 7 stuks
jongvee nodig per 10 melkkoeien.
Doordat de melkveestapel steeds in
krimpt dient het jongvee hiermee ge
lijke tred te houden. Is er in verhou
ding veel jongvee op het bedrijf dan
kan de selektie voor verkoop op ba
sis van verwachtingswaarde; A fok
waarde vader A fokwaarde
moeder. Daarnaast letten op ont
wikkeling en eksterieur van de
dieren.
De top 10 van Veronica verandert
iedere week. Bij de stieren is het wat
minder erg maar het maakt de STIE
RENKEUZE toch nog moeilijk. On
der superheffingsomstandigheden
blijft het Inet echter nog steeds het
belangrijkste kriterium. Daarna de
vet/eiwit verhouding in kilogram
men, gebruik echter niet ALLEEN
ekstreme vetgehalte verlagers. We
weten immers niet hoe lang de huidi
ge vorm van kontingentering blijft
bestaan.
B.B. is een begrip in de filmwereld
maar in de graslandwereld wint deze
afkorting ook steeds meer terrein.
BOSSEN BLOTEN; dit dient te ge
beuren na iedere twee beweidingen
of na één beweiding als de snede aan
de zware kant' is geweest en er in
verhouding vrij veel bossen zijn blij
ven staan. Het grasland blijft dan in
een betere konditie wat zich weer
vertaald in een smakelijker en kwali
tatief beter grasbestand. Maaihoog-
te bij bloten is 7 a 8 cm.
Bloten was in het verleden niet zo 'n
prettige bezigheid omdat de machine
en de trekker bestuurder
besmeurd werden met mest. Met een
SPECIALE BOSSENMAAIER is
dit niet meer het geval. Andere
pluspunten van een 'bossenmaaier';
goede maaihoogte instelling, grotere
werk breedte en daardoor grotere ka-
paciteit als cyclomaaier, de machine
betekent echter wel weer een investe
ring van f5.000,—. Overleg eens
met uw buurman of u de machine
soms gezamenlijk aanschaft.
ALS EEN KOE AFKALFT dient die
in een 'goede konditie' te zijn. In
dien deze te royaal is zijn er meer
problemen tijdens het afkalven en
daarna te verwachten, denk b. v. aan
slepende melkziekte. De droogstond
is dus afsluiting van een laktatie en
de voorbereiding voor een nieuwe.
De eerste helft van de droogstond
moet dan ook sober gevoerd worden
b.v. opstallen en een rantsoen van
graszaadstro. In de tweede helft mo
gen de koeien (afhankelijk van de
konditie) wat ruimer gevoerd wor
den b.v. onbeperkt weidegang sa
men met de pinken.
Bij het konsulentschap voor de ge
wasbescherming is pas uitgekomen
'Wegwijzer voor de Veehouderij',
uitgave 1987. Hierin wordt o.a. be
schreven: parasieten bij vee, onge
dierte in stallen en onkruiden en pla
gen in voedergewassen. Het is te
bestellen door overmaking van ƒ9,25
op postgiro 1690875 van CAD ge
wasbescherming, Wageningen.
O.v.v. 'Wegwijzer Veehouderij'.
Effekt van speenkorrel en
babybiggenkorrel
Onlangs is bij Varkensproefbedrijf
'Noord- en Oost-Nederland' proef-
verslag nummer P 1.5 verschenen.
'Het effekt van speenkorrel en baby
biggenkorrel (vanaf ca. 2 weken na
spenen) op de opfok- en mestresulta-
ten'. Belangstellenden kunnen dit
verslalg bestellen door ƒ7,50 over te
maken op postgirorek. 51.73.462
t.n.v. het Proefstation voor de Var
kenshouderij, Lunerkampweg 7,
5245 NB Rosmalen, o.v.v. van het
verslagnummer.
Minister Braks verwacht geen
toename in pelsdierhouderij
Minister ir. G. Braks verwacht geen
schoksgewijze en substantiële toena
me van het aantal bedrijven met pels-
dieren. Wel verwacht de bewindsman
dat de omvang van bestaande bedrij
ven nog een zekere toename zal ver
tonen. De bewindsman heeft dit
onlangs schriftelijk meegedeeld aan
de Tweede Kamer der Staten-
Generaal.
Een aantal faktoren remmen, volgens
de bewindsman, de nieuwvestiging
van bedrijven. In zijn brief noemt hij
als voorbeelden hiervan onder meer
de hoge mate van vakmanschap
noodzakelijk om rendabel pelsdieren
te kunnen houden, en de negatieve
waardering voor het houden van pels
dieren. Het effekt van deze waarde
ring op de pelsdierenhouderij laat zich
volgens hem echter moeilijk schatten.
De rol van de overheid dient, volgens,
de minister, gericht te zijn op verbe
tering van de kwaliteit van het hou
den van pelsdieren. Recent onderzoek
wijst niet op een ernstige aantasting
van het welzijn van nertsen, maar
geeft wel aan dat verbetering moge
lijk is.
Proefverslag
gebruikskruisingen in de
Varkenshouderij
In de proefverslagen nrs. 18 en 26 van
het Varkensproefbedrijf te Sterksel,
worden de mogelijkheden van een en
kelvoudige kruising en van twee te
rugkruisingen van het Nederlands
Landvarken en het Groot Yorkshire-
ras beschreven. Als vervolg hierop is
;en kruisingsonderzoek opgezet waar
in de kruising GY (GY x NL) is ver
geleken met GY (NL x GY). In
proefverslag nr. 51, "Gebruikskrui
singen in de Varkenshouderij III",
zijn de resultaten van drie aparte
proeven opgenomen: een zeugen-,
biggen- en mestvarkensproef. Info
tel. 04907-2376.
Vanaf deze herfst zal Monsanto een
totaal nieuwe techniek lanceren om
kweek te bestrijden in de maïsstoppel
met Roundup. Deze nieuwe toepas
sing zal nieuwe mogelijkheden kreë-
ren om kweek in de maïs, een nog
steeds niet opgelost probleem, dege
lijk aan te pakken. De techniek
bestaat erin 4 1 Roundup per ha te
spuiten, onmiddellijk na het hakselen
tot maximum 7 dagen erna. Uitge
breide praktische toepassingen heb
ben aangetoond dat de
kweekbestrijding goed tot zeer goed
is met deze techniek (meer dan
80-85%). Deze resultaten worden
door de praktijk als zeer waardevol
geëvalueerd doch zijn niet vergelijk
baar met de klassieke toepassing in de
graanstoppel (meer dan 96%).
PVV laat varkensafzet in
Nederland opnieuw
onderzoeken
De afzetstruktuur van de varkenssek-
tor in ons land wordt opnieuw onder
zocht. Het laatste was dat in 1973 het
geval, maar sedertdien zijn er nogal
wat veranderingen in opgetreden stelt
het PVV. Het Landbouw-
Ekonomisch Instituut begint deze
Op het eiland Texel, waar de
schapenteelt al vanouds omvang
rijk is, werden vroeger de scha
pen na het afwennen van de lam
meren (spenen) nagenoeg alge
meen gemolken. Dit vond plaats
van omstreeks half mei tot sep
tember. Van de melk werd kaas
gemaakt. De kazen waren van
het Goudse model en hadden een
gewicht van omstreeks 2 kg. De
kaas werd geplaatst bij winke
liers en particulieren of door de
beurtman (schipper die een gere-
maand met een enquête onder var
kenshouders en -handelaren, om de
afzetstromen te inventariseren. De en
quêtes worden in opdracht van het
Produktschap voor Vee en Vlees
(PVV) uitgevoerd. Voor de begelei
ding van deze inventarisatie is een
werkgroep ingesteld waarin naast het
PVV ook het bedrijfschap voor de
handel in vee, het Landbouwschap en
het ministerie van landbouw en vis
serij zijn vertegenwoordigd.
gelde dienst vaart) te Amsterdam
verkocht. Naar gegevens van J.
Ie Francq van Berkhey in 1811 en
H.B. Hylkema in 1913 werd er
witte (ongekleurde) en groene
kaas gemaakt. De groene kleur
werd verkregen door een aftrek
sel van verse schapemest. De ver
zamelde verse mest werd ineen
linnen zakje in een kleine hoe
veelheid water uitgeknepen.
Hierna werd het aftreksel aan de
kaasmelk toegevoegd en doorge
roerd. Het kleuren van schape
kaas volgens deze methode is met
de in 1921 ingevoerde Warenwet
verboden. Hierdoor verdween de
produktie van de groene Texelse
schapekaas. Uit de genoemde
jaartallen komt tot uiting dat de
ze bereidingsmethode ook over
een lang tijdsbestek heeft plaats
gevonden. Het is verleden tijd ge
worden.
J.H. Lantinga
Vrijdag 17 juli 1987
17