Beleidsvertegenwoordigers geschrokken
van ernst distelproblematiek Markiezaat
ZLM betreurt houding overheid bij
oplossen EG-landbouwproblematiek
^Pelbu^
zuidelijke landbouw maatschappij
Ontkenning belang landbouw voor totale samenleving
Graanbeleid
Beslispunten
land- en
tuinbouwblad
"Geschrokken van de intensiteit van de stekels" en "Veel
ernstiger dan we ons eerst hadden voorgesteld", waren een
paar spontane reakties van het GS-lid van Noord-Brabant
de heer D. Sonneveld en van de voorzitter van de ZLM de
heer H.C. v.d. Maas toen zij zich dinsdagavond persoonlijk
op de hoogte stelden van de groei van de akkerdistels in het
Markiezaatsmeer en de problemen die de verspreiding van
zand en pluis geeft voor een groot landbouwgebied rond het
meer. Ook de algemeen-sekretaris van de NCB de heer A.
Heijmans en de direkteur LNO in Noord-Brabant ir. A.P.
de Weerd lieten zich in soortgelijke bewoordingen uit.
Zij waren op uitnodiging van de betrokken boeren en van
het landbouwschap Noord-Brabant een kijkje komen ne
men in het Markiezaatsgebied. Gezien de ernst van de situa
tie en de korte tijd die nog resteert tussen nu en het moment
waarop de akkerdistels gaan bloeien en zaad en pluis voor
het vierde achtereenvolgende jaar over het landbouwgebied
uit doen wassen besloot het gezelschap waaronder ook een
Temidden van de distels in het Markiezaatsgebied, van links naar rechts H.C. van de Maas, J. Geluk (voor
zitter akkerbouwcommissie ZLM), D. Sonneveld (lid G.S. Noord-Brabant), ir. A.P. de Weerd (direkteur
LNO Noord-Brabant), K. de Boer (medewerker Gewestelijke Raad van het Landbouwschap), ing. K. Ban
kers (secretaris van de Gewestelijke Raad) en A. Heijmans (algemeen secretaris van de NCB).
aantal gedupeerde boeren de minister van landbouw ir. G.
Braks diezelfde avond nog een telegram te sturen. Daarin
wordt de bewindsman de ernst van de situatie geschetst en
wordt tevens gewezen op de dringende noodzaak om op zeer
korte termijn zodanige maatregelen te nemen dat versprei
ding landinwaarts van het distelzaad wordt voorkomen. Bij
de bespreking van de situatie ten huize van een der betrok
ken agrariërs de heer C. Colpaart kwam duidelijk naar vo
ren hoe groot de irritatie bij de boeren rond het meer is. Zij
wezen de beleids- en standsvertegenwoordigers er op dat de
-explosieve groei van distels in het Markiezaatsmeer heeft
geleid tot zeker een vertienvoudiging van de distelgroei op
de landerijen. Dat brengt voor de boeren wel extra ongemak
en wiedwerk met zich mee. Bovendien heeft pluis op de pro-
dukten in het verleden al geleid tot afkeuring.
De heer Van der Maas zei zich de ergernis en irritatie goed
voor te kunnen stellen. Hij sprak van een onaanvaardbare
situatie waar voor op legale wijze op korte termijn een
oplossing gevonden moet worden. Ook het GS-lid Sonne
veld zei zeer onder de indruk te zijn gekomen van het distel
probleem. "Zeker in de ongunstige positie waarin het agra
rische bedrijfsleven zich thans bevindt een niet te accepteren
zaak". Een mechanische bestrijding van de distels waartoe
de Brabantse distelverordening de twee beheerders van het
Markiezaatsgebied verplicht, is praktisch erg moeilijk om
dat het gebied doorsneden is met greppels en bovendien zeer
kostbaar. Een oplossing in de vorm van een schadevergoe
dingsregeling wordt door de boeren van de hand gewezen.
Chemische bestrijding is wel mogelijk maar de Natuurbe
schermingswet laat dat niet toe. De boeren hebben minister
Braks nog gevraagd om een vergunning te verlenen om de
distels chemisch te bestrijden. Aangezien vorig jaar reeds
een studie naar de problematiek in gang is gezet en een rap
port circuleert waarin deskundigen elkaar tegenspreken mag
worden verwacht dat de beslissing op dit verzoek nog wel
enige tijd op zich zal laten wachten. Men kwam dinsdag
avond dan ook tot de konklusie dat de akkerdistels deze zo
mer nog wel weer in bloei zullen komen. Overigens reikt de
beslissing van de minister verder dan alleen het Markie
zaatsmeer; zoals bekend gaat het distelprobleem ook in het
gebied Krammer/Volkerak spelen.
In zijn openingswoord bij de hoofdbestuursverga
dering van de ZLM maandag 29 juni jl. in "De Nobe-
laer" te Etten-Leur heeft ZLM-voorzitter, de heer
H.C. van der Maas, scherpe kritiek geuit op de hou
ding van onze regering bij de oplossing van de EG-
landbouwpolitiek. Minister-president Lubbers heeft
in navolging van minister van financiën Ruding
maar één oplossing voor de ontstane problemen:
"Minder geld. Op die manier dwing je de landbouw
om zelf snel oplossingen te vinden. Een marktge
richt beleid moet de enige doelstelling zijn", aldus
de heer Lubbers die zegt dat het Landbouwschap
er - zij het met de nuance van de geleidelijkheid -
net zo over denkt. Deze bevestiging van de ontken
ning van onze nationale overheid voor het econo
mische, sociale en maatschappelijke belang van
onze land- en tuinbouw is een uitermate kwalijke
zaak", aldus de heer Van der Maas.
De voorzitter betreurt overigens dat het Landbouw
schap niet meer tegengas geeft waar het de marktge
richtheidsdoelstelling voor de akkerbouwsector be
treft. De stelling: "wel prijsverlaging maar niet te
snel", geeft de regering steun om de landbouwsubsi
dies zo snel mogelijk - zelfs sneller dan Andriessen wil
- af te helpen breken. Van der Maas betreurt ook de
stelling van het Landbouwschap dat prijsverlaging
van een aantal landbouwprodukten nodig is uit con-
currentieoverwegingen ten aanzien van vervangings-
en imitatieprodukten.
De ZLM-voorzitter wees er nadrukkelijk op dat de
voorgestelde graanprijsverlaging als onderdeel van
het graanbeleid óók een zeer nadelige zaak is voor de
Nederlandse veehouderij. De concurrentiepositie van
onze veehouderij ten opzichte van de andere lidstaten
zal sterk verslechteren door zowel het wegvallen van
het zgn. "Rotterdam-effect" met betrekking tot de
graanvervangers als door de te verwachten natuurlij
ke uitbreiding van de dierlijke produktie in andere lan
den. "Laten wij alsnog de solidariteit voor die ziens
wijze opbrengen in de totale Nederlandse georgani
seerde landbouw", zo riep de heer Van der Maas op.
De ZLM-voorzitter stelde zich vervolgens scherp te
weer tegen de extra aderlating van de landbouwsec
tor waarop de overheid uit is om o.a. de financiële ga
ten op te vullen. Hij noemde in dit kader het door
staatssecretaris De Graaf-Nauta weer uit de kast ge
haalde plan om onroerendgoedbelasting ook van toe
passing te verklaren op landbouwgronden en voorts
een niet aflatende drang tot fiscale lastenverzwaring.
Specifiek en eenzijdig gericht op de landbouwsector.
De heer Van der Maas: "Dat zulks ten koste gaat van
de overlevingsmogelijkheden van onze sector is blijk
baar van later zorg. Wij zeggen hiertegen echter hart
grondig neen, dus onaanvaardbaar". Gezien het be
lang van de land- en tuinbouw, die onmisbaar is voor
onze totale samenleving, verdient de sector een veel
positiever imago. Een gerichte campagne daartoe
dient volgens de heer Van der Maas zo spoedig moge
lijk gestart te worden.
Tot slot van zijn openingswoord droeg de voorzitter
een vijftal beslispunten aan waarover het hoofd
bestuur zich de komende maanden uit zal moeten
spreken ten behoeve van de besluitvorming daarover
in het Landbouwschap. Hij noemde het toekomstige
zuivelbeleid waar het gaat om de vraag of de super
heffing wel of niet moet worden voortgezet.
Voorts is een standpunt vereist m.b.t. het voorstel
van VVD en PvdA om het melkquotum los te koppe
len van de grond en vrij verhandelbaar te maken.
Eveneens zal een standpunt ingenomen moeten wor
den omtrent de vrije verhandelbaarheid van mestquo
ta in plaats van het huidige verplaatsingsbesluit. Ver
der moet het hoofdbestuur zich uitspreken over de
EG-extensiveringsregeling in Nederland. Moet het ac
cent gelegd worden op een graanbraakregeling of
moet ze gelden voor meerdere produkten? Ten slotte
zal het hoofdbestuur eventueel zijn standpunt moeten
bepalen uit welke twee kwaden ten aanzien van het
suikerbeleid voor de volgende drie jaren moet worden
gekozen: quotumkorting of verhoging van de hef
fingen.
In zijn openingswoord ging de voorzitter tenslotte in
op het aanblijven van minister Braks na de affaire rond
de visquota. Hij verwacht dat deze zaak voor de land
bouw nadelige gevolgen kan hebben in die zin dat de
controle ook op de regelgeving voor de landbouw nog
verder verscherpt zal worden ("bij ieder boerendam-
hek een AID-er") terwijl men nota bene in Nederland
al "veel Roomser dan de Paus zelf" is, bij de zeer let
terlijke uitvoering van verordeningen en regels, alsme
de de overmatige administratie en controle daarvan.
Brussel denkt nu dat ook Nederland niet brandschoon
is en we zullen onze vingers dus ook niet meer op kun
nen heffen tegen "geknoei" in andere lidstaten die
vervolgens als lachende derden de "franse slag" on
gestraft toe kunnen blijven passen...", aldus de heer
Van der Maas tot slot van zijn openingswoord.