Braken en nieuwe gewassen hebben voorkeur bij aanpak graanprobleem KNLC-Akkerbouwdag trok veel belangstelling Tholen en St. Philipsland tonen hun afwisselende karakter tijdens ekskursie na vergadering Er is niet één duidelijke oplossing voor de EG graanproblematiek, maar er zijn meerdere. Dit concludeerde Jans Leeuwma, voorzitter van de commissie Akkerbouw vorige week vrijdag aan het slot van de KNLC-studiedag te Utrecht voor de akkerbouw. Leeuwma stelde verder vast dat een meerderheid van de deelnemers als oplossing voor de korte termijn de voorkeur geeft aa« tijdelijk verplicht braken, mits doeltreffende controle mogelijk is. Voor de lange termijn zou toch vooral de prijs een sterk bepalende rol moeten spelen. Snel en onver wijld, aldus de akkerbouw- voorzitter, zou gezocht moeten wor den naar nieuwe gewassen en alter natieve aanwendingen van de huidi ge gewassen. "Wij moeten niet te veel meer- rekenen op de overheid. Wij zullen vooral zelf initiatieven moeten nemen, mogelijk samen met coöperaties om een en ander sneller tot stand te brengen. Een afwachten de houding past ons niet", aldus Leeuwma. De belangstelling vanuit de eigen ge lederen voor deze KNLC- akkerbouwdag was groot. "Het toont aan dat het probleem leeft", zei Leeuwma. Ook enkele vertegen woordigers van KNBTB en NCBTB, alsmede jongerenorganisaties waren aanwezig. Levendige discussies ken merkten deze bijeenkomst, waar voor als, inleiders optraden J.C. Blom (LEI), K. Dijkstra (LMIJ en lid KNLC-commissie Akkerbouw) en H. van Arkel (hoogleraar Land bouw Universiteit). Prijs speelt belangrijke rol LEI-deskundige Jan C. Blom be toogde dat de wereldmarkt geen richtsnoer kan zijn voor de prijsbe paling van graan. Hij acht het rede lijk het prijsniveau in de EG te rich ten naar het kostprijsniveau van de efficiënte graanbedrijven in de EG. Dat betekent een graanprijs tussen de 35 en 40 cent per kg. Volgens Blom is uit onderzoek gebleken dat de kostprijzen voor tarwe in Frank rijk en Engeland, lager zijn dan die J.C. Blom. in de VS. De kilogram-opbrengst per hectare.is in de EG ongeveer twee maal zo hoog als die in de VS. Even wel, de gemiddelde bedrijfsomvang in de acht belangrijkste graangebie- den in de VS is 270 ha, met een ar- beidsbezetting van twee personen. Deze bedrijfsomvang is tienmaal zo groot als die van de 33 procent grootste graanbedrijven in de EG. Blom trok hieruit de conclusie dat vanwege de bedrijfsstructuur de marge tussen kosten en opbrengsten in de EG aanzienlijk hoger moet zijn dan in de VS om nog een inkomen te kunnen verwerven. Dit werkt nade lig op de concurrentiekracht van de EG. Wetende dat ruim zestig procent van alle boeren in de EG in zodanige ge bieden woont dat ze de race om de markt niet aankunnen, zei Blom dat deze boeren, die slechts 10 procent van de graanproduktie leveren, bij het zoeken haar oplossingen voor de graanproblematiek, buiten beschou wing gelaten moeten worden. Feite lijk zijn in deze gebieden inko menstoeslagen nodig, aldus Blom. De LEI-econoom toonde zich een voorstander van een beleid waarbij de prijs een vitale rol speelt bij het in evenwicht brengen van vraag en aan bod. Als gevolg van prijsdaling zei hij te verwachten dat door een inko- mensdruk in de EG meer bedrijven zullen stoppen, vooral omdat er geen opvolger meer zal zijn. Dalende opbrengsten zetten de grondprijs on der druk wat de samenvoeging van bedrijven stimuleert (structuurver betering), terwijl ook grond wordt afgestoten. Een terughoudend prijs beleid stimuleert de overschakeling op alternatieve gewassen als droge peulvruchten, oliezaden, sojabonen, vlas etc. Blom illustreerde deze visie door erop te wijzen dat het graan areaal van 1984 tot 1986 in de EG met 800.000 ha is afgenomen. Lage re prijzen stimuleren ook de afzet en het zoeken naar alternatieve aan wendingen. Als een belangrijk bezwaar tegen een areaalbeperking, gecompenseerd met prijsverhogingen, noemde Blom het negatieve effect op de afzet van akkerbouwgewassen, inclusief gra nen. "Op langere termijn mag wei nig worden verwacht van alternatie ve aanwendingen, omdat het prijsni veau daarvoor te hoog zal zijn. Wanneer er geen perspectief is, zal er niet worden geïnvesteerd in on derzoek en dat is hard nodig om toe komstige mogelijkheden te realise ren". Aldus Blom. Gigantische tekorten "Verzuipen wij nu echt in alle agra rische produkten", vroeg Bert van Arkel zich af. Zijn antwoord luidde kort en krachtig: Nee, Europa heeft nog gigantische tekorten aan bepaal de produkten. Als voorbeelden noemde hij plantaardige olieën en vetten, brouwgerst, kruiden en ha zelnoten. Dé opbrengst voor de Ne derlandse akkerbouw zal volgens de Wageningse hoogleraar gevonden moeten worden in een groot pro- dukt, waarmee duizenden hectares kunnen worden beteeld. De aanwen ding van tarwe voor de produktie van alcohol om te mengen met ben zine zei hij voorlopig nog niet te ver wachten. "Energetisch is het nog verliesgevend. Misschien kan de biotechnologie daar verandering in brengen", aldus Van Arkel. Een gi gantisch tekort is er aan baat en ve zels in de EG. Een alternatief waar voor Van Arkel zeker mogelijkhe den ziet is hennep, grondstof voor de papierindustrie. "Wij kunnen het telen, maar er is veel geld en studie nodig om een aantal praktische problemen op te lossen, zoals bijvoorbeeld silage. Het lijkt erop dat er mogelijkheden zijn', aldus Van Arkel, die een geïn tegreerd onderzoek bepleitte waar van een opzet van een proeffabriek een wezenlijk onderdeel dient te zijn. "Wij moeten aantonen dat met hennep een hoogwaardige papier soort te maken is", zei,hij. Overi gens onderstreepte Van Arkel de op vatting dat het ontwikkelen van al ternatieven moeilijker wordt, als de prijs van graan relatief hoog blijft. Tijdelijk verplicht braken Klaas Dijkstra presenteerde een plan voor tijdelijk verplicht braken, dat in de gelederen van de Landbouw Maatschappij IJsselmeerpolders is ontwikkeld. Het plan omvat het tij delijk verplicht braken van een be paald percentage van het graanare aal van iedere teler. "Verplichting is nodig om het beoogde resultaat zo snel mogelijk te bereiken met de minste kosten en de minste pijn. On derscheid tussen landen, gebieden of grondsoorten is niet nodig. Het braakliggen zal moeten plaatsvinden op hetzelfde perceel en aaneengeslo ten aan het graangewas om daarmee de controle te vereenvoudigen. Te Hoewel die paar lege stoelen vooraan een andere indruk wekken, trok de akkerbouwdag van het KNLC veel belangstelling. De standpunten zullen nog nader worden uitgewerkt. vens is dit nodig om de boer te dwin gen het braken mee te nemen in zijn vruchtwisselingsschema. Zo wordt ook voorkomen dat alleen de slecht ste gronden worden gebraakt". Al dus Dijkstra. Voor het bepalen van de graanprijs wil de LMIJ uitgaan van de objectieve rekenmethode die de interventieprijs op een redelijk ni veau moet houden. Als voordelen van dit plan noemde Dijkstra onder meer dat het voor de EG geweldig kostenbesparend werkt, waardoor financiële ruimte kan ontstaan voor het stimuleren van alternatieve teelten, aanwen dingsmogelijkheden en alternatief grondgebruik. Het braakliggen past in het vruchtwisselingsschema wat de bodemgezondheid ten goede kan komen. De bedrijfsontwikkeling blijft vrij, terwijl er geen grote prijs- druk op of vlucht naar bestaande teelten zal zijn, die voor de Neder landse boer belangrijk zijn. De voorzitter van de Zuidelijke Landbouw Maatschappij de heer H.C. van der Maas is tevreden met de uitkomst van de KNLC- akkerbouwstudiedag. De gekozen optie: "een verplicht Europees graanbewakingssysteem om op korte termijn produktiebeperking met be houd van prijs te bewerkstelligen", noemde hij maandag op de leden raadsvergadering in Tholen, opmer kelijk en moedgevend. "De uitkomst is vooral moedgevend in de strijd te gen de eenzijdige optie voor prijsver lagingen", aldus de ZLM-voorzitter. B.A. Bokma 'Water, rust en ruimte'. Met deze drie woorden typeerde de voor zitter van de ZLM-kring Tho- len/St. Philipsland, de heer R. Kosten, zijn kringgebied kort voor de aanwezigen op de ge- kombineerde vergadering van hoofdbestuur en ledenraad van de ZLM zich maandagmiddag naar twee bussen begaven om, zoals kringbestuurslid L. Hage het zei: 'een rondje te gaan boe ren'. Kosten beloofde een rustige omgeving met een wijds karakter en toch nogal wat natuurschoon en dat alles in een gebied dat sterk agrarisch is georiënteerd. Na afloop was eenieder ervan overtuigd dat hij iets te veel had gezegd. Mede dankzij de zon die een vaste partner is geworden op de ledenraadsdag, lag het gebied er voortreffelijk bij. Via de met bomen en fluitekruid omgeven smalle bochtige dijken ging de tocht dwars over de beide voor malige eilanden. Opvallend was de afwisseling in bedrijfstypen: gemengd bedrijf, akkerbouw, veehouderij, fruitteelt, glastuin bouw, vollegrondsgroente en tal rijke varianten daarop. Uiter aard voerde de rit langs percelen kleurrijke bloemzaadteelt en langs het bloemzaadproefveld. Het gezelschap zag agrarische verwerkingsbedrijven maar de route liep ook langs schitterende natuurgebiedjes, langs de kust met een uitzicht op Noord- en Zuid-Beveland en op de Brabant se Zoom. Aan de kust opmerke lijk veel kampings waar de be zoekers rust en water vinden. Tij dens de rit werd ook duidelijk dat de bedrijfsgrootte en de ver kaveling in een aantal gebieden te wensen over laat. Er is dan ook voor zowel Tholen als St. Phi lipsland een ruilverkaveling aan gevraagd. Over de zoetwater voorziening die momenteel volop in de belangstelling staat, zal over niet al te lange tijd een be slissing moeten worden geno men. Een verrassende ekskursie voor zowel degenen die meenden het gebied al te kennen als voor hen die de beide eilanden voor het eerst bezochten. Een gebied om terug te komen. De in aanleg zijnde wegen en dammen zullen dat toch aanzienlijk gemakkelij ker maken. J.W. Het gezelschap tijdens de rondleiding over de scheepvaartsluizen op de Philipsdam. Tijdens de vergadering werd over een uiteenlopend aantal zaken gesproken. Het ledenraadslid de heer P. Boll geeft hier zijn mening over de problemen rond de mestboekhouding. overzicht voorts weten dat de werk- VERVOLG VAN PAG. 1 De voorzitter van de TU1NBOUW- COMMISSIE, de heer C. Hamelink, gaf uiting aan zijn onvrede over de heksenjacht die de milieupoot van het ministerie van VROM aan het organiseren is op de gewasbescher mingsmiddelen. "We waarderen een verantwoord beleid maar de overval len op de verschillende middelen ko men ons onredelijk over. Een pro- dukt verbieden kan pas wanneer er een redelijk vervanger beschikbaar is", aldus de heer Hamelink. De voorzitter van de commissie GRONDGEBRUIK, de heer J. Nieuwenhuijse, deelde de vergade ring mee dat "de kiel is gelegd" voor ruilverkaveling Aardenburg. Volgens hem mogen de betrokkenen er ver trouwen in hebben dat het gebied zal worden geplaatst op het voorberei dingsschema 1988. De heer Nieuwenhuijse liet in zijn groep Pacht van het Landbouw schap o.m. van mening is dat de wa terschapslasten uit de pacht ftioeten worden afgescheiden. De pachter dient deze lasten te betalen, aldus de werkgroep. In het akkerbouwverslag waarin uitvoerig werd stilgestaan "bij de bedrijfshygiëne, lag het accent op Rhizomanie als een der gevaarlijkste bodemziekten. Door het verplaatsen van besmette grond kan deze ziekte zich verspreiden. Daarbij moet dus de grootst mogelijke voorzichtigheid worden betracht. Gepleit werd voor samenwerking tussen landbouwbe drijfsleven en industrie om een drei gend gebruiksverbod van een aantal gewasbeschermingsmiddelen ten goede te doen keren. Ook werd ge pleit voor een nauwkeuriger om schrijving van de criteria die worden gehanteerd bij de kwaliteitsbepaling van aardappelen - een en ander mede tegen de achtergrond van de huidige problemen op de aardappelmarkt. J; t Vrijdag 5 juni 1987

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1987 | | pagina 9