Uitbreiding (verkleining), vestiging en
verplaatsing van veehouderijbedrijven
g°e'
,elz'
iekte
luxan;
be9|p
aardaPpe'c'thalve
LUXAN - samen met de coöperaties goed voor het beste resultaat
Uitbreiding
Verkleining
Vestiging
Verplaatsing
Overgang
referentiehoeveelheden
Geografische
verplaatsingen
Tot slot
(o.a. in handige
2,5 kg WOF verpakking)
jc
U
De aardappels hebben het dit jaar moeilijk bij de
opkomst. Spuit daarom de eerste 3 keer met
Daconil 2787.
Zacht voor het gewas dus een betere beginont-
wikkeling.
Nu ook ekonomisch interessant.
LUXAN PRODUKTEN
VOOR BETERE
RESULTATEN
B.V. Luxan ontwikkelt en produ
ceert gewasbeschermings
middelen voor de land- en
tuinbouw, die exklusief via de
land- en tuinbouwcoöperaties
worden gedistribueerd.
Daconil 2787 is een goed
voorbeeld van een doordacht
produkt, dat tegemoet komt
aan de wensen van de
Nederlandse aardappelteler.
B.V. LUXAN
Postbus 9
6660 AA Eist (Gld.)
t
De Meststoffenwet bevat een aan
tal regels over de uitbreiding, ver
kleining, vestiging en verplaatsing
van veehouderijbedrijven. In dit
artikel wordt een overzicht gege
ven van de inhoud van deze regels
en de gevolgen hiervan voor de
toekomstige bedrijfsvoering.
Bepalend voor de uitbreidings- en
vestigingsmogelijkheden is de opper
vlakte landbouwgrond in eigendom,
in pacht of in gebruik ingevolge een
zakelijk recht en de gemiddelde refe
rentiehoeveelheid per ha. Hoofdregel
is dat de ondernemer niet meer mest
mag produceren op zijn bedrijf dan
de per 31 december 1986 door hem
berekende referentiehoeveelheid.
Hierop geldt één uitzondering. Als de
gemiddelde referentiehoeveelheid
kleiner is dan 125 kg per hektare, of
als er geen referentiehoeveelheid is,
mag de mestproduktie worden uitge
breid tot 125 kg fosfaat per ha. Tot
125 kg fosfaat per ha is de mestpro
duktie altijd vrij.
Wanneer een veehouder zijn bedrijf
vergroot door grond te verwerven is
uitbreiding van de mestproduktie al
leen toegestaan indien gemiddeld niet
meer mest wordt geproduceerd dan
125 kg fosfaat per ha per jaar. Wordt
na vergroting gemiddeld minder dan
125 kg fosfaat per ha geproduceerd
dan mag de produktie worden uitge
breid tot gemiddeld 125 kg fosfaat per
ha. Tot 125 kg/ha is de produktie im-
mers-altijd vrij.
Als een ondernemer zijn bedrijf ver
groot is er een andere die zijn bedrijf
verkleind. Voor deze laatste zijn 3 si
tuaties van belang:
1. Als de fosfaatproduktie in de uit-
gangssituatie groter of gelijk is aan
125 kg/ha, zal in de nieuwe situatie
de fosfaatproduktie verminderd moe
ten worden met 125 kg voor elke ha
waarmee verkleind wordt;
2. Als de fosfaatproduktie in de uit
gangssituatie kleiner is dan 125 kg/ha
en na verkleining zou deze groter wor
den dan 125 kg/ha dan moet de fos
faatproduktie worden verminderd tot
het niveau van 125 kg/ha;
3. Als de fosfaatproduktie na verklei
ning kleiner blijft dan 125 kg/ha, dan
hoeft de fosfaatproduktie niet ver
minderd te worden. Immers tot 125
kg fosfaat per ha is de produktie vrij.
Het Verplaatsingsbesluit geeft een
aantal situaties waarin de fosfaatpro
duktie niet verminderd hoeft te wor
den. Het betreft verkleiningen die de
ondernemer niet verweten kunnen
worden:
- bij onderbedeling met ten hoogste
5% in het kader van een landinrich-
tingsprojekt;
- bij een kavelruilovereenkomst, als
bedoeld in de Landinrichtingswet,
waarbij de verkleining ten hoogste
5% bedraagt;
- bij onttrekking van landbouwgron
den aan de landbouw in het kader van
het bufferzonebeleid of ten behoeve
van natuur en landschap;
- bij verkleiningen die gevolgd wor
den door een vergroting van gelijke
omvang. De trapsakties dienen bin
nen hetzelfde kalenderjaar plaats te
vinden. Hierbij kan onder meer ge
dacht worden aan ruilingen;
- bij verkleiningen in het kader van
bedrijfsbeëindigingsregelingen of re
gelingen over de afkoop van (poten
tiële) toedelingsrechten in het kader
van de landinrichting.
Met vestigen wordt hier bedoeld het
gaan houden van rundvee, kalkoe
nen, varkens of kippen. Er kunnen
zich twee situaties voordoen:
- de dieren worden gehouden op een
bedrijf waar voorheen deze dieren
niet werden gehouden, b.v. een ak
kerbouwbedrijf;
- er wordt een nieuw bedrijf gesticht,
waar deze dieren worden gehouden.
In beide gevallen is op het bedrijf geen
referentiehoeveelheid dierlijke
meststoffen aanwezig. Immers, per 31
december 1986 was nog geen sprake*
van produktie van dierlijke mest. Dit
betekent dat de maximaal toegestane
mestproduktie, in kg fosfaat - en
daarmee samenhangend het maxi
maal aantal te houden dieren - wordt
bepaald door de tot het bedrijf beho
rende oppervlakte landbouwgrond
(aantal ha x 125 kg).
Nieuw-vestiging is dus niet de over
name van een bestaand bedrijf, waar
voorheen ook al dierlijke mest werd
geproduceerd en waar ook een refe
rentiehoeveelheid aanwezig is. Het is"
daarbij niet van belang of op het
tijdstip van overname dieren op het
bedrijf aanwezig waren. Het is dan
ook van groot belang om bij verwer
ving van een bedrijf na te gaan of een
referentiehoeveelheid aanwezig is. Is
dit niet zo dan wordt immers de maxi
male mestproduktieruimte bepaald
door de oppervlakte kultuurgrond.
Anders gezegd: bij aankoop van een
varkensbedrijf zonder kultuurgrond
maar met een referentiehoeveelheid
kan het bedrijf ongewijzigd worden
voortgezet. Terwijl, wanneer er geen
referentiehoeveelheid aanwezig is er
ook in de toekomst geen dieren op het
bedrijf gehouden kunnen worden.
Het verplaatsingsverbod verbiedt
iedere verplaatsing van de mestpro
duktie. Het verbod geldt niet alleen
voor de geografische verplaatsing'van
referentiehoeveelheden maar ook
voor samenvoeging of splitsing van
referentiehoeveelheden. Het verplaat
singsverbod is niet van toepassing in
dien aan bepaalde in het
Verplaatsingsbesluit vastgelegde voor
waarden wordt voldaan. Het Ver
plaatsingsbesluit is in de praktijk
voornamelijk van belang voor bedrij
ven met een referentiehoeveelheid
groter dan 125 kg fosfaat per ha. Bij
bedrijven, waar de referentiehoeveel
heid 125 kg fosfaat of minder per ha
is, doen zich geen problemen voor. In
dit geval gelden de vergrotings- en
verkleiningsregels zoals hiervoor uit
eengezet.
In het verplaatsingsbesluit wordt de
overgang van een referentiehoeveel
heid groter dan 125 kg fosfaat per ha
geregeld. Uitgangspunt is dat een
overgang van de referentiehoeveel
heid mogelijk is indien sprake is van
- de totale referentiehoeveelheid en
- de overgang plaatsvindt tezamen
met de overdracht van het gehele be
drijf en
- het overgedragen bedrijf ter plek
ke wordt voortgezet als een zelfstan
dige eenheid.
Op de algemene regels bestaan enige
uitzonderingen. Allereerst behoeft het
bedrijf niet als zelfstandige eenheid en
ook niet ter plekke te worden voort
gezet ingeval van een overdracht
krachtens huwelijksvermogensrecht.
Indien een man en een vrouw beide
een bedrijf hebben kunnen deze be
drijven na een huwelijk in gemeen
schap van goederen worden
samengevoegd. Bij echtscheiding (in
geval van gemeenschap van goederen)
kan een bedrijf en derhalve de refe
rentiehoeveelheid worden gesplitst.
Ook bij vererving kan een bestaand
bedrijf worden gesplitst. Te denken
valt aan een rundveebedrijf met vlees
varkens. Bij overlijden van vader is
het in beginsel mogelijk dat één zoon
het rundveegedeelte erft en één zoon
het vleesvarkensgedeelte^
Een tweede uitzondering betreft de
pachtbeëindiging van gebouwen,
waarbij de pachter ook een eigen be
drijf heeft. De pachter dient in dit ge
val met de verpachter overeen te
komen welk gedeelte van de referen
tiehoeveelheid met de gebouwen over
gaat naar de eigenaar/verpachter.
Ook in dit geval mag de verpachter,
die (een gedeelte van) de referentie
hoeveelheid van het verpachte bedrijf
krijgt deze samenvoegen met de al op
zijn bedrijf aanwezige referentiehoe
veelheid.
Geografische verplaatsingen zijn in
twee gevallen toegestaan. Allereerst is
verplaatsing van de mestproduktie
toegestaan tussen de lokaties - stallen
of landbouwgrond - die op 27 okto
ber 1986 tot het bedrijf behoorden.
Dit biedt de mogelijkheid om verou
derde stallen te vervangen door nieu
we stallen. Bovendien kan dat leiden
tot een doelmatiger bedrijfsvoering,
indien gebouwen op verschillende lo
katies zijn gelegen.
Voorts zijn toegestaan de verplaatsin
gen, waarbij het algemene belang
wordt gediend. Het betreft onder
meer verplaatsingen:
- in het kader van een landinrich-
tingsprojekt;
- naar de polders of door het bureau
beheer landbouwgronden uit te geven
gronden;
- waarbij de lokatie wordt overgedra
gen aan een publiekrechtelijk lichaam
en vervolgens aan de landbouw wordt
onttrokken (sanering, wegenbouw,
stadsuitbreiding e.d.);
- in het kader van het bufferzonebe
leid of ten behoeve van doeleinden
van natuur en landschap.
Hiervoor zijn in grote lijnen weerge
geven de regels uit de Meststoffenwet
voor uitbreiding, verkleining, vesti
ging en verplaatsing van veehouderij
bedrijven en de konsequenties die ze
hebben. Begin 1988 dienen alle mest-
producenten aangifte te doen ten be
hoeve van de overschotheffingen. Om
tot een juiste vaststelling van deze hef
fing te kunnen komen is het van be
lang dat de in de loop van 1987
optreden wijzigen in de bedrijfs-
oppervlakte - vergrotingen, verklei
ning, verplaatsingen - worden
vastgelegd.
Daconil 2787
15