Regels rond de gelegenheidsarbeid
Noordbrabantse STAP kent flinke
groei in aantal kombi-werkers
Draaipremie regeling voor molenaars
Belang van tijdige melding via standaardformulier
Gelegenheidsarbeid of verzekeringsplichtige arbeid? Zeker nu het
groeiseizoen weer is aangebroken en de arbeidspieken op de agrari
sche bedrijven zich weer gaan aandienen, ziet menigeen zich voor de
ze vraag gesteld. Een aantal van belang zijnde zaken, die bij de vraag
of wel of niet sprake is van verzekeringsplicht spelen, wordt nog eens
op een rij gezet. Iedere situatie is anders, zodat in dit artikel niet voor
iedere situatie een antwoord kan worden gegeven.
Door het ASF zal het kontrolebeleid 1986 dit jaar worden gekontinu-
eerd. Met nadruk wijzen wij u op het belang van het tijdig indienen
van het meldingsformulier.
Binnen acht dagen moet het mel
dingsformulier verzonden worden
naar het regionaal kantoor van het
ASF. Het inzenden van het formu
lier is uiteraard alleen van belang in
dien men van mening is, dat er geen
sprake is van verzekeringsplicht. De
informatie, die op dit formulier ge
geven moet worden, is zeer wezen
lijk. Het betreft met name de infor
matie over de aard en de duur van de
arbeidsverhouding.
Bij het niet tijdig melden neemt het
ASF aan, dat er een arbeidsverhou
ding voor onbepaalde tijd is aange
gaan en dat er dus sprake is van ver
zekeringsplicht.
In één van de drie vierkantjes moet
ingevuld worden of de arbeidsver
houding:
- voor een periode korter dan één
maand is (ten hoogste 22 werkda
gen), ofwel
- voor doorgaans maksimaal één dag
per week is, ofwel
- voor doorgaans twee of meer da
gen per week is tegen een loon, dat
over de hele week minder dan 40%
van het wettelijk minimum week
loon bedraagt.
Dit is dus een kwestie die de onder
nemer en de gelegenheidswerker
vooraf met elkaar af te spreken heb
ben en in te vullen op het meldings
formulier.
Een andere en zeker zo belangrijke
zaak op het meldingsformulier is,
dat er tussen ondernemer en gelegen
heidswerker geen gezagsverhouding
mag bestaan en dat er vrijheid is in
komen en gaan. Hierop wordt nog
teruggekomen.
Duur arbeidsverhouding
Dit speelt vooral, wanneer men op
het meldingsformulier het eerste
vierkantje aankruist (korter dan een
maand, ten hoogste 22 werkdagen).
De vraag is hoe het zit, wanneer de
gelegenheidsarbeid niet aaneengeslo
ten plaatsvindt. Hierover is de regel
als volgt. Indien binnen een maand
(lees 30 dagen) na het einde van een
arbeidsverhouding opnieuw bij de
zelfde ondernemer gewerkt gaat
worden, dan worden de gewerkte pe
riodes bij elkaar opgeteld.
Gaat het dan om méér dan 22 werk
dagen, dan is er sprake van verzeke
ringsplicht. Gaat het om 22 dagen of
korter, dan is er dus geen verzeke
ringsplicht. Wordt er tussen twee pe
riodes langer dan een maand niet ge
werkt, dan wordt iedere gewerkte
periode op zich beoordeeld.
Dienstbetrekking?
Is er sprake van een dienstbetrek
king, dan is er sprake van verzeke
ringsplicht. Maar wanneer is het wel
een dienstbetrekking en wanneer
niet? Dit is niet zo gemakkelijk te
beantwoorden. Enkele aspekten
daarbij zijn toch wel te noemen.
Wil er geen sprake zijn van een
dienstbetrekking en dus geen verze
keringsplicht, dan is vooral van be
lang dat er, zoals gezegd, geen ge
zagsverhouding bestaat. Het is met
name bepalend of men vrij is in ko
men en gaan en de tijdstippen, die
men kiest om te beginnen en te stop
pen met het werk. Of de gelegen
heidswerker hier daadwerkelijk ge
bruik van maakt en of dat voor hem
of haar gevolgen heeft is niet van be
lang. Sommigen zullen van die vrij
heid wel gebruik willen maken, an
deren niet.
Een ander aspekt is of de gelegen
heidswerker aanwijzingen van de
ondernemer moet opvolgen en of er
onder toezicht gewerkt wordt. In ze
kere mate zal daarvan natuurlijk al
tijd sprake zijn en behoeft dat ook
geenszins verzekeringsplicht te bete
kenen. Anders ligt dat bijvoorbeeld,
wanneer gewone werknemers en ge
legenheidswerkers wat betreft aan
wijzingen en toezicht precies gelijk
behandeld worden. In dat geval zal
natuurlijk wel van een dienstbetrek
king sprake zijn en zal er dus verze
keringsplicht zijn.
Weer een ander aspekt betreft de be
loning; hoogte van de beloning en
wijze van beloning. Ook de beloning
op zich is niet bepalend of er wel of
niet sprake is van verzekeringsplicht.
Wel kan in sommige gevallen, bij
voorbeeld bij sterk afwijkende vor
men van beloning of de hoogte daar
van, aanleiding gevonden worden te
veronderstellen dat een dienstbetrek
king en dus verzekeringsplicht wel
aannemelijk is.
Welk werk?
De aard of soort van het werk op
zich is niet bepalend of er wel of niet
sprake is van verzekeringsplicht. In-
direkt kan het wel van belang zijn,
namelijk als het gaat om normaal en
regelmatig voorkomend werk.
Wordt dat werk door gelegenheids
werkers gedaan, dan zal in veel ge
vallen aannemelijk zijn dat feitelijk
sprake is van een dienstbetrekking
en derhalve verzekeringsplicht. Het
werk als zodanig is dus op voorhand
niet bepalend. Wel de wijze waarop
het werk wordt uitgevoerd en dan
met name de verklaringen die op het
meldingsformulier gegeven zijn (één
van de drie vierkantjes, geen gezags
verhouding en vrijheid in komen en
gaan).
Andere aspekten die in het geding
kunnen zijn, zoals bepaalde afspra
ken over arbeidsduur en arbeidstij
den (andere dan op het meldingsfor
mulier aangegeven), zijn op zichzelf
niet op voorhand bepalend over wel
of niet verzekeringsplicht. Hooguit
kunnen dergelijke afspraken een
aanwijzing zijn dat er in bepaalde si
tuaties wel sprake is van dienstbe
trekking en dus verzekeringsplicht.
Het gaat er dan om of men mogelijk
vergaande afspraken gemaakt heeft,
die dan ook nog in samenhang met
de overige omstandigheden bezien
moeten worden, waaronder de gele
genheidsarbeid plaatsvindt. Men
doet er dus goed aan vergaande af
spraken zo veel mogelijk te
voorkomen.
Kontrole en beroep
Door het ASF wordt op basis van de
binnengekomen meldingsformulie
ren kontrole uitgevoerd of de regels
die bij niet-verzekeringsplichtige ge
legenheidsarbeid gelden nageleefd
worden. Daar kan natuurlijk nie
mand iets op tegen hebben, indien
die kontrole korrekt gebeurt.
Op de eerste plaats gaat het om het
meldingsformulier. Het is van be
lang dat dat volledig en korrekt
wordt ingevuld. Daarnaast wordt
door kontroleurs van het ASF indien
nodig nader onderzoek gedaan
en/of steekgroepsgewijze kontrole
uitgeoefend. Daarbij gaat het om za
ken als in dit artikel beschreven.
Daarom is dit artikel ook geschre
ven, namelijk om zoveel mogelijk
duidelijkheid te verschaffen over de
zaken die hierbij van belang zijn.
Het zal uiteraard ook voorkomen,
dat het ASF in bepaalde gevallen tot
de konklusie komt, dat er wél sprake
is van verzekeringsplicht, terwijl u
van mening bent dat dat niet zo is.
In dat geval raden wij u aan een voor
beroep vatbare beslissing te vragen.
Voor hulp bij de te volgen beroeps
gang kunt u uiteraard een beroep
doen op uw organisatie. Ook kunt u,
wanneer u te maken krijgt met nader
onderzoek of kontrole door het
ASF, de hulp van uw organisatie in
roepen.
Sociaal sekretarissen 3 CLO
Uit het jaarverslag 1986 van de Stichting Agrarische Projekten Noord-
Brabant blijkt dat het aantal kombinatiebaanwerkers in 1986 van 32
werkzaam op 83 agrarische bedrijven is gegroeid naar 51 werkzaam
op 121 bedrijven. Per 1 april 1987 zijn 56 kombinatiebaanwerkers in
dienst bij agrarische bedrijven. Dit kwam naar voren tijdens de ver
gadering van de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap voor
Noord-Brabant van 23 april jl.
In het kader van het werkgelegen-
heidsprojekt Bestrijding Knolcyperus
zijn in Noord-Brabant in 1986 drie
bestrijdingsploegen, elk bestaande uit
4 personen, werkzaam geweest. Dit
personeel is via de Gewestelijke Ar
beidsbureaus verworven en bestond
voor circa 80% uit langdurig werklo
zen. Gedurende een periode van cir
ca een half jaar zijn deze
bestrijdingsploegen werkzaam ge
weest met de bestrijding van knolcy
perus op 45 bedrijven met een totale
besmette oppervlakte van 170 ha.
Naar verwachting zal ook in 1987 het
werkgelegenheidsprojekt bestrijding
knolcyperus uitgevoerd kunnen
worden.
Akkerdistels in het Markiezaat
Uit onderzoek is gebleken dat de
schade op de landbouwgronden als
gevolg van de akkerdistels in het na
tuurgebied van het Markiezaat in
1986 beperkt is gebleven.
De mogelijkheden van schade zijn
echter voor de volgende jaren zeer
duidelijk aanwezig. Dit jaar zal on
derzoek plaats vinden om het oorza
kelijk verband van de schade vast te
leggen en om inzicht te krijgen in de
mate van besmetting. Voorts dient er
nog uitsluitsel te komen van de Raad
van State over de mogelijkheden van
technische bestrijding van akkerdistel
in het beschermd Natuurmonument.
Er zal ook gekomen dienen te worden
tot een schadevergoedingsprocedure,
die praktisch uitvoerbaar is.
Gewasziekten
Aan het kweekbedrijf Van der Have
B.V. te Rilland en aan het Instituut
voor Rationele Suikerproduktie te
Bergen op Zoom wordt ontheffing
verleend van het verbod van de teelt
van bietenzaad voor het seizoen 1987
voor een oppervlakte van respektie-
velijk circa 6800 m2 en 450 m2.
Aan het Landbouwschap Den Haag
zal het verzoek gericht worden om te
komen tot een verordening, welke een
verbod inhoudt voor het uitrijden van
uien op landbouwgrond en een ver
plichting om uien bij het bewaren af
te dekken. Dit i.v.m. eventuele kop-
rotbesmetting.
Rhizomanie kan tesamen met een bo
demschimmel verspreid worden door
water en via grondtransport. In be
paalde ruilverkavelingen doen zich
problemen voor met het plan van toe
deling, omdat onvoldoende bekend is,
welke percelen zwaar besmet zijn met
Rhizomanie. Aan het Landbouw
schap Den Haag zal worden verzocht
om in die situaties meer openheid in
zake besmetting te bevorderen.
Paardestallen
Wat de notitie Provinciaal beleid en
De eigenaren van molens in Zee
land kunnen bij de provincie een
beroep doen op een draaipremie-
regeling. De premie is één gulden
per driehonderd omwentelingen.
Het provinciaal bestuur heeft de
regeling met ingang van 1 januari
1987 ingesteld.
Doel ervan is, dat meer aandacht
wordt besteed aan het onderhoud
van de molens. Bovendien wor
den de molenaars gestimuleerd
de molens veel te laten draaien,
wat het aanzien van het land
schap verlevendigt.
Aan de moleneigenaren is ge
vraagd voor 1 juli aan de provin
cie te melden of zij voro de pre
mie in aanmerking willen komen.
Als dat het geval is, wordt een
teller op de molen geïnstalleerd
en vervolgens wordt de teller ver
zegeld. De stichting Monumen-
tenwacht Zeeland zal dat karwei
uitvoeren.
Een half jaar na de installatie
wordt de stand opgenomen.
Doordat de tellers pas half 1987
kunnen worden gemonteerd,
wordt de stand met twee verme
nigvuldigd om zo de jaarsland te
kunnen bepalen.
De molenaars wordt erop gewe
zen, dat als het zegel bij het op
nemen van de tellerstand is ver
broken, er geen premie wordt
uitbetaald.
Volgens de inventarisatie zijn er
in Zeeland 73 molens. In de pro
vinciale begroting - het deelpro
gramma kunst en kultuurbehoud
- is voor de installatie van de tel
lers en de uitbetaling van de pre
mies een bedrag van twintigdui
zend gulden opgenomen.
regeling van niet-agrarische bedrijven
in het buitengebied betreft is de Ge
westelijke Raad van mening dat bij de
regeling van het niet-agrarische ge
bruik van bedrijfsgebouwen onvol
doende is aangegeven waarvoor de
gebouwen wel gebruikt mogen wor
den of op welke wijze een sanerings-
beleid inhoud kan worden gegeven.
Ten aanzien van de paardestallen is-
hij van oordeel dat de bestaande re
geling niet verruimd hoeft en dient te
worden met dien verstande dat het
wel mogelijk moet zijn bij een be
staande burgerwoning een paardestal
op te richten.
Jaarverslagen
Het jaarverslag 1986 van de Geweste
lijke Raad van het Landbouwschap
voor Noord-Brabant wordt in de ver
gadering vastgesteld. Dit jaarverslag
zal op ruime schaal worden verspreid.
De Gewestelijke Raad heeft kennis
genomen van het jaarverslag van de
Advieskommissie Agrarische Bouw-
aanvragen 1986. Gekonstateerd kan
worden dat het aantal aanvragen om
advies duidelijk hoger is dan in 1985
en gelijk ligt met het aantal in 1984.
In 1986 lag het merendeel van de aan
vragen in de tuinbouw en in de kleine
.veehouderij.
Kraaienschade
Na een eerdere inventarisatie in
het boomkwekerij gebied van Zun-
dert zijn via de studiekringen
Ruimtelijke Ordeningen enquête
resultaten bekend geworden over
kraaienschade. Daaruit is geble
ken dat alle takken van land- en
tuinbouw worden gekonfronteerd
met kraaienschade. Vooral doen
zich veel schadegevallen voor aan
te velde staande maïsgewassen en
aan maïskuilen. De Gewestelijke
Raad is van mening dat het kraai-
enbestand in de hand moet wor
den gehouden en dat daarom met
name meer aandacht dient te wor
den besteed aan de inzet van kraai-
envangkooien. Daarnaast zal
wellicht een efficiënter wildbeheer
mogelijk zijn met het tot stand ko
men van de wi/dbeheereenheden,
waardoor meer jagers per gebied
beschikbaar komen.
Nationaal Park De Biesbosch
Op 14 mei zal het Overlegorgaan Na
tionaal Park in oprichting De Bies
bosch worden geïnstalleerd. De
Gewestelijke Raad heeft van het Mi
nisterie van Landbouw en Visserij een
uitnodiging ontvangen om deze instal
latie bij te wonen.
De stemming van het ruilverkave-
lingsgebied Auvergnepolder zal plaats
vinden op 14 mei 1987. Voorafgaand
aan de stemming zullen enkele voor
lichtingsbijeenkomsten worden ge
houden.
Vrijdag 1 mei 1987
17