deel 3 (slot) Pionieren in Amerika Bestrijding muskusrat nu taak provincies Maple siroop Tegenvallers Verzekering Boomgaard Woonhuis Balans Pionier De buzz-saw, aangedreven door de tractor. In het tweede deel vertelde Guus Mulders over de verdere verwezen lijking van zijn ideaal: leven op en van het land. We zagen hoe hij de eerste zómer en de tweede winter doorkwam. We laten hem nu aan het woord als hij op het punt staat aan z'n tweede groeiseizoen te be ginnen. Mulders: "Zo gauw het weer het toeliet begonnen we ons tweede werkjaar met de vervaardiging van maple-siroop. We produceerden 60 liter, waarvan we een deel bestemden voor eigen gebruik (suiker), en een deel weggaven of ruilden. De bedoeling was om een oordeel te krijgen over de kwali teit. Gelukkig waren alle menin gen positief, zodat we definitief besloten het volgend jaar te star ten met een grotere produktie. We gokten erop dat we dan zo'n 300 liter konden verkopen tegen ƒ15,per liter. Het projekt bracht met zich mee dat we die zo mer vast wat apparaten aan moesten schaffen. Op een veiling ontmoetten we iemand die hetzelf de idee had als wij. We besloten niet tegen elkaar op te bieden, en sloten een overeenkomst. Onze nieuwe compagnon kocht een stuk bos naast ons 'landgoed', in vesteerde wat geld in het geheel, maar liet veel van de uitwerking aan ons over, omdat hij niet ter plekke ging wonen. Ik begon met de bouw van een blokhut in het bos, waar de produktie plaats zou vinden. Dit 'sugar-house' kwam voor de winter gereed. In het voorjaar waren we al voor ƒ900,in het bezit gekomen van een oude trekker. Het was een Massey-Ferguson uit 1952, niet ge synchroniseerd, en zonder moder ne snufjes, maar voor ons een geweldige hulp. Aan de ene kant hadden we dus wat geluk gehad, we kregen ook te maken met klei ne tegenvallers. Zo kreeg onze koe een stierkalf, terwijl we zo ge hoopt hadden op een koe, voor melk en verdere fok. De geit kreeg één bokje, in plaats van de gebrui kelijke twee geitjes. Gelukkig zorgden onze zes kippen en de haan voor een grote schare na geslacht. We startten ook ons asperge pro jekt, waartoe we twee teeltbedden met zo'n 2500 planten inrichtten. Verder zaaide ik nog een hektare boekweit, bouwde een afrastering rond de groentetuin, tegen beren en hazen, en verbeterde een stuk grond zodat we ook sla konden te len. In het najaar kregen we twee ganzen, waarmee we verder wilden fokken, en er kwam een slachtrijp varken. In de toekomst wilden we zelf varkens op gaan kweken, dus timmerde ik een varkenshok". De winter werd weer besteed aan kleine onderhoudswerkzaamhe den, de vervaardiging van meu bels, het verzorgen van de dieren en het maken van plannen. De so ciale kontakten met De Groep worden verder uitgediept. Mul ders: "De Groep was op zich heel belangrijk voor ons. Niet alleen hadden we veelal dezelfde gedach ten en levenswijze, het was in fei te onze verzekering. Als iemand door ziekte of een ongeval tijde lijk niet kon werken, werd dit bin nen de groep opgelost. Als een van de eenheden een misoogst had werd dit door de anderen opge vangen. Verder waren sociale kon takten natuurlijk altijd welkom tijdens de lange winter. De Groep kreeg dan ook al spoedig de bij naam: de eetclub. We zaten ver der ver van de bewoonde wereld. T.V. hadden we niet, we hadden trouwens niet eens elektriciteit... Toen de winter dan weer tegen zijn eind liep begonnen we met de pro duktie van maple-siroop. Het pad naar de blokhut hadden we gedu rende de winter begaanbaar ge houden door er elke dag een paar keer met de trekker over te rijden. De produktie viel enorm mee. We vervaardigden 800 liter. Ook de asperges bleken de winterkou doorstaan te hebben. Verder be gin ik met het insteken van een boomgaard, met wat appel-, pere- kerse- en notebomen. In het bos ontdekten we wilde appels en hop, zodat we ook een voorraad appel sap, cider, azijn en bier vervaar digden. De wei, die er inmiddels ook goed bij lag, werd in tweeën gedeeld, zodat de koe en het kalf naar hartelust konden grazen, ter wijl de andere helft in onze hooi- produktie voorzag. Ook werd het eindelijk tijd om eens wat aan het woonhuis te doen. Totdantoe hadden we ge leefd in de keuken en één slaap kamer. Ik ruilde een aantal essebomen tegen gezaagd grenen hout en verbouwde de ruim zes meter hoge bovenverdieping tot vier slaapkamers en een ruime vliering. We schaften ook nog een kleine vrachtwagen aan omdat on ze oude stationwagen op een kwa de dag in tweeën brak. We tikten nog een cirkelzaag op de kop die op de trekker aangesloten kon worden, en al met al hadden we toch nog een goed gevulde kas over die zomer, na de verkoop van de maple-siroop en de asperges". Zo valt dan weer de winter over het bedrijf, en Mulders kan de ba lans opmaken. In drie jaar tijd heeft hij op een stuk marginale grond een bedrijfje opgebouwd. Met een minimum aan geld en een maximale dosis inzet en vinding rijkheid, kan hij leven van zijn land, dat zijn groente en fruit voortbrengt, het eten voor zijn dieren, het hout voor zijn kachel, en het sap voor zijn maple bedrijf je levert. Zijn bescheiden veesta pel zorgt voor de kontinuïteit van zijn vlees voorraad. Hij maakt zijn eigen kaas, bier, wijn, azijn en vruchtensap. Hij leeft ook 's win ters van wat zijn land hem in de zomer opbrengt. Zijn land en grond is afbetaald. Zijn kasinko- men d.m.v. maple-siroop en aspergesteelt is ruim voldoende voor de betaling van zijn lasten, en de vervangingen aan zijn ma chinepark. Door de kontakten binnen De Groep is hij verzekerd, terwijl er binnen hun koöp. ook een ruilmarkt bestaat. Zijn grote ideaal, leven van en op het land is verwezenlijkt. Rest natuurlijk de grote vraag waarom hij nu weer in Nederland is. Mulders: "Inderdaad ontstond er na zo'n jaar of vier een gekonso- lideerde situatie. Het echte pio nierswerk was achter de rug. Ik zaaide en oogstte, bracht kleine verbeteringen aan, binnen De Groep verdeelden we wat specia liteiten, maar het avontuur was er een beetje af. Het moment kwam dat ik me realiseerde dat ik ruim tien jaar bezig geweest was met de verwezenlijking van mijn ideaal, en dat dit gelukt was. De eerste ja ren waren jaren van opbouw, ont dekking en keihard werken. De volgende jaren genoot ik van het resultaat, maar boekte geen voor uitgang, temeer omdat binnen ons bedrijf niet de noodzaak bestond meer te produceren dan we nodig hadden. Bewust gingen we b.v. niet proberen de produktie van maple-siroop op te voeren om zo doende meer geld te verdienen en luxer te leven. Ik was nog op een leeftijd dat ik m'n krachten nog kon wijden aan andere uitdagin gen, en besloot, mede door enke le gebeurtenissen die verder buiten dit verhaal vallen, m'n blik te rich ten op een andere horizon. Wat dit wordt weet ik nog niet precies, en hoe lang het duurt ook niet. Maar ik denk dat ik wel altijd een pio nier zal blijven, en b.v. in de rich ting van ontwikkelingshulp nog wel wat positieve dingen kan doen". Peter Dieleman Sinds 1 januari 1986 is bij wet gere geld, dat de uitvoering van de mus- kusrattenbestrijding in ons land aan de provincies wordt toegewezen. Na een overgangsperiode hebben thans alle provincies de bestrijding overge nomen; Zeeland is op 1 september 1986 officieel van start gegaan. Wie het woord rat hoort, denkt on middellijk aan een vies en schurftig beest, dat op grote schaal allerlei en ge ziektes verspreidt. Bij een muskus rat valt dat allemaal nogal mee. De naam die de Belgen hem hebben ge geven, waterkonijn, is eigenlijk meer toepasselijk; de muskusrat lijkt meer op een konijn dan op een rat. Het zijn propere dieren, die zich bijna alleen voeden met wilde planten en gekulti- veerde gewassen. Ze hebben een mooie dikke vacht en verzorgen zich goed. Schade, ook voor de landbouw De muskusrat is sterk aan water ge bonden. Hij voelt zich dan ook bij zonder thuis in Zeeland. Tweemaal per jaar gaan de dieren op zwerftocht, op zoek naar vestigingsplaatsen. Ze kunnen dan grote afstandeTi afleggen en nieuwe gebieden kunnen "besmet" raken. Bij voorkeur woont de mus kusrat in zelf gegraven holen in oevers van waterlopen, kreken, kanalen, etc. Vooral deze aktiviteit is de reden voor een felle jacht op het dier. Per jaar verplaatst een muskusrat ca. 1 m3 grond bij zijn graverijen; dat is gelijk aan dertien kruiwagens vol grond. Door wisselende waterstanden, golfslag en andere faktoren spoelt de doorgraven grond weg. Oevers kun nen verzakken en afkalven en in klei ne wateren kan de afwatering door de vrijgekomen grond verstopt raken. Daar een ondermijning meestal niet aan de oppervlakte is te zien, kunnen op het meest onverwachte moment landbouwmachines en vee wegzak ken. Tot wel 10 a 12 meter uit de oe ver zijn soms verzakkingen waargenomen. Verder is gebleken, dat de muskusrat praktisch alle land en tuinbouwgewassen lust. Als ergens veel muskusratten zitten, kan de op brengstderving aanzienlijk zijn. In Zeeland is de kans op doorgraving van de grote zware deltadijken niet groot; wel kunnen kleinere dijkjes en kaden bedreigd worden. Huidige bestrijding Gelijk met de overname in 1986 van de bestrijdingsdienst heeft de provin cie Zeeland in overleg met de water schappen besloten de vangkapaciteit te vergroten door de ploeg met 5 per sonen uit te breiden, zodat thans to taal 13 personen voor deze taak in dienst zijn: 11 personen onder leiding van 2 rayonambtenaren. Systematisch speuren zij langs de waterkanten naar de aanwezigheid van muskusratten. Als vangmiddelen worden speciale klemmen en vangkooien gebruikt. Er zijn in Zeeland 2 meldpunten voor gesignaleerde muskusratten: Zeeuws-Vlaanderen, Provinciale waterstaat Axel, tel. 01155-1366, ray onambtenaar H.M.M. de Vree. voor de rest van Zeeland, Provin ciale waterstaat Tholen, tel. 01660-2595, rayonambtenaar J.J. Meyll. Informatie Een affiche over de muskusratten- bestrijding is gratis verkrijgbaar bij het bureau voorlichting van de pro vincie Zeeland, Abdij 9, Postbus 6001, 4330 LA Middelburg, telefoon 01180-31400. Op de achterzijde van het affiche zijn gegevens vermeld over kenmerken, levenswijze, schade en herkenning. Er is ook een voorlichtingsfilm be schikbaar. Verenigingen, scholen en andere belangstellenden kunnen deze film gratis lenen voor gebruik in ei gen kring. De film kan bij bureau voorlichting op bovenstaand adres worden aangevraagd. In de Grote Kerk te Veere is dit sei zoen een tentoonstelling over de mus kusrat en de-bestrijding te zien. De organisatie hiervan is in handen van de stichting Delta Cultureel. De ten toonstelling is dagelijks geopend van 19 april tot 30 oktober van 10 tot 17 uur, op zondagen van 14 tot 17 uur. 12 Vrijdag 10 april 1987

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1987 | | pagina 12