Spuitmachine-uitrusting en spuittechniek
NIVAA start kampagne
voor uien-beeldmerk
20° to.V. Spuitóoorr
4
Af-
,yo cyy)
!q° i.o.v. Sjou it boort
boom
De laatste jaren is er nogal wat veranderd aan de spuitmachines en
de toepassing ervan. Wat de spuitmachine-uitrusting betreft heeft dit
met name betrekking gehad op de boom-ophanging t.a.v. het schom
melen en het zwiepen van de spuitbomen. Bij de spuittechniek is met
de komst van draaidoppen de mogelijkheid geschapen om verschil
lende typen doppen te monteren, waardoor meer gericht gespoten kan
worden. Hierdoor is het mogelijk nog beter met de juiste hoeveelheid
middel en water te spuiten. Verder is er aan de bedrijfshygiëne meer
aandacht geschonken.
Minimale hoogte spuitboom
(in het veld 20 cm hoger aanhouden)
Tweekamerwerveldoppen geven door
de twee wervelkamers grove tot zeer
grove druppels en zijn daarom ge
schikt bij (te) veel wind. Voor een
goede verdeling moet de dop 30° naar
achteren worden gedraaid.
Men heeft minder restvloeistof in de
tanks doordat deze beter leeg kunnen
worden gezogen en soms kan men de
restvloeistof nog verdunnen met wa
ter uit een reservetankje en weer over
het veld spuiten. Door invoering van
de computer kan verder constant
de juiste hoeveelheid per oppervlak
te verspuiten, wat het beter spuiten
ook in de hand werkt.
Boomophanging
Wil men optimaal gebruik maken van
de juiste spuittechniek, dan zullen ho
ge eisen gesteld moeten worden aan
de boomophanging. Het is van het
grootste belang dat de spuitboom-
hoogte boven grond of gewas over de
gehele werkbreedte even hoog is, on
danks de vaak ongelijke grond. Dit
betekent dat schommelingen van de
spuitboom tot een minimum beperkt
moeten blijven. Dit geldt ook voor het
zwiepen van de spuitboom in horizon
tale richting. Wanneer de boomop
hanging en balancering hieraan niet
voldoen, is het onmogelijk om met de
huidige spuitdoppen een regelmatige
verdeling te krijgen. Verschillende fa
brikanten hebben de laatste jaren ge
lukkig de boomophanging
aanmerkelijk verbeterd. Bekende
systemen zijn o.a. het afrol- of hori
zonsysteem van Douven en Cebeco en
het A.B.S. automatisch balans
systeem) oftewel het enkel- of dubbel-
trapeziumsysteem (o.a.
Vicon-PZ-Alleys-Sieger). Naast de
beperking van het schommelen in ver-
tikale richting wordt er ook aandacht
besteed aan het zwiepen in horizon
tale richting door het monteren van
rubber buffers, frictieplaten en diver
se stabilisatiekettingen en/of -
stangen. Al deze verbeteringen heb
ben er toe geleid dat er spuitdoppen
kunnen worden gebruikt die vroeger
met een slechte boomophanging niet
in aanmerking kwamen vanwege hun
gevoeligheid voor zwiepen en/of
schommelen.
De spuittechniek
Een goede spuittechniek houdt in dat
een kleine hoeveelheid vloeistof in de
juiste dosering, goed verdeeld met een
juiste bedekking wordt verspoten op
de plaats waar de bestrijding moet
plaatsvinden. Om dit te kunnen be
reiken moeten er veel gegevens be
kend zijn van de eigenschappen van
druppels en spuitdoppen. De belang
rijkste zijn: de druppelgrootte, de ver
deling, de windgevoeligheid, de
indringing en de slijtvastheid.
Eigenschappen van druppels
Een spuitdop geeft een breed drup-
pelspektrum. Dit wil zeggen er ont
staan druppels met een sterk
variërende grootte en wel van. 20 tot
600 u. (u 1 micron 0,001 mm).
Om de verschillende typen spuitdop
pen te kunnen vergelijken heeft men
de gemiddelde druppelgrootte geme
ten, de zogenaamde V.M.D. Vo
lume Median Diameter). Dit is de
druppelgrootte waaronder of waarbo
ven alle druppels tesamen de helft van
het totale volume vormen. Om de
eenheid te bevorderen is er een klasse
indeling gemaakt naar de gemiddel
de druppelgrootte.
minder dan 150u ZF (zeer fijn)
150 - 200 u F (fijn)
200 - 300 u N (normaal)
300 - 400 u G (grof)
meer dan 400 u ZG (zeer grof)
Om met deze klasse-indeling te kun
nen werken moet men de eigenschap
pen van de druppelgrootten kennen.
In onderstaande vergelijking zijn en
kele eigenschappen weergegeven.
Klasse ZF:
- veel druppels/cm'
- i.v.m. bedekking: weinig liters/ha
nodig
- druppels verdampen snel
- driftgevoelig
- hechten goed aan de plant
Klasse ZG:
- weinig druppels/cm'
- veel liters/ha nodig
- langzame verdamping
- minder driftgevoelig
- rollen van plant af.
Bij de keuze van doppen moet men
dus rekening houden met het doel
waarvoor een bepaalde dop wordt ge
bruikt, omdat men rekening moet
houden met de druppeleigenschap
pen. Naast deze eigenschappen is ook
het type dop van invloed op de drup
pelgrootte. Hoe groter de tophoek
van de spuitdop is, hoe fijner de drup
pels. Bijvoorbeeld de V.M.D. bij een
tophoek van 65° is 400 u, maar bij
een tophoek van 110°, 200 u. Hoe
groter de maat van het mondstuk of
het spuitplaatje, hoe groter de
V.M.D., b.v. 1 1/min. afgifte: 225 u
en 2 l/min. afgifte, 280 u. Hoe hoger
de spuitdruk, hoe fijner de druppels.
In het algemeen geldt dat spleetdop-
pen iets grovere druppels geven dan
rijrichting
leiding
I 30°
<0\
X/
Spuit-
- .kg-g.m.
3^4 lui
Spu/G
zwiepen van de bomen. Om dit op te
vangen moet men de dop i.p.v. 5 of
10 graden 20° draaien ten opzichte
van de spuitleiding. Tophoeken zijn
er van 65° tot 150°. De voorkeur gaat
uit naar 110°.
Het spuitbeeld van werveldoppen is
niet scherp begrensd en de gemiddel
de druppelgrootte is iets fijner dan
van spleetdoppen. Ze verstoppen
minder snel. De tophoek varieert van
65° tot 90°.
Een alternatief zijn de lage-
drukspleetdoppen (o.a. L.P.). Deze
geven echter toch een iets fijnere
druppel.
De toepassing
Om de meeste bestrijdingen in de
praktijk uit te kunnen voeren zal men
met 3 typen spuitdoppen kunnen vol
staan. Bij de keuze speelt de slijtvast
heid ook een rol. Zeer'slijtvast is
keramiek en gehard roestvrijstaal.
Het gaat niet alleen om de levensduur,
maar meer nog om langer een goede
verdeling te houden.
1. - Bodemherbiciden; - kleurstoffen;
- groeistoffen: goede verdeling en re
delijke bedekking nodig: spleetdop
110° bij 400 1 water (mag ook
minder);
2. - Phytophthorabestr.; - ziekte in
uien; - afrijpingsziekten (o.a. meel
dauw): goede verdeling en bedekking
nodig: werveldop of spleetdop bij
150-200 1 (werveldop minder gauw
verstoppen);
3. - Ruggenteelt; - te veel wind: re
delijke verdeling en bedekking nodig:
tweekamerwerveldop, 400-500 1 wa
ter, 5 bar druk en 30° achterover of
lage-drukspleetdop: max. 1 Vi bar.
In dit schrijven is een globale indeling
van de spuittechniek weergegeven. De
nieuwste ontwikkelingen en inzichten
gaan naar het gebruik van minder wa
ter en middel.
Of luchtondersteuning hierbij een
grote rol zal spelen moet het onder
zoek nog uitwijzen.
Wel is zeker dat een goede verdeling
en een goede bedekkingsgraad steeds
voorop zullen blijven staan.
A. Peeters,
CAT Tilburg
Het is van groot belang dat de spuitboomhoogte boven grond of gewas over
de gehele werkbreedte even hoog is. Hier wordt een perceel pas ingezaaide
gerst voor opkomst gespoten tegen herbiciden.
werveldoppen. Een tweekamer
werveldop en een lage-drukspleetdop
geven echter duidelijk grovere
druppels.
Indringing
Bij voornamelijk ziektebestrijdingen
is in sommige gewassen een goede in
dringing noodzakelijk b.v. oogvlek-
kenziekte in tarwe. Bij andere
gewassen b.v. phytophthora in aard
appelen moeten juist de bovenste,
nieuwe bladeren worden bedekt.
Binnen- en buitenlands onderzoek
heeft geleerd dat in beide gevallen een
fijne druppel (150-200 u) het beste
bestrijdingsresultaat gaf. Bij de gra
nen bleek met het spuiten met grove
druppels (400 u) wel meer vloeistof
onderin het gewas en op de grond te
koqien, maar fijne druppels (200 u)
gaven, ondanks minder liters vloeistof
onderin toch een betere bedekking en
een beter resultaat. De verklaring
hiervoor is dat kleine druppels gaan
zweven in het gewas en zich beter aan
dc plant hechten. Bij aardappelen gaf
ook de fijne druppel (200 u) de beste
bedekking bovenin bij een behoorlij
ke rijsnelheid (tot 10 km/u). In het al
gemeen zullen ziektebestrijdingen in
akkerbouwgewassen met een fijne
druppel het beste voldoen.
Windgevoeligheid
Fijne druppels zijn windgevoeliger
dan grove druppels. Toch zal steeds
vaker gekozen worden voor fijne
druppels en dus minder water/ha. Dit
betekent dat steeds meer gekozen
moet worden voor spuiten bij windstil
weer. De meeste kans hierop is 's
avonds of in de vroege ochtenduren.
Desondanks is men soms toch ge
noodzaakt met (te) veel wind te spui
ten. Eén van de doppen moet dan een
grove druppeldop zijn (b.v. 400 u) die
als "nooddop" dienst doet. Deze kan
dan met name bij de onkruidbestrij-
dingen ingezet worden.
Boomhoogte en tophoek
In bijgaande tekening is de boom
hoogte weergegeven in relatie met de
meest voorkomende tophoeken van
spuitdoppen. Steeds is gekozen voor
zgn. dubbeloverlappen (spuitbeeld
dop 1 raakt spuitbeeld dop 3).
In de tekening is duidelijk te zien dat
hoe groter de tophoek hoe lager de
boom bij de grond kan blijven en dar-
door minder windgevoelig is. Bij een
goede boomophanging is 40 cm zeer
goed mogelijk in de praktijk.
Dopkeuze en hun toepassing
Door de komst van de draaidoppen
heeft men 3 of 4 keuze
mogelijkheden. Belangrijk bij de keu
ze van de draaidop is dat er een goe
de voelbare nok en een nulstand
aanwezig is. Dit laatst om bij geren,
per dop af te kunnen sluiten.
Spleetdoppen geven een zeer goede
verdeling. De druppelgrootte is ge
middeld iets groter dan bij werveldop
pen. De dop is gevoelig voor het
De betere kwaliteit van de Neder
landse ui moet nog meer benadrukt
worden. Dat vindt het NIVAA, het
Nederlands Instituut voor de Afzet
bevordering van Akkerbouwpro-
dukten. Daarom zal het NIVAA nog
dit jaar een kampagne starten, ge
richt op de buitenlandse handel,
waarin het onlangs ingevoerde uien-
beeldmerk centraal staat. Zoals be
kend mag alleen op de verpakking
van de allerbeste kwaliteit eksportui-
en het beeldmerk worden afgebeeld.
Het door het NIVAA geïntroduceer
de uienbeeldmerk is bij de Neder
landse verzendhandelaren en
eksporteurs goed aangeslagen. Er
zijn al 31 beeldmerkgebruikers. Om
dat in de loop van dit jaar op steeds
meer verpakkingen het uienbeeld
merk naast de naam van de ekspor-
teur zal prijken, gaat het NIVAA
zich nu konsentreren op het geven
van meer bekendheid aan het beeld
merk in het buitenland. Het imago
van de Nederlandse ui heeft volgens
het NIVAA een dergelijke aktie hard
nodig. In de eerste plaats wil men
ons kwaliteitsprodukt beter herken
baar maken. Daarvoor is het
Holland-beeldmerk een uitstekend
middel.
De beeldmerk-kampagne die ko
mend najaar van start gaat, zal zich
konsentreren op de handel in Duits
land en Engeland. Via de media,
maar ook door middel van direkt
mailing en andere PR-aktiviteiten
zal de handel intensief gekonfron-
teerd worden met het Nederlandse
uien-molentje.
Deze zgn. bag-tag maakt de leveran
ciers van de betere Nederlandse uien
herkenbaar, zelfs als ze op reis gaan
Onion ViP-klub
Het NIVAA zal het niet laten bij de
introduktie-kampagne. Om de
beeldmerkgebruikers zoveël moge
lijk te motiveren, heeft men een spe
ciale klub opgericht van beeldmerk
gebruikers, 'The Onion VIP-klub'.
De leden van deze klub krijgen het
recht om een speciaal kaartje, een
zgn.^Dag-tag, aan hun koffer te be
vestigen dat hen direkt herkenbaar
maakt als leverancier van de betere
Nederlandse ui. Het is een op naam
gesteld, zwart kaartje met gouden
opdruk. Daarnaast is ook een klub-
kaartje ontworpen met zilveren op
druk. Deze kaartjes zullen door het
NIVAA-bestuur worden toegekend
aan personen die zich bijzonder ver
dienstelijk hebben gemaakt voor de
Nederlandse uiephandel en -eksport.
Hieruit blijkt dat het NIVAA volop
bezig is en blijft met de promotie
van de Nederlandse ui.
12
Vrijdag 3 april 1987