Berekening van de
overschotheffing mest
■p» Bedrijfsaanpassing akkoord?
Wie betaalt?
Korting
Fosfaatarm voer
Berekening
Inning
Door met name produktiebeperkende maatregelen en de milieuwet
geving zijn de mogelijkheden om de produktie op de bedrijven uit te
breiden zeer beperkt. Het ziet er naar uit dat op steeds meer bedrijven
de produktieomvang DE beperkende faktor wordt. In verband met
de sterk gestegen prijzen van landbouwgrond en quota (onder andere
melk, mest, suikerbieten) is grondverwerving voor vele agrarische be
drijven financieel gezien onverantwoord. Veel bedrijven in de veehou-
derijsektor zullen de komende jaren moeten investeren in het vergroten
van de mestopslagkapaciteit.
Op bedrijven met een opvolger wordt het moeilijker om gedurende
meerdere jaren een voldoende groot inkomen voor twee gezinnen te
behalen.
Mogelijke oplossingen voor de boven
geschetste problematiek zullen per be
drijf sterk uiteen kunnen lopen. Wel
staat vast dat in de nabije toekomst
extra aandacht moet worden besteed
aan een kostprijsverlaging door on
dermeer een verdere verbetering van
de technische resultaten op het be
drijf. Ook de kwaliteit van de pro-
dukten en produktiemiddelen
verdient extra de aandacht. Dit geldt
ook met betrekking tot het zoeken
naar aanvullende inkomensbronnen,
hetzij binnen of buiten de land- of
tuinbouw. In dit schrijven zal kort
worden ingegaan op een aantal mo
gelijkheden en onmogelijkheden die
er lijken te zijn met betrekking tot de
bedrijfsaanpassing.
Uitbreiding
Volgens de Meststoffenwet is uitbrei
ding van de mestproduktie niet toe
gestaan als de mestproduktie op het
bedrijf reeds groter is dan 125 kg fos
faat per ha per jaar of de mestpro
duktie ten gevolge van de uitbreiding
groter zou worden dan 125 kg fosfaat
per ha per jaar.
Hierdoor zijn op veel veehouderijbe
drijven de uitbreidingsmogelijkheden
(nagenoeg) uitgesloten. Overigens
mogen bedrijven de mestproduktie
steeds uitbreiden tot 125 kg fosfaat
per ha per jaar.
Verkleining of vergroting van
de oppervlakte kultuurgrond
Wordt na vergroting gemiddeld min
der dan 125 kg fosfaat per ha gepro
duceerd, dan mag de produktie nog
worden uitgebreid tot gemiddeld 125
kg fosfaat per ha. Wordt na vergro
ting meer dan 125 kg fosfaat per ha
geproduceerd dan mag geen uitbrei
ding plaatsvinden.
Afstoten van grond van het bedrijf
dient volgens de Meststoffenwet ge
paard te gaan met een vermindering
van de fosfaatproduktie met 125 kg
fosfaat per afgestoten hektare.
De enige mogelijkheid om nog in aan
merking te komen voor een groter
melkquotum is het kopen of pachten
van grond-met-melk. Deze hoeveel
heid kan variëren van 0 tot maximaal
20.000 kg melk per ha (afgemeten
maat). De minister kan achteraf met
sankties komen, wanneer getracht
wordt om de zogenaamde 20.000 kg
per ha-grens te ontduiken.
Aantrekken van een tak
Met betrekking tot het aantrekken
van een andere produktietak kan wor
den opgemerkt dat dit slechts voor
een beperkt deel van de bedrijven tot
de reële mogelijkheden behoren.
Hierbij kan gedacht worden aan bij
voorbeeld meststieren, schapen, gei
ten, visteelt of aan bijvoorbeeld
vollegrondsgroenteteelt. Het gaat
hierbij veel om de "vrije markt"-
produkten. De vraag is of een alter
natieve tak wel perspektief biedt: wel
ke investeringen zijn hiervoor nodig,
hoe zijn de opbrengsten (afzetmarkt,
konkurrentie), is het vakmanschap
aanwezig?
Afstoten van een tak
Er kunnen redenen aanwezig zijn om
een bepaalde tak op het bedrijf af te
stoten. Melkveehouders die willen
stoppen met de melkproduktie kun
nen het quotum gekoppeld aan de
grond verkopen aan een derde of ge
bruik maken van de opkoopregeling.
Bij de opkoopregeling ontvangt men
65 cent per kg melk. Bij volledig stop
pen met de melkproduktie kan men
in aanmerking komen voor een extra
beëindigingsvergoeding (circa ƒ3.800
per ha en circa 1140 per stuks jong
vee), uit te betalen in 7 jaren.
Bedrijfsovername
Door de regelwetgeving wordt de be
drijfsovername bemoeilijkt. Gehele
bedrijven met meer dan 20.000 kg
melk per ha kunnen in de familiesfeer
en ook aan derden worden overgedra
gen zonder dat het quotum vervalt.
Het bedrijf moet dan wel als een zelf
standige eenheid worden voortgezet.
Samenvoegen met een ander bedrijf
of losse grond kan dus niet.
Bedrijfsovername met inbegrip van de
referentiehoeveelheid mest is alleen
mogelijk als het gehele bedrijf als een
zelfstandige eenheid ter plekke wordt
voortgezet. Dit geldt ook ten aanzien
van oprichting c.q. ontbinding van
een maatschap.
Volgens de huidige mestwetgeving is
splitsing, verplaatsing en samenvoe
gen onmogelijk.
Omwisseling diersoorten
De omwisseling van de mestproduk
tie van rundvee en kalkoenen naar
varkens en kippen is verboden; an
dersom is toegestaan. Tussen varkens
en kippen binnen varkens en binnen
kippen mag ook worden uitgewisseld.
Het omwisselingsverbod geldt niet
voor bedrijven die minder dan 125 kg
fosfaat per ha produceren.
Vergroten mestopslag
De komende jaren worden veel vee
houderijbedrijven genoodzaakt om te
investeren in het vergroten van de
mestopslag tot een opslagkapaciteit
van ongeveer een half jaar. Dit heeft
te maken met het komende uitrijver-
bod. Er komt een nieuwe subsidiere
geling (jaarlijks ƒ15 miljoen
beschikbaar) om de mestopslag op in
dividuele bedrijven te stimuleren. Er
bestaat al een subsidiemogelijkheid
via het O. S.-fonds; ook bestaat een
premieregeling op de W.l.R.
Alternatieven buiten het
bedrijf
Er bestaan meerdere mogelijkheden
voor bedrijven met een arbeidsover-
schot om een aanvullende inkomens
bron buiten het eigen bedrijf te
verkrijgen. Overigens is dit lang niet
altijd een gemakkelijke zaak. Zo zou
dë toekomstige bedrijfsopvolger kun
nen overwegen om tevens op een an
der bedrijf te gaan werken of bij een
loonwerker of bij de bedrijfsverzor-
ging. Ook kan een deeltijdbaan bui
ten de agrarische sektor worden
overwogen.
Sociostrukturele maatregelen
In Brussel is het besluit over een
beëindigingsregeling (soort "vut
regeling") voor agrariërs uitgesteld.
Met betrekking tot het pakket van
socio-strukturele maatregelen zijn wel
enkele besluiten genomen met betrek
king tot een extensiveringsvergoeding
en een premieregeling voor invoering
of handhaving van produktiemetho-
den ter bescherming van natuur en
landschap. Bij de extensiveringsrege
ling kan de ondernemer kiezen tussen
omschakeling, wisselbouw (braken),
bebossing en niet-agrarische doelein
den. De regeling ter bescherming van
natuur en landschap is geënt op de in
Nederland geldende beheersovereen
komsten in relatienotagebieden.
Een nadere invulling van het boven
genoemde pakket dient te worden af
gewacht. De vraag doet zich voor of
deze maatregelen - ook met betrek
king tot bedrijfsaanpassing - voldoen
de soelaas bieden voor Nederlandse
omstandigheden.
Onder bepaalde - veelal strenge -
voorwaarden kan ook bij de bedrijfs
aanpassing gebruik worden gemaakt
van de Brusselse subsidieregelingen.
Ook bestaat de mogelijkheid gebruik
te maken van het Borgstellingsfonds.
ir. H.J. Wullink
In het kader van de Meststoffenwet zijn regels vastgesteld die betrek
king hebben op de overschotheffing. De verwachting is dat in de ko
mende jaren ca. 40 miljoen gulden per jaar aan overschotheffing zal
worden geïnd. Deze gelden zullen worden besteed aan maatregelen die
bijdragen aan het oplossen van het mestprobleem op langere termijn.
Hierbij wordt gedacht aan voorzieningen voor doelmatige afvoer, aan
voer, bewerking, verwerking of vernietiging van dierlijke meststoffen.
Ook de apparaatskosten van de landelijke mestbank wordt uit de hef
fing gefinancierd.
Het principe van de overschotheffing
is gebaseerd op de gedachte "de ver
oorzaker betaalt". Het stelsel van de
heffing is trapsgewijs opgebouwd en
afhankelijk van de fosfaatproduktie
per ha per jaar.
Alle bedrijven waar mest wordt ge
produceerd, zijn heffingplichtig. Dat
wil niet zeggen dat uiteindelijk iede
re ondernemer een heffing zal moe
ten betalen. Wordt er minder dan 125
kg fosfaat per ha per jaar geprodu
ceerd, dan is het tarief nihil en betaalt
de producent geen heffing. De reden
hiervan is, dat deze fosfaatproduktie
in de buurt ligt van de eindnorm rond
het jaar 2000. Bij een fosfaatproduk
tie van 125 kg tot en met 200 kg per
ha per jaar is het tarief ƒ0,25 per kg
fosfaat. Voor elke kg fosfaat boven
de 200 kg per ha per jaar is het tarief
ƒ0,50.
In bijgaande tabel is dit nog eens
weergegeven.
tenminste 40% droge stof bevatten.
b. Een mestafzetovereenkomst. Er
wordt in dit geval een overeenkomst
gesloten tussen de mestproducent en
de mestgebruiker (akkerbouwer of
tuinder). De overeenkomst moet een
looptijd van tenminste vier jaar heb
ben. De gebruiker mag op zijn gehe
le bedrijf ten hoogste 125 kg fosfaat
per ha aanwenden (of 250 kg per twee
jaar op bouwland). Ook op snijmais-
grond mag indat geval dus niet meer
dan 125 kg fosfaat per ha per jaar
worden aangewend.
c. Export van mest. De producent
moet de mest zelf exporteren of hier
toe zelf opdracht geven en de export
kunnen aantonen. Onder export van
mest wordt hier niet verstaan het uit
rijden van mest op grond die tot het
bedrijf behoort en in het buitenland
is gelegen.
De korting kan nooit meer bedragen
dan ƒ0,25 per kg fosfaat. Als u aan
meer dan één van deze voorwaarden
voldoet, ontvangt u slechts éénmaal
een korting van ƒ0,25 per kg fosfaat.
De Meststoffenwet biedt de mogelijk
heid in sommige situaties een korting
op het hoogste tarief te krijgen van
ƒ0,25 per kg fosfaat. De korting is in
gevoerd om een verantwoorde afzet
van de mest te bevorderen en als vorm
van erkenning dat de afzet van droge
kippe- en kalkoenemest minder pro
blemen oplevert.
De producent komt in aanmerking
voor de korting indien er sprake is
van:
a. Droge kippe- en kalkoenemest.
Deze moet worden afgevoerd en dan
De normen voor de fosfaatproduktie
per dier per jaar zijn vastgelegd in de
Regeling aanwijzing diersoorten en
hun mestproduktie. Bij de vaststelling
van de referentiehoeveelheid hebt u
gebruik gemaakt van deze normen
(bijvoorbeeld voor fokzeugen 20,3 kg
fosfaat en voor hennen en legrassen
ca. 18 weken of ouder 0,50 kg fosfaat
per dier per jaar).
Voor bepaalde dierkategorieën var
kens en kippen bestaat de mogelijk
heid om de fosfaatproduktie per dier
te verlagen door het gebruik van fos-
fosforarm voer. Bij gebruik van fosfor-
arm voer wordt de fosfaatproduktie
per dier lager en bevat de mest min
der fosfaat. De fosfaatproduktie
wordt afhankelijk van de dierkatego-
rie met ongeveer 40-20% verlaagd
wanneer fosforarm voer wordt ge
bruikt.
Het voordeel hiervan voor de veehou
der is dat hierdoor het eventuele
mestoverschot wordt verkleind, waar
door op bedrijven met grond minder
mest behoeft te worden afgevoerd;
belangrijk is in dit geval, dat ook min
der overschotheffing behoeft te wor
den betaald. Hier staat tegenover dat
dit voer bij het huidige prijspeil (voor
jaar '87) 0-10 cent per 100 kg duur
der is.
De mengvoederindustrie kan nu fos
forarm voer leveren dat aan wettelij
ke eisen voldoet. De levering van dit
voer aan uw bdrijf moet vergezeld
gaan van een bewijs. Dit bewijs dient
bewaard te worden bij de mestboek-
houding. Bij gebruik van fosforarm
voer moeten alle dieren van een dier-
kategorie (b.v. mestvarkens), op het
bedrijf worden gevoerd met dit fos-
forarme voeder; naast dit voer mag
geen ander voer worden gebruikt. De
ze verlaging van de fosfaatproduktie
heeft geen invloed op de referentie
hoeveelheid en de uitbreidings-,
vestigings- en omwisselingsregels. Het
geeft dus geen recht op het houden
van meer dieren. Het gebruik van fos
forarm voer is namelijk één van de
mogelijkheden om het mestoverschot
te verminderen. Zouden er meer dieren
gehouden mogen worden, dan zou het
mestoverschot niet verminderen.
De producent moet zelf aangifte doen
en zijn heffing berekenen. Hiervoor
kan hij de twee basisgegevens recht
streeks uit zijn mestboekhouding ha
len. Deze zijn:
a. De totale fosfaatproduktie.
In de mestboekhouding wordt het ge
middeld aantal aanwezige dieren per
dierkategorie berekend en vermenig
vuldigd met de vastgestelde fosfaat
produktie per dier.
b. De oppervlakte landbouwgrond.
De oppervlakte grond die bij een be
drijf in gebruik is, kan niet in alle ge
vallen voor de berekening van de
overschotheffing tot de bedrijfsop-
pervlakte worden gerekend.
Produktie in kg fosfaat
per ha per jaar
0 - 125
125-200
meer dan 200
Producenten met een bedrijf zonder
grond, betalen over de eerste 125 kg
fosfaat geen heffing; voor alle kilo
grammen fosfaat daarboven is het ta
rief in beginsel ƒ0,50 per kg.
Onder landbouwgrond voor de bere
kening van de overschotheffing wordt
verstaan grond in Nederland die:
in eigendom en in eigen gebruik is,
in gebruik is op basis van een door de
Grondkamer goedgekeurde pachtover
eenkomst (de duur van de overeen
komst is niet van belang) of
in gebruik is op basis van een zake
lijk gebruiksrecht (o.a. erfpacht,
vruchtgebruik, recht).
Grond buiten Nederland in het grens
gebied die tot het bedrijf behoort,
wordt ook bij de oppervlakte meege
rekend.
Gronden die dus niet meetellen zijn
die, welke in gebruik zijn via onder
meer een mondelinge overeenkomst,
een niet door de Grondkamer goed
gekeurde schriftelijke pachtovereen
komst of een gebruiksovereenkomst
om-niet.
Bij de bepaling van de oppervlakte
wordt uitgegaan van de gemeten
maat. Dit is de kadastrale maat mi
nus erf, sloten en paden. Aan de hand
van bovenstaande gegevens kan de
producent de produktie in kg fosfaat
per ha per jaar berekenen door de to
tale fosfaatproduktie in kg te delen
door de oppervlakte grond in ha.
Met dit getal kan de producent de
hoogte van de heffing berekenen. De
totale heffing wordt berekend door de
heffing per ha te vermenigvuldigen
met het totale aantal ha's.
In de onderstaande voorbeelden
wordt dit nader toegelicht.
Voorbeeld 1.
Rundveebedrijf
- 20 ha (gemeten maat) in eigendom
- 100 melkkoeien bijbehorend jongvee
- Fosfaatproduktie 5000 kg
- Fosfaatproduktie per ha 5000 kg 20
ha 250 kg
Heffing
per kg fosfaat
geen heffing
ƒ0,25
ƒ0,50
- Overschotheffing:
0 - 125 kg nihil
125 - 200 kg 75 kg
75 kg x ƒ0,25 ƒ18,75
200 - 250 kg 50 kg
50 kg x ƒ0,50 ƒ25,
Heffing per ha ƒ43,75
T Totale heffing:
20 ha x ƒ43,75 ƒ875,—
Voorbeeld 2
Mestvarkensbedrijf
- 2 ha (gemeten maat) in eigendom
- 1486 mestvarkens
- Fosfaatproduktie 11.000 kg
- Fosfaatproduktie per ha 11.000 kg
2 ha 5500 kg
- Overschotheffing per ha:
0 - 125 kg nihil
125-200 kg 75 kg x ƒ0,25 18,75
meer dan 200 kg= 5300 kg x ƒ0,50
ƒ2650,—
Heffing per ha ƒ2668,75
- Totale heffing:
2 ha x ƒ2668,75 ƒ5337,50
Wanneer deze ondernemer de mest expor
teert of via een afzetovereenkomt afzet,
kan hij in aanmerking komen voor ge
noemde korting op de heffing. Deze kor
ting bedraagt maximaal ƒ0,25 per kg
fosfaat van het hoogste tarief, dus maxi
maal 5300 kg x ƒ0,25 1325,—.
Alle veehouders ontvangen aan het
eind van het kalenderjaar een aangif
teformulier. Op dit formulier dient de
mestproducent de eventuele overschot-
heffing zelf te berekenen. Het formu
lier dient u in te leveren bij de
Distriktsbureauhouder. Tegelijkertijd
moet u het bedrag aan overschothef
fing betalen aan het bureau Heffin
gen te Assen door middel vau de
bijgeleverde accept-girokaart, waar
op u het bedrag zelf moet invullen.
De Akker-/Tuinbouw en Veehouderij
Konsulentschappea
Vrijdag 27 maart 1987
27