Biddag voor gewas en arbeid
Hou de liquiditeit van
het bedrijf in de gaten
Liquiditeit
Goede liquiditeit
Slechte liquiditeit
Liquiditeitsbegroting
Liquiditeit verbeteren
Op een land- of tuinbouwbedrijf gaan forse hoeveelheden geld om.
Op een veebedrijf met 50 melkkoeien of op een akkerbouwbedrijf
van 50 ha bedragen de ontvangsten en de uitgaven beide minimaal
ƒ200.000,per jaar. In de veredeling en in de tuinbouw liggen de
bedragen gemiddeld zeker zo hoog. In grote bedrijven en industriën
houden specialisten zich bezig met de geldstromen in, van en naar het
bedrijf. Zeker bij grote bedragen maakt een dag eerder of later beta
len en het op rekening-courant of op een deposito hebben staan van
geld een groot verschil.
Per werknemer gaan er in de land
en tuinbouw bedragen om, die niet
lager zijn dan in andere bedrijfstak
ken. Het geïnvesteerde vermogen
per werknemer behoort tot de hoog
ste van alle bedrijfstakken. In dat
opzicht kunnen land- en tuinbouw
vergeleken worden met bijvoorbeeld
de chemische industrie, een ander
voorbeeld van een bedrijfstak met
een grote hoeveelheid geïnvesteerd
vermogen per arbeidskracht.
Ondanks de grote bedragen die op
een landbouwbedrijf betaald en ont
vangen' worden, houden landbou
wers en tuinders zich in het algemeen
veel minder bezig met geldzaken dan
in andere bedrijfstakken gebruike
lijk is. Echt aandacht krijgen de
geldzaken pas, wanneer er geld no
dig is voor investeringen of wanneer
de rekeningen niet meer betaald
kunnen worden.
In elk bedrijf zijn er schulden en
vorderingen. Tot de schulden beho
ren leningen e.d., welke zijn afgeslo
ten voor meer dan een jaar. Daar
naast zijn er de rekeningen, die op
korte termijn moeten worden be
taald. Vorderingen zijn de bedragen,
die de ondernemer van anderen te
goed heeft. Betalingen moeten
plaatsvinden met behulp van geld
dat in kas is. Daarnaast zal er een
rekening-courant bij de bank zijn,
waar geld op staat en/of die tot een
bepaald bedrag rood mag staan. In
hoeverre de rekening-courant rood
mag staan is mede bepalend voor de
vraag in hoeverre rekeningen be
taald kunnen worden. In hoeverre
aan alle verplichtingen voldaan kan
worden hangt af van het geld in kas,
de ruimte op de rekening-courant en
de nog niet geïnde vorderingen.
Wanneer alle rekeningen betaald
kunnen worden is er sprake van een
voldoende liquiditeit. Wanneer er
steeds noodgedwongen rekeningen
blijven liggen dan is de liquiditeit
onvoldoende.
Wanneer de rekening-courant het
hele jaar door positief staat dan is
het raadzaam te bezien of een betere
besteding van dit geld mogelijk is.
Over tegoeden op de rekening
courant wordt namelijk nauwelijks
een rente-vergoeding gegeven. Wel
licht is het mogelijk om een stuk hy
potheek versneld af te lossen, waar
over een veel hogere rente betaald
wordt dan over het tegoed op de
rekening-courant ontvangen wordt.
Een alternatief kan zijn het geld op
een of andere wijze te beleggen. Een
goede liquiditeit wil niet altijd zeg
gen, dat het bedrijf goed draait. Een
voorbeeld wordt gevormd door veel
melkveehouderijbedrijven. Door de
superheffing wordt veel ekstra vee
afgestoten. Door het daarvoor ont
vangen geld neemt de liquiditeit toe
en kan de veehouder ondanks de da
ling van het melkgeld gemakkelijk
aan zijn verplichtingen voldoen. Uit
het boekhoudrapport blijkt echter,
dat de waarde van de veestapel en
dus de omvang van het vermogen
wel is gedaald. Zonder het in de por
temonnee te merken is het bedrijf
achteruit geboerd.
Er is iets aan de hand, wanneer de
rekening-courant voortdurend rood
staat. Wanneer het om kleine bedra
gen gaat is het nog niet zo erg, maar
wanneer de rekening voortdurend
fors rood staat wordt het ernstiger.
De rente op een roodstaande
rekening-courant is meestal hoger
dan de rente op bijvoorbeeld een hy
potheek.
Daarom is het verstandig na te gaan
of de rekening-courant voor een deel
kan worden omgezet in een hypo
theek, wanneer de rekening-courant
voortdurend fors rood staat. In feite
moet een rekening-courant minstens
een keer per jaar dicht bij nul komen
om te kunnen spreken van een goede
financiering.
Niet altijd lost een aangepaste finan
ciering de problemen op. Wanneer
de rekening-courant steeds meer rood
komt te staan betekent dat, dat de
kosten de opbrengsten voortdurend
overtreffen. Niet alleen de liquiditeit
is dan aan de orde, maar ook de ren
tabiliteit. Behalve de financiering
moet dan ook de bedrijfsvoering be
keken worden. Het heeft weinig zin
de financiering aan te passen, wan
neer het niet mogelijk is inkomsten
en uitgaven met elkaar in evenwicht
te brengen.
Het is van belang de rekening
courant niet maksimaal rood te laten
worden, wanneer de ontvangsten
nog enige tijd op zich zullen laten
wachten. In de akkerbouw komen
de eerste ontvangsten pas in augus
tus of september. Pas dan mag de
rekening-courant maksimaal rood
staan. Allerlei uitgaven komen in het
gedrang, wanneer de rekening
courant al eerder zijn maksimum
heeft bereikt. In de veehouderij is de
winter ds dure tijd. In de maanden
april en mei pleegt de rekening
courant daar het meest rood te
staan. In tuinbouw en veredeling
wordt het maksimum bereikt, wan
neer de eerste dieren of produkten
van de nieuwe ronde of teelt afgele
verd worden.
Niet alleen regeren is vooruitzien,
maar ook financieren. Het is ver
standig om het jaar in een aantal pe
rioden te verdelen en dan per perio
de een overzicht te maken van de te
verwachten inkomsten en uitgaven.
Zo'n overzicht wordt een liquidi
teitsbegroting genoemd. Een onder
nemer die z'n geldzaken goed in de
hand wil hebben, kan op die manier
nagaan hoeveel geld hij gedurende
het jaar nodig zal hebben. Uiteraard
zal de begroting nooit precies uitko
men. Om onverwachte tegenslagen
op te kunnen vangen moet daarmee
rekening worden gehouden.
Een slechte liquiditeit betekent, dat
niet alle noodzakelijke uitgaven ge
daan kunnen worden. Dit kan vele
gevolgen hebben. Te laat rekeningen
betalen betekent, dat een hoge rente
in rekening wordt gebracht of dat
geen gebruik kan worden gemaakt
van een korting. Ook voor leveran
cierskrediet geldt dat daarvoor een
hoge rente in rekening wordt ge
bracht. Een slechte liquiditeit kan
tot gevolg hebben, dat noodzakelij
ke investeringen en reparaties ach
terwege blijven. De door financie
ringsmaatschappijen in rekening ge
brachte rente is schrikbarend hoog.
Halsoverkop dieren of produkten
verkopen om rekeningen te kunnen
betalen is een slechte vorm van fi
nanciering. Het meest ernstige ge
volg van een slechte liquiditeit is ech
ter de spanning en de stress, die hier
van het gevolg is voor het hele gezin.
Om de situatie te verbeteren moet
eerst gezocht worden naar de oor
zaak van de slechte liquiditeit. Bij
voortdurend slechte bedrijfsresulta
ten moet allereerst geprobeerd wor
den deze resultaten te verbeteren.
Een andere en ruimere financiering
kan de oplossing zijn, wanneer de
problemen niet worden veroorzaakt
door onvoldoende rentabiliteit. Het
Borgstellingsfonds voor de Land
bouw kan ingeschakeld worden,
wanneer er wel voldoende rentabili
teit is, maar er onvoldoende zeker
heid aan de bank kan worden gebo
den. Soms kan bedrijfskapitaal wor
den verleend door de gemeente via
het Bijstandsbesluit Zelfstandigen.
De liquiditeit van het bedrijf is voor
elke ondernemer van belang. De
land- en tuinbouw vormen hierop
zeker geen uitzondering gezien de
grote investeringen en de grote be
dragen, die in de bedrijven omgaan.
Slecht met geld omgaan kost geld,
waarbij er twee mogelijkheden zijn.
Of er wordt te weinig rente ontvan
gen, of, wat meer voorkomt, er
wordt te veel rente betaald. Boven
dien komen allerlei uitgaven in het
gedrang, wanneer onvoldoende fi
nanciën voorhanden zijn. Wanneer
het voorgaande vragen heeft doen
rijzen dan kan de SEV daar wellicht
een antwoord op geven.
Psalm 90 is vooral bekend als een
oudejaarspsalm, waarin de ver
gankelijkheid van het menselijk
leven gesteld wordt tegenover de
eeuwigheid van God. De dichter
weet echter niet alleen van de hei
ligheid van God, maar ook van
de barmhartigheid van God. Hij
beseft heet diep dat wij mensen in
alles afhankelijk zijn van God en
dat het in ons leven alleen goed
kan zijn als we in afhankelijk
heid van God leven.-
De psalmist leefde in een tijd van
onrust, hij had een kris is doorge
maakt. Sommigen zeggen dat er
een tijd van droogte en misoogst
was geweest en anderen weer dat
er andere rampen hadden plaats
gevonden. Daarbij is deze psalm
dan een gebed tot God. Dit gebed
kan ook ons nu weer aanspreken,
omdat ook wij leven in een tijd
van onrust, onzekerheid en
spanning.
De oorzaak van alle spanning ligt
dan echter niet in de eerste plaas
in alles wat er in deze wereld ge
beurt, maar de oorzaak ligt in de
eerste plaats in onszelf. Doordat
wij mensen met elkaar zo on
rustig zijn, zo gespannen zijn,
daarom is deze tijd ook zo on
rustig. Overal om ons heen is het
te horen dat de mensen de laatste
jaren steeds prikkelbaarder wor
den en hun spanningen en te
leurstellingen op anderen afrea
geren. Daardoor ontstaat er ook
in de gewone menselijke verhou
ding heel snel een krisis. De oor
zaak is dat mensen geen vrede
hebben met God en daardoor
ook niet met zichzelf.
Nu wenden we ons op biddag tot
de Here om rust te vinden in ons
leven, om vrede te vinden bij
Hem. Daarbij bidden we om be
vestiging van het werk onzer han
den, om bevestiging van hetgeen
wij doen en waarvoor wij verant
woordelijkheid dragen. Dit wil
niet zeggen dat we een soort god
delijke goedkeuring vragen van
hetgeen wij doen of voor hetgeen
wij van plan zijn om te gaan
doen. Wat we wel vragen dat is
of de Here ons de kracht wil ge
ven om te doen datgene waartoe
Hij ons geroepen heeft. We vra
gen de Here om Zijn zegen, en
daarbij vertrouwen we ons en de
onzen aan de Here toe. Maar als
we zo onszelf aan de Here toe
vertrouwen, dan wil dat ook zeg
gen dat we ons laten leiden door
het Woord van de Here.
Op de biddag vragen we niet zo
maar om een goede oogst, vragen
we niet om welvaart zonder
meer, maar vragen we in de eer
ste plaats om de leiding van de
Here in heel ons leven. Biddag
wil niet zeggen dat we al onze
wensen aan de Here voorleggen
en dan verwachten dat de Here
wel zal doen wat wij graag wil
len. Maar het houden van een
bidstond wil voor alles zeggen
dat we ons met heel ons leven en
met al onze zorgen aan de Here
toevertrouwen, in het vertrou
wen dat Hij ons alles zal geven
wat' we nodig hebben, ook al is
dat zeker niet altijd datgene wat
wij graag zouden willen hebben.
Maar als we zo bidden tot de
Here om Zijn zegen over heel ons
leven en over het werk van onze
handen, dan hoort daarbij ook
de schuldbelijdenis. Heel goed
luisteren naar de Bijbel laat ons
ook de schuld zien, die er in ons
leven zo vaak is. En als wij bid
den om ons dagelijks brood, om
kleding en onderdak, en we ons
ook daarvoor tot de Here wen
den, in het besef dat ook dat ge
nadegaven van de Here zijn, dan
worden we er ook aan herinnerd
dat we de genadegaven van de
Here vaak verspild hebben of
misbruikt hebben. We zijn dik
wijls egoïstisch met onszelf bezig
geweest en we hebben voor ons
zelf de eisen steeds hoger gesteld,
meenden dat wij overal recht op
hadden, zonder dat we werkelijk
bewogen waren met de nood van
anderen. Ook dat is schuld voor
God. Want zonde is niet alleen
dat we God niet de eer geven die
Hem toekomt, maar zonde is
ook dat we niet omzien naar
mensen in nood. En als we dan
biddag houden en vragen om de
zegen van de Here over ons werk,
dan zal dat gebed ook direkt ver
bonden zijn met het gebed voor
de anderen en met de aandacht
voor de anderen.
De biddag voor gewas en arbeid
valt altijd in de lijdenstijd, en
juist in de lijdenstijd wordt ons
heel duidelijk verkondigd dat
Gods barmhartigheid niet toelaat
dat Hij ons in het oordeel stort.
Hij geeft ons niet prijs aan het
verderf, maar Hij geeft Zijn
Zoon tot in het diepste lijden om
ons te verlossen en om ons vrij
heid te schenken uit genade al
leen. Voor een wereld die diep
weggezonken was in het oordeel
geeft God Zijn Zoon, opdat er
voor ons leven mogelijk zal zijn.
En bij het leven dat de Here
schenkt gaat het dan niet alleen
om het geestelijk genieten van
Gods gunst, maar gaat het ook
om de gewone dingen van het da
gelijks leven, om ons werk en ons
eten. Ook dat zijn genadegaven
van God.
Maar juist omdat we als gelovi-
ger weten van de gunst en de ge
nade van onze God, kunnen we
ook tot Hem bidden. Mozes
wendt zich in psalm 90 tot de
Here met een heel indringend ge
bed. In dit gebed toont hij een
sterk en onverwoestbaar vertrou
wen dat het handelen van God
ook nu zichtbaar zal worden.
Dat handelen van God is in het
verleden steeds weer gebleken, en
voor de gelovigen een sterke sti
mulans geweest om het ook voor
de toekomst van de Here te ver
wachten. Want de Here is die
God, Die niet laat varen de wer
ken Zijner handen, en Hij is ook
die God, Die in eeuwigheid De
zelfde blijft.
Vanuit dit vertrouwen op God en
vanuit dit gebed tot God, krijgt
ons leven in deze wereld toe
komst. Ons leven is niet zinloos
en het is niet zinloos wat we
doen. De Here heeft ons gewild
en Hij wil ons gebruiken in Zijn
handelen. Als de H. Geest werkt,
dan werkt Hij meestal door mid
del van mensen. Daarom kunnen
we juist ook op biddag bidden
om de bevestiging van het werk
van onze handen. We wenden
ons tot de Here en we bidden tot
Hem of Hij ook ons wil gebrui
ken in Zijn dienst, of Hij ook
door middel van ons wil werken
in onze tijd. Dan ook kan ons
werken betekenis hebben en dan
ook kan door ons werken de
Here verheerlijkt worden.
Daarbij gaat het dan echter niet
alleen om het werk dat nu door
bepaalde mensen gebeurt, zodat
allen die niet kunnen werken
daarbij uitgeschakeld zijn. Het
gaat om heel ons leven en al ons
handelen. Als wij tot de Here
bidden of Hij het werk van onze
handen wil bevestigen, dan bid
den we daarmee of de Here wil
geven dat Zijn werk zichtbaar zal
worden in hetgeen wij doen. Dan
zijn we er niet op gericht om zelf
rijker te worden en zelf vooruit te
komen in deze wereld, maar zal
ons werk zijn tot eer van God en
tot heil van de naaste. Dat geldt
van al ons werk, op het land, in
de fabriek, op kantoor en in ons
eigen huis. Het gaat om alles wat
we mogen doen, ook in de om
gang met elkaar.
Daarbij is het onze roeping om
ons werk zo goed mogelijk te
doen, maar mogen we het verder
ook aan de Here overlaten. Als
het resultaat van ons af zou han
gen, dan hebben we niet zoveel te
verwachten en dan blijft er van al
ons werken en zwoegen niet veel
over. Dan moeten we met de Pre
diker zeggen dat er veel dingen ij-
del en tevergeefs zijn. Maar als
we het van de Here verwachten
en ons daarbij ook door de Here
laten leiden, dan mogen we erop
vertrouwen dat Hij het werk van
onze handen zal bevestigen, dat
Hij het vast zal maken en dienst
baar zal maken voor Zijn grote
doel. De apostel Pau/us zegt dan
ook dat de gelovigen weten mo
gen dat hun arbeid niet ijdel is in
de Here.
Mozes bidt in psalm 90 ook met
nadruk: leer ons zo onze dagen
tellen dat wij een wijs hart beko
men. En wijsheid dat is voor alles
rekenen met de Here en leven in
afhankelijkheid van de Here.
Daarom is het dwaas om te leven
alsof God er niet is en alsof wij
geen rekening met Hem hoeven
te houden. Bij de bidstond gaat
het ook om het verkrijgen van
een wijs hart, zodat ook in ons
leven de eer van God centraal zal
staan. Bij het houden van een
bidstond gaat het niet om alge
meen menselijke doeleinden als
welvaart en rijkdom, suksessen
en plannen, maar het gaat om de
verwerkelijking van Gods bedoe
lingen met het leven van Zijn
volk. Daarom bidden we niet in
de eerste plaats om een overvloe
dige oogst of een hoog inkomen
voor ons allen, maar we bidden
in de eerste plaats om de door
werking van de H. Geest in ons
leven, opdat wij allen steeds meer
op de Here gericht zulten zijn en
ons leven laten bepalen door Zijn
Woord. Dan mag er ook aan
dacht zijn voor de gewone dingen
uit ons dagelijks leven. We bid
den niet om overvloed, maar wel
om ons dagelijks brood, we bid
den niet om rijkdom, maar we
vragen we! of de Here elke dag
weer voor ons wil zorgen. En zo
vertrou wen we ons en de onzen he
lemaal toe aan de Here en stellen
we onze verwachting op Hem
alleen.
Klundert, J. Willemsen
Vrijdag 13 maart 1987
3