"Privatisering voorlichting
doet belang onderwijs toenemen"
Provincie wijst 2e serie
relatienotagebieden aan
Vanaf 1 mei a.s.: Mestboek-
houding, afleveringsbewijzen
en verklaringen
GS-lid J.D. de Voogd vraagt
minister Smit-Kroes soepelheid
Netto winst Rabo 2,5% omhoog
Vertrekkende kringvoorzitter J. Nieuwenhuijse:
Nieuwenhuijse ere-lid
Kring West-Zuid-
Beveland
Gedeputeerde R.C.E. Barbé: Landinrichting moet
in portefeuille "Landbouw" blijven
Zoet water
Als vervolg op de voorrangsinventarisatie van de relatienotagebieden
heeft het provinciaal bestuur van Zeeland op verzoek van de minister
van VROM in Zeeland nog eens ca. 700 ha (overeenkomend met 5%
van het landelijk totaal areaal) aangewezen als relatienotagebied.
Op grond van enige kriteria (er moet
sprake zijn van een duidelijk en per
manent agrarisch gebruik,van goed
te motiveren natuurwaarden, van
een tegenstelling tussen het agrarisch
gebruik en de natuurfunktie en de
toepassing van de relatienota moet
die tegenstelling deels of geheel op
kunnen lossen) heeft GS de volgende
relatienotagebieden aangewezen:
Graslanden Prunje I 20 ha., Prunje
II 12 ha., grasland ten zuiden van de
Herenkeet 7 ha., grasland Le
vensstrijd 5 ha., Gebied van Galge
polder 6ha., Inlaag bij de Val 3 ha.,
Inlaag Bruinisse 7 ha.; alle op
Schouwen-Duiveland. Graslanden
Stavenisse 9 ha., Winkelzeesche Wa
tergang 20 ha., Graslanden Scherpe-
nissepolder 30 ha., Gras- en bouw
landen Scherpenissepolder 20 ha.;
alle op Tholen, Kreekrest Reigers-
bergsche polder 7 ha., kreekrest bij
Oostdijk 10 ha.,graslanden Noord-
zakpolder bij 's Heer-Arendskerke
10 ha., Heggegebiedje langs Noten-
boomdijk 3 ha, gebieden Hoede-
kenskerke 8 ha., Inlagen Borsele 9
ha.; alle op Zuid-Beveland.
Graslandgebied Kleverskerke (6 ha)
op Walcheren. Op Zeeuws-
Vlaanderen: Grasland Vlamingpol
der 4 ha., kreekrest Austerlitzpolder
6 ha., Veerhoekpolder 14 ha.,
Graslanden Sophiapolder 10 ha.,
graslanden Passageule 10 ha., inla
gen Hoofdplaat 17 ha., graslanden
Kromme Watergang Hoofdplaat
polder 17 ha., graslanden Zuidelijke
Braakman 46 ha., kreekrest Kleine
Dulper 5 ha., kreekrest Hoek van de
Dijk 8ha., kreekrest Van Lijnden
polder 7 ha., graslanden Kleine
Hengstdijkpolder 7 ha., inlaag osse-
nisse 18 ha., kreekrest Pauluspolder
16 ha., Groot Eiland 5 ha., Oever
land van de Graauwsche Kreek 4 ha.
en grasland in Saefthingepolder 3
ha. Het betreft hier intotaal ca. 365
ha. (exkl. Walcheren).
Voor Walcheren heeft er een selectie
plaatsgevonden uit de belangrijkste
kustgebieden en vroongronden. Het
voorstel behelst de volgende
graslandkerngebieden: Oude Veerse-
wèg (plm. 58 ha.) dat van geringe
agrarische waarde is, en het gebied
Zandvoortseweg dat ca. 194 ha.
groot is en een grote ornithologische
waarde heeft. De overige gebieden
zijn: het Kustgebied bij Westkapelle
(54 ha.) en 5 kleinere gebieden op de
vroongronden die samen 18 groot
zijn. Tenslotte wordt als relatienota-
gebied voorgesteld de Ooster-
Nieuwlandpolder groot 5 ha.. In to
taal derhalve op Walcheren een ge
bied ter grootte van 329 ha. dat in
principe is aangewezen als relatieno
tagebied. Na enige overlegprocedu
res stelt uiteindelijk de Centrale
Landinrichtingscommissie de kon-
krete begrenzing en de status van de
relatienotagebieden vast.
"Met alle waardering voor de kommerciële voorlichting, lijkt mij een
objektieve en niet zakelijk gebonden voorlichting gewenst en noodza
kelijk. Mocht de voorlichting de richting van groepsgericht of schrif
telijk uitgaan, dan zal daarmee in het drieluik onderzoek, voorlichting
en onderwijs een zwaardere wissel op de laatste getrokken worden".
Deze waarschuwende woorden liet scheidend kring-voorzitter van
West-Zuid-Beveland J. Nieuwenhuijse tijdens de kringvergadering 4
maart jl. in de Prins van Oranje te Goes horen.
In vervolg hierop achtte hij het een
verheugende ontwikkeling dat bij de
vergevorderde plannen voor nieuw
bouw van de R.M.A.S. te Goes ook
uitbreiding voor een Agrarisch On
derwijs Centrum is voorzien. "Goed
landbouwonderwijs in het agrarisch
centrum van Zeeland is en blijft im
mers noodzakelijk".
Grote landschapseenheden
Dat in de Struktuurnota, Natuur- en
Landschapsbehoud delen van Zee
land worden aangewezen als grote
landschapseenheden (g.l.e.) noemde
Nieuwenhuijse ronduit ontmoedi
gend: "Tegen de wil van het gebied
en in eerste instantie ook van de pro
vincie wordt men o.a. in de Zak van
Zuid-Beveland gekonfronteerd met
een aanwijzing als g.l.e., waarvan de
konkrete begrenzing nog moet vol
gen. De hieruit voortvloeiende be
heersregimes werken bevriezend op de
ontplooiing van de landbouw". De
bepaling van het tracé van een even
tuele VOW is eveneens een ontwikke
ling die vele boeren in de Zak van
afgeronde besprekingen op Tholen
n.a.v. de aanpassingen naar de
Oesterdam, vindt hij een voorbeeld
van goed geslaagde samenwerking in
deze tussen provincie en bedrijfsleven.
De scheidende kringvoorzitter gaf
ook een beschouwing over de invloed
van de diverse quota op de hoogte van
de grondprijzen.
De heer Nieuwenhuijse neemt uit handen van kunstenares Nellie van
Nieuwenhuizen een fraai landschap in ontvangst, hem aangeboden door
de kring. Ter gelegenheid van zijn erelidmaatschap werd de scheidende
kringvoorzitter een oorkonde aangeboden.
Op de achtergrond de nieuwe kringvoorzitter de heer SJ. Noteboom.
Bij zijn afscheid als voorzitter van
de kring West-Zuid-Beveland zijn
de heer J. Nieuwenhuijse en zijn
echtgenote uitbundig in de bloe
metjes gezet. Op zowel de zeer ge
zellige en druk bezochte
kringvergadering als tijdens de
aansluitende receptie werd de
scheidend voorzitter veel lof toe
gezwaaid voor zijn zeer betrokken
inzet die hij tientallen jarenlang
heeft getoond ten bate van de
kring en haar leden. Nieuwenhuij
se toonde zich geroerd toen hem
als dank door de kring een schil
derij van Nelly van Nieuwenhui-
■fen werd aangeboden. Ook de
benoeming tot erelid van de Kring
West Zuid-Beveland was voor
hem een zeer aangename verras
sing. De heer J. Nieuwenhuijse is
per 4 maart opgevolgd door de
heer S.J. Noteboom te Kloetinge.
Zuid-Beveland bezighoudt, gezien de
benodigde aan- en afvoerwegen.
Nieuwenhuijse noemde een kavelruil
of een vorm van verkaveling zinvol als
er eventueel bedrijven door wegen
gesplitst zullen gaan worden. De pas
Landinrichting is één van de weinige
middelen die de provincie heeft om
het eigen landbouwbeleid mede te be
palen. Het moet niet ondergebracht
worden bij "Ruimtelijke Ordening".
Hiervoor pleitte landbouw gedepu
teerde voor Zeeland de heer R.C.E.
Barbé tijdens de algemene ledenver
gadering van de kring West Zuid-
Beveland van de ZLM op 4 maart jl.
Hij noemde ruilverkavelingen een
blijvende noodzaak om de konkur-
rentiepositie te verbeteren, waarbij
het terugdringen van de produktie-
kosten door hem als eerste reden werd
genoemd. De zg. ruilverkavelingen
met administratief karakter juichte hij
toe. De gedeputeerde sprak de hoop
Op 1 mei treden de regels over de
mestboekhouding, gebaseerd op de
Meststoffenwet, in werking. Vanaf
deze datum zijn verschillende catego
rieën ondernemers verplicht een
mestboekhouding bij te houden. Er
zijn twee soorten mestboekhouding,
nl. een uitgebreide en een vereenvou
digde versie.
Een uitgebreide mestboekhouding
moet worden bijgehouden door:
- veehouders, die op 1 mei 1987
een referentiehoeveelheid hebben
van meer dan 125 kg fosfaat per
ha èn rundvee, varkens, kippen
of kalkoenen houden;
- bedrijven,die zich bezighouden
met de handel, opslag en verwer
king van mest van rundvee, var
kens, kippen en kalkoenen.
De volgende ondernemers kunnen
met een vereenvoudigde mestboek
houding volstaan:
- veehouders met een referentie
hoeveelheid van 125 kg fosfaat
of minder per ha per jaar, mits ze
aan bepaalde nadere voorwaar
den voldoen.
- akkerbouwers en tuinders, die
geen producent zijn van dierlijke
mest. Akkerbouwers en tuinders
in het zgn. concentratiegebied en
akkerbouwers en tuinders die een
mestafzetovereenkomst hebben
afgesloten, dienen ook door mid
del van een verklaring aan te ge
ven dat ze aan bepaalde voor
waarden voldoen.
De mestboekhouding dient in de eer
ste plaats voor het vaststellen van de
mestproduktie, het eventuele mesto
verschot en de verantwoording van
het gebruik en de afzet van mest. Ver
der is de mestboekhouding de basis
voor de aangifte van de overschot
heffing.
Afhankelijk van het type bedrijf,
moeten een aantal gegevens bijge
houden worden. Zo moet de veehou
der bijv. aan de hand van het aantal
dieren dat hij houdt, de omvang van
de mestproduktie berekenen. Voorts
berekent hij de plaatsingsruimte: dit
is de hoeveelheid mest die hij maxi
maal mag gebruiken op de grond,
die tot het bedrijf mag worden gere
kend. De plaatsingsruimte wordt be
paald door de gebruiksnormen voor
mest, de oppervlakte grond en het
gebruik van de grond. De afvoer en
aanvoer van dierlijke mest moeten
eveneens in de mestboekhouding
worden verwerkt. Bij afvoer dient de
leverancier van de mest een afleve-
ringsbewijs uit te schrijven. Af
schriften van de afleveringsbedrij-
ven moeten verzonden worden naar
de Landelijke Mestbank, die daar
mee een beeld krijgt van de
meststromen in Nederland.
Verder kan aan de hand van de afle
veringsbewijzen controle plaatsvin
den op het gebruik van dierlijke
mest.
Nieuwe inzichten en ontwikkelingen
bij de zoetwaterproblematiek op
Schouwen-Duiveland nopen tot een
nadere bezinning tussen rijk, provin
cie en waterschap. Wanneer minister
Smit-Kroes op 8 april bij het overleg
tussen provincie en rijk over o.m. de
zoetwaterproblematiek niet bereid is
ons daarvoor in de tijd enige ruimte
te geven en zij haar toegezegde bijdra
ge intrekt dan zal er in de Zeeuwse
staten opnieuw een diskussie moeten
worden gevoerd over keus een zoet of
een zout Grevelingenmeer. Die keu
ze moet dan uitmonden in een zoet
meer, aldus het GS-lid J.D. de Voogd
dinsdag 10 maart op een verkiezings
bijeenkomst van de VVD in
Haamstede.
De Zeeuwse gedeputeerde van verkeer
en waterstaat doelde bij de nieuwe
ontwikkelingen o.m. op rapporten
waaruit blijkt dat de aanleg van de
zoetwaterleiding aanzienlijk meer
gaat kosten dan aanvankelijk be
groot. Bovendien zijn de jaarlijkse ex
ploitatiekosten van ca. ƒ700.000,
tot nu toe bij de financiering buiten
beschouwing gelaten terwijl Rijkswa
terstaat nog geen zekerheid kan geven
over de kwaliteit van het in te laten
water uit de Krammer. De daartoe
vereiste metingen kunnen pas in de
tweede helft van dit jaar worden ver
richt. Het GS-lid stelt overigens vast
dat er nog steeds een bedrag van en
kele miljoenen tekort is om de aan-
legkosten van de zoetwaterleiding te
bekostigen. Hij hoopt dat de minis
ter van Verkeer en Waterstaat in het
komend overleg de bereidheid toont
om het tekort aan te vullen.
Over deze produktierechten kan ver
schil van mening ontstaan tussen
pachter en verpachter. De pachtkom-
missie van het Landbouwschap zal
komend najaar een studie over deze
materie publiceren.
uit dat naast de Axelse Sa'ssing,
Schoondijke en Sluis-Oostburg ook
West Zeeuws-Vlaanderen deze onder
linge ruil van gronden zal kunnen
gaan toepassen.
"De landbouw laat door gebrek aan
zoet water jaarlijks ƒ100 miljoen lig
gen". Met deze woorden toonde Bar
bé zich een voorstander van een
spoedige aanleg van de zoetwaterlei
ding, waarmee zoet water vanuit het
Zoommeer kan worden aangevoerd.
Ondanks de hoge investeringskosten
is het volgens hem een goede investe
ring. Hij hoopt dat het rijk in dit ge
val niet op een paar centen zal
kijken....
In 1986 werd door de Rabobankor-
ganisatie een bedrag van ƒ18,8 mil
jard (in 1985 nog 15,5 mld), aan
nieuwe leningen verstrekt, waarvan
ƒ9,9 miljard aan bedrijven. Dit laat
ste betekent een historisch hoogte
punt. Van dit bedrag werd ƒ5,8
Vrijspraak interventie
aanklacht veiling Terneuzen
De ekonomische politierechter in
Middelburg heeft tijdens een zitting
op vrijdag 6 maart jl. de Koöp. Vei
ling Zeeuws-Vlaanderen B.A. te
Terneuzen vrijgesproken van de
aanklacht van de A.I.D. inzake on
regelmatigheden met interventieap
pelen bij deze veiling in 1982.
De A.I.D. maakte deze zaak in 1984
aanhangig en in de daaropvolgende
jaren zijn vele getuigen gehoord.
Tijdens de voortgezette behandeling
voor de rechtbank op 6 maart kon-
kludeerde eerst de officier van justi
tie dat er vrijspraak moest volgen en
de ekonomische politierechter wees
dienovereenkomstig vonnis. Inder
tijd maakte deze aangelegenheid veel
emoties los in Zeeland met name
omdat de toenmalige veilingleider in
Terneuzen de heer A. van Kouteren,
3 dagen onschuldig in hechtenis
werd genomen.
Vrijdag 13 maart 1987
miljard aan de agrarische sektor uit
geleend, een toename van 33 procent
ten opzichte van 1985.
Met name vanuit de melkveehoude
rij en de intensieve veehouderij nam
de leningvraag zeer sterk toe. Een be
langrijk deel van de opgenomen be
dragen werd evenwel aangewend voor
de financiering van onderlinge trans-
akties binnen die sektoren. Hierdoor
waren ook de aflossingen op bestaan
de leningen aanzienlijk hoger. Een en
ander betekent dat er momenteel in
de land- en tuinbouw een flinke her
verkaveling van produktiekapaciteit
plaatsvindt.
Netto winst stijgt
In 1986 nam de totale uitstaande kre
dietverlening door de Rabo toe met
7 procent (in 1985 nog 5 procent),
door een toename bij de agrarische
bedrijven met 6 procent, bij bedrijven
in de sektor handel, industrie en
dienstverlening ook met 6 procent en
bij partikulieren met 9 procent. De
baten groeiden met 3 procent, terwijl
de lasten met 6 procent*toenamen.
Hierdoor daalde de bruto winst met
2 procent naar 1.390 miljoen (1.421
in 1985). De netto winst nam met 2,5
procent toe tot ƒ685 miljoen, het ge-
konsolideerde balanstotaal groeide
met 6 procent naar ƒ139,7 miljard.
11