Teeltervaringen met veldbonen
in het Zuidwesten
Vreterij in erwten, veld- en tuinbonen
Standdichtheid
Onkruidbestrijding
Ziektebestrijding
Oogst
Uienafval kan infektiebron koprot zijn
De Nederlandse veevoederfabrie
ken verwerkten in 1985 zo'n
600.000 ton peulvruchten in hun
veevoer. Deze hoeveelheid komt
overeen met 100.000 ha. Vorig
jaar was het areaal peulvruchten
voor droge oogst 26.700 ha. Het
areaal veldbonen is vorig jaar
meer dan verdubbeld, van 2.300
ha in 1985 naar 5.100 ha in 1986.
De meeste percelen met veldbonen
werden de eerste helft van april ge
zaaid. Er was een lange zaaiperiode,
van half maart tot begin mei. De op
komst was enigszins traag, maar er
kwamen overwegend voldoende
planten op. Menig teler zaaide na
een flinke nachtvorst op een enigs
zins bevroren grond. De ervaringen
hiermee zijn positief. Veldbonen
zijn immers bijzonder gevoelig voor
struktuurproblemen. Met name op
percelen waar de grond tijdens de
zaai niet geschikt was, bleven de ge
wasontwikkeling en de opbrengst
sterk achter. Niet zelden wordt het
gewas dan tevens aangetast door
voetziekten, waarvan fusarium het
meest voorkomt. Denk maar eens
aan kopakkers en andere perceelsge
deelten met matige tot slechte
struktuur.
Bij het gekombineerd zaaibedberei-
den en zaaien voorkomt men ekstra
sporen in het land. Let wel, ook dan
moet de struktuur van de grond
goed zijn en de grond voldoende
droog. Veldbonen zijn hierin onver
biddelijk.
Voor het zaaien is overwegend ge
bruik gemaakt van precisiezaaima-
chines. Hierdoor verkrijgt men een
regelmatige verdeling in de rij alsme
de een gelijkmatige zaaidiepte. Vol
doende zaaidiepte is ook nodig om
schade door eenden en fazanten te
voorkomen. Het zaaizaad wordt al
gemeen behandeld met thiram tegen
kiem- en bodemschimmels. Gezien
de ervaringen van dit jaar lijkt het
wenselijk een aanvullende behande
ling tegen voet- en vlekkenziekte
(m.n. Ascochyta) uit te voeren.
Hiervoor komen benomyl en car-
bendazim in aanmerking.
Veelal werd een plantenaantal gerea
liseerd van 20 a 22 planten per m2, of
wel 10-11 planten per strekkende
meter (bij 50 cm rijafstand). Door
de overwegend droge zomer bleven
de gewassen wat korter. De over
gang van vegetatieve - naar genera
tieve fase begon wat eerder. Wellicht
had daarom het planten aantal dit
jaar dan ook wat groter mogen zijn.
De financiële opbrengst echter hangt
nauw samen met de zaaizaadhoe-
veelheid en -prijs. Mede gezien de re
sultaten van de proefvelden is een
plantenaantal van 20-25 per m2
gewenst.
Meestal worden de veldbonen ge
zaaid op een rijafstand van 50 cm.
Een aantal telers zaaide op 37,5 cm
rijafstand. Dit levert een wat betere
plantenverdeling op.
Bovendien sluit het gewas eerder,
zodat wat meer onkruidonderdruk
king verkregen wordt. Ten aanzien
van de opbrengst zijn geen wezenlij
ke verschillen gekonstateerd. Daar
meestal toch één a twee keer ge
schoffeld wordt, lijkt 50 cm rij
afstand dan ook het meest
praktisch.
Bij de kombinatie Basagran plus
Ivosit over het gewas gespoten,
treedt veel bladverbranding op.
Hierdoor ontstaan invalspoorten
voor bladvlekken- en chocoladevlek
ken ziekte. De ervaringen met het af
zonderlijk spuiten van genoemde
middelen zijn positief. Eerst wordt
dan Ivosit gespoten, na enkele dagen
gevolgd door Basagran. Ook met
onderbladbespuitingen zijn erg goe
de ervaringen opgedaan. Hierbij
wordt de spuitapparatuur zodanig
Een aantal telers zaaide vorig jaar
op rijafstand 37,5 cm. Dat leverde
een betere plantverdeling op dan
bij 50 cm.
afgesteld dat ook het onkruid in de
rij voldoende geraakt wordt. Var
kensgras is met de huidige middelen
onvoldoende te bestrijden. Met ma
chinaal wieden kan een goede aan
vullende onkruidbestrijding worden
bereikt. Tot een gewashoogte van
50 cm is dit goed mogelijk. Vaak
wordt hiermee enigszins aanaardend
gewerkt, zodat klein onkruid in de
rij wordt toegedekt. Gebleken is, dat
de onkruidbestrijding nauwelijks
problemen hoeft op te leveren, mits
adekwaat wordt gereageerd op het
onkruidassortiment en de
ontwikkeling.
Als dekvrucht voor gras en karwij
zijn veldbonen prima geschikt. Be
denk echter wel dat machinaal
schoffelen hierbij niet mogelijk is.
De onkruidbestrijding kan dan nog
uitsluitend langs chemische weg uit
gevoerd worden.
De bladrandkever kwam algemeen
voor, dit ondanks herhaalde bespui
tingen met parathion. Uit onderzoek
kwam naar voren dat een aantal an
dere middelen nog slechter werkten.
De zichtbare schade aan de bladran
den is geen probleem. Wel vreten de
larven van de kever aan de onder
grondse stikstofknolletjes. Deze vre-
terij valt bijna niet op. De bladrand
kever heeft slechts één generatie per
jaar. Bestrijding dient gericht te zijn
op de kever, zodra schade wordt
waargenomen. Indien nodig zal de
bespuiting moeten worden herhaald.
Op percelen welke ernstig van de
droogte te lijden hadden kwam het
gewas in een stress-situatie. Hier
door werd de symbiose met de
stikstofknolletjes verstoord, met als
gevolg dat de N-voorziening ontoe
reikend werd. Bij schade van de blad
randkever trad dit stikstoftekort
sterker op.
Naast bladrandkevers werden op een
aantal percelen ook apion-kevers ge
vonden. Deze kevers prikken gaatjes
in de bladeren en bloemen. De direk-
te schade hiervan is gering. In hoe
verre hierdoor andere ziekten ge
makkelijker kunnen invallen is nog
even de vraag.
De erwtenbladluis en perzikbladluis
zijn de belangrijkste overbrengers
van virusziekten. In 1985 ontstond
in Zeeland een massale aantasting
van het topvergelingsvirus, dat van
uit de luzernepercelen werd overge
bracht. De zwarte bonenluis is be
duidend minder schadelijk als virus
overbrenger. Wel kan deze door
zijn massale uitbreiding veel direkte
zuigschade aanrichten. Ook in 1986
was bestrijding op een aantal perce
len noodzakelijk. Soms was het vol
doende om enkel de perceelsranden
te spuiten. Chocoladevlekken-ziekte
is de meest gevreesde ziekte. De pri
maire veroorzaker is de schimmel
Botrytis Fabae. Ook andere Botry-
tissoorten spelen een rol. De schim
mel breidt zich alleen uit in perioden
met veel neerslag. Onder droge om
standigheden, zoals dit jaar, is de
aantasting van weinig betekenis,
Bespuitingen met Ronilan waren
dan ook veelal niet rendabel. Als
bruine roest voorkomt is Zineb nog
steeds het beste middel.
Door weersomstandigheden en
droogtestress werd de veldboon dit
jaar aangetast door de schimmel
Verticillium dahliae. Deze verwel-
kingsziekte kan in vrijwel alle akker
bouwgewassen optreden, behalve in
granen en grassen. Aangetaste plan
ten vertonen een éénzijdige zwart-
verkleuring aan de stengel. De plant
verzwakt en sterft vroegtijdig af.
Vooral op droogtegevoelige gronden
bleek de schade het grootst. Bekend
is dat er ten aanzien van ziektegevoe
ligheid duidelijke rasverschillen
bestaan. De Stichting voor Planten
veredeling (S.V.P.) en de kweekbe-
drijven hebben een veredelingspro-
gramma gestart om de gewenste ras
eigenschappen in een modern rasty
pe te verenigen. Op korte termijn is
zo'n ras voor de praktijk echter nog
niet beschikbaar. Zie hiervoor het
artikel in Boerderij, Akkerbouwsup-
plement van 28 oktober jl.
Door de gunstige weersomstandig
heden bij de oogst zijn er weinig pro
blemen opgetreden. Soms was het
zelfs te droog, zodat korrelverlies
optrad door openspringende peulen.
Het is daarom raadzaam te maaidor
sen bij niet te scherp weer. De haspel
dient zo ver mogelijk en zo hoog
mogelijk boven het maaibord ge
plaatst te worden. Het geoogste pro-
dukt was dit jaar relatief erg schoon,
met weinig blad- en stengeldelen.
Het vochtgehalte was aan de hoge
kant, zodat nog nagedroogd moest
worden.
De opbrengst ligt met 6000 kg op
een goed nivo; de verschillen zijn
evenwel erg groot. Verdroogde per
celen hadden lage opbrengsten, ter
wijl de beste percelen boven 7500 kg
uitkwamen.
Een gelijk saldo als veldbonen met
de gewassen wintertarwe, brouw-
gerst en rijp te winnen erwten wordt
gehaald bij de volgende uit
gangspunten:
Veldbonen
Dr. erwten
Brouwgerst
W. tarwe
kg.opbrengst
6000
5600
7350
9775
prijs, ink. btw
0,78
0,82
0,51
0,45
stro
-
260
300
400
geldopbrengst
4680
4850
4050
4800
toeger. kosten
1750
1920
1120
1870
saldo
2930
2930
2930
2930
In de toegerekende kosten is een bedrag opgenomen voor maaidorsen, stro
persen, maaien van erwten, en het precisiezaaien van de veldbonen. De prijs
bij brouwgerst is een mengprijs.
ing. J. Liebregts
Bladrandkever
In erwten en veldbonen is de be
kendste schadeverwekker de blad
randkever die zijn naam dankt aan
de wijze waarop hij het blad aantast.
Deze donker-grijsbruine kevertjes ko
men in het voorjaar uit de grond en
vreten aan de bladeren zodra deze zijn
gevormd. De grootste schade wordt
meestal veroorzaakt door de larven
die in de grond leven en zich voeden
met de stikstofknolletjes van de plant.
Een slechte ontwikkeling van de plant
en een gele tint vanwege stikstofge
brek kunnen het gevolg zijn. Zodra
vreterij aan de bladeren wordt waar
genomen dient een bestrijding te wor
den uitgevoerd. Bij nieuwe vreterij de
behandeling herhalen.
Trips
De vroege akkertrips kan erwten tij
dens de opkomst al beschadigen en
een onregelmatige stand veroorzaken.
Een typisch beeld zijn de vertakkin
gen die op kunnen treden als gevolg
van zuigschade. De kans op aan
tasting is het grootst bij droog en
schraal weer. Een bestrijding is dan
zinvol. De andere trips, de erwtetrips
komt pas na half mei. De larven die
grijswit tot geel-oranje kunnen zijn,
zuigen aan de peulen. Deze vertonen
een zilverachtige glans en trekken
krom. Zodra aantastingen of larven
worden gevonden is een bestrijding
gewenst.
Knopmade
De larve van de erwtengalmug, de
knopmade, vreet aan het vruchtbegin
sel waardoor geen peulen worden ge
vormd. Zodra de geelgrijze mugjes in
de groeitoppen worden gevonden
(zoeken!), kan een bestrijding plaats
vinden. In Z.O.-Nederland is dit in-
sekt nog nauwelijks van betekenis.
Erwtepeulboorder
De erwtepeulboorder, waarvan de
rupsen wormstekeligheid veroorzaken
is op te sporen door de peulen aan de
randen van het perceel te kontroleren
op aantasting. Ook kunnen speciale
sex vallen worden gebruikt om de
vlindertjes op te sporen. Bij aan
tasting de eerste bespuiting uitvoeren
langs de randen en na een week een
eventuele tweede bespuiting volvelds
uitvoeren.
Luizen
Zuigschade en topvergeling worden
veroorzaakt door de grote groene erw
tebladluis die in de toppen van de
plant voorkomt. Topvergeling kan
ook in tuinbonen voorkomen. Bestrij
ding bij een zware bezetting met lui
zen is mogelijk met diverse middelen.
In bonen kan de zwarte bonenluis
massaal voorkomen in de toppen van
de plant. Zij veroorzaken zuigschade,
kunnen virusziekten overbrengen en
op de uitwerpselen kunnen zich zwart-
schimmels vestigen. De eerste aan
tasting wordt meestal langs de randen
van het perceel gevonden. Zodra zuig
schade wordt waargenomen een
bespuiting uitvoeren met veel
vloeistof en bij een bedekte lucht of
's avonds.
Chrysantevlieg
De made van de chrysantevlieg kan in
erwten en bonen gangen maken in de
bladeren, het zgn. mineren. Een
bestrijding is doorgaans niet nodig
omdat de schade gering is.
Namens de Projektgroep "Gezonde
bodem en gezonde gewassen",
C. v.d. Boogaart, CAT Roermond
Uienafval dat wordt gedumpt op ak
kers, stortplaatsen en een gedeelte
dat blijft op of rondom het erf van
boerderijen en/of sorteer- en
pakstations en dat bv. langs dijken
wordt gestort, om als veevoer te die
nen, kan als een bron van infektie
worden aangemerkt.
Dit staat in het februarinummer van
de Nieuwsbrief van de SNUiF.
In het voorjaar en de zomer gaan de
ze hopen tot rotting over waardoor
in diepere lagen geen sporenvorming
meer optreedt maar aan de buiten
kant van deze hopen ontstaan, op
Bestrijdingsmiddelen
Erwten
Bladrandkever
Vroege akkertrips
Erwtetrips
Erwtegalmug
Erwtebladluis
Erwtepeulboorder
Bonen
Bladrandkever
Zwarte boneluis
Chrysantevlieg
Middel/ha
1 Zï 1. parathion
1 7i 1. parathion
(1 1. parathion 0,25 1. Cymbush, 0,3 1.
Decis,
(0,2 l./kgpermethrin, 0,75 kg Undeen.
1 1. parathion
1 1. parathion, Zi 1. pirimicarb, Zi 1. me-
vinfos
(0,3 1. Decis, 0,2 l./kg permethrin,
(0,25 1. Cymbush, 2 1. mevinfos.
VA 1. parathion
Zi 1. pi
rimicarb,
0,6 1.
Nexagan
niet nodig.
nog niet vergane uien, veel sporen.
Onderzoek heeft aangetoond dat er
tot in mei kiemkrachtige sporen ge
vormd worden in de bovenste lagen
van dergelijke afvalhopen. Deze
sporen kunnen zich over een grote
afstand verspreiden, en zich in stand
houden op afstervende bladdelen
van nog jonge uienplantjes.
Tijdens het groeiseizoen ondervin
den de uienplanten hiervan geen na
delige gevolgen. De infektiebron
wordt in de loop van het groeisei
zoen echter wel opgebouwd, omdat
de hoeveelheid afstervende bladeren
steeds groter wordt.
Pas wanneer de plant in zijn geheel
gaat afrijpen neemt de infektie sterk
toe en kan de schimmel zich, na deze
infektie, in de plant verder ontwik
kelen. De groei van de schimmel
ontwikkelt zich optimaal bij een re
latieve luchtvochtigheid van 95% en
bij een temperatuur van 20-25°C.
Uit onderzoek blijkt ook dat van ui-
enbollen met sporen van botrytis
aclada (die o.a. koprot kan veroor
zaken), die gedurende de winter aan
buitenlucht werden blootgesteld aan
het einde van de winter de sporen
nog kiemkrachtig waren. In het
voorjaar kan de schimmel zich ver
der ontwikkelen op afgestorven
bladdelen van een groeiend gewas.
Aan het eind van het groeiseizoen
vindt dan infektie plaats op een af-
rijpend gewas.
Vrijdag 6 maart 1987
9