Biedt hout perspectief
(00 1
Hoofdbestuur ZLM vindt Europese
prijsvoorstellen onverteerbaar en ontoelaatbaar
zuidelijke landbouw maatschappij
Niet aanvaardbaar
Boeren verantwoordelijkheid
Bestuur Landbouwschap:
"Brusselse voorstellen op
onderdelen onaanvaardbaar
Quotum systeem
Reaktie Andriessen
VERVOLG PAG. 10
land- en
tuinbouwblad
VRIJDAG 6 MAART 1987
75e JAARGANG NO. 3866
Op de vraag of houtteelt perspektieven biedt heeft familie De Regt uit Geersdijk (gem. Kort gene) een
duidelijk antwoord. Omdat het Steven de Regt tot nu toe niet gelukt is om voor een zeer bescheiden ver
goeding een afnemer te vinden voor de kaprijke populieren op het erf van zijn boerderij, beschouwt bij
de optimistische geluiden over de teelt van hout meer als een zoethoudertje van de politiek dan als een
reeël alternatief. Meer hierover kunt u lezen op pag. 8.
"De prijsvoorstellen van de Europese Commissie blij
ken nog veel rigoureuzer dan we durfden vermoeden.
Het venijn zit in de voorgestelde bijkomende maatre
gelen (zie voor specificatie pag. 5), die desatreuze
prijsverlagingen zullen veroorzaken. Ze betekenen
een inkomensderving op een modaal Zuidwestelijk
akkerbouwbedrijf die met 4 nullen geschreven moet
worden! Amerikaanse toestanden zullen het gevolg
zijn". Met deze woorden opende de voorzitter van de
ZLM, de heer H.C. van der Maas, maandag 2 maart
jl. de hoofdbestuursvergadering van de ZLM in het
Landbouwhuis te Goes.
Volgens de ZLM-voorzitter zijn de voorstellen van de
commissie eenzijdig en komen deze vooral voort uit
gemakzuchtige neigingen naar de consumentenbelan
gen. Ze getuigen bovendien van een vergaande (op
het arrogante af) negering van zowel de inkomenspo
sitie in de land- en tuinbouwsector, als van de tot nu
toe getoonde grote verantwoordelijkheid van boeren
en tuinders voor een efficiënte landbouwproduktie in
met name Nederland.
Tot grote teleurstelling van de voorzitter sluit ook on
ze eigen nationale overheid zich aan bij die negering
en zijn conclusie (die later door het hoofdbestuur
werd onderschreven) was dan ook dat deze voorstel
len voor de praktijk niet aanvaardbaar zijn. De voorzit
ter zag de opstelling van de Europese Commissie als
een overhaaste, plotselinge beleidswijziging waar
voor de landbouwcrisis gebruikt wordt als argument
voor de zogeheten aanpassing aan de marktomstan
digheden". Op deze basis kan-en-mag geen beroep
worden gedaan op de boerenverantwoordelijkheid om
zich aan te passen aan de economische omstandighe
den. Dit is geen beroep maar een éénzijdige oplegging,
van een strafregeling, op basis van een veronderstel
de eenzijdige verantwoordelijkheid van de boerenpro-
ducenten". De voorzitter van de ZLM zei in dit ver
band zowel landelijk als in het eigen werkgebied be
grepen te hebben dat de boerenproducenten in Neder
land wel degelijk genegen zijn vrij vérgaande medever
antwoordelijkheid te dragen! Hij sprak daarover dan
ook zijn waardering uit: "Boerenproducenten zijn be
reid hun ondernemerschap aan te scherpen en de uit
daging van (keiharde) en internationale concurrentie,
aan te gaan. "Waar wij als bestuurders voor staan is
om een zodanige landbouwpolitiek te bewerkstelli
gen dat we daarvoor de tijd krijgen en dat ons daar
voor de instrumenten geboden worden". Die tijd zal
volgens de voorzitter in Brussel gebruikt moeten wor
den om daadwerkelijke aanzetten te maken tot stimu
lering en financiëring van een aangepast grondge
bruik, dus voor andere doeleinden dan landbouwpro
duktie en van een landbouwproduktie voor industriële
grondstoffen - naast voedselproduktie. Hij doelde
hierbij o.m. op de biotechnologie. De heer Van der
Maas zei zich bij de noodzakelijke tijd in plaats van
één jaar, zoals Brussel blijkbaar wil, een periode van
5 a 15 jaar voor te stellen die de boeren en tuinders
nodig hebben om zich in alle nuchterheid geleidelijk
aan te kunnen passen.
Volgens de heer Van der Maas is het kwalijke van de
recente voorstellen uit Brussel dat met name aan het
voorgestelde sociostructurele beleid geen of althans
veel te weinig "kapstokken" zitten om perspectieven
voor structurele aanpassingen mogelijk te maken. Zijn
kritiek op Den Haag is dat de broodnodige instrumen
ten ten behoeve van de concurrentie-positie van de
Nederlandse boeren en tuinders verzwakt worden in
plaats van versterkt. Daarbij doelde hij op o.a. de pri
vatisering van de voorlichting, de verzelfstandiging
van het onderzoek, de inkrimping van de onderwijsfa-
culteiten, de overspannen milieu-wetgeving, de be-
Het bestuur van het Landbouwschap heeft grote proble
men met wat men in Brussel voor de Europese boeren in
petto heeft. Dat bleek woensdag bij het bespreken van
het door de Europese Commissie op tafel gelegde pakket
prijs- en marktmaatregelen. Het bestuur sprak het on
aanvaardbaar uit over de mate waarin onderdelen van de
voorstellen de inkomens in de landbouw bedreigen.
De kritiek spitste zich toe op de beperking van de inter
ventie-aankopen in de zuivelsector en op de uitholling
van het z.g. socio-structurele beleid. Het Landbouw
schap acht een goed socio-structureel beleid, waarvan
ook een beëindigingsregeling deel uitmaakt, onmisbaar
om ongewenste verschuivingen van de produktie binnen
de landbouw te voorkomen. Het bestuur vindt ook dat
minister Braks de verdere beperking van de melkproduk-
tie waartoe in Brussel is besloten zoveel mogelijk via op
koopregelingen moet realiseren. Degenen die van de op
koopregeling gebruik maken moeten eventueel een ver
bod krijgen om andere agrarische activiteiten te ont
plooien.
Minister Braks heeft het Landbouwschap laten weten
dat hij de Nederlandse melkveehouders een extra quo
tumkorting van 1,3 procent zal opleggen als het land
bouwbedrijfsleven kiest voor het z.g. Deense systeem.
Het bestuur concludeerde dat onder deze omstandighe
den het Deense systeem voor Nederland geen aantrekke
lijk alternatief meer is. Verschillende woordvoerders
spraken hun voorkeur uit voor voortzetting van het sy-
teem A, aangevuld met een daadwerkelijke verevening
van over- en onderschrijders.
Landbouwcommissaris Frans Andriessen verklaarde
woensdag enkele uren tia het bereiken van het akkoord
dat hij het zeer belangrijk vindt dat de Commissie de in
terventie selectiever kan gaan toepassen. Hij wilde nog
niet vooruit lopen op de eventuele effecten op de markt.
"Het systeem zou in het bijzonder tijdens de zomer
maanden voor enige druk op de prijzen kunnen zorgen,
maar het is erg moeilijk het precieze effect te voor
spellen".
Andriessen erkende dat een opschorting van de interven
tie in enkele lidstaten tot een groter interventie-aanbod in
andere landen kan leiden. Om die reden had de commis
sie deze mogelijkheid liever niet geopend. Voorwaarden
waarop de interventie in het ene land wel, maar in het
andere land niet kan worden gestaakt, moeten nog in het
beheerscomité worden besproken.
Andriessen zal over enige weken een nieuw VUT-
voorstel op tafel leggen, dat dan moet worden gezien in
samenhang met de algemene opvattingen van de Com
missie over inkomenssteun aan de boeren. Hij toonde
zich wel verheugd over de aanvaarding van de overige
socio-structurele maatregelen. Volgens hem komen die
vooral ten goede aan de kleine producenten in de EG.
zuinigingen op landinrichting en de voorgenomen be
zuinigingen op exportbevordering. Anderzijds wordt
wél een beroep gedaan op de boerenverantwoorde
lijkheid om in de komende tijd rekening te houden met
andere economische en technische uitgangspunten
als het gaat om de toekomstige landbouwproduktie.
De Nederlandse boer en tuinder is zich bewust van
zijn verantwoordelijkheid en wil die ook dragen. "Ech
ter als Brussel en Den Haag hun niet geringe medever
antwoordelijkheid ook willen gaan verstaan en daar
blijk van geven, - (en daar merken we nu niets van)
pas dèn kan een geringe prijsdaling ten gevolge van
het schrappen van de positieve MCB's en een verdere
kwaliteitsdifferentiatie bij een produkt als granen ac
ceptabel zijn. Dan is er wellicht ook te praten over een
tijdelijke extra crisisheffing bij suiker". Aldus de ZLM-
voorzitter die daar tot slot van zijn openingswoord
aan toevoegde van mening te zijn dat ook in die situa
tie alle andere bijkomende marktmaatregelen èn het
praktisch volledig wegvallen van de marktondersteu-
ning in feite onaanvaardbaar blijven. Dit te meer tegen
de achtergrond van het steeds toenemende verdrin
gingseffect tussen de sectoren o.a. ten gevolge van
het quoteringssysteem in de zuivelsektor.