Deelname aan certifikatenregeling voor tarwe, brouwgerst en koolzaad neemt sterk toe MCPA-bespuiting kan - onder gunstige omstandigheden - doorwas sterk beperken! Proeven 'Rusthoeve' en 'Westmaas': Bedroeg in 1985 het aantal aanmel dingen voor een certifikaat voor par tijen tarwe, brouwgerst en koolzaad ruim 500, in 1986 was dit bijna ver viervoudigd; voor het merendeel tar- wemonsters. Voor dit seizoen wordt nogmaals een sterke toename voor zien. Na dit seizoen zal om organisa torische redenen de regeling gewij zigd worden. Vorig jaar zijn ruim 1.400 tarwe-, 170 gerst- en 145 kool zaadmonsters onderzocht. Voor tarwe kwamen de rassen in aanmerking die een goede geschikt heid voor de broodbereiding hebben en die als zodanig in de rassenlijst minimaal gewaardeerd worden met een 7, alsmede rassen vermeld op de EG-rassenlijst met een vergelijkbare kwaliteit. De monsters zijn onder zocht op het Instituut voor Graan, Meel en Brood-TNO (IGMB) te Wa- geningen. Voor gerst konden van al le rassen, die in de rassenlijst als brouwgerst zijn aangemerkt, monsters opgezonden worden, die op het Instituut CIVO-Analyse, afd. NIBEM, te Zeist zijn geanalyseerd. Koolzaadmonsters zijn onderzocht door het laboratorium van het Ko- mité van Graanhandelaren te Eu ropoort. Certifikaat Een certifikaat werd afgegeven als uit het doorsneemonster was geble ken dat de partij rasecht (geldt alleen voor tarwe en brouwgerst) en van gezonde handelskwaliteit was, onder vermelding van een aantal kwali teitskenmerken. De tijd tussen de monstername en het ontvangen van het certifikaat va rieerde sterk en liep uiteen van 5 tot 50 dagen. Verschillende faktoren hebben vertragend gewerkt. Bij koolzaadanalyses moet rekening gehouden worden met een onder zoeksduur van tenminste één werk week. Inklusief transport en verzen den van het certifikaat duurt het ten minste 14 dagen, voordat de aan vrager het certifikaat in huis heeft. Er wordt nagegaan of in 1987 een snellere methode met een voldoende grote betrouwbaarheid toegepast zou kunnen worden om het oliege halte te bepalen. Als deze niet voor handen is, zal de aanvrager rekening moeten houden met vorengenoemde tijdsperiode tussen verzending van het monster en het verkrijgen van het certifikaat. Voor tarwe en gerst zal in 1987 ernaar gestreefd worden het monsteronderzoek zo snel moge lijk te laten verlopen en de resultaten binnen 4 werkdagen te versturen. Hieronder wordt een overzicht gege ven van het aantal onderzochte monsters en van de gemiddelde kwa liteit per gewas. Tarwe Er zijn 1.279 monsters onderzocht die betrekking hadden op telerspar tijen, 80 monsters waren afkomstig van handelspartijen. Tabel I geeft de indeling weer van de onderzochte te- Ierspartijen naar ras en regio. De grenswaarden voor deze waarde ring zijn opgesteld aan de hand van interventienormen en/of kwaliteits eisen vanuit de maalindustrie: a. De kategorie slecht wordt bepaald door de interventienormen; indien voor één van de resultaten de norm niet gehaald wordt, krijgt de partij de waardering slecht. b. Partijen die de kwaliteitseisen vanuit de maalindustrie te boven gaan, krijgen de waardering goed. c. Partijen worden als matig gewaar deerd, indien eiwitgehalte en/of Zeleny-waarde tussen de grenswaar den van goed en slecht invallen. De waardering van de partijen was voor 78% van de monsters goed. Ca. 11% van de partijen kreeg de kwalifikatie matig vanwege een te laag eiwitgehalte, een probleem dat teelttechnisch op te lossen zou zijn of een te lage Zeleny-waarde, dat rasgebonden is. Het optreden van regen in het latere deel van de oogstperiode zorgde soms voor problemen met schot. Hierdoor kreeg 11 van de partijen de waardering slecht. Het is verheugend te kunnen konsta teren dat in meerdere gevallen voor kwalitatief goede tarwe door de maalindustrie een, weliswaar be scheiden, premie gegeven is. Brouwgerst Het NIBEM heeft 172 gerstmonsters van telerspartijen onderzocht en en kele haiïdelspartijen onderzocht. Tabel III geeft een overzicht van de verdeling van de onderzochte te lerspartijen naar ras en regio. Ook bij gerst is gebruik gemaakt van een algemene waardering van de monsters door middel van een goed/matig/slecht onderverdeling (zie tabel IV). De waardering van de partijen was voor 71% van de monsters goed. Ca. 23% van de partijen kreeg de kwalifikatie matig en 6% is als slecht beoordeeld. Koolzaad Het Komité van Graanhandelaren Een en ander staat in het recent ver schenen boekje 'Resultaten van het landbouwkundig onderzoek in Zuidwest-Nederland 1986 op de proefboerderijen 'Rusthoeve' en "Westmaas". In deze zeer uitgebrei de uitgave van 128 bladzijden zijn naast de algemene gegevens van de akkerbouwproefboerderijen 'Rust- hoeve' en 'Westmaas' de gegevens opgenomen van bijna 100 proeven. heeft 145 monsters onderzocht (allen telerspartijen). Deze monsters waren afkomstig uit Groningen. De resul taten zijn in tabel V weergegeven. De certifikatenregeling zal in 1987 op dezelfde wijze worden voortgezet als in 1986, dat wil zeggen dat zowel telers als handelaren partijen tarwe, brouwgerst en koolzaad kunnen aanmelden voor de certifikatenre geling. Over de aanmeldingsprocedure zal in april/mei in dit blad nadere infor matie worden gegeven. Het aantal te onderzoeken monsters zal in 1987 sterk toenemen. Geschat wordt dat dit najaar 60.000 ha is ingezaaid met tarwerassen, die voor de certifikatenregeling in aanmer king komen. De verwachting is dat het areaal baktarwe in de toekomst nog verder zal uitbreiden. Na sei zoen 1987 zal dan ook, wegens o.a. organisatorische redenen, de certifi katenregeling worden aangepast. Stichting Nederlands- Graancentrum mw.ir. L.A.J. van der Zweep-Prins De verslagen zijn opgenomen in de rubrieken rassenonderzoek, teeltme thoden, bemesting, mechanisa tie/kuituurtechniek, ziekten en pla gen en onkruidbestrijding. Nieuw onderzoek Naast de rapportering van het voort gezette onderzoek zijn dit jaar ver slagen van nieuw onderzoek opgeno men: o.a. invloed van MCPA op Marktbericht graszaden 1987.1 De afgelopen herfst werd gekenmerkt door prima weersomstandigheden voor de in- en doorzaai van grasland. De herfstafzet van graszaad was daar door redelijk tot goed. Zoals meestal 's winters is de stemming op de gras- zaadmarkt rustig en enigszins afwach tend; dit jaar is wellicht ook de invloed merkbaar van de areaaluit breiding voor oogst 1987, die in di verse Europese landen verwacht wordt. doorwas bij aardappelen, berege ning van aardappelen op plaat- grond, vervroeging van de teelt van witlof, kwelschermonderzoek, on kruidbestrijding in bloemzaadge wassen en bestrijding moerasan doorn in de graanstoppel. Ook hier van vindt u de resultaten vermeld in het verslag 1986. Belangstellenden kunnen het ver slag bestellen door overmaking van ƒ7,50 op rekeningnummer 3320.52.621 van de Rabobank Klaaswaal, t.n.v. rekening Land bouwkundig Onderzoek Zuidwest- Nederland onder vermelding 'Ver slag 1986' met duidelijke vermelding van naam en adres. Het gironummer van de bank is 428311. Deze mogelijkheid tot bestelling geldt met name voor hen die woon achtig zijn buiten het zuidwestelijk zeekleigebied. Akkerbouwers en veehouders die woonachtig zijn binnen dit gebied en het verslag en andere publikaties jaarlijks automatisch willen ontvan gen, worden aangeraden lid te wor den van een Vereniging voor Be drijfsvoorlichting of Studieklub in hun omgeving. De voor Nederland geraamde toena me van het areaal bestaat evenwel voor een deel uit voorheen in het bui tenland geproduceerd graszaad, zodat de totale produktie van de Nederland se graszaadbedrijven niet evenredig hoeft toe te nemen. Het "soil conservation program" in de Verenigde Staten heeft tot nu toe weinig invloed op de vraag naar gras zaad gehad. Voor de inzaai van gras in het kader van dit programma wor den veelal soorten gebruikt als Bro- mus en bepaalde kweekgrassen, maar voor grassen als kropaar en riet- zwenkgras kan nog vraag ontstaan. De marktsituatie van de gazon- en sportveldgrassen wordt gekenmerkt door lage voorraden en hoge prijzen. Dit geldt met name voor veldbeemd- gras. In vergelijking met enige maan den geleden staan de prijzen voor de weidegrassen licht onder druk, voor al van de hooitypen. De toprassen van Engels raaigras weidetype doen als onderdeel van mengsels een goede prijs. Het produktschap komt tot de on derstaande indikaties. Zoals gebrui kelijk hebben de indikaties betrekking op groothandelsprijzen, gemiddeld voor de in Nederland meest verkoch te rassen, vrij van kweek en duist; de prijzen kunnen per ras sterk variëren. Deze cijfers zijn medio februari 1987 opgemaakt: Engels raaigras: - weidetype ƒ3,00 a ƒ3,75; - vroeg hooitype ƒ2,20 a ƒ2,60; - laat hooitype ƒ2,75 a ƒ3,50; - tetra- ploïde rassen ƒ2,25 a ƒ3,75: - gras veldtype 3,75 a 5,50; Italiaans raai gras: 2,25 a 2,50; Westerwolds raaigras: ƒ2,00 a ƒ2,25; Veldbeemd- gras: ƒ6,75 a ƒ8,75; Roodzwenkgras: - gewoon ƒ4,25 a ƒ5,25; - met fijne uitlopers ƒ4,75 a ƒ5,50; - met forse uitlopers ƒ2,85 a ƒ3,50; Rietzwenk- gras: ƒ4,00 a ƒ4,50; Rietzwenkgras grasveldtype: ƒ4,25 a ƒ6,25. Tabel I: Indeling van onderzochte telerspartijen tarwe naar ras en regio. 1 2 3 4 5 6 7 Totaal Granta 426 62 42 9 1 540 Obelisk 215 191 37 3 3 4 1 454 Minaret 76 16 18 1 1 112 Kanzier - 80 1 81 Kraka - 19 39 58 Miller - 1 2 3 Ralle 2 2 Moulin - 4 4 Pagode - - 1 - - - - 1 Rektor - 4 - 4 Totaal 717 293 225 14 3 5 2 1.259 Verklaring regionummers: 1 zuidwestelijke zeeklei; 2 centrale zeeklei; 3 noordelijke zeeklei; 4 rivierklei; 5 löss; 6 zandgrond; 7 dalgrond. Aan de hand van de gevonden resultaten voor Zeleny-waarde, eiwitgehalte en valgetal, is aan elk monster de waardering goed, matig of slecht gegeven. In tabel II zijn de grenswaarden voor de kategoriën weergegeven. Tabel II: Grenswaarden voor de kwaliteitskategorieën bij tarwe. eiwitgehalte valgetal Zelenywaarde goed matig 5*12,0% 9,5-12,0% en 220 220 en 25 20-25 slecht 9,5 of 220 of 20 Vooral door de verwachte toename van het areaal certificaatwaardige baktarwe wordt voor de toekomst een aanpassing van de certificatenregeling voorzien Tabel III: Overzicht van de verdeling van de telerspartijen gerst naar ras en regio. Zuidwesten Centraal Noorden Totaal Trumpf 51 32 10 93 Grit - 7 11 18 Apex - 4 56 60 Prisma 1 - - 1 Totaal 52 43 77 172 Tabel IV: Waardering van de monsters gerst. Goed Matig Slecht vocht 17% 17-20% 20% eiwit 11,5% 11,6-12,5% 12,5% sortering volgerst 80 50-80 50 afval 2 2-10 10 kiemkapaciteit 95 - 95 raszuiver ja - nee Tabel V: Onderzochte telerspartijen koolzaad. oliegehalte vochtgehalte bijmenging Gemiddeld 40,6 10,6 4,2 Spreiding 27,6-44,7 5,7-16,4 0,2-50,4 Uit proeven op de Proefboerderijen 'Rusthoeve' en 'Westmaas' is ge bleken dat het door een gewasbespuiting met MCPA mogelijk is om de gevolgen van een doorwasinduktie bij Bintje konsumptie- aardappelen te beperken. Hierbij lijkt een gewasbespuiting met 2 1 MCPA per hektare, zodra een begin van kieming wordt waargeno men, het meest effektief. Door een bespuiting kan het aantal door- wasknollen met 20 tot 60% worden beperkt. Dit betekent een aan zienlijk geringere kans op problemen met glazige knollen en met wa terzakken in het geoogste produkt. Tevens wordt door MCPA veelal de kwaliteit verbeterd omdat het onderwatergewicht hoger is. Het spuiten van MCPA zal veelal echter plaats moeten hebben in een schraal, aan droogte lijdend gewas waardoor de kans op opbrengst derving groot is (gemiddeld netto groter dan 35 mm 5%). Het is de vraag of de kwaliteitsverbetering gemiddeld wel voldoende beloond wordt ten opzichte van het opbrengstverlies. Op grond van de ervaringen in 1986 zou een eerder advies op twee punten mogelijk verbeterd kunnen worden, namelijk: a) niet spuiten bij scherp zonnig weer op een sterk aan droogte lij dend gewas. Spuit dan bij voorkeur 's avonds of 's morgens vroeg. De opname en het effekt is dan beter. b) spuit pas als meerdere knolletjes per plant gekiemd zijn, bijvoor beeld gemiddeld 4 of meer per plant. 8 Vrijdag 27 februari 1987

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1987 | | pagina 8