Scheidend kringvoorzitter Joh. Nieuwenhuijse:
"Kontakt met basis erg belangrijk"
Voorzitter Cebeco-Zuidwest: "Massa
produktie is niet onze toekomst"
K.I. Zuid-Nederland start
onderzoek naar
Embryo-transplantatie
Mestverordening in Brabant
krijgt vervolg
Guus Laeven
nieuwe directeur
K.I.
Zuid-Nederland
Spanningen
Ontmenging
Korrektie
Als er één kringvoorzitter is die kan
bevestigen dat geld niet alles vergoed
dan is het wel de heer Joh. Nieuwen
huijse (63) uit de Quarlespolder bij
Lewedorp. Vanaf 1962 maakt hij
deel uit van het ZLM-kringbestuur
in West Zuid-Beveland. Als zodanig
is hij zeer nauw betrokken geweest
bij de opkomst van de industrie in
het Sloe gebied. Een periode die hij
omschrijft als "stormachtig" en die
veel leden van de kring zeker emoti
oneel diep geraakt heeft: "Het ging
hier om een grootschalige industrie
ontwikkeling die gepaard ging met
talrijke onteigeningen van soms hele
bedrijven. Daar ben je vanuit je
funk tie dan nauw bij betrokken en
dan merk je hoezeer veel boerenfa
milies aan hun woonstee hun grond
en gebouwen gehecht zijn. Dan weg
moeten doet pijn en die kan niet ge
heel worden weggenomen door
geld".
Een kort gesprek - "maak er niet te
veel van ik wordt slechts kringvoor
zitter of..." met de heer J. Nieuwen
huijse die een kwart eeuw de kar van
de o.a. 940 leden tellende kring West
Zuid-Beveland, heeft helpen trek
ken. Hij vindt dat dat lang genoeg
is. Per 4 maart zal hij worden opge
volgd door de heer S.J. Noteboom
te Kloetinge.
De scheidende kringvoorzitter
zegt altijd in de gelukkige omstan
digheid te zijn geweest dat het kan
toor van de ZLM in zijn gebied is ge
vestigd. Veel leden konden zich dus
rechtstreeks tot de deskundigen in
het landbouwhuis wenden. Dat men
de voorzitter dan passeerde heeft hij
in het geheel niet als storend erva
ren: "zo'n direkt kontakt met de
deskundigen lag voor de hand en bo
vendien wij zijn er in de eerste plaats
in het belang van de leden en als dat
belang op die wijze het beste wordt
gediend dan is dat uitstekend", rea
geert hij nuchter en zakelijk.
Nieuwenhuijse zegt altijd goed voor
ogen te hebben gehouden dat een es
sentieel onderdeel van de funktie
van een kringvoorzitter is het voort
durend houden kontakt met de basis
om de geluiden die daar worden ge
hoord door kunnen spelen naar het
hoofd- en dagelijks bestuur van de
organisatie. Dat bleek niet altijd
eenvoudig maar door zelf de be
drijfsvoering op het akkerbouwbe
drijf uit te blijven oefenen was er als
het ware een natuurlijke zekering in
gebouwd. Immers als praktiserend
boer kende hij de problemen in het
veld en de diskussies op de talrijke
vergaderingen. Toch heeft de kom-
binatie van beide funkties wel span
ningen opgeleverd: "Op het bedrijf
zijn er dagen en periodes dat je er bij
moet zijn bijvoorbeeld als er ge
zaaid, gespoten of geoogst moet
worden. Dan was er voor het organi-
satiewerk wel eens geen tijd; het be
drijf gaat dan voor. Daarvoor be
stond bij zijn kollega-bestuurders
begrip en dat hoort ook zo, vindt
hij. Toch kan hij zich wel indenken
dat jonge boeren een vergoeding
vragen wanneer ze voor een funktie
in de organisatie gevraagd worden.
"Tegenwoordig kan dat moeilijk an
ders". Wel vind ik dat een stuk idea
lisme bij de bestuurders niet mag
ontbreken. Je moet er ook iets voor
over hebben. Nieuwenhuijse heeft er
ook bewust zijn bedrijfsvoering op
aangepast door o.m. geen enkele sa
menwerkingsovereenkomst aan te
gaan en door de loonwerker in te
schakelen.
In de ca. 25 jaar die hij in het
bestuur van de kring heeft gezeten
(waarvan sinds 1969 als voorzitter) is
er in West-Zuid Beveland nogal wat
veranderd. Er is veel grond ontei
gend en er heeft een enorme ontmen
ging plaats gevonden. De bedrijven
zijn specialistischer geworden en de
veestallen zijn voor het overgrote
deel veranderd in koelcellen. Toch is
er in het kringgebied nog steeds een
grote variatie in bedrijfstypen. Dat
spreekt hem wel aan. Grond en
pachtzaken is in de loop der jaren
een specialiteit van Nieuwenhuijse
geworden. Dat hangt mogelijk mede
samen met het feit dat hij in de eer
ste jaren van zijn boer zijn, het eigen
bedrijf letterlijk en figuurlijk vanaf
en vanuit de grond op heeft moeten
bouwen. Pas toen hij die - op z'n
zachtst gezegd niet gemakkelijke pe
riode achter de rug had kon hij aan
de van nature aanwezige veelzijdige
belangstelling gehoor geven. Wat lag
er mede gezien de ontwikkelingen in
J. Nieuwenhuijse
het Sloegebied meer voor de hand
dan juist grond en pachtzaken?
Hij kan het dan ook niet laten op te
merken dat hij niet gelukkig is met
de plannen om in de Zak van Zuid-
Beveland een Groot Landschappelij
ke Eenheid te willen kreëren. Ook
bij het uitstellen van de beheersge
bieden heeft hij zo zijn bedenkingen.
Hij voorziet dat door dit soort rege
lingen de bedrijfsvoering te zeer
wordt beperkt en dat ze ook een be
vriezend effekt zullen hebben op de
bedrijfsontwikkelingen. Dat stuit de
kringvoorzitter die, als geen ander
weet wat het ontwikkelen van een
bedrijf betekent tegen de borst. Za
kelijk gezien is zo'n ontwikkeling
ook nodig wil je een gezonde boe
renstand houden, zo is zijn over
tuiging.
J. Wierenga
De voorzitter van Cebeco-Zuidwest
de heer J. van Iwaarden heeft op de
algemene vergadering van de coöpe
ratie donderdag 19 februari jl. in
restaurant Mondragon te Zierikzee
enkele zeer kritische kanttekeningen
geplaatst bij de jongste EG-
prijsvoorstellen. Enerzijds acht hij
het tempo van het aanpassingspro
ces veel te hoog, anderzijds verloopt
het besluitvormingsproces veel te
langzaam waardoor er zakelijk ge
zien een veel te grote onzekerheid
ontstaat ten aanzien van de te nemen
beslissingen.
Inhoudelijk kritiseerde hij de af
schaffing van de maandelijkse ver
goeding voor de opslag van granen
die een verlaging van totaal ca. 10%
van de interventieprijs tot gevolg
heeft. Overigens zei van Iwaarden te
vrezen dat de "echte" interventie
prijzen als gevolg van de prijsbeslui-
ten voor bakwaardige tarwe met niet
minder dan 15% en voor voertarwe
met 17,5% zullen dalen. "Het ver
schil tussen de papieren interventie
prijs en de werkelijk betaalde inter
ventieprijs is wel erg groot gewor
den", zo zei hij. De daling van de
minimumprijs bij peulvruchten met
ca. 10% noemde de voorzitter onbe
grijpelijk, zeker nu de behoefte nog
steeds groter is dan de produktie.
Samenwerking
De voorzitter van de 15-jarige coö
peratie meent dat in de toekomst een
intensievere samenwerking geboden
zal zijn zowel binnen de Cebeco-
Handelsraadgroep als daarbuiten
met andere coöperaties. De huidige
marktomstandigheden zijn zodanig
aan veranderingen onderhevig dat
de in het verleden ontstane struktu-
ren opnieuw op hun waarde moeten
worden getoetst. In het belang van
de boer valt volgens hem aan een
herverkaveling van funkties niet te
In het artikel "Rapport Waterschap:
water Spuikanaal in droge perioden
te zout..." in het ZLM-blad van 20
februari jl. staat vermeld dat de
Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst de
nadelen van zuiveringsslib opklopt.
Dit is niet juist. De dijkgraaf die hier
over het woord voerde, heeft hier de
landbouw in het algemeen genoemd.
ontkomen. Brede samenwerking is
ook nodig op het terrein van de in
dustriële verwerking van akker-
bouwprodukten. Het wordt volgens
de voorzitter hoog tijd dat op dit ter
rein initiatieven worden genomen.
In dit verband vroeg hij zich af of
met name aan de peulvruchten geen
extra waarde kan worden gegeven.
De Cebeco-Zuidwest voorzitter zei
vervolgens niet uit te willen sluiten
dat de Coöperatie in de toekomst za
kelijke samenwerkingsvervormen
aan zal gaan met de regionale stands
organisaties. Hij doelde hierbij
o.m. op de vermarkting van mana-
gementssystemen voor de boerderij
maar ook op het terrein van de teelt-
technische voorlichting. "In ons be
lang, zo zei hij tot een volle zaal, zijn
wij bereid om deskundigheid en
mankracht in te zetten met iedere or
ganisatie die ten doel heeft om onze
bedrijfsvoering te optimaliseren".
Massaproduktie
Over kwantiteit en kwaliteit was van
Iwaarden duidelijk: "Massaproduk
tie" is niet onze toekomst. Welis
waar wordt betere kwaliteit niet al
tijd extra betaalt maar je voorkomt
er wel mee dat kortingen worden
toegepast en het vergroot bovendien
de afzetmogelijkheden. Cebeco-
Zuidwest laat het niet bij woorden:
op 13 mei zal in Middelburg een cen
traal schoningsbedrijf voor zaden in
gebruik worden gesteld.
Bij de bestuursverkiezing is in de va-
kature H.C. van der Maas benoemd
de heer T.H.C. van Arenthals te
Kortgene. Na het huishoudelijk ge
deelte hield de voorzitter van de
hoofddirektie van de Rabobank Ne
derland drs. H.H.F. Wijffels een in
leiding (zie voor verslag zlm-blad
van-20 februari j.l.).
Uit de tussentijdse evaluatie van de
provinciale verordening Dierlijke
Meststoffen blijkt, dat deze verorde
ning voorlopig van kracht moet blij
ven. De provincie Noord-Brabant, die
de verordening vorig jaar heeft inge
voerd, vindt dat het komplete aktie-
programma minstens tot 1 januari
1989 moet worden uitgevoerd. De
evaluatie werd vorige week door de
statenkommissie land- en tuinbouw
besproken.
Uit de evaluatie blijkt dat driekwart
van de Brabantse bedrijven geen
mestoverschot heeft. Bij 3 procent
van de bedrijven is het overschot zo
klein, dat er geen boekhouding nodig
is. De overige 22 procent vormen de
probleembedrijven; ze liggen voor het
grootste deel in het oosten van de pro
vincie. De gemeenten met de groot
ste mestoverschotten zijn Deurne en
Gemert. In deze gebieden zijn trans
porten over vrij lange afstanden no
dig om de mest kwijt te raken. Vaste
mest gaat grotendeels naar Zeeland,
Noord- en Oost-Nederland en Noord
en Zuid-Holland. Drijfmest vindt
vooral zijn weg naar Noord- en Zuid-
Holland, Zeeland en België. Uit de
evaluatie blijkt ook dat de meeste
boeren zich vrij goed houden aan de
mestvergunningen. Politie en inspek-
tiedienst maakten in totaal een tien
tal processen-verbaal op.
Een aantal ontwikkelingen op het ter
rein van de distributie en de mestbe-
werking en -verwerking loopt intussen
goed. Dat geldt voor het projekt
Nistelrode en de proefopstelling in
Sterksel, de export van goed stapel-
bare pluimveemest naar Noord-
Frankrijk en de oprichting van de
mestverwerkingsfabriek Promest,
waarvoor onlangs de eerste paal werd
geslagen. Via bemonstering wordt
voorts het aanbod van kwalitatief be
tere drijfmest gestimuleerd.
Een belangrijke stap in dit proces is
het terugdringen van mors- en spoel
water in drijfmest. Zoals bekend
wordt het grote volume van drijfmest
(en dus de hoge transportkosten)
vooral veroorzaakt door het morsen
van water. Met enkele eenvoudige in
grepen kan grotendeels worden voor
komen dat dit water in de mest terecht
komt.
"Het toverwoord in de rundveehou
derij in de nabije toekomst is zonder
twijfel de biotechnologie. Het on
derzoek naar de ontwikkeling van
embryo-transplantatie en de renda
bele produktie van rundvee-
embryo's krijgt een speciale plaats.
Met behulp van onder meer de Ra
bobank en het ministerie van Econo
mische Zaken starten wij een zes
jaar durend onderzoeksproject, dat
een kleine dertig miljoen gulden
kost".
Algemeen directeur C. Willems van
K.I.-vereniging Zuid-Nederland ont
vouwde de opzet van dit onderzoek,
tijdens de jaarvergadering maandag
j.l. in Leende bij Eindhoven.
Bij het inplanten van embryo's is het
geslacht bekend. Mede hierdoor
kunnen rundveehouders goedkoper
werken. Bovendien kan het project
eraan meewerken dat Nederland zijn
toonaangevende rol in de rundvee
fokkerij terugkrijgt, zoals zowel
Willems als voorzitter J. Gielen op
de jaarvergadering van de K.I. be
toogden.
Als het onderzoek aan de nodige cri
teria voldoet, zal het ministerie van
Economische Zaken de helft beta
len. De Rabobank heeft al in 1985
een fonds in het leven geroepen om
biotechnologisch onderzoek te be
vorderen. De samenwerkende K.I.-
verenigingen zullen zelf echter ook
in de buidel moeten tasten. Volgens
Willems kan het project lonend zijn,
als op termijn 10% van de kalveren
via embryo-transplantatie ter wereld
komt.
De nieuwe onderzoeksplannen wer
den tijdens de jaarvergadering met
gemengde gevoelens ontvangen door
de Brabantse en Limburgse veehou
ders. Door de moeilijke situatie in de
rundveehouderij vroeg een aantal
zich af, of de boeren hier wel geld in
moeten steken. Sommigen lieten
duidelijk weten dat de plannen hen
te ver gingen.
Fusie
In de cijfers van K.I. Zuid-
Nederland is de teruggang in de
melkveehouderij duidelijk terug te
vinden. Het aantal iseminaties loopt
fors terug, zelfs nog sneller dan ver
wacht. De voorgenomen fusie, die in
september van dit jaar zijn beslag
moet krijgen, is mede een gevolg van
deze ontwikkelingen. Zes K.I.-
verenigingen, in volgorde van groot
te Limburg, De Kempen, West-
Brabant, Midden-Brabant, De Meije-
rij en Peelland, vorig jaar goed
voor 130.000 inseminaties, gaan in
het nieuwe samenwerkingsverband
op.
Centraal distritubiepunt van sperma
en het bestuurlijke en administratie
ve centrum komen in Oerle (gem.
Veldhoven). De grootscheepse ver
bouwing van stal en hoofdkantoor,
die daar nu aan de gang is, wordt op
3 juni a.s. door minister Braks ge
opend. "Het efficiënter opzetten van
het gehele bedrijf en verdergaande
automatisering vormen een absolute
noodzaak om de kosten in de hand
te houden", aldus voorzitter Gielen.
De nieuwe directeur van Zuid-
Nederland, ir. A. Laeven, verwacht
niet dat het samengaan van de K.I.-
stations op veel weerstand zal stui
ten, al is het laatste woord er zeker
nog niet over gezegd. Met name bin
nen K.I.-centrum Peelland is men
nog niet geheel zeker van de fusie.
De besprekingen binnen die vereni
ging over dit punt zijn nog niet afge
rond. Volgens Laeven ligt dat aan de
tarieven voor inseminatie,, die niet
overal hetzelfde zijn.
Ir. A.H.M. Laeven (37) is door het
bestuur van de Coöperatieve Vereni
ging K.I. Zuid Nederland benoemd
tot algemeen directeur. Guus Laeven
volgt drs. C. Willems op, die op 3
juni in de VUT gaat. Dit afscheid
valt samen met de opening van het
nieuwe centrum van K.I. Zuid-
Nederland door minister G. Braks.
Ir. Laeven, die afkomstig is uit
Zuid-Limburg, werkte na zijn studie
aan de Landbouwuniversiteit in Wa-
geningen vier jaar bij de rijksland
bouwvoorlichting in Noord-Holland
en Friesland. In 1979 stapte hij over
naar het veeverbeteringsbedrijfsle-
ven, eerst bij het Fries Rundvee
Stamboek en de Bond K.I. Fries
land, vervolgens zes jaar als tech
nisch directeur bij het F.R.S. in
Leeuwarden. In 1985 werd Laeven
aangetrokken als foktechnisch direc
teur van de K.I. Zuid-Nederland.
Vrijdag 27 februari 1987