De maand maart op het Z.W. Veebedrijf Mestvarkenshouderij Pluimveehouderij Rundveehouderij Na de barre kou in januari met alle narigheid van dien staat nu het voorjaar weer voor de deur. De winterperiode is voor de vee houder de drukfste en zwaarste tijd. Zoals het zich nu laat aan zien is het grasland goed de win ter doorgekomen. Bemest dit jaar bewust. Dit kan door het no teren van alle meststoffen, de be weiding en het maaien gedurende het jaar. Om deze gegevens over zichtelijk bij te houden is een graslandgebruikskalender on misbaar. Vraag er naar bij de bedrijfsvoor- lichter rundveehouderij in Uw ge bied. Bovendien .zullen er in ver scheidene gebieden extra bijeen komsten zoals excursies en bespre kingen plaatsvinden met de gebrui kers van graslandgebruikskalenders (G.G.K.). Door betere grassen en goed gebruik kan het grasland beter en meer voer opbrengen wat leidt kostenverlaging. Graslandverzorging Bij goed graslandgebruik hoort een goede verzorging. Deze bestaat uit: -tijdig en regelmatig bemesten -het bestrijden van schadelijke krui den, mollen en emelten. -een goede ontwatering door drainage. -tijdig inscharen en maaien -bij maaien voor voordroogkuil een korte veldperiode nastreven (1-3 dagen). -niet teveel drijfmest per keer toe dienen. Om in het voorjaar op tijd te kunnen bemesten moet de ontwatering in or de zijn. Door tijdig te bemesten kan men vroeger inscharen. Voor een optimale opbrengst aan gras zullen er niet teveel onkruiden, mollen en emelten in het grasland moeten zijn. Kamille en muur kan in het voorjaar in grasland goed worden bestreden. Bij veel muur kan men 2 - 4 liter me- coprop of 3 liter Basagran P, in 600 liter water opgelost, spuiten. Bij het voorkomen van Kamille en muur ruimt 3 liter Basagran beide onkrui den op. De molshopen moeten nu geslecht worden om zo weinig moge lijk grond tussen het gras te krijgen bij het inkuilen. Mochten er nog veel emelten in het grasland voor komen dan nu spuiten met 1.5 liter Dursban 4E per ha. Dit is een nieuw middel met een goede doding van emelten. Het is niet schadelijk voor vogels. De wachttijd voor Dursban 4E is 3 weken. De veehouder moet evenals de akkerbouwer zijn gras telen en een hoge opbrengst nastreven. Door het grasland geregeld te observeren en de handelingen te noteren kunnen we nog veel leren over goed graslandgebruik. Klauwverzorging Op het einde van de stalperiode krij gen oudere koeien nogal eens last van de klauwen. Een groot aantal van deze klachten kunnen worden voorkomen door regelmatig de klau wen te pedicuren. Om bacterie- en schimmelgroei tussen de klauwen te voorkomen is een regelmatig voebad nodig. Dit voetbad bestaat dan uit een 3% handelsformaline-oplossing. D.w.z. 3 liter handelsformaline in 100 liter water oplossen. Voorkom aanraking met handen of gezicht (ogen). Na 14 dagen is de formaline uitgewerkt. Als er dan geen ontstekingen e.d. aan de klauwen voorkomen kan men 14 dagen wachten met het volgende voetbad. Voorkomen van ontstekin gen aan de klauwen is beter dan genezen. Deeladministratie Rundvee (DELAR) DEL AR is een van de mogelijkhe den om tot kostenbewaking te ko men. Nu en in de toekomst zal de vraag naar meer in de rundveehou derij niet meer aan de orde zijn. Wil len we veehouder blijven en een in komen verdienen dan moeten we de kostenkant op het bedrijf kritisch bekijken. Door lagere kostprijs per kg van melk kan ondanks een lager quotum toch het inkomen gelijk blijven. Evenals de melkcontrole vult de melkveehouder de DELAR in voor zijn eigen gebruik. Door gezamenlijk in gespreksgroe pen over de belangrijke cijfers van Delar te praten kan men intern en extern van de Delar leren. Per 1 mei a.s. start de Delar 1987/88 weer. Wilt U deelnemen of nadere informatie neem dan kontakt op met Uw bedrijfsvoorlichter rundveehou derij in het gebied. Rassenkeuze snijmais Hoewel sommige kwekers van snij- maisrassen denken dat zij het ideale ras gevonden hebben is dit niet waar. eigenschappen van het te gebruiken vleesras van belang. Weinig of geen geboorte problemen. Goede vleesproduktie - eigen schappen. Uit proeven is gebleken dat deze ei genschappen het beste gekombi- neerd zijn in het Piemonteseras. Daarom is veel aandacht besteed aan de Piemontese fokstieren te beschik ken. Deze stieren zullen in de eerst volgende jaren eveneens geselek- teerd worden op geboorteproble men, vleesproduktie-eigenschappen en drinkgewoonten. Het voeren van mestvarkens is een belangrijk facet in de vleesvarkens houderij om een goed inkomen te verkrijgen. Maar om deze varkens hard te kunnen voeren zonder nade lige gevolgen voor o.a. de voeder conversie en/of slachtkwaliteit zal aan een aantal voorwaarden voldaan moeten worden. v Naast de voederwaarde zijn stevigheid, stengelrot, vroegrijpheid en koudegevoeligheid ook belangrijke kriteria om tot rassenkeuze bij snijmais te komen. Het is niet alleen de voederwaarde- opbrengst die een ras goed maakt. Belangrijke punten zijn ook de ste vigheid, stengelrot, vroegrijpheid en koude gevoeligheid. Ook moet men zich niet verkijken op de lengte van het gewas. Waar het de snijmaisteler om gaat is: -hoeveel droge stof en voeder- waarde kan hij oogsten en liefst vroeg in het najaar. Uit de rassenlijst is een enkel oud ras weggevallen terwijl er enkele nieuwe rassen opgenomen zijn. Deze nieuwe rassen hebben bij het onderzoek be wezen dat ze goed zijn. De praktijk zal uitwijzen of deze rassen het zul len maken. Voor een goede rassen keuze snijmais is de rassenlijst 1987 een goede leidraad. Wie echter een ras zoekt zonder zwakkere punten zoekt vergeefs. Goede mestbiggen als uitgangsmateriaal Goede mestbiggen hebben een ge zonde blanke huid en kort haar. Het beste opleg-gewicht, gewogen niet geschat, ligt tussen de 22 en 26 kg. Voor een goede groei zijn kruisings varkens vereist met stevig beenwerk. Betrek per afdeling biggen van zo weinig mogelijk vermeerderaars. Het is noodzakelijk de naam van de vermeerderaar te kennen en de big gen zoveel mogelijk per vermeerde raar bij elkaar te houden. Gezonde biggen hebben geen won den, gebreken of afwijkingen. Wel zijn de staarten kort gecoupeerd en de beren, indien noodzakelijk, op tijd gecastreerd, waarbij geen ont stekingen- voorkomen. Bedenk wel dat alleen gezonde varkens tot opti male produktie in staat zijn. De prijs van de biggen is van groot belang, maar een kwalitatief goede en ge zonde big is een goede prijs waard. Opvang van biggen Een big verlangt een goede opvang. Een schone ontsmette stal, met een temperatuur van minimaal 20 graden Celcius, is een eerste vereiste. Zorg Gebruik van Piemontese stieren in de melkveehouderij In de afgelopen 10 jaar is het kruisen met vleesrassen in de melkveehouderij sterk toegeno men. Het aantal eerste insemina ties van Piemontese fokstieren steeg van 500 in 1974 tot 56.000 in 1985. In dezelfde periode steeg het aantal eerste inseminaties met andere vleesrassen van 10.000 tot 27.000. De laatste jaren betrof dit vooral de stieren van de rood bonte dikbil, de Blonde d'Aqui- taine en de Belgische Blauwe. Deze stierenkeuze levert beter uitgangsmateriaal op voor de vleesveehouders. Hierdoor kan de geschiktheid voor vleespro duktie en vleeskwaliteit verbeterd worden. Het kruislingskalf heeft zodoende een meerwaarde in ver gelijking met een soortgelijk kalf van het melkveeras. Door DELAR (Deeladministratie rundvee) is betere kostenbewaking mogelijk. Een lagere kostprijs per kg. melk kan wellicht enige kompensatie geven voor het verlaagde kwotum. Waarom Piemontese Voor de melkveehouders zijn twee selektie van Piemontese-fokstieren en aan het gebruik van de kruisling- kalveren als uitgangsmateriaal voor de rood- en witvleesproduktie. Selektie van Piemontese fokstieren. In 1982 zijn 8 Piemontese fokstieren aangekocht en door een groep van 14 K.I.-verenigingen ingezet in een selektieprogramma. In het nakome lingen onderzoek werd gekeken naar bepaalde kenmerken, zoals geboor teverloop, drinkgewoonte, slacht kwaliteit en voederkonversie. Het bleek dat de kalveren van twee van de acht stieren, namelijk Gil en El- vio, zowel weinig geboorteproble men als zeer goede vleesproduktie- eigenschappen opleverden. Bovendien waren de kalveren van deze twee stieren vlotte drinkers. Zo wel op De Waiboerhoeve als R.O.C. De Vlierd werden deze eigenschap pen bewezen met 80 nakomelingen van Gil en Elvio. Door een aantal K.I.-verenigingen is ook nu weer een 10-tal Piemontese stieren gezamenlijk aangekocht om ook in de toekomst over geselekteer- voor een goede klimaatsregeling. Geeft de eerste voerbeurten niet te veel voer; de biggen moeten "gretig" blijven. Al naar gelang de herkomst kan de opvang geschieden met start- voer of baby-biggenvoer. Wanneer de biggen van meerdere bedrijven af-' komstig zijn heeft startvoer de voorkeur. Doordat het kopergehalte in het mestvoer laag is, is het belangrijk dat er langer baby-biggen- of start- voer gevoerd wordt. Vervolgens is een geleidelijke overschakeling op mestvoer aan te raden. Eventueel kan een tussenvoer gebruikt worden. Hierbij geldt ook dat een geleidelijke overschakeling gewenst is. Controle blijft van belang. Er is een aantal verschillende voer- systemen b.v. trog, droogvoerbak en brij voer. Welke voersysteem kan worden toe gepast is afhankelijk van de varkens en de varkenshouder. Van de dieren is de genetische aanleg en de gezondheid van groot belang. De belangrijkste schakel is en blijft de varkenshouder zelf. Deze bepaalt het leefmilieu voor de varkens. Re gelmatige controle en verzorging op voergift, voeropname, gezondheid, klimaat etc. is van het allergrootste belang. Veel kan en wordt geauto matiseerd, maar de menselijke con trole blijft noodzakelijk. Gebruik uw zintuigen zeker ook in de stal, want ze zijn van onschatbare waar de. Neem voldoende tijd voor con trole want: haast is de moeder van veel mislukkingen. Oude kippen uithalen vereist ook vakmanschap! Door de huisvesting in batterijen is het mogelijk om met weinig arbeids krachten grote aantallen dieren te verzorgen. Toch komt vroeg of laat bij elk kop pel het moment waarbij dit aller- v. minst het geval is: de oude kippen moeten worden opgeruimd. Dit gaat vaak gepaard met het ontstaan van letsel bij de kippen, toch is het be langrijk dat dit zoveel mogelijk voorkomen wordt. Verschillende oorzaken voor verwondingen. Het laden van kippen gebeurt vaak in de avonduren. Soms is een profes sionele laadploeg aanwezig, vaak ge beurt het ook m.b.v. familie en ken nissen. Het is onaangenaam en zwaar werk, in een stoffige omge ving. Je wilt het werk dan ook zo snel mogelijk achter de rug hebben. Dit kan leiden tot ruw en onzorgvul dig werken. Dit is misschien wel de belangrijkste reden van letsel. In de praktijk wordt een kip aan één poot vastgepakt, met de andere hand wordt een tweede kip gepakt. Hierdoor wordt het in een andere (betere) positie draaien van de dieren vrijwel onmogelijk. De kippen zul len zich hierbij verzetten, vooral door het slaan met de vleugels, die dan vaak ergens blijven haken. Bij het naar buiten trekken ontstaat hierdoor vaak vleugelbreuk. Dit is de meest voorkomende verwonding bij oude hennen. Behalve ruw en on zorgvuldig werken zijn er nog enkele andere oorzaken van verwondingen aan te wijzen. Bij etage-batterijen geven de onderste en de bovenste etage soms problemen, dit is vooral bij4-etage-batterijen het geval. Hulpmiddelen als een wagentje om op te staan zijn dan onontbeerlijk. Ook de uitvoering van de kooiope- ning is van belang. Vooral bij flatdeck-batterijen is sprake van erg kleine openingen. Bovendien zijn de kippen hier slechter bereikbaar. Het openen van kooien is overigens lang niet altijd even gemakkelijk. De laatste jaren is hier wel veel verbete ring in gekomen. Bij het transporteren van de kippen kunnen ook nog verwondingen ont staan, zowel bij het lopen naar de vrachtwagen (smalle gangen!) als bij het inkratten (kleine openingen). Hoe problemen voorkomen? Het is de vraag of verwondingen bij het uithalen helemaal kunnen wor den voorkomen, toch is er een aantal punten waarop gelet kan worden. Belangrijk is, dat de dieren uitge haald worden door voldoende erva ren personeel, dat rustig werkt en ook voldoende rust krijgt. Maak, waar nodig gebruik van hulp- midelen (bijv. karretjes). Gebruik onbeschadigde kratten, met een vol doende grote opening. Let bij eventuele aanschaf van nieu we batterijen vooral op de manier waarop het front geopend kan wor den (ruim en eenvoudig). Denk dan ook aan voldoende brede gangpaden, waarin gemakkelijk ge werkt kan worden. Zorgvuldig werken met goed mate riaal kan al veel narigheid voorkomen! Ing. R.v.d. Meer en A. Wouters, CR Tilburg Ing. G. Meeuwissen en ing. D. Pul len CVP Tilburg. Vrijdag 27 februari 1987 13

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1987 | | pagina 13