Projekt trekkracht voor Kenya Pionieren in Amerika (deel 1.) Eerste ondersteuning voor de tuigenmakers van Manor House TREKKRACHT VOOR KENYA 1» Tuigenmaker Jacob Wasika is de eerste tuigenmaker die Zeeuwse steun ontvangt voor zijn tuigenmakers-aktiviteiten. Jacob Wasika is samen met een kollega- tuigenmaker verbonden aan het Manor House Agricultural Cen tre nabij de stad Kitule in West Kenya. Beiden hebben de tuigen- makerskursus van het Projekt voor Ontwikkeling van Dierlijke Trekkracht gevolgd. Manor House: 'bio intensieve' landbouw Het Manor House landbouwcen trum is nog een vrij nieuwe instel ling, waarin partikulier initiatief een belangrijke rol speelt. Manor House is als opleidingscentrum in 1984 van start gegaan. Naast gebouwen, waarin kursuslokalen, een biblio theek, kantoorruimte en verblijfsak- komodatie voor kursisten zijn on dergebracht omvat dit centrum ook 16,5 hektare tuinen en proefperce- len. Manor House wordt gefinan cierd met voornamelijk partikuliere fondsen uit Amerika, Engeland en Kenya zelf. Manor House is opgericht met als doel een bijdrage te leveren aan een beter toekomstperspektief voor klei ne boeren. Hieraan wordt inhoud gegeven door kursussen en opleidin gen te verzorgen aan (toekomstige) instrukteurs en voorlichters, die hun kennis en ervaring in hun eigen regio door kunnen geven aan kleine boe ren en boerinnen. Hierbij richt dit opleidingscentrum zich nadrukkelijk op technieken die nauw aansluiten op de mogelijkheden van kleine boe ren; arbeidsintensief en kleinschalig. In dit beeld past ook de afdeling voor ezeltraktie. Uitgangspunt voor deze benadering is dat kunstmest en chemische pesti ciden voor de kleine boer te duur zijn. De gehanteerde technieken zijn gericht op een intensieve bodembe werking, komposteren en organische bemesting, een uitgebalanceerde vruchtwisseling en een natuurlijke plaagbestrijding. In Nederland zouden we dit waar schijnlijk biologisch-dynamische landbouw noemen. Manor House zelf spreekt over 'bio-intensieve' landbouw. In een brochure van Manor House wordt er op gewezen dat deze tech nieken zeker niet nieuw zijn. Daarbij wordt zelfs verwezen naar Franse tuinders die in vorige eeuwen rond Parijs de groeiende wereldstad in be langrijke mate voorzagen van groen ten en andere voedingsmiddelen. De leiding van Manor House hecht er veel waarde aan de oude, aangepaste landbouwpraktijken met theoreti sche kennis te onderbouwen. Zijn de motieven voor biologisch- dynamische landbouw in Nederland veelal ethisch en ideologisch van aard, in Kenya staat het financieel aspekt veel meer op de voorgrond. Kunstmest en chemische pesticiden zijn te duur voor de plattelandsbe volking die in eerste instantie voed sel voor zelfvoorziening produceert. De kursussen van Manor House om vatten onderdelen als bodembewer king, bodembedekking (tegen te gro te verdamping), kompostering, zaadwinning en het uitplanten van zaailingen, teeltaarde produktie en watermanagement. Ziektebestrij ding is daarbij in eerste instantie ge richt op voorkomen. Dit door een samenspel van gewaskombinaties en rotatie en het rekening houden met natuurlijke levenscyclussen van ziek teverwekkers. Plotselinge plagen worden daarbij wel bestreden met ekstrakten van in de omgeving aan wezige planten zoals pepers, knof look, tabak (nicotine!) en as en zeep. Naast de puur op landbouwtechniek gerichte onderwerpen biedt het kur- suspakket ook boekhouden en huis- houdwetenschappen (voeding en ge zinsplanning). Afdeling ezeltraktie Het werk in de tuinen is vooral een zaak van menselijkie spierkracht. Ezels en ossen zijn van belang bij de akkerbouwmatige produktie van ge wassen. Daarnaast worden ezels voor transport ingezet. Mede als ge volg van de kontakten met het Pro jekt voor de Ontwikkeling van Dier lijke Trekkracht is er aan het Manor House een speciale afdeling voor trek- ezels ontstaan. Dit is het terrein van de oud-tuigenmakerskursisten Jacob Wasika en zijn kollega. Be langrijkste oogmerk van deze afde ling zijn trekdiertraining en tuigen- maken. Jacob heeft naast tuig ook een transportkar gemaakt waarmee in grote vaten water wordt vervoerd. Inmiddels hebben ze ook een Rumptstadploég (waarover we eer der in het ZLM-blad schreven) en een 1-rijige mais- en bonenplanter voor ezeltraktie. De ezels, het nieu we tuig en de nieuwe werktuigen spe len een belangrijke rol in de voor lichting en demonstraties. Ondersteuning N.G.O.'s belangrijk N.G.O.'s, ofwel Niet Gouvernemen- tale Organisaties (partikuliere hulp organisaties) zoals Manor House Agricultural Centre lijken een be langrijk instrument te worden voor een effektieve besteding van de in Zeeland bijeengebrachte gelden. In dividuele tuigenmakers werken in een moeilijker situatie om nieuwe tuigen in hun omgeving te introduce ren dan mensen als Jacob Wasika. Manor House biedt prima aanvul lende faciliteiten. De verbeterde aan spanningsmethode en de beschikba re werktuigen maken daarin immers een samenhangend deel uit van het pakket kursussen en demonstraties. Ook andere N.G.O.-instellingen, ontwikkelingssamenwerking zeeuwse landbouworganisaties ZLM CBTB NCB ZAJK REK 3205-02-635 RABOBANK GOES waarvan er in Kenya vele zijn, kun nen eenzelfde funktie vervullen. Er bestaan in ieder geval al verschillen de kontakten die heel aardige perspektieven bieden. De weg via de Rural Technology De velopment Units (kleine centra voor landbouw-ontwikkeling van de Ke- nyaanse overheid) is iets moeilijker, (hoeveel ook daar al vele oud- tuigenmakerskursisten zitten) omdat onze kontaktman in Kenya, Luurt Oudman, wil voorkomen dat over heidsfinanciering en onze financiële steun op onzichtbare wijze gaan ver mengen. Om in deze gevallen tot een goede formele struktuur te komen worden er door Luurt Oudman en zijn Kenyaanse assistent gesprekken gevoerd. We zullen hierover, en over andere zaken, nader berichten in een vol gende bijdrage. Naast de kommerciële landbouw is er altijd wel een groep mensen geweest die op een klein stukje grond juist genoeg wist te produ ceren om zelf van te kunnen eten en leven. Aan het eind van de ja ren '60 werd dit plotseling weer als een ideaal gezien door voorname lijk jonge mensen. Onder invloed van de toenmalige hippie-kuituur filosofeerde men: keer de stad de rug toe en ga naar het platteland, om daar vrij als een vogel in je ei gen behoeftes te voorzien. Leven van het land Deze stroming, die voornamelijk in Amerika zijn oorsprong had, sprak ook Nederlandse jongeren aan. Zo iemand was Guus Mul ders. In het begin van de jaren '70 studeerde hij af aan de universi teit'(n.b. als theoloog) liep enkele jaren zijn draai te zoeken, en kreeg steeds sterker de behoefte iets totaal anders te gaan doen. Het "leven van het land" idee sprak hem wel aan. Nederland, met al zijn voorschriften en regels kwam voor zijn plannen niet in aanmerking. Toen hij in Neder land een Amerikaanse vrouw trouwde, leek het pionieren in Amerika de meest voor de hand liggende keus. In 1976 vertrok hij, en nu ruim tien jaar later kijkt hij terug op een enerverende periode uit zijn leven. Naar Amerika Mulders: "Al een hele tijd liep ik met plannen rond iets op het land te gaan doen. Ik was weliswaar vrijwel een leek op dat gebied, maar door boeken te lezen en te praten met gelijkgestemden werk te ik m'n plannen uit. Al gauw bleek dat mijn ideaal in Nederland niet te verwezenlijken was. De voorschriften waren streng, en het land is veel te duur. Enkele van m'n vrienden gingen naar zuid- Frankrijk, maar toen ik door m'n Amerikaanse vrouw over de mo gelijkheden in de U.S.A. hoorde was de keus gauw gemaakt. In Amerika is nog veel marginaal land te koop. Dit zijn stukken die soms moeilijk te bereiken zijn, rotsachtig en verwilderd, en die dus niet in aanmerking komen Het houten woonhuis dat sinds 1935 leeg stond. De in aanbouw zijnde schuur, afkomstig van een naburig vliegveld. voor grootschalige landbouw. Voor ons doel waren ze echter uit stekend geschikt. Dergelijk land was te koop voor zo'n ƒ600,per hektare. Voor wat wij wilden zouden we onge veer 10 ha nodig hebben. In Ne derland, waar we overigens aan 4 ha genoeg zouden hebben, waren de grondprijzen toen rond de ƒ15.000,per ha. Een behoorlijk verschil dus". In de zomer van 1976 verkochten Mulders en zijn vrouw vrijwel al hun spullen en vertrokken naar de U.S.A. Met het vaste voornemen hun ideaal te verwezenlijken. Overgebleven hoekje Mulders: "We kwamen terecht in Vermont, waar m'n vrouw van daan komt, en waar we in eerste instantie bij familie konden loge ren. Snel gingen we op zoek naar land, en binnen zes weken vonden we wat we zochten. Bij de verkoop van een gebied van 600 ha was een hoekje overgebleven van 12 ha waarvoor niemand belangstelling had. Het bestond voor negen ha uit bos, en de overige 3 ha was zandachtige grond, woest en on- gekultiveerd. Wel stond er een vrij groot houten huis op, dat rond 1900 gebouwd was, maar sinds 1935 leeg stond. Voor ƒ10.000,— werden we eigenaar van het land en het huis. Het jaar was al ver gevorderd, maar voor de winter inviel kon ik nog een halve ha met een gehuurde kultivator omwer ken. Dat stuk zou het komend jaar dienst doen als groentetuin. Daar er op het land geen verdere opstallen stonden, moest er een schuur gebouwd worden. Het budget was echter beperkt. Via via kwamen we te weten dat er op een naburig vliegveld een aantal lood sen gesloopt moesten worde». Voor ƒ75,werden we eigenaar van een 60 meter lange, houten loods, die we in drieën zaagden, omtrokken met een gehuurde vrachtwagen, en naar ons land transporteerden. Zodoende kon den we vrij goedkoop een flinke schuur van 10 x 10 m neerzetten. Verrassingen Voor de aanschaf van allerlei ge reedschappen waren we aangewe zen op veilingen. Daar kon je de gekste dingen verwachten. Het was heel normaal dat je voor een kist met "verrassingen" kocht. Soms zaten daar 25 hamers in, of 25 kg antieke spijkers. Soms 10 bijlen en enige kilometers touw. Op die manier kwamen we vrij goedkoop in het bezit van een aan tal nuttige dingen,'en ook van to taal overbodige zaken, die we verkochten of ruilden. Voordat de winter inviel hadden we dus een aantal zaken redelijk voor elkaar, zodat we in het voorjaar echt kon den beginnen". Die eerste winter brachten Guus en z'n vrouw door in de stad. De winters in het noorden van de staat New York (waar hun grond ligt) zijn erbarmelijk koud en lang. De eerste vorst komt tegen sep tember, terwijl eind mei pas het groeiseizoen begint. Guus Mulders werd in 1940 gebo ren. Zijn vader was orthopedisch schoenmaker in Breda, zijn moe der kwam uit een geslacht van historici. Hij ging naar school in Breda, en naar de universiteit in Tilburg. Nadat hij afgestudeerd was hield hij zich eerst bezig met maatschappelijk-sociaal werk (op bouwwerk) in Brabant, maar ver huisde later naar Zeeland omdat hij van het land hield. Hij hield zich toen bezig met ambulante handel, zoals de verkoop van zelf gemaakte sieraden. In Zeeland woonde hij in Yerseke, Biezelin- ge en Middelburg. In 1976 vertrok hij naar de USA. Kontakten De eerste winter werd gebruikt voor het leggen van kontakten met gelijkgestemden. Rond Malone, waar ze nu wonen, zijn nog vijf echtparen die ook bezig zijn op de manier die de Mulders voorstaat. Die kontakten kwamen tot stand via de plaatselijke gezondheids winkel, waar die artikelen gekocht kunnen worden die men echt niet zelf kan verbouwen, zoals rijst of zout. Mulders werkte zijn zaai- en bouwplan uit, rekening houdend met de klimatologische omstan digheden. Omdat het groeiseizoen slechts drie maanden duurt is het nodig om bepaalde planten reeds in huis op te kweken, b.v. toma ten. Toen de winter dan op z'n eind liep, trok het echtpaar defi nitief naar de nieuwe behuizing. (wordt vervolgd) Peter Dieleman Vrijdag 13 februari 1987 15

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1987 | | pagina 15