LEI-onderzoeker: 'Fruitteelt moet nu investeren anders geraakt ze in tweederangspositie' Sekretaris NFO: 'Fruitteelt ontkomt in EG niet aan sanering' Veredelingswerk fruitteelt op veel te laag pitje.... 'De fruitteeltsektor heeft geen reden om erg optimistisch te zijn over de toekomst. De forse toename van de produktie die haar over enkele jaren te wachten staat noopt tot onmiddellijke aktie. De plaats op de markt die dan nodig is zal nu moeten worden veroverd. Een be drijfstak die niet bereid is daarin te investeren veroordeelt zichzelf tot een tweederangspositie op lange termijn'. Deze waarschuwende woorden liet LEI-onderzoeker J. Goedegebure horen op de Zeeuwse fruitteeltdag 16 januari jl. in de Vroone te Kapelle. Hij wees erop dat in de Nederlandse fruitteelt nog teveel beplantingen zijn die ekono- misch zijn verouderd. Het tijdig vernieuwen zal in de toekomst nog sterker de overlevings kansen van de bedrijven gaan bepalen. Helaas moet gekonstateerd worden dat het zuidwesten op dat gebied zeker niet vooroploopt. Tabel 4. De samenstelling van de appelproduktie in 1987 en 1995 in Neder land en in het Zuid-Westelijk Kleigebied in Goedegebure stelde dat die produ centen die het beste op de verande ringen in de markt inspelen zullen hun produktie in stand kunnen hou den of uitbreiden en ook op langere termijn kunnen blijven produceren. 'Het moet duidelijk zijn dat het daarbij niet gaat om de vraag of de beplanting op dit moment nog een positief saldo oplevert of over de vraag of de verpakkingskosten op dit moment wel ruimschoots betaald worden enz. Waar het wel over gaat is de vraag welke beplanting nu moet worden aangelegd om ook in 1990 en in de jaren daarna rendabel te kunnen produceren en over de vraag welke verpakking en presentatie nu moet worden ontwikkeld en welk marktbeleid nu nodig is om ook in 1990 en de jaren daarna een vol doende groot marktaandeel voor het Nederlandse fruit te kunnen opeisen'. Rassen Volgens de LEI-medewerker zal van de oudere rassen het aandeel in het areaal nog verder afnemen. Het sterkst is dit het geval bij Golden De licious. Dit ras gaat van een aandeel van 18 procent in 1987 naar 14 pro cent in 1990 en 8 procent in 1995. Gezamenlijk hadden de vier oudere rassen Golden Delicious, Cox's Orange Pippin, Boskoop en James Grieve in 1987 nog 51 procent van het areaal. In 1990 zal het gedaald zijn tot ca. 41 procent en in 1995 tot ca. 28 procent. De nieuwere rassen vertonen een overeenkomstige stij ging. Jonagold, Karmijn, Elstar, Gloster en Alkmene samen 34 pro cent in 1987, 48 procent in 1990 en 58 procent in 1995. Landelijk stijgt het aandeel van Jo nagold en Elstar tot ongeveer de helft van de totale appelproduktie. In het zuidwesten blijft dit met 40 procent wat lager dan elders. Ook de rassen Gloster en Alkmene worden van betekenis. De Karmijn zal nage noeg uit het sortiment verdwijnen. Ras Nederland ZWK 1987 1995 1987 1995 Golden Delicious 22 9 19 5 Cox's Orange Pippin 13 10 18 15 Schone van Boskoop 15 7 16 8 James Grieve 6 3 8 5 Jonagold 13 23 12 21 Karmijn de S. 2 1 3 2 Elstar 10 26 6 19 Gloster 2 5 2 5 Alkmene 2 5 2 8 Overige 15 11 14 12 Totaal 100 100 100 100 Wm m J. Goedegebure In het zuidwesten zal het aandeel nieuwere rassen ook flink toenemen zij het dat hun aandeel in dit gebied ook op langere termijn onder het landelijke nivo zal blijven. Bij verge lijking van de oudere rassen blijkt vooral de Cox's Orange Pippin zich in het zuidwesten goed te kunnen handhaven (11 procent landelijk, 16 procent zuidwesten). Dit hangt waarschijnlijk samen met het wat achter blijven van het aandeel Elstar in het Zuidwesten. Binnen het Zuidwestelijk kleigebied treden er ook tussen de deelgebieden verschillen op. Vooral het gebied Kapelle-Wemeldinge blijkt sterk aan de modernisering van het sortiment te hebben bijgedragen. Ook Zeeuws- Vlaanderen heeft een relatief hoog aandeel nieuwe rassen. De andere Zuidwestelijke gebieden zijn daarbij achter gebleven. Op de Zuid- Hollandse eilanden en in West- Noord-Brabant valt vooral op het hoge aandeel Cox's Orange Pippin en op de Zuid-Hollandse Eilanden ook het hoge aandeel Boskoop. Toename produkten Na 1990 komen de jonge beplantin gen in volle produktie en is een ster ke toename van de produktieom- vang te verwachten. Ten opzichte van 1987 moet landelijk gezien met een toename van 20 procent in de ja ren na 1990 worden gerekend. De produktie zal onder normale om standigheden dan een nivo van ca. 480 miljoen kg per jaar bereiken. In het zuidwesten zal de toename min der groot zijn namelijk een stijging tot 114 miljoen kg ofwel 11 procent meer dan in 1987. In de toekomst zullen levensduur en stichtingsperiode korter worden. Dit leidt tot een toenemend Ijelang van regelmatige produktvernieuwing qua sortiment en kwaliteit, hetgeen tot een zeer korte omlooptijd van de beplantingen aanleiding zal geven. De kortere stichtingsperiode zal be reikt moeten worden door het aan leggen van beplantingen die reeds in het eerste en zeker in het tweede groeijaar een aanzienlijke produktie geven. Dit kan worden bereikt door andere en betere bomen en een ver dere optimalisering van de teeltmaat regelen bij de start van de jonge boom gaard. Wil deze ontwikkeling doorzetten dan zal over een aantal jaren in het eerste groeijaar een produktie van ca. 5 ton en in het tweede groeijaar van ca. 20 ton per ha gerealiseerd moeten kunnen worden. Op nog lan gere termijn, in het jaar 2005, zal dit nog hoger moeten zijn. 'Verdere ver beteringen in de boomkwaliteit en teeltmaatregelen in de eerste groeija- ren (kontainerboom, druppelbe- vloeiing, fertigatie) kunnen er toe bijdragen dat de genoemde cijfers geen utopie zullen blijken te zijn', aldus Goedegebure. Voor de komende jaren wordt vol gens de LEI-onderzoeker verwacht dat de intensivering op zich minder in de belangstelling zal staan. Voor bij nieuwe beplantingen zich hoofd zakelijk tussen 2500 en 3500 bomen per ha zal bewegen en dat er van een tendens naar nog verdere intensive ring geen sprake zal zijn. J.W. "De fruittelers die zich tot nu toe hebben weten te handhaven zullen zich in het algemeen ook tot het jaar 2000 wel kunnen handhaven maar voorwaarde is wel dat de in gang zijnde omschakeling betref fende de rassenkeuze en de nieuwste inzichten in teelttechnieke in gang moet vinden.in de bedrijfsvoering. Toch zal in de EG een aantal fruittelers af moeten vallen hetzij gedwongen hetzij vrijwiljig, dit om dat de in de EG te verwachten appeloogsten tot het jaar 2000 welis waar ongeveer gelijk zullen blijven, maar ze wel op een afnemend aantal hektares zullen worden geteeld". Met deze woorden waarin een bemoediging maar tevens een waarschuwing ligt opgesloten, richtte ir. A. Groot, sekretaris van de Nederlandse Fruittelersorgani satie zich voor de laatste keer voor zijn pensionering tot de zuid westelijke fruittelers in "De Vroone" in Kapelle. Hij sprak er in het kader van de Zeeuwse Fruitteeltdag over de toe komst van de fruitteelt in EG- verband. Wat de appelproduktie in de Zuidelijk halfrond landen be treft, verwacht de heer Groot een toenemende produktie in vooral Chili. Van de landen in het Qostblok moet vooral Polen als producent van appelsapconcentraat worden ge vreesd. De produktie van appels bin nen de 10 EG-landen blijft zoals ge zegd tot de eeuwwisseling gelijk. Binnen die konstante produktie blijft de bestaande overproduktie in stand. Italië lijkt voorts de grote EG-appelproducent te worden met bijna de helft van de totale EG- produktie terwijl Frankrijk terug valt van nu nog 30% naar 20%. De Nederlandse EG-produktie stijgt van 7 naar 8%. Wat de rassen be treft verwacht de sekretaris van de NFO dat de produktie van de Gol den Delicious af zal nemen van 44 naar 33%. In het Nederlands sorti ment daalt deze appel van 5 naar 2%. Italië wordt veruit de grootste Golden leverancier. Voor Golden komen in Italië Red Delicious, in Duitsland Golster, in België Jona gold en in ons land Elstar en jona gold in de plaats. Brokken Volgens de heer Groot komen de ge varen voor de EG-marktbalans bij de appels vooral van de Zuidelijke Halfrond landen waar de komende jaren een enorme produktiegroei verwacht mag worden. "Dat benauwt ons het meest want dat betekent dat die grote produktie ongelimiteerd op onze markten kan worden gebracht en daar komen brokken van." Groot bepleitte dan ook een beperking van de invoer zo dat meer EG-appels kunnen worden gekonsumeerd, de interventie gerin ger zal zijn, meer Nederlandse ap pels kunnen worden geëxporteerd en de gemiddelde appelprijs zal stijgen. Een importverbod maar ook een be perking van de import van de ZHR- landen zou van de Nederlandse fruitteelt gemiddeld een rendabele bedrijfstak kunnen maken. Gezien de afzet, de ontwikkeling van de voorraden en de periode van import uit de ZHR-landen meent ir. Groot dat vaststelling van de te importeren hoeveelheden appels beter kan wor den gebaseerd op de voorraden per 1 januari omdat dit tot een beter marktevenwicht en tot een beper king van de interventie kan bijdra gen. Groot wees er verder op dat de dumping door Hongarije maar vooral door Polen van appelconcen traat een groot gevaar betekent voor onze afzet aan de verwerkende in dustrie. "De ontwikkeling bij zwarte bessen en fabrieksaardbeien hebben laten zien wat er dan gebeurt," zo waarschuwde hij. Onze eerste op dracht is en blijft een kwaliteitspro- dukt telen, optimaal bewaren, mo dern verpakken en efficiënt af zetten". Tot de Zeeuwse fruittelers zei de NFO-sekretaris dat degene die het tot nu toe gered heeft het ook het komend decenium moet kunnen waarmaken: "De Zeeuwen zijn nog altijd vakbekwaam en ze gaan - soms net op tijd - met hun tijd mee...." J. Wierenga "Essentieel voor de positie van de Nederlandse fruitteelt in de toekomst zal zijn dat de sektor zal kunnen beschikken over pro- duktieve rassen, die beter sma ken dan elders geteelde rassen en die speciaal in onze klimaatszöne kunnen worden geteeld. Het is dan ook zeer te betreuren dat op het Instituut voor Verdeling van Tuinbouwgewassen het verede lingswerk voor appels op een laag pitje staat en dat voor peren geheel stil ligt". Dat zei de sekre taris van de NFO ir. A. Groot op de fruitteeltontwikkelingsdag in die vrijdag 16 januari jl. plaats- vind in "de Vroone" te Kapelle. In het veredelingswerk zal veel meer energie moeten worden gestoken. Het is verder onver teerbaar dat grote bedragen die voortvloeien uit betaalde royal ties toevloeien naar het ministerie en niet worden benut voor voort zetting van dit werk. Volgens de heer Groot is het ook van groot belang dat het veredelingswerk op particuliere bedrijven wordt bevorderd. Fruittelers zullen af stand moeten doen van het recht van vrije vermeerdering op het eigen bedrijf terwijl voor ver meerdering zal moeten worden betaald. Voor de mutanten zou een afgeleid kwekersrecht moeten komen". De belangstelling voor de Zeeuwse fruit teelt dag was overweldigend, zoals bijgaande foto toont. C. Kuyvenhoven benoemd tot adjunkt-sekretaris van het P.V.S. Het bestuur van het Produktschap voor Siergewassen heeft in zijn ver gadering van 13 januari jl. de heer C. Kuyvenhoven benoemd tot adjunkt-sekretaris. Hij zal de taken overnemen van de huidige sekretaris K.A. Vos, die per 1 februari 1987 zijn funktie neerlegt in verband met zijn benoeming tot direkteur van het Pensioenfonds Produktschappen Voedselvoor ziening. De heer Kuyvenhoven is 37 jaar en zoon van een Westlandse tuinder. Hij heeft de studie register accountant bijna afgerond en is thans werkzaam als hoofd van de In terne Kontrole-afdeling van de Pro duktschappen voor Groenten en Fruit en Siergewassen. Vrijdag 23 januari 1987 9

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1987 | | pagina 9