Areaal droge peulvruchten
kan uitbreiden
Barenbrug komt met sterke
en produktieve grasrassen
Erwten, een produkt met een afzetmarkt
Opbrengsten - RIVRO interprovinciale proeven
Groene
erwtenrassen
RIVRO-resultaten
Rassenlijst 1987
Gem. interprov.
proeven
1985 1986
Rusthoeve
1987
Van bijna alle landbouwproduk-
ten in de EG is er een overschot.
Een uitzondering hierop vormen
de erwten. In Nederland zijn het
vooral de koöperaties die grote
hoeveelheden erwten afnemen van
de teler. Ze gebruiken de erwten
als eiwitbron ter verwerking in
mengvoeders. Een klein deel van
de erwten dat op dit moment in
het mengvoer wordt verwerkt,
wordt in Nederland geproduceerd.
Het overgrote deel wordt nog
steeds geïmporteerd uit andere
EG-landen. Door de produktie in
Nederland op te voeren, kan het
importaandeel worden terugge
bracht.
"Brussel" stimuleert reeds een aan
tal jaren de erwtenteelt. Voor de te
ler betekent dit een door de EG
gegarandeerde minimumtelersprijs.
Deze minimumprijs is de laatste jaren
op een zodanig niveau gekomen, dat
de teelt van erwten financieel aantrek
kelijker is geworden dan die van bij
voorbeeld wintertarwe.
Saldoberekeningen tonen dit ook aan.
Vervanging van de graanteelt door de
teelt van eiwitrijke gewassen, brengt
de landbouwproductie in een even
wichtigere situatie
In 1986 heeft de erwtenteelt op de
meeste gronden goede tot zeer goede
opbrengsten gegeven. Deze varieerden
van 3.500 kg/ha op zeer lichte droge
zandgronden tot ruim 8.000 kg/ha op
goede kleigronden. De EG-
minimumtelersprijs bedroeg
ƒ76,94/100 kg. De bruto financiële
opbrengst per ha liep dus uiteen van
ca. ƒ2.700,— tot ƒ6.155,—/ha.
Teelttechniek
De teelttechniek van erwten is de laat
ste jaren sterk verbeterd en de risiko's
zijn duidelijk afgenomen. Naast een
verbeterde zaaitechniek, een goede ge
wasbescherming en moderne oogst-
methoden, is vooral het kweken van
nieuwe rassen de belangrijkste faktor
geweest om tot hogere opbrengsten en
een betere oogstzekerheid bij de teelt
van peulvruchten te komen. De nieu
we rassen zijn minder strorijk, stevi
ger en weinig gevoelig voor allerlei
ziekten en plagen. Hierdoor is voor
al de opbrengststabiliteit sterk ver
beterd.
Met de komst van het ras Finale in de
jaren zeventig, ontstond een nieuw ty
pe ras: minder stro, steviger, gezond
en vroeg rijp. Daarna kwamen in snel
tempo nieuwe rassen, veelal ontstaan
uit kruisingen met Finale. Bij de groe
ne erwten zijn dat rassen als Maxi en
Calypso, bij de gele erwten Miranda
en Belinda.
Een andere, zeer belangrijke ontwik
keling was de komst van Solara. Het
eerste ras van het semi-bladloze type,
waarbij de jukblaadjes zijn veranderd
in ranken. Al in 1972 was men op het
Veredelingsbedrijf van Cebeco-
Handelsraad begonnen met het kwe
ken van een dergelijk type erwt. In
1985 kwam Solara op de Rassenlijst.
Solara heeft een veel grotere stroste
vigheid en is het eerste semi-bladloze
ras met hoge opbrengsten.
Naast Solara zijn inmiddels ook an
dere semi-bladloze selekties bij het
RIVRO in onderzoek.
Gemiddeld over de laatste jaren is er
nauwelijks sprake van opbrengstver-
schil tussen de verschillende rassen.
De huidige rassen kunnen op alle
grondsoorten worden geteeld. Met
name op vruchtbare gronden hebben
korte, stevige rassen de voorkeur.
Strorijke gewassen geven meer risiko.
Te weinig stro en daardoor grondbe-
dekking geeft opbrengstkleuring.
Vooral in het natte jaar 1985 kwamen
de semibladloze rassen goed voor de
dag. In 1986 lag de opbrengst van de
De teelt van veldbonen is de laatste jaren opnieuw in de belangstelling gekomen.
gele erwten zelfs boven die van de
groene. Genetisch is er nog maar wei
nig verschil tussen de gele en groene
er.wterassen.
Wat betreft de teeltwijze is er tussen
de diverse rassen geen verschil gevon
den. De hoeveelheid zaaizaad per
hektare wordt vooral bepaald door de
grofheid (het duizendkorrelgewicht)
van het zaad. De bemesting en gewas
bescherming is voor alle rassen gelijk.
De semi-bladloze rassen stellen iets
meer eisen aan de verdeling van het
zaaizaad. De planten haken met de
ranken in elkaar en kunnen daarom
de open plekken minder snel op
vullen.
Veldbonen
een gemakkelijke en oogstzekere teelt
Het gewas veldbonen is de laatste ja
ren opnieuw in de belangstelling ge
komen. De komst van het ras Alfred,
met een hoge opbrengst en betere
teelttechnische mogelijkheden, zowel
chemisch als mechanisch, heeft dit be
vorderd. De gegarandeerde EG mini-
mumtelerprijs en de verbeterde
oogstzekerheid maken de veldbonen-
teelt tot een goed renderende teelt. In
1985 werd ongeveer 2.300 ha veldbo
nen in Nederland verbouwd. In 1986
is het areaal opgelopen tot ruim 5.000
ha. Voor de komende oogst, 1987,
wordt een verdere uitbreiding
verwacht.
De gemiddelde opbrengst over de"
laatste vijf jaar ligt op ongeveer 5.000
kg/ha. Op percelen met een goede
vochtvoorziening zijn hoge op
brengsten, tot ruim 7.500 kg/ha, goed
mogelijk.
Bij de veldbonen wordt vrijwel uit
sluitend het ras Alfred geteeld. Alfred
is in 1983 opgenomen in de Rassen
lijst en voldoet uitstekend in de prak
tijk. De Cebeco 7406 is inmiddels
twee jaar door het RIVRO beproefd.
Dit ras geeft bijzonder goede op
brengsten. Het is een type als Alfred:
stevig, hoge peulaanzetting, kort-
bloeiend, middenlaat rijp, vrij grof
zaad. De komende jaren kunnen ook
uitbloeiende selekties worden
verwacht.
Finale
98
102
98
102
Maxi
98
100
98
105
Calypso
101
103
103
102
Solara
102
111
104
102
Ceb. 1116
118
102
99
Gele erwtenrassen
Belinda
101
102
105
103
Miranda
99
95
101
101
100 kg/ha
4.100
6.100
6.080
Raseigenschappen
lengte
stroste
mech.
vroegrijp
grootte
v/h stro
vigheid
oogsten
heid
v/d erwt
Finale 4
6,5
~6~
7,5
7,5
Maxi 4
7
6
7,5
7,5
Calypso 5
7
6
7,5
8
Solara 6
8
8
6,5
6,5
Ceb. 116 5,5
8
8
6.5
6
Belinda 4,5
7,5
6
8
6,5
Miranda 5
7.
6
8
8
Een hoog cijfer duidt op gunstige waardering van de eigenschap. Strolengte en vroeg
rijpheid zijn aangeduid met een hoog cijfer.
Resultaten
Cebeco-Handelsraad - Demonstratievelden peulvruchten 1986
erwten
veldbonen
Finale
Maxi
Solara
Alfred
planten/m2
50-66
43-66
57-58
18-26
(gemiddeld)
57
56
58
21
peulen/plant
8-13
8-11
10-14
15-18
10
9
12
20
zaden/peul
4,2
4,2
4,0
3,2
/.aden/nr
2406
2151
2598
1253
Duizendkorrelgewicht
334
363
302
561
Gewashoogte in cm per
15/6/86
33
35
34
63
1/8/86
15
16
43
138
Afzet
Naast teelttechniek en veredeling
maakt de gegarandeerde prijs de veld-
bonenteelt financieel aantrekkelijk.
Cebeco-Handelsraad geeft het alge
mene advies om vóór de uitzaai, reeds
bij de aankoop van het zaaizaad, een
overeenkomst af te sluiten over de af
name van het te oogsten produkt.
Perspektief voor de komende
jaren
Met de veredeling van peulvruchten
staan we nog maar aan het begin, ze
ker als we dat vergelijken met wat er
bij de granen aan veredeling heeft
plaatsgevonden en nog plaatsvindt.
De verwachting is dan ook, dat zowel
bij erwten als bij veldbonen de ko
mende jaren nieuwe, nog betere ras
sen zullen worden gekweekt. Dit zafl
tot gevolg hebben dat opbrengsten en
het rendement van de peulvruchten
teelt zullen blijven stijgen.
H. Meendering - teeltdeskundige
peulvruchten
Afd. Akker- en Weidebouw
Cebeco-Handelsraad
Rotterdam
Veehouders hebben het zwaar te ver
duren. Produktiebeperkingen en
overschotten drukken als een zware
last. Een optimale benutting van ei
gen produktiemiddelen - grasland en
vee - is noodzakelijker dan ooit. Het
Engels raaigras (vroege hooitype)
Barylou draagt daar aan bij. Het ras
heeft namelijk een geweldige ont
wikkelingssnelheid in het vroege
voorjaar. Men kan geruststellen dat
het de boer twee tot drie weken eer
der weidegras geeft.
Barylou, dat diploid is, heeft een ge
weldig opbrengend vermogen. Het
overtreft zelfs de tetra's. Dit koppelt
het aan een grote standvastigheid.
Barenbrug wil dit ras opnemen in
z'n bekende 'vroege weide mengsel'.
Goed nieuws voor de weidebouw. In
de Rassenlijst van 1987 werd hét
nieuwe diploïde Engels raaigras Bar
iet opgenomen. Het ras heeft een
goede produktiviteit, standvastig
heid en malsheid.
Bariet kombineert de voordelen van
zowel diploid als tetraploïd Engels
raaigras. De sterke eigenschappen
vallen er in samen. Zo is ze nauwe
lijks vatbaar voor de schadelijke
kroonroest. Deze treedt in de regel
op in augustus-september. Het gras
kleurt dan bruin en boet ernstig in
aan smakelijkheid. Ook is de groei
eruit. Bariet echter blijft in het na
jaar langer groen. Het gewas blijft
langer smakelijk en wordt ook in het
late najaar gewaardeerd door het
vee. Dit diploïde ras is het eerste
waar deze eigenschap aan toege
schreven mag worden.
Ook is Barlets opbrengst zeer hoog.
En het ras kan tegen een stootje: het
is zeer standvastig en wintervast.
Opvallend is de diep groene kleur.
Deze benadert die van tetraploïd En
gels raaigras. Echter de nadelen van
deze rassen vinden we niet terug in
Bariet. De zode is dicht en stevig en
het droge stof gehalte is even hoog
als van de andere diploïde rassen.
Hoger dus dan van de tetra's. Van
daar de uitspraak dat Bariet beider
voordelen in zich draagt.
Gras- en sportvelden
Het bedrijf breidde eveneens het
roodzwenk-grassen-assortiment uit
We denken aan Baruba (gewoon
roodzwenkgras) en Barcrown (rood-
zwenkgras met fijne uitlopers). Bei
de leveren een grote bijdrage aan de
verbetering van de grassen voor
gras- en sportvelden.
62e Beschrijvende
Rassenlijst
voor
Landbouwgewassen
1987
De sterke punten van Bariet, een vergelijking
A-rassen
N-rassen
Tetra's
Bariet
stand
vastigheid
7,9
8.3
7.4
winter-
vastheid
6,8
7,3
6,6
7,5
ziekte
resistentie
6,9
6,5
7,7
opbrengst
99,4
102,4
100,4
103
2 Inleiding
6 Granen
47 Peulvruchten
58 Handelsgewassen
69 Grassen voor grasland en gras
velden
148 Voeder- en groenbemestingsge-
wassen
149 Snijmais
192 Aardappels
255 Suikerbieten
262 Groentegewassen
276 Rassenstatistiek
302 Synoniemen, Vertalingen
309 Wenken voor belanghebbenden
318 Alfabetische lijst van rassen
328 Lijst van kwekers
P.S. De 62e Beschrijvende Rassen
lijst voor landbouwgewassen 1987 is
verkrijgbaar bij Drukkerij Leiter-
Nypels B.V., Postbus 831, 6200 AV
Maastricht, door 12,25 over te ma
ken op gironr. 1037754.
Rassenbijlage
13