Stichting Brabantse
Mestbank
Invloed boxbreedte op rentabiliteit
van vleeskal ver bedrijven
Mellema mist fundamentele
diskussie over privatisering
Verslechtering varkenssektor gunstig voor
welzijn dieren
Parlementariërs missen visie
Aanmelding kadavers
Tabel. Jaarlijkse kosten en opbrengsten (guldens) bij vergoeding van ƒ250
per kalverplaats bij boxen van 60 en 70 cm breed en groepshokken
Boxbreedte
Boxbreedte
Groepshok
60 cm
70 cm
Totaal kosten (A)
23471
21321
24971
Totaal opbrengsten (B)
26500
22260
26500
Arbeidsopbrengst (B-A)
3029
939
1529
Verschil per kalverplaats
t.o.v. 60 cm box
2
221
215
Verhoging boxengeld
(vergelijkingsbasis is
60 cm boxen)
0
25
15
Tarievenlijst vanaf 1 januari 1987
I. Afnemersprijzen:
Pluimveedrijfmest 11,50/m3, Mest-
varkensdrijfmest 5,00/m3, Rund-
veedrijfmest 6,50/m3.
Opmerkingen:
Afnemers van mestvarkensdrijf-
mest geleverd op Zeeuws-Vlaanderen
zullen in bepaalde gevallen 1,— ex
tra moeten betalen. Dit geldt niet
voor pluimveedrijfmest.
Indien de pluimvee- en/of mest-
varkensddrijfmest kan worden gelost
in een niet verrijdbare opslag, wordt
afhankelijk van het tijdstip van leve
ren een korting verleend op de afne-
mersprijs van 1,— tot 2,50 per
m3.
De bovengenoemde afnemersprij
zen zijn excl. de verspreidingskosten
en excl. 6% BTW over de transport
en verspreidingskosten.
II. Ophaalbijdrage:
door de mestleverancier te betalen
aan de Brabantse Mestbank.
Mestsoort
Basisophaal-
ds-gehalte
premie/m3
ophaalbij-
bijdrage/m3
in%
drage/mJ
Mestvarkensdrijfmest
5,50
minder dan
7
+0,50
6,00
Mestvarkensdrijfmest
5,50
7 tot 8
0,00
5,50
Mestvarkensdrijfmest
5,50
8 tot 9
-0,25
5,25
Mestvarkensdrijfmest
5,50
9 tot 11
-0,75
4,75
Mestvarkensdrij fmest
5,50
11 en meer
-1,00
4,50
Pluimveedrij fmest
2,25
minder dan
10
0,50
2,75
Pluimveedrij fmest
2,25
10 tot 12
0,25
2,50
Pluimveedrijfmest
2,25
12 tot 14
0,00
2,25
Pluimveedrij fmest
2,25
14 tot 15
-0,25
2,00
Pluimveedrij fmest
2,25
15 en meer
-0,75
1,50
Rundveedrijfmest
5,50
minder dan
9
0,50
6,00
Rundveedrij fmest
5,50
9 tot 10
0,00
5,50
Rundveedrijfmest
5,50
10 tot 11
-0,25
- 5,25
Rundveedrijfmest
5,50
11 tot 13
-0,75
4,75
Rundveedrijfmest
5,50
13 en meer
-0,00
4,50
Opmerkingen:
De bovengenoemde bedragen zijn excl. 6BTW.
De maximale zuig- c.q. pomptijd mag voor een tankwagen met vacuumpomp
max. 3 kwartier en voor een tankwagen met een zuigerpomp max. een half uur
zijn.
Vleeskalveren worden in hoofdzaak
gehouden in boxen van 60 a 65 cm
breed. Uit een enquête van het Pro-
duktschap voor Veevoeder in 1983
bleek dat ongeveer 75% van de
boxen een breedte heeft van 60 cm.
Onder invloed van het stijgen van
het afleveringsgewicht, in 1962 nog
151 kg en in 1985 220 kg, bestaat er
behoefte aan bredere boxen. Ook
verschillende aktiegroepen ijveren
naar verbreding van de boxen of
zelfs naar een totaal verbod ervan.
Het Landbouw-Ekonomisch Insti
tuut (LEI) en het Proefstation heb
ben een aantal berekeningen uitge
voerd. Naast bredere boxen is ook
groepshuisvesting in de berekening
meegenomen. Uitgegaan is van
zwartbonte stierkalveren, omdat
zwartbonte vaarskalveren over het
algemeen lichter en roodbonte kal
veren zwaarder worden afgezet.
In de bestaande bedrijfsgebouwen
kunnen bij een verbreding van de
boxen minder kalveren worden ge
houden. Bij groepshuisvesting kan
hetzelfde aantal kalveren opgezet
worden.
Bij het stijgen van de voerprijs is de
tendens aanwezig de kalveren op een
lager gewicht af te leveren. Bij een
stijging van de prijzen voor een
nuchter kalf (nuka) en van de ver
koopprijs worden de dieren echter
zwaarder afgezet. Gezien de huidige
prijsontwikkelingen, duurder wor
den van nuka's en hogere voerprij-
zen, is de behoefte aan bredere
boxen en groepshokken aanwezig.
Kontraktmesters
Bij een vastgeldkontrakt blijkt dat
een verbreding van de box een ver
hoging van de boxvergoeding per
jaar noodzakelijk maakt, doordat
minder kalveren kunnen worden ge
plaatst.
Verbreding van de boxen met 5 cm
ten opzichte van 60 cm vraagt een
ekstra vergoeding van ƒ10 a ƒ15 per
Om het inkomen gelijk te houden aan de uitgangssituatie moeten kontrakt
mesters een ekstra vergoeding van flOa f15 per kalverplaats krijgen bij ver
breding van de box van 60 naar 65 cm
jaar per box. Groepshuisvesting
vraagt een ekstra vergoeding van 15
per kalverplaats per jaar, dit om ook
het inkomen gelijk te houden aan de
uitgangssituatie (zie tabel).
Bewaking rentabiliteit
Bij de huidige hoge voerprijzen en
nukaprijzen zal de tendens naar
zwaardere kalveren steeds groter
worden. Bredere boxen zullen het
totaal aantal kalverplaatsen in de
sektor doen afnemen. Het negatieve
resultaat mag niet afgewenteld wor
den op de individuele mester.
Groepshuisvesting maakt het moge
lijk de kalveren zwaarder af te leve
ren, eventueel nog zwaarder dan de
huidige gewichten.
Groepshuisvesting vraagt echter ook
een hogere vergoeding per kalver
plaats om de jaarlijkse kosten te
kunnen kompenseren.
Onder de huidige omstandigheden
zijn de resultaten ook voor de kon-
traktgevers niet gunstig. Gezamen
lijk zullen kontraktgevers en kon-
traktnemers naar een oplossing moe
ten zoeken. Hierbij zullen vooral de
hoge voerkosten en de hoge nuka
prijzen onder de aandacht dienen te
komen. Lagere voerkosten kunnen
misschien ook bereikt worden met
andere produkten dan melkpro-
dukten.
Voorzitter ing. J.T. Mellema van het
Produktschap voor Pluimvee en Eie
ren vindt het terecht dat er bij de
heroverweging van de relatie tussen
overheid en landbouwbedrijfsleven
wordt gedacht aan verzelfstandiging
of privatisering van bepaalde over
heidstaken. Hij mist echter een fun
damentele diskussie over taken die
de overheid moet blijven behartigen
en taken die aan het bedrijfsleven
kunnen worden overgelaten. In zijn
nieuwjaarsrede, woensdag tijdens de
openbare bestuursvergadering van
het schap, hekelde hij de Tweede
Kamer omdat deze die fundamentele
diskussie bij de behandeling van de
landbouwbegroting heeft laten
liggen.
De huidige parlementariërs gedragen
zich volgens Mellema meer als een
vreemd soort opsporingsambtenaren
met meer oog voor details dan als
parlementariërs met een visie. Bo
vendien is hij van oordeel dat ambte
naren van landbouw en visserij zich
onvoldoende bewust zijn van de ge
wijzigde verhoudingen. Zij hebben
de macht opgesnoven en kunnen niet
meer zonder. Het afstaan van die
macht als gevolg van een meer af
standelijk overheidsbeleid is voor
veel ambtenaren moeilijk en zij
staan daarom afwijzend tegenover
het afstoten van taken, zo meent
Mellema.
Leunen
Het bedrijfsleven aarzelt, aldus Mel
lema, te erkennen in vele gevallen
best op eigen benen te kunnen staan.
Het leunt te veel op de overheid.
Hulp van die kant is nodig, maar
minder dan het bedrijfsleven zich
realiseert. In het verlengde daarvan
zou het bedrijfsleven in zijn visie het
fundamentele onderzoek ten behoe
ve van de sektor kunnen overnemen.
De laatste jaren is de betaling daar
van op vijftig-vijftig-basis. Als het
bedrijfsleven een deel van het onder
zoek overneemt krijgt de overheid
'inwoning, in plaats van huisbaas te
zijn'.
De pluimveehouderij zelf boekte vo
rig jaar wisselende resultaten, terwijl
de vooruitzichten voor dit jaar niet
even positief zijn. De producenten
van eieren draaiden opnieuw met
verlies. Het aantal bedrijven in deze
sektor daalde met 5,6 procent tot
ruim 2.600. De schaalvergroting
ging verder, zodat 4,6 procent van
alle bedrijven thans een derde van
alle leghennen in ons land huisvest.
Volgens Mellema moet worden vast
gesteld dat de konsumptie-eieren
niet altijd aan de wensen voldoen.
Hij ijvert daarom voor het reaktive-
ren van het eierkontroleburo. In zijn
jaaroverzicht vraagt het Produkt
schap zich af of er dit jaar wel vol
doende afzetmogelijkheden zijn
voor broedeieren, waarvan er vorig
jaar 780 miljoen werden geprodu
ceerd. Het verwacht minder omzet
vanwege hoge transportkosten en
uitbreiding van de lokale broedka-
paciteit in importlanden.
Dankzij goedkope eieren en redelijk
op peil gebleven opbrengsten heeft
Ing. J. T. Mellema
de eiproduktenindustrie een gemid
deld goed jaar achter de rug.
Mestregistratieformulier
inleveren!
Iedere veehouder met een bedrijf
-waarop meer dan 125 kg fosfaat
(±3 grootvee-eenheden) wordt
geproduceerd, doet zich zelf te
kort als het registratieformulier
Dierlijke Meststoffen niet vóór 1
februari a.s. bij de districtbu
reauhouder is.
De voorziene ekonomische verslech
tering in de varkenssektor zou voor
de dieren zelf wel eens gunstig kun
nen uitpakken. Om zich te verzeke
ren van afzetmogelijkheden heeft
voorzitter G.A. Meijer van het Pro
duktschap voor Vee en Vlees vorige
week woensdag opgeroepen te vol
doen aan de konsumentenwensen op
het welzijnsterrein. Zelf ziet hij alle
reden om met overheid en de interim
kommissie scharrelvarkensvlees te
gaan praten.
De sektor moet, aldus Meijer, de kon-
sument de korrekte garantie geven dat
hij krijgt wat hij vraagt, omdat de
konsument bereid is daarvoor een
meerprijs te betalen. De inspanningen
Zoals bekend zijn er 2 mogelijkhe
den om kadavers aan te melden nl.
rechtstreeks aan het destructiebe
drijf te Son en via de R.V.V. (Rijks
dienst voor de Keuring van Vee en
Vlees) te Rotterdam, Breda, Oss of
Helmond.
Voor rechtstreekse melding aan Son
dient de aanmelder te beschikken
Deze registratie is verplicht vol
gens de nieuwe mestwetgeving.
Op grond van de registratie
wordt een recht gekregen op een
zekere referentiehoeveelheid
mestproduktie. Degenen die ver
zuimen het formulier tijdig in te
leveren mogen volgens de thans
geldende wetgeving na 1 februari
a.s. geen rundvee varkens en
kippen op hun bedrijf houden.
moeten zich óok richten op de Bonds
republiek Duitsland, omdat de kon
sument daar soortgelijke wensen
heeft. Het afgelopen jaar is voor de
Nederlandse vee- en vleessektor geen
topjaar geworden zoals 1985. De to
tale vleesproduktie lag met 2,4 mil
joen ton zes procent hoger dan het
voorgaande jaar, maar de prijzen la
gen aanmerkelijk lager. De totaalop
brengst van de export bedroeg 8,25
miljard gulden tegen 8,5 miljard in
1985. Ook de binnenlandse opbrengst
daalde, maar daar stonden lagere
voer-, energie- en kapitaalkosten te
genover. Alles bijeen genomen kan
1986 volgens Meijer nog als bevredi
gend worden beschreven.
over een zgn. modem of toongenera-
tor. Wie niet over een dergelijke mo
dem beschikt dient telefonisch te
melden via de R.V.V. Rotterdam
tel. 010-4624569 of voor West-
Brabant te Breda tel. 076-226618
voor Midden-Brabant te Oss tel.
04998-74010 voor Oost-Brabant
Helmond e.o. tel. 04920-41035
Eindhoven e.o. 04920-51605, Cuijk
en Gennep e.o. 04920-46985. Voor
een goede uitvoering van de telefoni
sche meldingen via de R.V.V. dient
men echter ook te beschikken over
een door Son afgegeven registratie-
of computernummer omdat de
R.V.V. de telefonische meldingen
via de toongenerator doorgeeft aan
Son. Deze registratienummers die
nen de niet-modem bezitters zelf aan
te vragen bij het Destructiebedrijf te
Son (04998-73800).
Om het ophalen van de gemelde ka
davers zo vlot mogelijk te laten ver
lopen wordt dringend geadviseerd
het bovenstaande ter harte te nemen.
Vrijdag 23 januari 1987
11