Rassenkeuze bij vroege aardappelen 1987
Maak een snelspitfrees van
uw huidige spitfrees
Pootgoed uit najaarsteelt geeft sterker
gewas en grotere aardappelen
Opnieuw wijziging
Phoma-beleid
Van de totale oppervlakte aardap
pelen die er in het Zuidwesten ge
teeld wordt, is ongeveer 1600 ha
(dat is 5% van de totale opper
vlakte aardappelen) bestemd voor
de vroege konsumptie. Deze teelt
van vroege konsumptie-
aardappelen is beperkt tot enkele
gebieden met een lichte grond
soort, waarop vroeg gepoot kar
worden. Al enkele jaren worder
in deze teeltgebieden rassenproe-
ven aangelegd om bestaande en
nieuwe vroege aardappelrassen
met elkaar te vergelijken.
De laatste jaren wordt een deel van
de proefvelden afgedekt met folie om
het oogsttijdstip te vervroegen. In het
verleden is gebleken dat de vervroe
ging door het afdekken met folie mi
nimaal een week bedroeg, en dat de
rasverschillen ongeveer overeen kwa
men met het niet-afgedekte gedeelte
van het proefveld. In 1986 zijn de met
folie afgedekte objekten echter door
de warme dagen van 24, 25 en 26 mei
verbrand, waardoor er geen op-
brengstgegevens zijn. In 1986 zijn
naast de gebruikelijke rassen van de
laatste jaren twee andere rassen be
proefd, n.l. Gloria en Alcmaria (reeds
bestaande rassen op de rasseniijst).
Kassenvergelijking vroege
konsumptie-aardappelen 1986
De rassenvergelijking vond evenals in
1985 plaats op het bedrijf van dhr.
C.M. Lindhout te Poortvliet (Tho-
len). Op het proefperceel was het
voorgaande jaar bloemzaad geteeld.
De bemesting die gegeven is bedroeg
1000 kg 26 14 0. Het pootgoed
is 6 dagen voorgekiemd bij 18°C en
is 3 mei gepoot, waarna direkt de rug
gen zijn opgebouwd. Een onkruid-
bestrijding is niet uitgevoerd.
Door de late pootdatum, zijn de op
brengsten zoals die in tabel 1 staan
aangegeven, laag. Tabel 1 geeft een
overzicht van de opbrengsten van de
rassen bij een tweetal rooidata. De
aardappelen werden geoogst op 30 ju
ni en op 10 juli. Naast de opbrengst
wordt tevens het percentage aardap
pelen boven de 30 mm weergegeven.
Uit tabel 1 blijkt dat de rassen Alc
maria, Première en vooral Fresco in
een zeer korte tijd een redelijke op
brengst kunnen behalen, met een re
delijk percentage afleverbare
aardappelen. Dit komt goed overeen
met het cijfer in de Rasseniijst voor
de eigenschap "opbrengst bij vroeg
rooien".
Bij de tweede rooidatum zijn de op-
brengstverschillen al voor een groot
deel weggewerkt. Dit betekent dat een
aantal rassen bijvoorbeeld Eersteling
en Gloria een wat latere knolzettine
Vooral op Tholen vindt de teelt van vroege aardappelen plaats.
Tabel 1: De opbrengst aan totaalknollen en boven 30 mm
Ras oogst 30 juni oogst
10 juli
opbr. in opbr. in percentage opbr. in opbr. in percentage
kg/are verhoudings- meer dan kg/are verhoudings- meer dan
getallen
30 mm
getallen
30 mm
Première
128
109
81%
188
106
90
Fresco
145
123
76%
180
101
86
Eersteling
109
93
46%
190
106
81
Gloria
90
76
63%
178
100
87
Amazone
115
98
72%
165
92
85
Doré
110
93
65%
177
99
85
Alcmaria
126
107
79%
172
96
89
gemiddeld
118
100
69%
179
100
87
Ras
1982
1983
1984
1985
1986
1982
1983
1984
1985
1986
Doré
92
97
86
91
93
99
99
88
76
99
Première
109
110
100
123
109
107
105
96
116
106
Amazone
96
86
104
106
98
95
81
87
91
92
Prior
98
104
116
96
95
107
125
100
Fresco
105
104
95
68
123
104
108
95
85
101
Eersteling
93
93
96
106
100 in
kg/are
287
224
240
120
118
383
278
358
202
179
Tabel 3: Enkele raseigenschappen
volgens de 61e Rasseniijst voor Landbouwgewassen
1986*
vroeg
opbr. bij
sor
kons.
resist.
rooibe-
Ras
rijpheid
vroege
tering
oogst
waarde
schurft
schadiging
Doré
9
T
7
8-
4
9
Première
85
9
7
7
5
8
Amazone
8'
8
6
8
6
7
Fresco
8
9
7
7
6
r
Eersteling
95
9
6
8
4
6
of begingroei heeft, maar vervolgens
snel doorgroeit. In 1986 gaven voor
al Première en Eersteling goede op
brengsten bij een later oogsttijdstip,
waarbij Première een groot aantal
knollen groter dan 30 mm gaf.
Opbrengstvergelijking
Om een goede indruk van de rassen
te krijgen, is het noodzakelijk de
proeven over meerdere jaren te ver
gelijken. Vooral het korte groeisei
zoen van de rassen in 1986 kan het
totaalbeeld beïnvloeden. In tabel 2
staan de opbrengsten over de afgelo
pen 5 jaar van een aantal rassen naast
elkaar vermeld. Dit is aangegeven
voor een vroeg en een later oogst
tijdstip.
Het ras Prior is in 1986 niet beproefd.
Dit ras lijkt vooral geschikt, voor de
verwerkende industrie.
Vooral het ras Première geeft over een
reeks van jaren een goede opbrengst.
Waarbij de sortering boven 30 mm
net als bij het ras Fresco erg gunstig
is.
Beschrijving van de rassen
Naast het opbrengende vermogen zijn
er nog tal van andere eigenschappen
die van invloed kunnen zijn bij de
keuze van een ras. In tabel 3 staan de
waarderingen voor enkele raseigen
schappen van enkele rassen.
Voor een uitvoerige beschrijving van
alle rassen en een uitgebreid overzicht
van de raseigenschappen, wordt ver
wezen naar de 62e Rasseniijst voor
landbouwgewassen 1987. Deze Ras
seniijst is vanaf januari 1987 ver
krijgbaar.
A. Mooyaart
Met weinig kosten en moeite kan iedere pootaardappelteler op zijn
eigen bedrijf en met eigen pootgoed een proef nemen met pootaard-
appelteelt in het najaar. Ieder aardappelras is hiervoor geschikt en
groot pootgoed geeft het beste resultaat. Begin augustus is de beste
poottijd zodat bij bovenkomst van de jonge planten de gevleugelde
bladluizen uit de lucht zijn en er geen virus verspreiding plaats heeft.
Het pootgoed moet luisvrij worden bewaard en luisvrij worden voor-
gekiemd. Zelfs een dag in juli in de open lucht kan virus besmetting
op leveren door aanvliegende bladluizen. Denk hieraan bij het poten.
kweekte aardappelrassen vergeleken
n.l.:
voorjaarspootgoed ge- najaarspoot-
poot in april
gerooid in september,
opbrengst per ha, bo
ven 45 mm
Tabel 2: Opbrengsten (in verhoudingsgetallen) van vroege - aardappelen van 1982-1986
vroeg oogsttijdstip rijper oogsttijdstip
een hoog cijfer duidt op een gunstige waardering.
Als normaal voorjaarspootgoed is ge
poot zal het gewenst zijn om tijdens
de opkomst tot het gewas volgroeid
is twee maal per week te spuiten te
gen phytophthora. Daarna 1 x per
week.
Als najaarspootgoed is gepoot zal het
gewas vermoedelijk niet direkt bespo
ten behoeven te worden. Tot half sep
tember blijft het jonge gewas dan vrij
van phytophthora. Omdat in het na
jaar de nateelt van najaarspootgoed
meer resistentie tegen phytophthora
vertoonde dan de nateelt van normaal
voorjaarspootgoed werd op 4 augus-
De Pootgoedkommissie van het
Landbouwschap heeft een wijziging
voorgesteld voor het phoma-beleid.
Volgens de voorstellen zou de phoma-
aantasting voortaan binnen Neder
land en de Benelux moeten worden
behandeld als een quarantaineziekte
en voor andere landen als een kwali
teitsziekte. Onderdeel van de voorstel
len is het in stand houden van het
bemonsteringsonderzoek en het op
nieuw invoeren van de nulnorm (on
besmette partijen voor Nederland en
de Benelux).
Partijen die besmet zijn zouden maxi
maal moeten worden goedgekeurd in
de klasse A en na behandeling met
TBZ, een schimmelbestrijdingsmid
del, kunnen worden geëxporteerd.
Voor het doorvoeren van de voorstel
len moet de Nederlandse Algemene
Keuringsdienst haar phoma-beleid
veranderen, terwijl ook de medewer
king van het ministerie van Land
bouw (Plantenziektenkundige Dienst)
hiervoor nodig is. Aanleiding voor de
mogelijke wijziging in het phoma-
beleid is dat in tegenstelling tot de al
gemene verwachting de phoma-
schimmel ondanks de warme en dro
ge zomer toch voor een relatief grote
besmetting heeft gezorgd. Eind 1985
is het phoma-beleid nog gewijzigd.
Spunta onttroont Bintje bij
export pootgoed.
Hettema Zonen Emmeloord is met
het ras Spunta zeer succesvol bij de
export. In 1985/1986 werd van dit
door Oldenburger gekweekte ras
71.000 ton uitgevoerd. Het export
cijfer voor Bintje bedroeg in
1985/1986 66.000 ton. Overigens
zijn Bintje en Spunta twee volkomen
verschillende typen aardappel. De
spunt is een vrij vroeg, produktief
ras met zeer grote, lange knollen.
Hij is vrij vast in de kook en zuiver
van kleur. Als zodanig is het een zeer
geschikte primeuraardappel geble
ken voor Zuid Europa en overzeese
landen.
goed gepoot
in april
gerooid in
september,
opbrengst
per ha bo
ven 45 mm
tus 1986 najaarspootgoed van Bintje
geïsoleerd van andere aardappelen
uitgepoot. Het gewas werd niet
bespoten tegen phytophthora en bleef
vrij van deze ziekte. Op 17 oktober
1986 werd het gewas gerooid en ook
de knollen waren vrij van phytoph
thora en zijn momenteel nog goed ge
zond. Het lijkt de moeite waard om
te proberen of dit zich ieder najaar wil
herhalen.
Najaarspootgoed in het voorjaar ge
poot geeft na half juni een veel forser
gewas met rijkere bloei. Het is ster
ker bestand tegen droogte en phy
tophthora dan een gewas uit
voorjaarspootgoed. Bovendien geeft
het in uitgerijpte toestand een meer
opbrengst aan konsumptieaardappe-
len boven de 45 mm. In 1977 heb ik
de opbrengsten van acht eigen ge-
Tedria
33750 kg
41500kg
Spartaan
33000kg
50500 kg
CIN53/1167
27000 kg
43250 kg
CIN53/1609
38750 kg
48250 kg
CIN55/62
45000 kg
48750 kg
CIN55/329
34500 kg
45500kg
C1N56/39
40250 kg
45500 kg
CIN56/299
32500 kg
40750 kg
Omtrent de opbrengst van de na
jaarspootgoed teelt heb ik door om
standigheden tot mijn spijt geen juiste
cijfers, maar globaal geschat is dit
25000 kg.
J.A.J. Poos te Oss
Veel oudere spitfrezen zijn om te
bouwen tot snelspitfrezen, ongeveer
in de vorm zoals de firma Imants ze
nu construeert.
Na jaren van ervaring met het bou
wen van spitfrezen heeft de firma
Imants in 1984 de constructie
drastisch gewijzigd.
Door de vele technische verbeterin
gen is de huidige snelspitfrees ont
staan die op lichte grond een maxi
male werksnelheid toelaat van drie
km. per uur. Met de vier spaden per
rondsel, waarvan er twee links en
twee rechts werken, is er veel meer
ruimte in de machine ontstaan. Op
de lichte grondtypen kan ook nog
het afstrijkrek worden weggelaten.
Hierdoor en door het vergroten van
de diameter harkrol tot 190 mm ver
krijgt de grond de gewenste verkrui
meling en een goede vlakligging.
Ombouw
In Horst en omgeving hebben twee
tot snelspitfrees omgebouwde spit
frezen prima voldaan, ook al
moesten enkele kinderziekten wor
den opgelost. De twee typen zijn een
1.80 m brede Falc en een 2.10 me
ter brede Imants. Het mechanisatie-
bedrijf P.M. van de Munckhof te
Horst heeft het ombouwen voor de
tuinders verzorgd. Hierbij zijn deels
de huidige standaardonderdelen van
de Imants snelspitfrezen gebruikt.
Wijzigingen
Allereerst moet men van bijvoor
beeld een 2.10 meter brede spitfrees
het complete afstrijkrek en de mes-
kouters met houders verwijderen.
Daarna moet men de harkrol van 90
mm doorsnede met de lagerblokken
wegnemen en de houders voor de
neerzetsteunen naar de buitenkant
verplaatsen. Van de drie spaden per
rondsel blijft er één normaal recht
zitten. De twee andere worden weg-
geslepen. Vervolgens wordt de punt
van de ene beugel omgezet naar links
en de punt van de andere naar
rechts. Daarna kunnen de spaden er
op 2 cm. vanuit het midden weer
worden opgelast. Op iedere spitfrees
moet een nieuwe harkrol van 190
mm doorsnede en twee passende la
gerblokken worden geplaatst. Ver
der dient, afhankelijk van merk en
type, de overbrenging van de hark
rol te worden aangepast.
Hierbij zijn alleen de overbrengin
gen weer te geven van de verschillen
de typen van Imants. Voor de R-bak
de 13/13 kettingwielen voor de 3/4"
duplex Ketting, de K-bak de 19/12
kettingwielen voor de enkele duimse
ketting; de B-bak en K-bak de 24/15
kettingwielen voor de 3/4" duplex
ASA-ketting.
Ook de 25 cm brede spaden van bij
voorbeeld het type 32S210 KTdH
zijn in deze gewijzigde uitvoering te
breed. De breedte van de verschillen
de spaden varieert van 16 tot 25 cm
in verband met het verkrijgen van de
juiste overlappingen. Bij een R-type
van 180 cm breedte worden de spa
den echter 22 cm-2 x 2 cm 18 cm
breed met dezelfde overige aanpas
singen. Ieder rondsel met beugels en
spaden staat in een doorlopend ver
stek t.o.v. elkaar op de spitas.
Vrijdag 2 januari 1987
9