PAGV gaat methode ontwikkelen voor tijdig opsporen voetziekten in erwten Een triest 1986! Triest beeld Investeren Tenslotte Vooral enkele schimmelziekten wel ke te onderscheiden zijn in loofziek- ten en grondgebonden voet- en wor- telziekten kortweg voetziekte ge noemd zijn van belang. Door inten sivering van de erwtenteelt kunnen problemen met vooral deze grondge bonden ziekten, zoals deze zich al langere tijd voordoen in oude teelt- gebieden (Zeeuws-Vlaanderen, Old- ambt) toenemen. Voetziekte; soorten en symptomen Voetziekte bestaat uit een groot complex van zeer verschillende bo- dempathogenen namelijk. Assochyta's - Phoma medicaginis var. pinodella; - Mycosphaerella pinodes Fusarium spp. Pythium spp. Thielaviopsis basicola (zwarte voet ziekte). Nog tal van andere polyfage bodem schimmels behoren tot dit complex, maar bovengenoemde pathogenen zijn alle op praktijkpercelen in Ne derland gekonstateerd. Een nauw keurig onderscheid tussen al deze verschillende pathogenen is met het blote oog onmogelijk te maken. Door middel van isolatie en micro scopisch onderzoek is dit wel moge lijk. De meest karakteristieke symp tomen van voetziekte zijn te vinden op het wortelstelsel, de wortelhals en de stengelbasis. Van deze plantede len is al naar gelang de soort en de hoeveelheid voetziekte, in meer of mindere mate een lichtbruine tot zwarte verkleuring en dikwijls ook verrotting van het (oppervlakte) weefsel waar te nemen. In ernstiger gevallen (t.a.v. de opbrengst) ont staan insnoeringen in het weefsel en ook vaatbundelverstoppingen kun nen voorkomen. Dit laatste ver schijnsel kan o.a. door Fusarium veroorzaakt worden en is te herken nen aan de karakteristieke rode ver kleuring van de vaatbundels die te zien is als men de wortel(hals) doors nijdt. Ten gevolge van de hierover beschreven symptomen ftmktioneert het wortelstelsel onvoldoende en wordt het transport van voe dingstoffen in de plant ernstig be moeilijkt. Dit resulteert meestal na de bloei tot vergeling van het loof en tenslotte tot het vervroegd afsterven van het gewas (waar echter ook an dere oorzaken aan ten grondslag kunnen liggen zoals wateroverlast, bodemverdichting en aaltjes). Het zal echter duidelijk zijn dat de opbrengstderving veroorzaakt door voetziekte aanzienlijk kan zijn en door besmetting van de grond kan het lange tijd duren voordat het ver antwoord is om op hetzelfde perceel weer erwten te telen. Invloeden op het optreden van voetziekte Voor de praktijk is het belangrijk te weten welke faktoren van invloed kunnen zijn op het optreden van voetziekte: 1. Het te frekwent telen van erwten (en andere vlinderbloemige gewas sen). Vanuit ervaringen in de jaren '50 en '60 wordt als globale richtlijn 1 op 6 erwten gehanteerd. Wellicht kan door verbeterde teeltmaatrege len waarvan goede kwaliteit zaai zaad en zaaizaadontsmetting nu al realiteit zijn in combinatie met toe komstige maaatregelen zoals o.a. juiste perceelskeuze door toetsing, en door meer onderzoek deze norm bijgesteld worden. T.a.v. andere vlinderbloemige gewassen kan ver meld worden dat met name veldbo- nen in de rotatie in dit opzicht voor alsnog gelijkgesteld worden met erwten. 2. Kwaliteit van zaaizaad en zaaizaa dontsmetting. Aangezien sommige voetziektepathogenen met het zaad overgaan (en daardoor ook de gföhd kunnen besmetten) is een goede kwaliteit zaaizaad en een goede zaai zaadontsmetting belangrijk. Slecht zaaizaad kan verzwakte kiemplanten met weinig vitaliteit geven wat weer Ondanks de sterke areaalstoename van de laatste jaren loopt de op brengstontwikkeling bij droge erwten nog steeds achter in vergelij king met granen. Sterk wisselende opbrengsten van jaar tot jaar zijn een bekend verschijnsel bij deze teelt. Dit gebrek aan opbrengststabi- liteit wordt o.a. veroorzaakt door een ongunstige gewasstruktuur (veel stro) en de sterke gevoeligheid voor ziekten en plagen. Oplopende reeks van voetziekte-aantasting. Links op de foto een lichte aantasting, rechts afgestorven planten. Uitvoering van de test in de winter in de kas. Het jaar negentienhonderdzesen tachtig gaan we afsluiten, 't Zag er uitermate triest uit voor menig bedrijfsgenoot in land- en tuin bouw. Velen deden wel een po ging om ziekten en plagen te be keren! Maar in z'n algemeenheid genomen is er weinig van terecht gekomen. Van enige beheersing is nauwelijks sprake. We glijden steeds verder weg met gewas- en bodemgezondheid. Er zal aan de bedrijfshygiëne nog veel gesleu teld moeten worden om nóg er ger te voorkomen. Ekonomisch gezien moeten we reeds enkele jaren konstateren dat het steeds minder florissant gaat op on ze landbouwbedrijven. Zo af en toe wel eens een kleine ople ving door wat meelopende omstan digheden. Even een klein hoogte punt in de markt bij vollegronds- groenten of een kort moment een iets hogere prijs bij komsumptieaard- appelen en daarvan gebruik kun nen maken. Maar het totale gemid delde beeld in ekonomisch opzicht is triest; overal in neergaande lijn! We zijn met z'n allen in een krisis- situatie beland en 't zal niet eenvou dig zijn om daar weer uit te komen. En dan komt Vermeer nog aanzetten met een somber verhaal over toene mende verslechtering van bodemge zondheid en toenemende ziekten bij de landbouw-plantcnteelt. En toch is het niet een stukje filoso fie, zo aan het einde van het jaar, zo rond de donkere dagen van kerstmis 1986. Geen droom, geen fantasie, maar werkelijkheid. Door intensie vere teelten, door toenemend ge meenschappelijk gebruik van werk tuigen, door gemakkelijke bestrij- dingsmethoden, door plattere beur zen en ga zo maar door! Het A.M. veroorzakende aaltje rukt steeds verder op; phoma en schim mels en bakteriën zijn niet te stuiten; de rhizoctonia wordt meer ruimte gegeven en ligt duidelijk op de loer. Velen verzetten zich tegen scherpere maatregelen met name op de korte termijn, 't Is ook niet aanvoudig om die nu al voor met het oog onzicht bare 'parasieten' te 'aksepteren'. Vooral wanneer dat ingrijpt in het bouwplan, of wanneer daarvoor di- rekt vrij hoge kosten gemaakt moe ten worden. Al met al een triest beeld voor de agrariërs in Neder land. Men moet het aan de lijve on dervonden hebben om dat te onder kennen, om het daar mee eens te kunnen zijn. Als we toch een gooi willen doen om de talloze ziekten en plagen te be dwingen - en dat doen we natuurlijk - dan zullen we forse investeringen moeten doen. En dat ligt uiteraard op ieder bedrijf verschillend. Gewoonweg willekeurig zijn er een aantal zaken die genoemd kunnen worden, waarvoor aandacht ge vraagd wordt. Een juist uitgevoerde grondontsmet- ting, nieuw uitgangsmateriaal, ont smetten met kwik, looftrekken, langs de meest korte weg behandelen van het uitgangsmateriaal. Zeer kri tisch zijn op alles wat de boerderij binnenkomt. Straks komt er een la wine van mest over ons heen! Destijds heb ik gepleit om mest te 'certificeren'! Dat blijft nog steeds dringend noodzakelijk. Er zijn schrijnende voorbeelden te geven welke narigheden met de mest mee kunnen komen. In deze geldt: een gewaarschuwd man telt voor twee. Bedrijfshygiëne betrachten, toepas sen, betekent in vele gevallen, in vesteren. En dat past nu juist op de meeste plaatsen niet vanwege de ge ringe bedrijfsuitkomsten. En toch zal het moeten als we boer willen blijven en als we aan onze opvolgers nog een redelijke boerderij willen overdragen, 't Betekent in principe: streven naar gesloten bedrijfssyste men. En daarbinnen alle zorgvuldig heid betrachten om ziekten niet al leen te bekeren, maar vooral te be heersen! En dat kost geld. Maar ziekten en plagen de kans geven kost vele ma len meer geld. Niet zo'n opgewekt beeld rond de feestdagen. Maar 't is wel duidelijk een stukje zorg delen en doorgeven. We hopen de artikelenserie in 1987 nog te mogen voortzetten. Niet uit tijdverdrijf! Het tegendeel is waar. Maar om telkens een stukje aktuali- teit te kunnen doorgeven. Om elkaar te informeren. Om elkaar te waarschuwen. Wij Nederlanders moeten in staat zijn met een stukje nauwgezetheid de problemen de baas te blijven, ook de phytosa- nitaire! Dat is dt wens voor 1987! A. Vermeer een verhoogde gevoeligheid voor pa thogenen veroorzaakt. 3. Het onvolledig inwerken van ge- wasresten. Ook vanuit het stro kan infectie plaatsvinden. Dit geeft ech ter in de praktijk weinig problemen omdat het stro afgevoerd wordt en/of er een goede (kerende) grond bewerking uitgevoerd wordt. 4. Het telen onder ongunstige om standigheden. Een slechte struktuur, verslemping en verdichting zijn voorbeelden van een ongunstige si tuatie voor het erwtengewas, die in de praktijk (te vaak) voorkomen. Behalve een direkte ongunstige in vloed op de wortels veroorzaakt door deze omstandigheden (02 ge brek) worden de planten door deze verzwakking ook nog eens vatbaar der voor een aantasting door voet ziekte. Het mes snijdt dus aan twee kanten. Bestrijding Momenteel zijn de mogelijkheden van bestrijding van voetziekte zeer beperkt. Een zaadbehandeling met fungiciden geeft enige bescherming tegen een vroege aantasting door kiemschimmels en voetziekte pathogenen maar werkt onvoldoen de gedurende het gehele groeisei zoen. Grondontsmetting is geen alter natief wegens de schadelijkheid voor het milieu en de hoge kosten. T.a.v. re sistentie tegen voetziekte is momenteel op het SVP onderzoek gaande, maar dit biedt vooralsnog op de korte termijn geen oplossing. Met andere woorden er zijn momen teel geen afdoende curatieve of pre ventieve bestrijdingsmogelijkheden voor handen. Voetziekte-onderzoek Gezien de ervaringen met voetziekte en het verleden en in het licht van een toenemende intensivering van de erwtenteelt is bij het ontbreken van een bestrijdingsmethode gekozen voor het voetziekteonderzoek met als motto: VOORKOMEN IS BE TER DAN BLUSSEN. Dit onderzoek dat uitgevoerd wordt op het PAGV te Lelystad heeft als hoofddoel een methode te ontwikke len om HET OPTREDEN VAN VOETZIEKTE D.M.V. EEN BO- DEM(BIO)TOETS PERCEELSGE WIJS VOORTIJDIG IN TE KUN NEN SCHATTEN. Een bodem(bio)toets meet de ziekte- druk in de grond de grond wordt getoetst op ziekte) sterk vereenvou digd weergegeven is de werkwijze als volgt: Van een met voetziekte besmet perceel worden in de herfst/winter grondmonsters geno men. Op deze grond worden in de kas onder zodanig geconditioneerde omstandigheden (temp. vocht dichtheid grond etc.) erwten geteeld, dat de door de besmette grond ver oorzaakte voetziekte-aantasting op het gewas in de kas een vergelijkbare intensiteit krijgt met de aantasting op het veld (praktijkperceel in voor jaar/zomer). In 1986 is deze werk wijze voor het eerst op een 45-tal praktijkpercelen door heel Neder land toegepast. De selektiecriteria van dergelijke percelen zijn: Er moe ten in de laatste 10 jaar minstens lx erwten op het betreffende perceel ge teeld zijn. Er worden in het komen de seizoen erwten op het perceel verbouwd. Verder wordt getracht van de ver schillende grondsoorten elk een aan tal percelen te onderzoeken. Zoals vermeld worden van deze percelen grondmonsters genomen en in de kas volgens de hiervoor beschreven methode op voetziekte getoetst. Ge durende het groeiseizoen worden de gewassen in de praktijk gevolgd. Net zoals in de kas wordt de hoeveelheid voetziekte-aantasting in het veld nauwkeurig gekwantificeerd. Verder worden nog waarnemingen aan het gewas verricht zoals bepaling van het aantal planten per m2, aantal peulen per plant etc. Ook worden al gemene perceels- en teeltgegevens- verzameld. Voorlopige resultaten De voorlopige resultaten van deze uitgevoerde voetziekte-toetsing van 45 percelen door heel Nederland (met name Groningen en Zeeland) zijn: Er bestaat een uitstekend verband tussen de gevonden hoeveelheid voetziekte in de kas en die in het veld. Niet alleen qua intensiteit maar ook t.a.v. het type symptomen (soort voetziekte) is er een grote overeenkomst. De meest frekwent voorkomende voetziekte was Fusarium spp. maar Phoma, Pythium spp. en Thielavi opsis basicale kwamen ook voor. Van de getoetste praktijkpercelen was 30% zwaar ziek 30% licht tot matig ziek 40% gezond - vrij gezond Konklusie en vooruitzicht Uit de gevonden resultaten blijkt dat het mogelijk is om de voetziektedruk in de grond op een betrouwbare ma nier voortijdig te bepalen. Hieraan kan in de toekomst voor de praktijk een voorspellings- en advies model voor risikopercelen t.a.v. voetziekten gekoppeld worden. Hierdoor kunnen erwten zoveel mo gelijk op gezonde percelen geteeld worden en kan met behulp van be staande teelt maatregelen het risiko t.a.v. voetziekte (en dus ook op brengst) voor de teler tot een mini mum beperkt worden. Met deze teeltmethode moet het mogelijk worden grond en gewas zoveel mo gelijk gezond te houden. Ook in 1987 zal weer een proeftoet- sing op een aantal percelen plaats vinden. Via de voorlichtingsdienst zal een aantal erwtentelers benaderd worden om door het beschikbaar stellen van een geschikt perceel, me dewerking te verlenen aan dit voetziekte-onderzoek. Jaap Basting 8 Vrijdag 2 januari 1987

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1987 | | pagina 8