2(CC /8<T^
Vanuit de Z.L.M. gezien
zuidelijke landbouw maatschappij
Nieuw AM-beleid betekent
druk op teelt Bintje
fftrn
land- en
tuinbouwblad
VRIJDAG 2 JANUARI 1987
75e JAARGANG NO. 3857
Door interventiebeperking en verlaging van de interventieprijs wil de Europese Commissie de produktie
van overschotten in de vleessektor ontmoedigen. Bij de kompenserende premieregeling komen de grotere
gespecialiseerde roodvleesproducenten er evenwel slecht af. De premie geldt namelijk tot maximaal 50 die
ren per bedrijf.
Onder dat motto schreef Doeleman tien jaar lang zijn
kommentaar in ons blad. Een vlag, die de lading (van
aktuele beschouwingen voor en namens een land
bouwbelangenorganisatie) mijns inziens uitstekend
dekt. Ik neem me daarom voor om, uiteraard met de
verkregen instemming van mijn voorganger, met een
bepaalde regelmaat eveneens "vanuit de Z.L.M. ge
zien" voorkomende zaken aan u voor te leggen.
Het nieuwe jaar is begonnen. Ik hoop van harte, dat
u, Z.L.M.-leden en -belangstellenden, een goede Kerst
hebt kunnen vieren. En voor 1987 wens ik u veel heil
en zegen toe; individueel, zowel als in gezins-, familie-
en vriendenverband.
Voor de gezamenlijkheid van de 8500 leden en mede
werkers hoop ik in 1987 op een bestendiging van de
solidariteit, de kenmerkende saamhorigheid zoals die
feitelijk, bij het afscheid van Doeleman, 8 december
j.l., weer voluit bleek.
Een saamhorigheid, die wellicht meer dan ooit voor de
huidige boerengeneratie fundamenteel noodzakelijk zal
zijn om "door te gaan" met het streven en werken van
onze organisatie. Doorgaan met onze belangenbehar
tiging. 't Is - hoe moeilijk ook - van het allergrootste
belang. Zeker nu alles en iedereen tegen die belangen
in blijkt te werken, nu de stroom van de zogeheten
overproduktie zich tegen ons keert en de roep om zo
genaamd marktgericht produceren steeds groter
wordt.
Die belangenbehartiging dient tweezijdig gericht te zijn.
In landbouwpolitiek opzicht naar buiten toe namens de
gezamenlijke land- en tuinbouw, en naar binnen toe
voorlichtend en meedenkend ten dienste van de indi
viduele boer of tuinder. Voor wat betreft de kollektie-
ve standpunten en wensen zijn de "marges",
waarbinnen wij overleg kunnen voeren en tegenspel
kunnen leveren, steeds kleiner geworden. Politiek
wordt bepaald door de wet van de (kiezers-)getallen.
Onze direkte invloed daarop wordt steeds geringer. Eén
en ander laat echter onverlet dat we - in het landelijk
overleg - niet aflatend moeten blijven streven naar ver
ruiming van die politieke marges.
Als het gaat om de interne, op de individuele ledenbe-
langen gerichte doelstelling, zal de ZLM zich organisa
torisch nog verder dienen te versterken om doelmatige
voorlichting en begeleiding te kunnen bieden per be
drijf en per persoon. Ook wat dat betreft dient het door
Doeleman uitgezette spoor verder gevolgd te worden.
Bij voorbaat spreek ik daarbij persoonlijk mijn groot ver
trouwen uit in het gehalte en de kapaciteit van sekre-
tariaat en medewerkers(sters) in het "Landbouwhuis"
en de S.E.V.-ers(sters) te velde.
"Solidariteit" en "belangenbehartiging" zijn trefwoor
den, die ik ook graag van toepassing wil laten zijn op
een bestendiging van de goede kontakten met handel
en industrie - zowel koöperatief als partikulier - in ons
werkgebied. Een verdere groei en intensivering van de
wederzijdse samenwerking, daar waar nodig en nut
tig, tussen onze organisatie en de "verlengstukken"
van het boerenbedrijf, zal noodzakelijk zijn voor een op
timale belangenbehartiging.
Het voorgaande kan vervolgens mede als achtergrond
fungeren voor enkele opmerkingen in verband met de
landbouwpolitieke aktualiteit. De op de valreep van het
oude jaar genomen zuivelbesluiten komen aanzienlijk
harder aan, dan redelijkerwijs verwacht kon worden.
Wel degelijk zal de uitwerking van deze maatregelen,
zowel gemiddeld als individueel, aanmerkelijke inko
mensverliezen en daaruit voortvloeiende kalamiteiten
veroorzaken in de melkveehouderijsektor.
Behoudens ons hoofdbezwaar dat de quotumkorting
te fors, te abrupt en te eenzijdig is, betreft onze kritiek
onder meer ook het besluit tot opschorting van de in
terventie voor magere melkpoeder gedurende het
winter-halfjaar.
Twee ongedane zaken springen in het oog waarop we
primair onze aandacht zullen moeten richten:
a. de mogelijkheid om een jaar lang een nationale
toeslag van ca. 7 cent bovenop de E.G.-premie van ca.
27 cent per liter te verlenen voor "niet vol te melken
quota" zal door Den Haag gehonoreerd moeten wor
den en
b. Brussel zal aanzienlijk verdergaande besluiten dan
tot nu toe dienen te nemen over de uitvoering en fi
nanciering van het opruimen van de boter- en melkpoe-
dervoorraden.
Desnoods zal tot totale vernietiging overgegaan moe
ten worden. In het kielzog van de zuivelbesluitvorming
zijn voor de rundvleessektor eveneens diep ingrijpen
de besluiten genomen. Met name de gespecialiseerde
De Plantenziektenkundige Dienst in Wageningen wil het
aardappelmoeheidsbeleid aanpassen. Aardappelmoeheid
wordt in de gehele wereld aangemerkt als een gevaarlijke
quarantaine-ziekte, die regelmatig leidt tot moeilijkheden
bij de export van aardappelen en alle soorten teeltmateri
aal. Ondanks de huidige voorschriften neemt de ziekte zo
wel in de kleigebieden als in de Veenkoloniën toe. Er zullen
grote problemen ontstaan, indien nu geen verdergaande
maatregelen worden genomen, zo voorspelt de P.D.
In een notitie aan het bestuur van het Landbouwschap is
uiteengezet op welke punten aanpassing noodzakelijk is.
Hierbij komt naar voren dat uitbreiding van aardappel
moeheid vooral voorkomen moet worden door preven
tieve voorschriften. De praktijk kan thans kiezen uit een
aantal teeltmogelijkheden met vatbare en resistente aard
appelrassen, al of niet gekombineerd met grondontsmet -
ting. De huidige voorschriften sorteren onvoldoende effekt
terwijl een voortzetting van de verplichte grondontsmet-
ting ook om andere redenen ongewenst is. In de toekomst
zal alleen een intensieve aardappelteelt (eenmaal per drie
of vier jaar aardappelen) worden toegestaan als de teelt
van vatbare rassen regelmatig wordt afgewisseld met re
sistente. Een verplichte grondontsmetting vervalt. Het is
duidelijk dat de teelt van Bintje door deze maatregelen
onder druk komt te staan.
Om de AM-situatie ook in de toekomst onder kontrole
te houden, aan de eisen ten behoeve van de export te kun
nen blijven voldoen en de vereiste kuratieve maatregelen
te kunnen opleggen is het noodzakelijk zowel de karte
ring als het grondonderzoek in de komende jaren uit te
breiden tot meer gebieden. Gezien het grote direkte be
lang voor diverse sektoren van land- en tuinbouw zullen
de kosten van deze werkzaamheden in eerste instantie voor
50% door het bedrijfsleven mede gefinancierd moeten
worden. De aanpassing van de regelgeving heeft een ver
schuiving van het rassensortiment tot gevolg. De vraag
naar pootgoed van resistente rassen zal sterk toenemen.
Aanpassing van de pootgoedvoorziening vergt derhalve
enkele jaren.
De gewijzigde regelgeving zal met ingang van 1994 in het
gehele land volledig van kracht zijn. Dit betekent dan in
1994 uitgaande van het 1:3 systeem alleen vatbare rassen
geteeld mogen worden op percelen waar in 1991 een re
sistent ras werd geteeld.
Overigens dient te worden opgemerkt dat het hier om
voorstellen gaat en dat het bedrijfsleven zich nog uit moet
spreken over de door de P.D. voorgestelde wijzigingen,
(zie voor meer informatie pag. 7
Nederlandse roodvleesproducenten zullen onevenredig
zwaar getroffen worden door deze maatregel. Het is
van het grootste belang om alsnog te trachten gehoor
te vinden voor de noodzaak om de in de besluitvorming
geintegreerde premieregeling exklusief en veel minder
beperkt te doen toekomen aan voornoemde specia
listen.
Ter zake van de twee andere voor ons werkgebied van
belang zijnde marktordeningsprodukten, granen en sui
ker, zal de ministerraad pas in de a.s. voorjaarsbijeen
komst tot verdergaande besluitvorming trachten te
komen.
De Z.L.M.-standpunten dien aangaande zijn u bekend.
Tenslotte
In welhaast alle bedrijfstakken van de Nederlandse
land- en tuinbouw nemen deze winter de financieel-
ekonomische zorgen bedenkelijke vormen aan. Zorgen,
niet zozeer op korte termijn wegens de huidige slech
te marktprijzen, maar zorgen vooral voor de langere ter
mijn: Beduchtheid voor struktureel laag blijvende
prijzen, en vrees voor het zichtbaar wordende verdrin-
gingseffekt tussen de verschillende produktietakken
onderling.
Die gerechtvaardigde, pessimistische en negatieve ge
voelens zouden voor een groot deel omgebogen kun
nen worden in moed en nuchter vertrouwen in het
eigen ondernemerschap indien de Nederlandse over
heid meer en betere instrumenten en faciliteiten be
schikbaar zou stellen ten behoeve van haar nationale
landbouw.
Het is vooral tegen die achtergrond, dat wij de komen
de maanden voorstellen over ondere andere belasting
hervorming en bezuinigingen op het gebied van
onderzoek en voorlichting zeer kritisch zullen be
naderen.
Van der Maas