Invloed van afkalfdatum op voedervoorziening van melkvee Uitzonderlijk gunstige voederwaarde graskuilen, Snijmaïs valt wat tegen Geen nieuwe boterfabriek Campina korte wenken veehouderij Studie Bijna 3 ton voor Brabantse geitenhouderij "Weet wat ge voert" Vergelijkend onderzoek inkuilen met korte veldperiode De zuivelindustrie heeft te maken met een onregelmatig aanvoerpatroon van de melk. In de winterperiode is de aanvoer geringer dan in de zomerpe riode. Door de invoering van de su perheffing dreigt de aanvoer nog sterker naar de zomerperiode te ver schuiven. De aangekondigde verdere beperking van de quota kan dit pro ces gaan versterken. Aangezien een onregelmatig aanvoerpatroon onder- In de maand januari zal elke mest- producent een formulier in moeten vullen voor de REFERENTIEHOE VEELHEID MEST. Als het goed is hebt U dit formulier al ontvangen. Zo niet, vraag dan de districtsbu reauhouder om een exemplaar. Als er vragen zijn over het invullen is het mogelijk om een speciaal 06-nummer te bellen. Maak er dan ook gebruik van. Het blijft noodzakelijk om het kost bare kuilvoer regelmatig te kontrole- ren. Het plastic wordt n.l. zo gemak kelijk beschadigd door vogels, rat ten e.d. Met zelfklevende plakband zijn dergelijke beschadigingen snel weer hersteld en als we er op tijd bij zijn valt de schade best mee. Maak er daarom een gewoonte van om minstens een keer per week, gewa pend met plakband de KUILEN TE KONTROLEREN. Op verschillende graskuilen zijn de kanten of de bovenlaag afwijkend van kleur en kwaliteit. De oorzaak is meestal een BESCHADIGING VAN HET PLASTIC of dat er op die plaatsen te weinig grond heeft gezeten. De kans is groot dat deze slechte plekken zwaar besmet zijn met boterzuursporen. Wees daarom voorzichtig en geef deze dan ook niet aan melkgevende koeien. OPGERUIMD STAAT NETJES. Ook op het erf en bij de voerkuilen. Het staat echt slordig als er stukken en resten plastic rondslingeren en in de wind liggen te flapperen. Het is een kleine moeite om deze rommel te verzamelen, een touw er omheen en meegeven met het grof vuil. Als het blijft liggen en het komt overal tus sen hebt U er meer werk mee en ook een ander ergert zich eraan. Als we JONGVEE EN DROOGSTAANDE KOEIEN veel mais laten vreten is de kans groot dat ze te vet worden. Dit is niet goed en kan ook nog moeilijkheden geven met het drachtig krijgen, kalfziekte enz. Wees daarom verstandig en geef minder mais. Uiteraard dan wel voldoende ander voer geven met een juiste krachtvoeraanvulling. Httewel we nog midden in de winter zitten moeten we toch al gaan den ken aan de bemesting voor het ko mende seizoen. Maak daarom nu al een BEMESTINGSPLAN en ge bruik daarbij de uitslagen van het grondonderzoek. Hou ook rekening met de organische mest die al is ge geven of nog wordt gegeven. Ook is het belangrijk om deze organische mest goed over het gehele bedrijf te verdelen. 'GROND VERZETBEDRIJF MOLLEN B. V" is een groot bedrijf dat met veel medewerkers grote hoe veelheden grond verzet. Daarom zijn mollen zo schadelijk voor het grasland. Er zijn goede methoden om ze te vangen. Iemand die er wat kijk op heeft, kan met de schop of met klemmen goede resultaten ha len. En met wat oefening en geduld kan iedereen dat leren. Ook zijn er thans CHEMISCHE MIDDELEN OM MOLLEN TE BESTRIJDEN. Dat kan door fosfi- detabletten in de mollengangen te leggen. Deze tabletten scheiden een gas af, dat voor de mollen dodelijk is. Ook voor andere dieren en men sen is dit gas schadelijk. Daarom mag er alleen mee worden gewerkt door mensen die daarvoor een spe ciale vergunning hebben. bezettingsverliezen in de zuivelin dustrie tot gevolg heeft, geeft een deel van de zuivelindustrie prijstoeslagen op wintermeik. Voor veehouders die streven naar een zo hoog mogelijk ar beidsinkomen kunnen deze toeslagen mogelijk een deel van de schade, die optreedt door het beperken van de melkproduktie, kompenseren. Of een verschuiving van het afkalfpatroon (om meer van de toeslagen te profi teren) aantrekkelijk is hangt af van de hoogte van de toeslag, de produktie- kosten voor melk bij verschillende af- kalfmaanden en de extra kosten die een verschuiving van het afkalfpa troon (éénmalig) veroorzaakt. Om in de produktiekosten van melk in de verschillende afkalfmaanden enig inzicht te krijgen is bij het Proefstation voor de Rundveehoude rij (PR) een studie uitgevoerd. In de ze studie is voor een aantal afkalfmaanden (februari, april en no vember) nagegaan wat de kostprijs van de melk is. Van belang hierbij is o.a. hoe het grasland in de verschil lende situaties geëxploiteerd wordt en wat de gevolgen daarvan zijn voor de .voedervoorziening. Binnenkort ver schijnt een PR-publikatie (nr. 45) waarin de gehele studie beschreven is. Van één onderdeel, namelijk de in vloed van de afkalfdatum op de voe dervoorziening van melkvee, is nu een PR-rapport (nr. 102) verschenen. In dit rapport wordt de gehele voeder voorziening van de uitgevoerde stu die uitvoerig behandeld. Aangegeven is hoe het graslandgebruik in diverse studies nagebootst is. Tevens is aan gegeven hoeveel ruwvoer en kracht voer aangekocht moet worden bij de verschillende afkalfmaanden. Geble ken is dat er grote verschillen bestaan tussen de verschillende afkalfmaan den. Deze verschillen leiden echter niet tot grote verschillen in melkpro duktie. Tussen de verschillende af kalfmaanden bestaan wel verschillen in verdeling van de melkproduktie over de winter- en zomerperiode. Het nu verschenen uitvoerige rapport is uitsluitend verkrijgbaar door ƒ25,-— te storten op giro 2307421 van het Proefstation PR te Lelystad met vermelding van: zend mij rapport nr. 102. Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant hebben, na overleg met het ministerie van ekonomische zaken, besloten om aan het projekt kom- mercialisatie geitenhouderij een bij drage toe te kennen van ƒ288.000,Het is een van de drie struktuurversterkende projekten in Brabant, die GS versneld in proce dure willen brengen. De geitenhouderij heeft zich in Noord-Brabant zeer snel ontwik- Beperkte afzetkansen voor Nederlandse Pluimveeprodukten op Spaanse Markt. De afzet van Nederlandse pluimvee produkten op de Spaanse markt ver eist een gedegen planning en zal van beperkte omvang zijn. Spanje heeft een kleine invoerbehoefte aan pluimveevlees. Het land exporteert zelf een geringe hoeveelheid eieren. De marktstructuur is vrij ondoor zichtig en vooral gebaseerd op infor mele contacten. Dat zegt het Landbouw-Economisch Instituut in 'n een dezer dagen gepubliceerde stu die, uitgevoerd in opdracht van het Produktschap voor Pluimvee en Eieren. Onlangs is in "de Groene Reeks" de 4e druk verschenen van het boek "WEET WAT GE VOERT", ge schreven door S. de Jong Szn. In de ze geheel herziene uitgave zijn enkele nieuwe voeders opgenomen, terwijl tevens enige voedermiddelen i.v.m. hun grotere betekenis in de laatste jaren, uitvoeriger zijn behandeld, o.a. snijmaïs. Van meer dan 300 voeders zijn de laatst bekende gehal- tecijfers opgenomen. De verkoop prijs van d£ze uitgave is 21, Direktie opvolging CL0- Instituut De Schothorst Het bestuur van het CLO-Instituut De Schothorst heeft met ingang van 1 januari 1987 benoemd tot adjunkt- direkteur van het instituut de heer dr.ir. J.A.C. Meijs. De heer Meijs (34 jaar) is sinds een jaar als wetenschap pelijk medewerker verbonden aan De Schothorst. Voordien was hij onder zoeker bij het IVVO te Lelystad, het onderzoekinstituut op veevoedingsge- bied van de rijksoverheid. keld. Dat heeft eerder dit jaar geleid tot het oprichten met steun van de provincie van de koöperatieve ver eniging Amalthea. Deze vereniging heeft nu 78 leden en is landelijk ge zien veruit de grootste. Naar schat ting eenderde van de totale Neder landse geitenmelkproduktie komt van de leden van deze koöperatie. De onverwacht sterke groei van le den en produktie vraagt ekstra aan dacht voor de afzet van bok- en geit lammeren en van melk en zuivelpro- dukten. Voor het eerste is onlangs een geitebokmesterij opgericht in Nistelrode. De afzet van melkpro- dukten moet binnen vijf jaar tijd vertwintigvoudigen van 700.000 naar 15.000.000 liter. Een dergelijke produktietoename vergt uiteraard een ekstra marketing-inspanning. Verse kip: goed voedsel, maar vaak besmet Kippevlees is goed en voordelig voed sel. Jammer is alleen dat er door slachterijen en winkeliers vaak on zorgvuldig mee wordt omgesprongen. Als gevolg daarvan zijn heel wat ver se kippen of delen van kip besmet met ziekmakende bakteriën. Dat blijkt uit een onderzoek van de konsumentenbond naar de kwaliteit van verse kippen en delen van kip die werden ingekocht bij slagers, poeliers, supermarkten en op de markt. Vol gens de bond worden de hygiënische problemen voor een belangrijk ge deelte veroorzaakt door de onreinheid van de bakken waarin kippen in de winkel worden bewaard. Ook de krat ten waarin de levende kippen naar de slachterijen worden vervoerd, worden vaak onvoldoende gereinigd. DMV/Campina ziet af van de bouw van een nieuwe boterfabriek in Veg- hel. Deze beslissing van de leiding van het Zuidnederlandse zuivelkon- sern, die vorige week aan de onder nemingsraad werd meegedeeld, bete kent dat de boterfabrieken in Den Bosch en Weert voorlopig open zul len blijven. De 45 werknemers in Den Bosch en de 30 werknemers in Weert kunnen dus op hun plaats blijven, zij het dat het voor Weert vermoedelijk van korte duur zal zijn. De fabriek in die Limburgse plaats zal, afhankelijk van de melkaanvoer, nog een tijd doordraaien, maar zo goed als zeker na verloop van tijd de poorten slui ten. Eerder sloot Campina al een bo terfabriek in Venray en boterpro- duktie-afdelingen in Bergeyk en Boekei. De beslissing om in Veghel geen nieuwe fabriek te bouwen, zat overi gens al een half jaar in de pen. De verscherpte maatregelen van de EG om het zuiveloverschot in Europa te rug te dringen, hebben tot het defini tieve afstel geleid. Het Veghelse be drijf kreeg onlangs - net als de ande re Nederlandse zuivelkonserns - een hoge boete van de EG opgelegd in verband met overproduktie. Ook dit melkjaar hebben de koeien van Campina al miljoenen liters melk te veel aangeleverd. De resultaten van het onderzoek op voederwaarde in snijmaiskuil vallen dit seizoen tegen, aldus bericht het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek te Oosterbeek. De graskuilen daarentegen scoren dit oogstjaar uitzonderlijk hoog en dat geldt ook voor de vele herfstkuilen. Oogstjaar 1986 plaatst zich daarmee met een gemiddelde VEM voor graskuilen zonder toevoeging van 857 en graskuilen met toevoeging van 843 nadrukkelijk aan de TOP van de laatste twintig jaar ruwvoe- deronderzoek. Met een gemiddelde VEM van 873 vallen de snijmaiskuilen tegen. De bijzondere weersomstandigheden in het afgelopen groeiseizoen zijn hier aan niet vreemd. Veel percelen snij- mais zijn de nogal koude start en de lange droge zomer niet geheel te bo ven gekomen. De late regen gaf nog een flinke groeiimpuls in de lengte, doch zowel kolfzetting (aantal) als ook de kolfbezetting (aantal korrels) bleven achter. Dat werkte een on gunstige verhouding stengel/kolf nog verder in de hand. Een overma tig stengelaandeel (en dus minder kolf) wordt op het analyseverslag zichtbaar door een hoger ruwe celstofgehalte, wat resulteert in lage re VEM. Ook lagere droge stofge- halten wijzen in belangrijke mate op een lager kolfaandeel. De opbrengst in tonnen mag dan zeer goed zijn ge weest; de voederwaarde per ton ma teriaal is gemiddeld lager. Op de meer vochthoudende gronden heeft de groei niet of nauwelijks gestag neerd. Ook daar werden zware ge wassen geoogst, evenwel met goede tot zeer goede gehalten. Al met al worden er dit seizoen flinke verschil len in voederwaarde gevonden bij de snijmais. De voederwaarde van graskuilen is dit jaar, zowel voor voorjaars-, zomer- als herfstkuilen, uitzonder lijk hoog. In andere topjaren zoals 1982, 1976, 1975 en 1970 lag de ge middelde VEM tussen 810 en 820 en daarmee vergeleken is 1986 met een gemiddelde VEM (zonder toevoe ging) van 857 wel een zeer duidelijke topper. In kwalitatieve zin zat ge middeld alles mee. Een gunstig ei witgehalte en gunstig lage ruwe celstof- en ruw asgehalten. Ook de weersomstandigheden waren gunstig, wat resulteerde in lage am- moniakfrakties en zeer korte veld- pleriodes. De opbrengsten vielen in voorjaar en zomer nogal tegen, doch het gunstige herfstweer heeft weer veel goedgemaakt. Gunstige rantsoenen In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat het niet al te moeilijk zal zijn een goed winterrantsoen samen te stellen. In de snijmaisgebieden zal gemiddeld wat meer krachtvoer no dig zijn om de lagere VEM in de snijmais te compenseren, terwijl in de weidegebieden de voorraad ruw voer nogal eens te wensen overlaat. Gelukkig zijn er nog reserves aan snijmais. Onderstaand de resultaten van de herfstgraskuilen 1986 die van de voorjaars- en zomerkuilen heeft u al in het ZLM-blad kunnen lezen) en die van de snijmais. De voederwaardecijfers zijn weergegeven in de droge stof van het produkt. Herfstgraskuilen 1986 zonder met Snijmaiskuil toevoeging toevoeging 1986 peildatum 8 dec. 8 dec. 8 dec. aantal monsters 1665 1146 8601 droge stof 455 387 266 VEM 828 834 873 Vre 141 143 51 ruwe celstof 216 211 238 ruw as 153 156 56 NH3 fraktie 8 9 veldperiode 3 2 Het IMAG in Wageningen heeft afgelopen seizoen een vergelijkende proef opgezet tussen drie verschillende systemen van inkuilen waarbij het met na me ging om de resultaten bij korte veldperiode. Er werd ingekuild met een veldhakselaar, een opraapwagen en met de grootpakpers van Vicon. On derstaand een overzicht van de resultaten. kuilsysteem: hakselaar opraapwagen Vicon-pers veldperiode 1 dag 1 dag 1 dag maaidatum 17.09 17.09 17.09 °7o droge stof 27 25 27 VEM 920 909 915 ruw as 139 133 137 ruwe celstof 191 204 196 ruw eiwit 240 234 238 NH3 fraktie(na korrektie) 7 7 5 boterzuur 0,00 0,00 0,00 azijnzuur 0,94 0,90 0,87 melkzuur 2,28 2,24 2,38 Mona wint Nima Marketing prijs 1986 De NIMA Marketing Prijs is dit jaar toegekend aan Mona. Deze prijs werd vandaag overhandigd door de heer mr. C.J.A. van Lede, voorzit ter van het VNO aan de heer A.N. Hogenes, directeur van Mona. Deze overhandiging vond plaats tij dens de feestelijke bijeenkomst ter gelegenheid van de 20ste verjaardag van het NIMA in het Congrescen trum Flevohof te Biddinghuizen. De jury verleende de prijs aan Mona om de volgende redenen: "Mona han delt zeer bewust vanuit een marke ting concept - het toevoegen van een meerwaarde aan melkprodukten- van waaruit het bedrijf is opgezet. Mona is één van de vier hoofdgroe pen van Melkunie Holland en reali seert een omzet van ruim 160 mil joen gulden. Bij Mona werken circa 450 mensen. 14 Vrijdag 2 januari 1987

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1987 | | pagina 14