De maand januari op het zuidwestelijk veehouderijbedrijf Voeding van het rundvee. PRIJSVERGELIJKING VOEDERMIDDELEN Varkenshouderij. Pluim veehouderij Publikatie: 'De keuze van zeugenmanagementsystemen' Nieuw verschenen vlugschriften veehouderij In de eerste weken van de kalveropfok zijn eenlingboxjes aan te bevelen Hoogproduktieve koeien die iedere dag veel krachtvoer opnemen, zullen om voedingsstoornissen te voorkomen, voldoende goed ruw- voer moeten hebben. Geef deze dieren de kwalitatief beste partijen. Hiervan zullen ze over het algemeen meer opnemen en dat kan krachtvoer besparen. Zorg wel dat éénderde deel bestaat uit struktuurhoudende droge stof. Als dit niet het geval is kan dit voedingsstoornissen tot gevolg hebben, waardoor het vetgehalte van de melk kan dalen. Bij droogstaand vee moet u de conditie goed in de gaten houden. Te schraal is niet goed, maar ook te vet kan problemen geven. Een gewenst voerschema is het volgende: - Eerste maand droogstand, afhan kelijk van de conditie de norm han teren voor onderhoud plm. 2 a 5 kg. melk met 4°7o vet. - Laatste maand van de dracht de norm voor onderhoud plus 5 a 10 kg. melk. - De laatste week minimaal 1 kg. krachtvoer. - Na het kalven de krachtvoergift ge leidelijk opvoeren, de eerste dag plus 2 kg., daarna 1 kg. per dag erbij tot aan de norm. Ook de voeding van jong vee is be langrijk. Als u in twee jaar een goed ontwikkelde melkvaars wilt krijgen zal er goed moeten worden gevoerd. Als er wat weinig ruwvoer is, kan aan jongvee stro krachtvoer wor den gegeven. Dan uitgaan van de stelregel: Per 100 kg. levend gewicht 1 kg. stro 1 kg. krachtvoer 1 kg. kracht voer extra. Dus een pink van 300 kg.: 3 kg. stro 3x1 1 4 kg. krachtvoer. Rondom de geboorte. In de komende maanden zullen er weer veel dieren afkalven. Ieder kalf dat doodgeboren wordt of dat sterft tijdens de eerste levensdagen is er een teveel. Daarom is zorgvuldig en hygiënisch werken rond het afkalven zo belangrijk. De kans op kalver- ziekten en witvuilen wordt hierdoor kleiner. Een aantal regels hierbij zijn: - De plaats van afkalven moet schoon en ontsmet zijn. - Was en ontsmet het achterstel van de kalvende koe. - Desinfekteer de hulpmiddelen die u bij het afkalven gebruikt, zoals touw, trekhoutjes e.d. - Verwijder direkt na de geboorte met schone, ontsmette handen, het slijm uit de neus en de mond van het kalf en wrijf het kalf droog. - Ontsmet de navelstreng door deze te dompelen in een 10% jodiumtinctuur-oplossing. - Geef direkt na de geboorte biest en liefst zo'n 1 a 1,5 liter. Ga niet (ook 's nachts!) van het kalf weg voordat dit is gebeurd! Huisvesting van het jongvee. Naast voeding en verzorging is een goede huisvesting zeer belangrijk. Het opschuifsysteem voldoet in de praktijk goed. In de eerste weken zijn eenlingboxjes aan te bevelen. Dan is een goede controle mogelijk en het besmettingsgevaar minder. Wel moeten deze telkens goed wor den gereinigd en ontsmet. Vanwege de ontwikkeling van de kalveren, de arbeidsbehoefte, de flexibiliteit en de besparing op kosten kunnen de kalveren vanaf twee weken met 4 a 5 leeftijdsgenootjes in een opfokstal worden ondergebracht. Het gebruik van stro bevalt góed maar vraagt ex tra arbeid. Daarom zien we steeds meer stalling met roostervloeren met ligboxjes of een gemeenschappelijke ligplaats. De laatste jaren neemt de koude op fok toe. Uit proeven en een aantal praktijkbedrijven is reeds jaren ge bleken dat dit systeem goed bevalt, b.v. in een aan één kant open zijnde veldschuur. Het percentage sterfte en ziekte is gering, terwijl de groei goed is. Uiteraard is het niet zo, dat nu ieder een maar de koude opfok moet toe passen. Als in de bestaande situatie de opfok zonder problemen ver loopt, is er geen aanleiding om te veranderen. Vrijdag 2 januari 1987 zen op. Verliezen zijn er zowel voor de drogestof als de Vevi (energie) en vre (eiwit). Voor een praktische benadering is daarom gekozen voor dezelfde ver liezen van drogestof, Vevi en vre. Voor de meeste produkten gaat dit ook op. Kolom 3. Y'oederwaarde-prijzen Doordat de energie- en eiwitprijzen ongeveer gelijk zijn is de prijs voor de voederwaarde berekening gelijk gesteld. Zijn er wel problemen met de kalver opfok, breng dan de pasgeboren kal veren eens naar zo'n loods of schuur. Koude is niet erg, maar het mag er niet tochten. Tenslotte, welke methode wordt toe gepast is minder belangrijk, als de verzorging, de voeding, de hygiëne en de ventilatie maar goed zijn. Het is dit jaar niet waarschijnlijk dat er een tekort aan snijmais is. Ondanks dat is 't wel verstandig om De Kvevi-prijs is hierbij vastgesteld op 35 en 40 ct. In de berekening van de voederwaar- deprijzen is rekening gehouden met de verliezen van bewaring of conser vering en met de voederverliezen. Kolom 4. Struktuurwaarde Voor een goede penswerking is de aanwezigheid van voldoende struk- tuur in het rantsoen noodzakelijk. Zo is bijvoorbeeld voor een stier van 300 kg. levend gewicht de minimale struktuurwaarde 1,5. Zoals uit kolom 5 blijkt heeft elk voedermiddel zijn eigen struktuur waarde. Met deze waarden kan de struktuur- Per I januari is de 'Interim-wet' vervallen. Voor veel bedrijven heeft dit tot gevolg dat er geen uitbreiding in de veehouderij meer mogelijk is voedermiddelen voor vleesstieren met elkaar te vergelijken alvorens dat een aanvullend produkt wordt aangekocht. Produkten Voor vleesstieren komen produkten met een hoog drogestofgehalte en een hoog Vevi-gehalte (energie) in de drogestof in aanmerking. Daarbij moeten deze produkten worden verdeeld in eiwitarme en ei witrijke voedermiddelen. Uitgaande van de reeds aanwezige voedermid delen en het gewenste rantsoen moet voor alles gekeken en gerekend wor den welk produkt het beste past. Kolom 1. Voederwaarde Indien geen exacte voederwaarde van het produkt bekend is moet ge rekend worden met de gemiddelde waarde hiervan voor de rantsoenbe rekening. Van partij tot partij kunnen de ge halten echter flink uiteenlopen. Kolom 2. Drogestof verliezen Bij conservering of bewaring van een produkt treden er meestal verlie waarde van het rantsoen worden be rekend. Maximale gift Van de meeste voedermiddelen kan niet onbeperkt gevoerd worden. In kolom 6 staan de maximale giften voor een stier van 500 kg. lichaams gewicht vermeld. Voor een stier van 250 kg. kan uitge gaan worden van de helft van de waarde zoals vermeld in deze kolom. Opmerkingen - Naast voederwaardeprijs dient u bij de aankoop van de meeste voe dermiddelen ook rekening te houden met de benodigde opslagruimte en de extra arbeid. - Smaak en andere gebruikseigen schappen van de voedermiddelen zijn buiten beschouwing gelaten. Uien kunnen bijvoorbeeld geur- en smaakafwijkingen aan het vlees ge ven bij te lang doorvoeren voor afle vering. Zo kort na de bijeenkomsten over de referentie hoeveelheid, is het van be lang eens goed na te denken wat er allemaal te gebeuren staat rond de jaarwisseling. Door de intrede van de meststoffen wet en wet bodembescherming is het voor de veehouders van belang het formulier vaststelling referentie hoeveelheid zo goed mogelijk in te vullen. Per 1 januari 1987 komt de interim-wet te vervallen. Voor veel bedrijven heeft dit tot ge volg dat er geen uitbreiding in de veehouderij meer mogelijk is, want per 31 december 1986 is de bedrijfs omvang veehouderij bepaald en vastgelegd. Het gezegde "niet meer, maar beter" is nu voor veel bedrij ven definitief. De vraag van hoe nu beter en kan het beter, is alleen per individueel bedrijf te beantwoorden. Om het te kunnen realiseren, is het noodzake lijk de technische- en economische resultaten van het bedrijf te kennen. Dan kunt u als ondernemer de meeste invloed uitoefenen op de technische resultaten. Hierbij staat u een aantal hulpmiddelen ten dienste. Mesterij: een hokkaart waarop u de aankoop datum, het begingewicht en even tueel de prijs van de biggen ver meldt. Maar ook van wie de biggen afkomen en de uitval. Ook andere zaken m.b.t. technisch resultaat kunt u noteren. Voerschema waarop aangegeven staat wat u ongeveer aan de dieren moet voeren. Technische administratie waarin het resultaat van het bedrijf berekend wordt per maand of per 3 a 4 maanden. Zeugenhouderij: zeugenkalender waarop het verloop van de produktie van de gehele zeu genstapel genoteerd kan worden, zeugenkaart waarop de produktie per individueel dier vermeld wordt. Ook de verkoopdatum, de reden van verkoop kan hierop aangetekend worden. registratiekaart uitval zeugen, waar op overzichtelijk de oorzaak van uit val zeugen vermeld kan worden. Ook kunnen hierop de verliesdagen berekend worden. Contrólekaart guste zeugen geeft een inzicht in de verliesdagen tussen spenen en dekken. Technische administratie waarin 3 systemen zijn te onderscheiden: basis administratie systeem (B.A.S.) geeft per maand technische ge gevens. technische-economische administra tie (T.E.A.) geeft naast technische- ook economische gegevens per 3 maanden. Centrale Bedrijfscomputer (C.B.K.) verstrekt per 14 dagen werk- en at- tentielijsten m.b.t. de bedrijfsvoe ring en per maand technische resul taten. Deze laatste kan een aantal genoemde hulpmiddelen vervangen. Nu het aantal dieren voor een groot aantal bedrijven vaststaat, is het van belang om over de genoemde punten eens na te denken. Als u nog niets bijhoud, om dit wel te gaan doen of als u al wat bijhoudt, hoe dit verder uit te bouwen, om een beter inzicht te verkrijgen. De grootste proble men liggen daar, waar we ze niet zoeken. Uniformiteit, een begrip? Uniformiteit is een term die tegen woordig regelmatig wordt gebruikt. Het wordt genoemd in artikelen in vakbladen, op opfokbedrijven wor den uniformiteitsbepalingen uitge voerd en deze cijfers gaan mee naar de koper van de leghennen. Door legpluimveehouders worden van de andere kant koppels kippen ge kocht, waarbij bepaalde voorwaar den aan de uniformiteit worden gesteld. Wordt hieraan niet voldaan, dan staan daar sancties tegenover. We moeten echter oppassen om niet met het begrip uniformiteit aan de haal te gaan. Uniformiteit is één kenmerk dat iets over een koppel kippen zegt. Maar, het zegt niet al les. Ook andere faktoren zijn duide lijk van belang om een juist beeld te verkrijgen van een koppel. Te den ken valt bijvoorbeeld aan de ontwik keling, het gewicht, het gevolgde entschema, enz. Daarnaast is ook nog onvoldoende bekend in hoever re de uniformiteit invloed heeft op de technische resultaten. Ook over de bepaling van de uniformiteit wordt verschillend gedacht. Over de leeftijd, waarop deze bepaling uitge voerd wordt is men het redelijk eens 17e week). Hoe moeten ze gewo gen worden? De hele kooi of een steekproef uit een kooi? En hoeveel dieren moeten er van een koppel ge wogen worden? Moet dit een percen tage zijn of een vast aantal? Over al deze zaken wordt nogal eens ver schillend gedacht. U moet er als leg- pluimveehouder dan ook voor op passen dat u geen appels met peren gaat vergelijken. Een getal op zich zelf zegt niet zoveel. Het is noodza kelijk om te weten hoe de uniformi teit is bepaald, wat de achtergrond is van het koppel. Daar moet ook over gepraat kunnen worden met de leve rancier. Alleen zo hebt u de moge lijkheid om een vinger aan de pols te houden bij de aanschaf van een nieuw koppel. Een volgende keer komen we hierop terug. ing. A. Biemans en A. Wouters, CR Tilburg ing. G. Meeuwissen en ing. I). Pul len, CVP Tilburg. Het Konsulentschap in algemene dienst voor Varkenshouderij te Rosmalen heeft op de VIV 1986 een korte brochure uitgebracht m.b.t. de keuze van zeugenmanagementsyste men. De brochure omvat een lijst met aandachtspunten. Deze punten zou iedere varkenshouder moeten overwegen, voordat er wordt gestart met een zeugenmanagemSntsysteem. Dit geldt zowel voor varkenshouders die willen starten met centrale ver werking, als voor diegenen die een eigen komputer willen gaan aan schaffen. De brochure is te bestellen door overmaking van ƒ1,50 op de postgi rorekening 2307221 ten name van CAD-Varkenshouderij te Rosmalen, onder vermelding van Publikatie C 1.5-ZMS. Informatie, tel. 04192 - 11052. Onlangs zijn er weer drie nieuwe vlug schriften verschenen, te weten de nr. 419 - De Huisvesting van fokvarkens, nr. 420 - De opslag en verwerking van mengmest in de varkenshouderij en nr. 421 - Ventileren van slachtkui- kenstallen. Deze vlugschriften zijn voor belangstellenden gratis te ver krijgen bij het CAD-BV, Postbus 43, 6700 AA Wageningen. (Gaarne schriftelijk aanvragen!!) 13

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1987 | | pagina 13