Eigenlijk verkrachten we toch de natuur 9 Z.R.J.K. De grenzen van de biotechnologie Splitsen p.j. zuid geluid Ethisch verantwoord Slechte huisvesting De landbouw is technisch nog niet op de top van haar kunnen. Melk- en vleesproduktie en ziek teresistentie van dieren kunnen aanzienlijk toenemen door toe passing van de nieuwe verwor venheden van de biotechnologie. Met embryosplitsing en kloneren kan een reeks identieke koeien twintig procent meer melk geven en kan het met groeihormonen bewerkte varken tot ongekende grootte uitgroeien. Maar moet dat nu echt? Met de enorme dis crepantie tussen exploitatie en verzorging van het vee lijkt de landbouw de grens van wat ethisch nog kan zeer dicht te na deren. "Een kalf heeft zijn poot jes niet voor niets. Die zet je niet in een kist". In het jaar 2000 zal een goedlopende melkveehouderij niet meer dan 35 koeien omvatten met ieder een jaar lijkse gemiddelde melkgift van 9000 kilo. De boer zal zeker moeten be schikken over een automatisch koe herkenningssysteem, want met het blote oog kan hij zijn koeien niet meer onderscheiden. Door embryo splitsing en wellicht in de toekomst Ongeveer veertig jaar na Heapes gestoei met zwangere konijnen wordt rond 1930 de kunstmatige in seminatie ingevoerd en in 1970 wordt embryo-transplantatie bij landbouwhuisdieren ook in de prak tijk mogelijk. Een volledig succes is de transplantatie echter nog steeds niet. Slechts drie van de vijf goede embryo's leveren ook inderdaad een kalf op. Men kan het slagingsper centage verhogen door de goede em bryo's zes a zeven dagen na de be vruchting te splitsen, precies op een moment dat zich voldoende cellen gedeeld hebben en het embryo nog een beschermende, doorzichtige ei schaal om zich heen heeft. Met een micro-manipulator maakt men een opening in de schaal en zo kan men het zich delende klompje cellen split sen. Eén helft blijft in de eischaal achter, de ander wordt met een mi nuscuul pipetje weggezogen en over gebracht naar een andere eischaal, waarvan de inhoud vanzelfsprekend eerst is weggezogen. Zo ontstaan twee volstrekt identieke exemplaren. Vorig jaar werden in Nederland de eerste duplicaat-kalfjes uit een gesplitst embryo geboren. Men kan ook nog delen van em bryo's van verschillende dieren weg zuigen en bij elkaar in een lege eidop Redaktle: Roelie Troost groot zijn dat men er gemakkelijk mee kan manipuleren. En zowaar, uit de zo bewerkte eicellen ontston den levensvatbare kikkertjes. Ko men er bij embryo-splitsing slechts twee - als men geluk heeft met het opdelen van het embryo hoogstens drie of vier nakomelingen - bij het kloneren kan men veel meer identie ke nazaten produceren. De weten schappers verwachten binnenkort ook gekloonde landbouwhuisdieren op de markt te brengen. Kloneren heeft echter een nadeel. Uitgaande van bijvoorbeeld gene tisch waardevolle koeien kan men wel een reeks identieke kalfjes voort brengen, maar deze zullen nooit be tere eigenschappen hebben dan de moeder. Tenslotte copieer je alleen maar, foktechnisch schiet je er niets mee op. Tot nog toe verbeterde men de eigenschappen van een dier door gericht op een bepaalde eigenschap, bijvoorbeeld de melkgift, door te kruisen. Men zocht een waardevolle melkkoe uit en insemineerde het dier door kloneren, zullen de koeien zijn veranderd in levende melkfabriekjes die exact op elkaar lijken. De melk veehouder doet er goed aan zich te realiseren dat in het jaar 2000 niet al leen met een tractor, maar ook met pen, papier, en vooral met een beeldscherm veel geld te verdienen is. Hij moet zich dan ook omscholen van uitvoerder naar manager annex computer-operator. Dit beeld van de toekomst schetste prof. A. Brand van de Diergeneeskundige Faculteit in Utrecht onlangs op een studiedag over de veehouderij, georganiseerd door de Christelijke Boeren- en Tuindersbond in Nijkerk over de veehouderij. Deze dag stond vooral in het teken van de biotechnologie, van de leer van handelingen met le vende materie. Brand verwacht dat de ontwikkelingen op dit gebied heel hard zullen gaan. Eind vorige eeuw was een zekere Walter Heape in En geland de eerste die bewust met le vend materiaal manipuleerde. Hij slaagde er in om embryo's uit een konijn te verzamelen en deze over te zetten in de baarmoeder van een an der konijn dat de zwangerschap suc cesvol voltooide. Onbewust maak ten de ambachtelijke bierbrouwers en yoghurtbereiders al eeuwenlang gebruik van biotechnologie, alleen wisten ze niet dat dit gist of die bac terie nu verantwoordelijk was voor de vervaardiging van het door hen gewenste eindprodukt. Ze deden wat spullen bij elkaar en waren al lang blij dat daar bier en yoghurt uit voortkwam. gieten. "Dan krijg je fantasiedie ren", zegt Brand en hij verwijst naar de Chimaera uit de Griekse mytho logie. Het beest was deels leeuw, deels geit en deels slang. De oude Grieken waren er als de dood voor, want de Chimaera was voor hen een afschrikwekkend monster. Zou het nu anno 1986 mogelijk zijn zo'n monster te creëren? "Jazeker", zegt de Utrechtse hoogleraar, "onder zoekerszijn er in geslaagd een dier te maken dat half schaap, half geit was. Dat kun je in elkaar flanzen". De natuur kent echter wetten waar zelfs de nijvere wetenschapper nog weinig aan kan veranderen. Het geslachtsapparaat van de "scheit" of "gaap" blijft of dat van een schaap of dat van een geit. Het dier is wel degelijk vruchtbaar, maar de nakomelingen zijn weer geiten of schapen. Het mengdier kan zich dus nooit als zelfstandige soort verme nigvuldigen. Is embryo-splitsing al leen nog manipulatie met de voort planting, in het laboratorium is men al een stapje verder: manipulatie met genetisch materiaal. Men vermenig vuldigt dieren zonder dat daar nog een zaadcel aan te pas komt. Deze methode heet 'kloneren' en naar analogie van het stekken van planten noemt Brand dit het stekken van die ren. In 1962 lukte het met kikkers. De kern van onbevruchte eicellen werd kapot gestraald en een darmcel met kern van een kikkervisje werd ingebracht in de lege eidop. Kikkers hebben als groot voordeel dat ze ei cellen- kikkerdril - maken die zo met sperma van een stier die geboren was uit een - zo mogelijk - nog betere melkkoe. De melkgift zou men ver der kunnen verhogen door ook de gewenste vrouwelijke eigenschappen uit te selecteren. De kunst is nu te achterhalen waar de gewenste erfe lijke eigenschap is gelokaliseerd en dat is een heel gepuzzel. Elk levend organisme bestaat uit miljarden cel len en elke cel heeft tientallen chro mosomen, lange strengen nucleïne- zuren, waarop de erfelijke eigen schappen, de genen, liggen opgesla gen als kralen in een ketting. In ieder chromosoom liggen circa 2000 genen aaneengeregen. Het is dus verre van eenvoudig in zo'n lange keten van nucleïnèzuren, de DNA-strengen, het gewenste kraaltje te vinden. En ook al zou je het vinden, hoe krijg je het uit de ketting? Een stukje chro mosoom is duizenden keren kleiner dan een embryo. Voor dergelijk werk is de 'Recombinant DNA- techniek' ontworpen. Hierbij maken wetenschappers vrijwel altijd ge bruik van bacteriën, van eencellige organismen zonder kern. Met be paalde chemische stoffen, enzymen, brengt men stukjes DNA in de bac terie, nadat men eerst het DNA met weer andere enzymen in stukjes heeft ingeknipt. Nadat de omge bouwde bacteriën zich vermeerderd hebben, kun je op zoek gaan naar die kolonies bacteriën die door het bewuste stukje erfelijk materiaal zijn aangespoord het gewenste hor moon te produceren om de melkgift te verhogen. Heeft men die kolonie gevonden, dan beschikt men daar In het jaar 2000 zal een goedlopende melkveehouderij niet meer dan 35 koei en omvatten met ieder een melkgift van jaarlijks 9000 kg. Door embryosplit sing en wellicht ook kloneren zullen de koeien in "levende melkfabriekjes" zijn veranderd. mee over een minifabriekje voor de produktie van - in dit geval - het ei wit somatotrophine. Spuit men dat weer in bij koeien dan verhogen ze hun melkproduktie met twintig pro cent, terwijl de koe tegelijk het voer efficiënter verwerkt. Ze vreet naar verwachting dertig procent minder. In de fokkerij neemt de melkpro duktie slechts met één a twee procent per jaar toe zodat het wel tien jaar duurt voordat het effect bereikt is dat met somatotrophine mogelijk is. In 1985 lukte het Amerikaanse on derzoekers om menselijk DNA dat de vervaardiging van groeihormoon regelt, te transplanteren in konijnen- schapen-, en varkensembryo's en volgens de Utrechtse hoogleraar moet het mogelijk zijn om binnen kort ook gerecombineerde koeien te vervaardigen. Men verwacht zo de vruchtbaarheid, de groei en de weer stand tegen ziektes met de recombi nant DNA-techniek te verhogen. "Eigenlijk is biotechnologie toch het verkrachten van de natuur", meent professor Brand, "maar dat gebeurt op de Zeedijk ook in de sexhuizen". Met deze uitspraak raakt de hoogle raar een gevoelige kwestie. Is bio technologie ethisch verantwoord, hoe ver mag je daar mee gaan? Vol gens ir. H. van Harten, directeur van de Christelijke HLS in Dronten is de mens als beheerder van de schepping "met verantwoordelijk heid bekleed". Dat plaatst de mens boven het dier. Een dier is niet ver antwoordelijk, die kent alleen een gevoelsleven. "De rechtspositie van een dier als zodanig, bestaat niet in onze rechtsorde. Die fout is in het verleden wel gemaakt door dieren voor de rechtbank te slepen". Met een aantal biotechnologische ingre pen heeft Van Harten dan ook geen moeite, zij het dat de mens de plicht heeft de dieren behoorlijk te verzor gen. Zijn probleem is echter waar je de grenzen legt. Embryo-splitsing mag wat hem betreft, klonen kan nog, al zal hij het licht daarvoor niet direct op groen zetten. Maar hij heeft onoverkomelijke bezwaren te gen het overzetten van groeihormo nen van de ene in de andere soort. Het kweken van bijvoorbeeld enor me muizen met hormonen van ratten leidt tot monsters die schadelijk voor de mens kunnen zijn. "De risi co's van het handelen met dieren zijn voor mij meer aanvaardbaar zo lang het de mens niet schaadt", meent de directeur. Genetische ma nipulaties mogen nooit op mensen worden toegepast. Is het in de vee houderij rendabel om de embryo's van koeien te analyseren, te sexen, om vervolgens de stiertjes te aborte ren omdat alleen de koetjes gewenst zijn, op mensen mogen dergelijke activiteiten nooit worden uitge voerd. Dat is naar zijn zeggen ethisch onverantwoord. Tenslotte waarschuwt Van Harten voor pola risatie in de samenleving tuscen 'de economisten', de mensen die leghen nen en kistkalveren puur exploiteren en 'de biologisten', die personen die de dieren vermenselijken. Zo'n con flict tussen intensieve veehouders en bijvoorbeeld actievoerders van Lek ker Dier is maatschappelijk niet gewenst. Nu is ir. P.A. Schaap van de be wuste Stichting Lekker Dier niet principieel tegen biotechnologie. Hij heeft er geen bezwaar tegen om bij voorbeeld de virusinfecties bij pluimvee te genezen met DNA- recombinant. Maar hij signaleert wel dat vele dieren juist ziek zijn als gevolg van hun slechte huisvesting. "De situatie is nu dat de huisvesting slecht is, daarom zijn de dieren ziek en dat is ongewenst. Sleutel dan eerst aan die huisvesting". Volgens Schaap is de biotechnologie in eerste instantie dan ook niet gericht op een grotere weerstand van het vee tegen ziektes, maar op verhoging van de produktie. De ziektes zullen juist toenemen. "Bij het melkvee zet je alles op een verhoging van de melk gift. De koeien lijden daaronder. Voor zo'n prestatie zou een mens ie dere dag zes en een half uur moeten hardlopen. De gevolgen voor de koeien zijn dan klauwziektes, pro blemen met de vruchtbaarheid en in tering van vetten". Naast de ziektes ziet hij als tweede bezwaar van een zijdig selecteren op een bepaalde ei genschap, dat je niet weet welke an dere, ongewenste eigenschappen meekomen. Als voorbeeld noemt hij de selectie van "stress-vrije" var kens. Na verloop van tijd hadden de varkens inderdaad geen last van stress meer, maar ze waren wel ake lig agressief en vraten eikaars staar ten en oren op. "Het is gevaarlijk om alles op één kaart .te zetten. Je hebt te maken met een reeks karakter-, gezondheids- en ziekte eigenschappen". Naast zakelijke bezwaren tegen bio technologie in de veehouderij vindt Schaap een verdere intensivering ook ethisch niet gewenst. "Bij embryo-transplantatie moet je de ovulatie synchroniseren, hormonen inspuiten, de koeien uitspoelen of zelf opereren. Dat is toch te veel van het goede. Wij zijn geen vegetarische club, maar we vinden wel dat de landbouw moet letten op de soortei gen behoeftes van een dier. Een kat heeft zijn pootjes niet voor niets. Die zet je niet in een kist. Ook maat schappelijk beseft men dat er gren zen overschreden worden. In hoe verre... dat is een punt van discus sie". Ondertussen gaat het biotech- nologisch onderzoek gewoon door en de resultaten hieruit zullen ook zeker een toepassing vinden. Het landbouwbedrijfsleven ziet produk- tiviteitsstijging en kostenbeheersing als een economische noodzaak en het ministerie van Landbouw pleit daarom al jaren voor intensivering van het biotechnologische onder zoek. Wat de maatschappij ethisch nog verantwoord vindt is niet be kend. Voorlopig zijn de DNA- recombinant technieken nog verboden. Leen Verschore

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 35