Akkerbouwer J. Beeke Brouwershaven
specialiseert zich in mesttransport
Smerdiekse Annie Heyboer: Ik zie graag dat
anderen zich herkennen in wat ik schrijf.
Inventief
Permanente opslagplaats
Indikken
Prijs
Vrede
"Wij leveren twaalf maanden per jaar uw droge mest af". Met deze
slogan biedt de heer J. Beeke (33) de boeren op Schouwen-Duiveland,
Noord-Beveland en Goeree-Overflakkee sinds kort zijn diensten aan
als mestbemiddelaar en mestverspreider. Zijn grote troef daarbij is
een in eigen beheer ontwikkelde en gekonstrueerde zelfrijdende mest
verspreider. Een imposant, knikgestuurd voertuig met een trekkracht
van 180 pk, met 1x2 manshoge banden en een meesturende 2e en
4e as. De kontainercarrier, zoals Beeke het voertuig noemt, kan dank
zij de lage bandenspanning van 1 bar onder alle omstandigheden het
land op zonder noemenswaardige insporing en dus struktuurschade
te veroorzaken. Het voertuig kan daarnaast gemakkelijk multifunk-
tioneel worden ingezet: Naast het verspreiden van mest over het land
kan het na een kleine ingreep dienst doen bij het transport van
(mest)kontainers. De kontainercarrier is bovendien zelfladend en
-lossend.
De heer J. Beeke eksploiteert in Brou
wershaven een akkerbouwbedrijf van
14 ha, te klein om al zijn arbeidsuren
te kunnen absorberen. Vandaar dat
hij er al op vrij jeugdige leeftijd iets
bij deed. Min of meer bij toeval werd
hij de technische man bij transport
bedrijf Van der Spek te Berkei-
Rodenrijs. Dit bedrijf transporteert
met vijf vrachtwagenkombinaties
vrijwel uitsluitend kippemest. Daar
bij deed zich dikwijls het probleem
voor dat men de mestkontainers met
een inhoud van ca. 35 m3 vanwege de
natte omstandigheden niet het land op
kon krijgen. Beeke: "Ik zag hier voor
mezelf mogelijkheden. Ik begreep dat
ik iets moest zien uit te vinden waar
mee je kontainers zo van de vracht
wagen, vanaf de weg, op zou kunnen
pakken om ze dan meteen het land op
te rijden en te lossen. Ik kwam er al
gauw achter dat het een zelfrijdend
voertuig moest worden dat bovendien
uit bedrijfsekonomisch oogpunt zo
breed mogelijk ingezet moest kunnen
worden". Dat bleek niet eenvoudig,
maar na lang zoeken liep Beeke op
een sloperij ergens in het midden van
het land tegen een oude boomsleper
aan. Die leek hem wel geschikt maar
talloze uren en veel inspanning waren
toch nog nodig voor een ingrijpende
in- en uitwendige "verbouwing". Na
het aanbrengen van technische
hoogstandjes die een leek niet begrijpt
en die door een vakman ongetwijfeld
als knap zullen worden getypeerd, re
sulteerde er een kontainercarrier zo
als er geen tweede in ons land is. Als
verlengstuk van het wegvervoer inzet
baar bij het laden en lossen van
vrachtwagens met kontainers. Het
koncept bleek juist en al 3 jaar wordt
zijn carrier bij Van der Spek met veel
sukses ingezet bij het vervoer van
kontainers met droge kippemest op en
van het land. Daarnaast leent de car
rier zich ook uitstekend voor het
transport van kontainers met bijvoor
beeld bietenblad, stro, fabrieksaard
appelen, maïs en dergelijke. In een
mum van tijd kan de carrier een kon-
tainer van een vrachtwagen oppakken
en op het land zetten en omgekeerd.
Wel is het jammer, vindt Beeke, dat
kontainers nogal verschillend van uit
voering zijn zodat in feite alleen de
kontainers van Van der Spek geschikt
zijn om door hem vervoerd te wor
den. Meer uniformiteit bij kontainers
is volgens hem gewenst.
Al vrij snel liep Beeke tegen een an
der gat in de markt aan: als zijn voer
tuig onder alle omstandigheden zo
goed het land op en af kan, waarom
dan ook niet de mest ermee gaan ver
spreiden? De techneut kocht de groot
ste meststrooier die hij te pakken kon
krijgen en laste er een kontainerslee
onder zodat de meststrooier eenvou
dig van en op de kontainercarrier kan
worden gezet. De strooier wordt af
zonderlijk hydraulisch aangedreven.
Beeke kan de boeren nu kompleet van
dienst zijn: op ieder gewenst moment
Met de carrier kan Beeke ook zelf de mest uitstrooien.
kan hij kontainers lossen op het land,
terwijl hij de mest later op het geëi
gende moment ook zelf uit kan strooi
en over het land, met dezelfde
kontainercarrier maar dan "geladen"
met de meststrooier. Wel is het ge
wenst, zo benadrukt Beeke, dat de
boeren na de oogst wel rekening hou
den met de mestopslag. Ze moeten
een klein stukje van bijvoorbeeld de
kopakkers onbewerkt, dus onge-
ploegd laten liggen. Verder dient de
bodem van deze "vaste" stortplaats
bekleed te worden met een laag stro,
dit om te voorkomen dat "mestwa
ter", via de mest bij grond- of sloot
water komt. Beeke wijst er in dit
verband nog op dat de bouw van een
permanente opslagplaats voor mest en
de aankoop van een partij mest mis
schien fiskaal interessant kunnen zijn.
Door zijn betrokkenheid bij het mest
transport kwam de heer Beeke in kon-
takt met Stalmeester, een bedrijf in
Reusel (N-Br.) dat zich o.m. experi
menteel bezighoudt met het indikken
van (varkens)drijfmest door middel
van ongebluste kalk en met de ver
koop van droge mest. (Zie ook het
Z.L.M.-blad van 19 september jl.)
Beeke werd hier met zijn deskundig
heid en praktische ervaring als advi
seur bij betrokken. Hij brengt er de
wensen en eisen in die vanuit de ak
kerbouw aan het mestprodukt wor
den gesteld. Het produkt dat
Stalmeester op termijn op grote
schaal hoopt te leveren is (var-
kens)drijfmest met 5% ongebluste
kalk en met een drogestofpercentage
van 50. Ze is, zo blijkt uit de eerste
proeven, korrelig en laat zich gemak
kelijk en goed verdeeld strooien. Bee
ke zegt veel vertrouwen in deze
nieuwe mestverwerkingstechniek en in
de afzetperspektieven van de mest van
Stalmeester te hebben. Niet alleen
omdat de mest goed verstrooibaar is
en kalk bevat maar vooral omdat de
transportkosten relatief laag zijn
dankzij het hoge drogestofpercenta
ge. Volgens Beeke is het mestover
schotprobleem vooral een transport
en opslagprobleem. Voor beide pro
blemen meent hij nu een oplossing te
hebben:
"In kontainers kan de droge drijfmest
van Stalmeester naar de tekortgebie-
den worden getransporteerd waar ik
ze vervolgens op elk gewenst moment
van het jaar kan lossen, mits er een
stukje akkerland ongeploegd is geble
ven. Vanuit de opslag op het land kan
mijn tot strooier omgebouwde kon
tainercarrier vervolgens de mest uit
strooien, ook al is het land nog zo
nat".
Overigens is de prijs van het gedroog
de produkt van Stalmeester nog niet
bekend. Volgens Beeke zal het goed
koper moeten worden dan kippemest
wil de verkoop goed gaan lopen. Wel
konstateert hij bij de akkerbouwers
in het algemeen een toenemende be
langstelling voor organische mest.
Boeren die één keer met droge mest
zijn begonnen gaan door, zo heeft hij
de laatste jaren kunnen vaststellen.
Beeke heeft er al met al veel vertrou
wen in dat er een drogemest-stroom
op gang komt van de intensieve vee-
houderijgebieden naar de akkerbouw
gebieden. Hij is er technisch klaar
voor en treedt als mesthandelaar en
mestverspreider voor de firma Stal
meester op. Zijn hoge verwachtingen
zijn mede gebaseerd op de portiek die
het mestprobleem strak aan wil pak
ken. Hij verwacht het druk te krijgen
en sluit het maken van routings, net
als bij de bietenkampagne, zelfs niet
uit de komende jaren. (Info, tel.
01119-1221).
J. Wierenga
Als moeder van een gezin, als
meewerkend boerin op een tuin-
dersbedrijf en als belangstellende
burgeres maakt mevrouw Annie
Heijboer-van Dalen achterop het
eiland Tholen aan de rand van
het dorp St. Maartensdijk, dik
wijls iets mee waarvan ze zelf
zegt: 'daar voel ik iets bij, dat
raakt me'. Dagen, weken, soms
maandenlang is ze daar dan mee
bezig. 'Niet zwaarmoedig, tobbe-
rig of zo, maar gewoon zo tussen
het werk door. Dat zijn bijna al
tijd dingen van alledag. Soms
vrolijk, maar ook wel ernstiger
en zwaarwichtig. Maar meestal
zijn de gebeurtenissen die haar
raken en tot denken aanzetten in
het grote wereldgebeuren maar
minuskuul klein. 'Maar voor mij
zijn ze belangrijk en ik denk er
over na (verwerken klinkt zo ge
wichtig..). Als ik er uit ben dan
ga ik er ook meteen voor zitten.
Gauw de boel een beetje aan de
kant en dan schrijven hè. Dan
schrijf ik het als het ware van me
af...'.
Meekrabbels
Al sinds 1974 doet Annie Heij-
boer zo al verslag van zaken die
uit haar eigen leven zijn gegre
pen. Met grote regelmaat kunnen
de lezers daar kennis van nemen
in haar rubriek 'Meekrabbels' in
het op Tholen verschijnend
nieuwsblad De Eendrachtbode.
Gezien de talrijke vrijwel altijd
positieve reakties die ze krijgt
van Tholenaren maar natuurlijk
vooral van dichtbij van de Smer-
diekers slaat dat aan. Daarvan
geniet ze intens. 'Ik ben wel een
beetje ijdel, geeft ze spontaan la
chend toe, maar wie niet?
'Schrijven is', zo licht de uit de
buurt van Rotterdam afkomstige
maar Versmerdiekste tuinders
vrouw toe, 'voor mij vooral
kommuniceren en mijn mening
toetsen aan die van anderen. Ik
zou ook graag willen dat anderen
zich herkennen in wat ik schrijf.
Dat ze zeggen, dat voel ik ook
zo, of heb ik ook zo meege
maakt. En het mooiste is natuur
lijk dat ze dat spontaan tegen me
zeggen'.
Wrevel
Ze herinnert zich nog als de dag
van gisteren hoe trots en gelukkig
ze zich voelde toen de eerste
vrucht van haar pen in het open
baar de Thoolse gemeenschap
onder ogen kwam. Het was een
ingezonden brief die uit wrevel
met een gemeentebesluit tot
stand was gekomen. 'Uit tal van
reakties bleek dat men het met
me eens was en dat ik het maar
mooi gezegd had. Dat is nu al
weer meer dan tien jaar geleden.
Ik werd wat brutaal en hoogmoe
dig en dacht: Als dat in de smaak
valt dan heb ik nog wel meer te
schrijven'. Na overleg met uitge
ver Heijboer ontstond toen in de
Eendrachtbode haar rubriek
'Meekrabbels'. Haar schrijfsels
c.q. vertelsels bleken aan te
slaan. 'Dat streelde mijn ego. Ik
kreeg er echt de smaak van te
pakken en ging met regelmaat
door'. Verbaasd en trots tegelijk:
'Tot nu toe zijn al mijn Meekrab
bels - en dat zijn er vele tientallen
- geplaatst. Niet gek he?'
Hoogtepunt
Met eenvoudige begrijpelijke taal
geeft Annie Heijboer in haar
stukjes openhartig en eerlijk
weer wat haar beroert. Direkt,
ongekunsteld en recht uit het
hart aarzelt ze niet zichzelf daar
bij soms kwetsbaar op te stellen.
'Ik hoop', zegt ze bijna veront
schuldigend en bescheiden, 'dat
de mensen het leuk vinden en er
van genieten. Daarvoor schrijf ik
en voor mezelf natuurlijk...'
Een feestelijk hoogtepunt in haar
nog bescheiden schrijverskarrière
was de uitgave voor eigen reke
ning van een boekje in 1983 met
een verzameling Meekrabbels.
Op enkele eksemplaren na is de
oplage uitverkocht.
Onlangs is bij Uitgeverij Heij
boer te St. Annaland 'Meekrab
bels II' verschenen. Evenals bij
deel I weer een verzameling van
reeds in de Eendrachtbode ge
plaatste afleveringen. En als het
aan de Thoolse auteur ligt is dat
het laatste boekje zeker niet. Ze
is zeer gemotiveerd en zeker van
plan nog lang door te gaan. Hei
melijk hoopt ze ook nog eens in
een groot tijdschrift te mogen
schrijven. 'Daar droom ik wel
eens van, zegt ze zachtjes verle
gen, maar of dat ooit zal ge
beuren?'
Tekeningen
In het tweede deeltje 'Meekrab
bels' staan de landbouw (winter,
voorjaar, regen, boerenknecht),
haar eigen funktioneren in gezin
en samenleving (koliekteren,
griep, humor, gefrustreerd, lak
ken, liefdesverdriet en m'n buur
meisje) centraal. Enige bijdragen
met een enigszins filosofisch ka
rakter kompleteren het geheel.
Het boekje, dat door haarzelf
met zeer eenvoudige tekeningen
is geïllustreerd ('of die mooi zijn
of niet daar geef ik niet om, ik
wil ze gewoon zelf maken'), is
evenals deel I verkrijgbaar bij
Uitgeverij Heijboer te St. Anna
land en kost ƒ10,50.
J. Wierenga
In Meekrabbels II troffen we bij
gaande bepeinzing aan. Omdat
het illustratief is voor haar stijl
en past in deze tijd, plaatsen we
'Vrede' hierbij.
Met de Kerstdagen is er nergens
oorlog op de wereld, dan is er
vrede. Vrede op aarde, in de
mensen een welbehagen, het
klinkt zo gewoon.
Met de Kerstdagen is er
kaarslicht en dennegroen, en die
verspreiden vrede.
Vrede op aarde, in de mensen een
welbehagen.
Bij samenzang in de kerk daalt
de vrede vanzelf in je hart.
Vrede.
Het woord dat bijna dagelijks in
je gesprekken voorkomt, is die er
morgen ook nog?
Heb je vrede met de dingen die in
jouw wereld gebeuren?
Heb je vrede met de lage aardap
pelprijs?
Dat je man of je zoon werkloos
geworden is?
Dat je dochter op kamers gaat
wonen?
Annie Heijboer
En de buren alwéér naar de win
tersport gaan?
Tja.Nee, daar heb ik géén vre
de mee, omdat...
Er is altijd wel een reden.
Maar het Evangelie zegt, dat het
toch zo makkelijk is. Als je maar
wilt. Mensen van goede wil.
Jij en ik zeggen:
'Ik begrijp niet waarom de rege
ring daar nou 'es niks aan doet.
Hoe kunnen ze denken, dat we
met die uitkering rondkomen.
Waarom blijft ze nou niet lekker
thuis.
'k Snap niet waar ze 't van doen
Waarom zeggen jij en ik dat? Als
je vrede wilt, zeg je toch gewoon:
'Misschien volgend jaar beter.
Ach, hij vindt binnenkort heus
wel wat anders.
Nou ja, als ze dat nou graag wil.
Dat moeten ze zelf weten, hoor'.
Ik vind vrede zo moeilijk... Jij
ook?
Zullen jij en ik proberen, om
morgen ook van goede wil te
zijn?
Want het klinkt toch zo gewoon:
Vrede op aarde, in de mensen een
welbehagen.
Vrijdag 19 december 1986
11