Uitnodiging RIEMENS B.V. Geen perspectief voor natuurbeheer op bedrijven met alleen extensief gebruik grasland 10-11-12-13 december '86 mag U niet missen. Rivierengebied teruggeven aan de natuur roept bezwaren op! WIJ VERZORGEN HET VOOR U Voederwaarde produkten te laag Wij organiseren voor U een show over de mechanisatie van het voorjaarswerk. GRONDWERK ZAAIEN POTEN Alle werktuigen ziet U in ons bedrijf KVERNELAND ploegen en cultivatoren ACCORD pneumatische zaaimachines 3 en 4,5 meter werkbreedte. VICON precisie zaaimachines 6-8-10-12 rijen, mechanische en hydraulisch opklapbaar. GRUSE pootmachines 2-4-rijig, met vaste en hydraulische bak STRUIK rijenfrezen en loofklappers Nieuwe serie CASE-IH traktoren MB Trak traktoren Uitgebreid pakket elektronica voor de landbouw. Dus als u ,,bij wilt blijven" en bijpraten, kom dan woensdag 10, donderdag 11, vrijdag 12, zaterdag 13 december a.s. tussen 09.00 u. - 18.00 uur naar 'S HEER ARENDSKERKE Industrieterrein Eindewege 15 Tel. 01100-1502 of 1592 GRAAG TOT ZIENS! FOLDERS AFFICHES REKLAMEDRUKWERK FAMILIEDRUKWERK HANDELSDRUKWERK drukkerij vink b.v. Ondoordacht Op woensdag 3 december pro moveerde ir. Hein Korevaar aan de Landbouwuniversiteit te Wa- geningen tot doctor in de land bouwwetenschappen op een proefschrift, getiteld: Produktie en voederwaarde van gras bij gebruiks- en bemestingsbeper kingen voor natuurbeheer. Het onderzoek dat aan dit proef schrift ten grondslag ligt, is hoofdzakelijk uitgevoerd op proefvelden op verschillende grondsoorten in de jaren 1979 t/m 1985. Daarnaast zijn ook ge gevens van literatuuronderzoek en van waarnemingen op prak- tijkbedrijven met een op natuur beheer gerichte bedrijfsvoering in het proefschrift verwerkt. Dr. ir. Korevaar is hoofd van de afdeling Weidebouw, Voeder winning en Conservering van het Proefstation voor de Rundvee houderij, Schapenhouderij en Paardenhouderij te Lelystad. Vraagstelling en uitvoering Het ging in dit onderzoek om gras land waarvoor bepaalde gebruiks- en bemestingsbeperkingen gelden ter bescherming van natuur en land schap. Beperkingen die van kracht kunnen worden zowel na het aan gaan van een beheersovereenkomst als bij het agrarisch gebruik van gronden in natuurreservaten. De vraag was welke produktie van dit H. Korevaar grasland mag worden verwacht en wat de voederwaarde is van het gras en van het daarvan gewonnen ruw- voer. Onderzocht werden de invloed van uitstel van de maaidatum van de eerste snede (vooral bedoeld ter be scherming van broedende weidevo gels) en vermindering van de be- mestingshoeveelheden (om een waardevoller vegetatie te krijgen). Op de proefvelden werden bepaald: het verloop van de droge- stofopbrengst, de chemisch^ sa menstelling, verteer baarheid, voe derwaarde en minerale samenstelling van het gras en de ontwikkeling van de botanische samenstelling van het grasbestand. Ook werden de verteer baarheid en de voederwaarde van verschillende grassoorten onder zocht. Wat de stikstofbemesting be treft ging het om een variatie van 0 tot 80 kg N per ha per snede. Van kali en fosfor werd niets of volgens de norm besmet. Als maaitijstippen voor de eerste snede werden geko zen: mei (3000 kg ds per ha), half ju ni en half juli. Resultaten De proefvelden met beperkingen le verden aanzienlijk minder droge stof en voederwaarde op dan bij een "normaal" gebruik van het gras land. Een uitstel van de maaidatum van de eerste snede had vooral een sterk verlagende invloed op de voe derwaarde van het gras en nauwe lijks invloed op de totale droge- stofproduktie. zonder stikstofbe mesting was daarentegen de op brengst gemiddeld slechts 8 ton dro ge stof per ha per jaar. /As boven dien geen fosfor en kali werd gege ven, daalde de opbrengst ongeacht de stikstofbemesting tot circa 4 a 6 ton droge stof, terwijl op de prak tij kbedrij ven met gebruik van reser- vaatsgronden in extreme gevallen nog lagere opbrengsten werden ge vonden. Extensief graslandgebruik leidt tot een botanische samenstelling met minder engels raaigras en meer gras sen en andere plantesoorten die een lage voederwaarde hebben. Wan neer de matige en slechte grassen meer dan een derde van het gras bestand innemen, zijn door de slech te verteerbaarheid de gebruikelijke formules voor de berekening van de voederwaarde niet meer geschikt. De voederwaarde van het gras of ruw- nassaustraat 1 postbus 1 6 axel telefoon (01155) 2020 telex 55230 voer kan daardoor wel met 100 VEM per kg droge stof of meer wor den overschat. Als we daarbij bedenken dat door het laat maaien van de eerste snede ook veel oud gras met een lage voe derwaarde als ruwvoer wordt ge wonnen, dan is het duidelijk dat met de produkten van grasland waar voor beperkingen gelden, ook met bijvoeding van krachtvoer, niet in de energiebehoefte van hoogproduktie- ve melkkoeien kan worden voorzien. Voor koeien met 4500 kg melk per jaar zou dat nog wel gaan, maar voor koeien met 5500 a 6000 kg melk is dat onmogelijk. Wel kan dit gras in veel gevallen worden gebruikt voor jongvee en droogstaande koeien. Perspectief Van grasland met ver doorgevoerde beperkingen is de voederwaarde van de gewonnen produkten te laag voor melkvee met een hoge produktie. Melkveebedrijven met uitsluitend zulk extepsief gebruikt grasland zijn daardoor praktisch en bedrijfseco nomisch niet realiseerbaar. Er zijn volgens het proefschrift twee moge lijkheden om gronden- met natuur waarden te beheren. In de eerste plaats kan de overheid natuurreser vaten gaan beheren, terwijl daar naast optimaal ontwikkelde land bouw mogelijk is. in de tweede plaats kan de overheid beheersover eenkomsten aangaan met boeren in relatienotagebieden. Een combinatie van beide mogelijkheden lijkt het meeste perspectief te bieden. De overheid zou uit een oogpunt van natuur en landschap waardevolle gronden kunnen aankopen en die dan onder bepaalde beperkende ge bruiksvoorwaarden kunnen ver pachten aan nabij gelegen melkvee bedrijven die anderzijds zelf ook voor een gedeelte van hun eigen grond een beheersovereenkomst hebben aangegaan. Deze bedrijven kunnen dan hun gronden zonder be perkingen benutten voor een inten sieve voedervoorziening van hoog- produktieve melkkoeien en de gron den met beperkingen (extensief) ge bruiken voor de voedervoorziening van droogstaande koeien en jongvee. Moet het rivierengebied teruggegeven worden aan de natuur? Die vraag dient zich aan nadat het plan "Ooie vaar" de w innaar is geworden van een door de Rijks Planologische Dienst uitgeschreven ontwerpwedstrijd "Ne derland Rivierenland". Het plan stelt voor de uiterwaarden van het centrale rivierengebied hele maal natuurgebied te laten worden met moerassen en bossen door de zo merdijken door te steken, de land bouw verdwijnt daar dan volledig. Als kontrast richt dit plan de binnen- dijkse komgronden in voor groot schalige landbouw. kleinschalige, meer milieuvriendelij ke landbouw heel goed denkbaar is. De jury noemt het een aansprekend idee om het stroomgebied van een ri vier, van dijk tot dijk, als bestuurlij ke beheerseenheid in een zg. waardschap te besturen. In boerenkringen wordt het plan als enigszins ondoordacht beoordeeld. De heer C.J. de Jager, voorzitter van de ZLM-kring Altena-Biesbosch vindt dat in zijn algemeenheid het plan niet realistisch is. Zo zal als het plan door zou gaan een groot aantal onderne- Het plan Ooievaar richt zich op het centrale rivierengebied. De opdracht van de wedstrijd was een van de vier regio's te kiezen uit het Nederlandse rivierengebied (Limburg se Maas; IJssel; Maas en Waal, Ne- derrijn en Lek; Rijnmond) en vanuit een analyse van de ontwikkelingsmo gelijkheden een ontwerp-opdracht voor die regio te formuleren. Van de inzendingen is in november in Wageningen een tentoonstelling te zien geweest, deze zal een toernee langs een aantal plaatsen in het rivie renland gaan maken. Oppervlakkig kan het plan de indruk wekken dat het vooral op natuurontwikkeling is gericht. In het juryrapport wordt dit echter bestreden. De jury meent dat door het plan te realiseren er juist een bijdrage geleverd wordt aan een menswaardiger rivierenmilieu, gesym boliseerd door de terugkomst van de zwarte ooievaar. In dit verband wordt in het juryrapport opgemerkt dat het plan weliswaar voorziet in optimale ontwikkeling van grootschalige land bouw, maar dat een invulling met mers schadeloos gesteld moeten wor den. De meeste uiterwaard grond is immers in eigendom bij partikulieren. "Waterstaatkundig zullen er niet zo veel bezwaren zijn, als de overheid maar financieel over de brug komt om de boeren schadeloos te stellen", aldus De Jager. Verder meent hij dat het wel aardig is om natuurgebieden te scheppen, maar dat in dit geval door de kwaliteit van het Rijnwater dat toch niet echt zal lukken. "In de uiterwaardgronden zitten door de ja renlang overstromingen zware meta len, die rechtstreeks uit het rivierwater komen". De Jager meent dat om de ze reden ook de natuurorganisaties niet over het plan staan te juichen. Dat door de uitvoering van dit plan landbouwgrond uit produktie wordt genomen is volgens De Jager in Eu ropees niveau nauwelijks relevant. "Om het probleem van de landbouw overschotten op te lossen zet het uit produktie nemen van een paar dui zend ha geen zoden aan de dijk". 16 Vrijdag 5 december 1986

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1986 | | pagina 16